Geruïneerde levens.
Mijn gedachten dwalen af naar vroeger. Waarom weet ik niet precies. Misschien omdat ik even niks om handen heb. Ik
had eigenlijk nu de krant willen lezen maar mijn ogen weigeren … mijn oogleden
vallen om de haverklap dicht. Heb toen een uurtje mijn ogen dicht gedaan maar echt geslapen heb ik niet. Mijn ogen zijn daarna wel wat minder moe maar in de
krant lezen heb ik geen zin meer.
Ik zou een stukje kunnen schrijven maar ik ben totaal inspiratieloos ... dan moet ik opeens aan mijn zonen Freek en Ralf denken. Aan de spelletjes die we deden: pim-pam-pet, dammen, scrabble, barricade, pesten, eenentwintigen of
niet te vergeten het bij ons bijzonder populaire tafelvoetbalspel. Ik won vrijwel altijd alle spelletjes. Soms liet ik ze wel eens winnen maar niet al te
vaak. Later toen ze tieners waren was Freek altijd met alle spelletjes de
beste. Freek is de oudste, ze schelen twee jaar.
Freek en ik waren heel
veel uurtjes per week bezig met voetballen. Hij speelde bij speelde bij Sparta waar hij
drie keer in de week moest trainen. Eén keer per week had hij op zaterdag een
wedstrijd. Ik ging, toen hij nog klein was, vrijwel altijd met hem mee. Ook met
buurtgenootjes voetbalde Freek vaak in de voetbalkooi en ik deed dan ook soms
mee. Ik kon het gewoon niet laten.
Ralf was weer beter in
andere dingen dan spelletjes en voetballen. Creatieve dingen vooral, zoals
muziek, tekenen en dansen. Zoals ík veel met Freek optrok, zo trok hun moeder Carole veel
met Ralf op. Carole ging altijd met Ralf naar gitaarles, dansles, zwemles.
Thuis zongen en musiceerden
Ralf en zijn moeder ook vaak samen. Ralf speelt dan gitaar. Zijn moeder piano. Ze
hebben er echt lol in. Als het eens een keertje niet zo wil lukken dan zijn de
godvers niet van de lucht van de kant van Ralf. Hij is een echte driftkikker.
Carole heeft zo heel wat uurtjes geïnvesteerd in Ralf.
Vooral in de jonge jaren
was er sprake van een soort tweedeling in de begeleiding van onze jongens. Carole hield zich hoofdzakelijk
bezig met Ralf en ik met Freek. De aantrekkingskracht tussen Carole en Ralf is in
latere jaren even hecht gebleven. Freek is zich meer dan in zijn vroege jeugd op Carole gaan richten.
Onwillekeurig moet ik,
wanneer ik over onze zonen schrijf denken aan twee uitspraken die Carole gedaan
heeft gedurende de laatste drie maanden, in het heetst van de ‘doodsstrijd’ van
ons huwelijk.
Ten eerste zou ik, volgens
haar, alléén een goede vader geweest
zijn in de periode dat de kinderen nog klein waren. Misschien doet deze
uitspraak mij nog te veel pijn om hem te
willen en kunnen begrijpen.
Ik denk zelf dat ik er destijds
als vader altijd was. Zowel toen de jongens klein waren als toen ze
groot waren. Ik zal beslist niet altijd een goede vader geweest zijn maar zeker ook niet
altijd een slechte.
Een andere voor mij bijzonder
kwetsende uitspraak van Carole, was, dat ik drie levens geruïneerd zou hebben. Daarmee
bedoelde ze dus: haar leven en dat van onze twee zonen. Ik vraag me af hoe ik
het voor elkaar moet hebben gekregen deze levens te ruïneren. Mij bekruipt dan het
gevoel dat ik zowel als partner van Carole als in mijn vaderrol een soort kampbeul
geweest ben. Ik hoop niet dat Freek en Ralf daar ook zo over denken!