Sinds een week is de lucht
weer geklaard in de relatie tussen mij en mijn vrouw. Na een zeker twee
maanden durende periode van elkaar haten, met scherp sarcasme, schelden, geniepige acties, verwijten, valse
beschuldigingen, kwetsende onthullingen, huilen, zwijgen, schreeuwen, elkaar
ontlopen, treiteren, wantrouwen, elkaar afsnauwen maar leuk en
gezellig doen tegen vrienden, vriendinnen en familie, elkaar voor leugenaar
uitmaken, elkaar lelijk zitten aankijken, niet tegenover elkaar zitten met
eten, alleen je eigen kleren wassen, koffie of thee alleen voor jezelf maken, alleen
de ‘troep’ van jezelf opruimen, geen ‘hallo’ zeggen bij het thuiskomen, geen
‘dag’ zeggen bij het weggaan, niet zeggen wat je gaat doen of wat je gedaan
hebt, alleen leuke dingen doen met vrienden of vriendinnen maar niet meer met
elkaar, geen overleg over te bekijken muziek of tv programma’s: geen rekening
houden met elkaars voorkeur, niks vertellen over wat je beleefd hebt, geen
‘goede morgen’ of ‘welterusten’ zeggen, met de deuren slaan als
je weet dat de ander al slaapt en als er bezoek is, huichelen alsof er niks aan
de hand is. Gelukkig ben ik me er in onze diepste crisis ooit, steeds van
bewust geweest, dat haat en liefde ontiegelijk dicht bij elkaar liggen. Ik kon
niet bij mijn liefde, zij kon niet bij die van haar maar we wisten, dat die er
wel degelijk was. Anders houd je het natuurlijk geen 45 jaar bij elkaar uit.
Sinds een week zijn we
weer ‘on speaking terms’ en zelfs meer dan dat. Zij was eigenlijk al een paar
jaar, na mijn laatste uitgelokte psychomanie, aan het dreigen met het aanvragen
van echtscheiding. Al die jaren kwam het er niet van. Die scheiding bleef dus
als maar dreigend in de lucht hangen. Begin vorige week wilde ik duidelijkheid
van haar. Onomwonden vroeg ik haar
wanneer ze nu eindelijk eens naar een advocaat zou stappen, want ik wilde ook
wel eens weten waar ik aan toe was. Ik
voegde daar wel aan toe dat ik het doodzonde vond, zo’n echtscheiding. ’Jarenlang
hebben we lief en leed gedeeld! Dan moeten we het nu, voor die laatste paar
jaar toch niet laten ploffen!
‘Ik weet,’ zei ik haar, ‘dat
ik je een paar jaar terug, door mijn
medicijnen niet te slikken, een hoop ellende bezorgd heb. Sorry, sorry, sorry
daarvoor. Dat was echt stom. Maar ik wil wel, dat je weet, dat ik altijd veel
van je gehouden heb.’
‘Ik heb natuurlijk net zo
goed stomme fouten gemaakt, kleine, grote,’zei m’n vrouw ootmoedig. ‘Sorry
daarvoor,’ … ze stond op van tafel en met een wat gebogen hoofd zei ze tegen
mij: ‘Zullen we dan voortaan maar weer
normaal tegen mekaar doen?’
‘Hartstikke graag!’ zei
ik,’en liefst ook een stuk warmer dan het de laatste tijd geweest is graag.’
Ik stond ook op en we
hielden elkaar innig vast. Best nog lang eigenlijk. Zij kon haar tranen niet
bedwingen. Ik zei nogmaals ‘sorry’ voor mijn stomme gehannes met die pillen.
‘Nu pas kan ik je dat
vergeven’ zei ze, ‘al die jaren heeft dat onze relatie verstoord.’
En … sindsdien strelen we
elkaar weer, zoenen we (alleen nog geen tongen, hoor), praten we elkaar weer de
oren van het hoofd, lachen we weer en
doen we weer leuke dingen, vragen we weer aan elkaar wat we willen drinken of eten, kortom sindsdien doen we weer bijna alles
met en voor elkaar wat mensen die echt van elkaar houden ook met en voor elkaar
doen.