zaterdag 21 maart 2015

MOVIES

The Movies is een bioscoop in Dordrecht. In het zelfde pand zit een restaurant.
De bioscoop en dat restaurant werken samen. Op zowel het eten als op de film krijg je korting als je daar uit gaat. Omdat we nu toch elke vrijdagavond in Dordt zijn (we passen daar dan immers op onze kleinzoon) leek het ons leuk die combinatie bios/restaurant eens een keer te doen.

De oppasdag is rustige, vrolijke en snotterig. Bent slaapt veel, is vervolgens heel vrolijk, actief en uitermate snotterig. Waarschijnlijk heeft hij er zoals iedere dreumes een bloedhekel aan dat een ander zijn neus afveegt. Hij heeft er zo’n hekel aan dat hij besloten heeft om het zelf te doen. Hij trekt de tissue uit mijn hand en gaat zelf zitten vegen en snuiten. Met best een goed resultaat.
Bent oefent in deze periode ook veel met ‘lopen’. Als ik hem -letterlijk- een handje help, dan lukt het al heel aardig. Veel lol hebben we met z’n drietjes met het loopspelletje ‘wie komt er in mijn huisje?’ Dan loopt hij ondersteund door oma  tot op twee stapjes van mij: ik zit gehurkt, met open armen en zeg tegen Bent: ’wie komt er in mijn huisje?’ Oma laat Bent los en hij doet de laatste twee stapjes kraaiend van pret, helemaal los, naar mij toe en ik vang hem op.

Het wordt vanmiddag lekker weer, dus gaan we wandelen. Bent vindt er volgens mij nooit niks aan. Hij zit altijd maar te miepen als hij zijn muts,sjaal, en jas aan moet. Wanneer we eenmaal buiten zijn, dan lijkt hij zich het eerste half uur te ergeren aan weet ik wat allemaal. Met een verbeten blik, lippen stijf op elkaar laat hij zich rijden in zijn maxi-cosy.
Het doel van de wandeling door Dordt is kaartjes kopen voor de film van vanavond en het restaurant. We vinden het allebei leuk om dit te doen, na een dagje oppassen. Alleen worden we het niet zo gauw eens over de filmkeuze. Ik koos voor de film: Still Alice. Maar mijn vrouw vond die film wat te heftig. ‘Het komt dan wel erg dichtbij voor haar …’ De film gaat namelijk over een hoogbegaafde vrouw, getrouwd, moeder van drie kinderen, docent aan een universiteit.  Op haar vijftigste krijgt ze de diagnose Alzheimer. De film toont hoe die ziekte haar steeds meer in de greep krijgt. Mijn vrouw ziet dit gegeven niet zo zitten en gaat op zoek naar een wat gezelligere film maar die staat vandaag helaas niet op het programma in The Movies. Met frisse tegenzin gaat ze toch akkoord met de film Still Alice.

Bent vindt het wel mooi in de bios. Hij kan zijn ogen niet afhouden van een draaiende vitrinekast gevuld met kleine kleurrijke sculpturen. We zijn in de bios om kaartjes te kopen voor vanavond. Voor 24,= euro per persoon kunnen we naar de film en eten (alleen een hoofdgerecht). Voorafje, toetje, drankjes en eventueel bijbestelde extra’s, moeten allemaal in het restaurant afgerekend worden. Om half zes worden we verwacht in het restaurant. Dan zijn we zeker op tijd klaar met eten voor de film. Oké, dan gaan we nu Bent even thuis brengen.

Het is tegen vijven als Alf, onze zoon, thuiskomt. Hij is speciaal voor ons wat eerder van zijn werk gegaan. Bent slaapt. Dat is wel even fijn voor Alf. Om kwart over vijf nemen we afscheid en gaan we lopen naar de Movies.

Still Alice is aangrijpende film met een grandioze Julianne Moore als Alice. Mijn vrouw vind de film trouwens meevallen. Zij vindt het alleen jammer dat de andere rollen rondom Alice zo weinig inhoud hebben. Julianne mag als enige schitteren.

Het eten valt wat tegen. De smaak is overwegend goed, behalve dan de bijzonder smakeloze bietblokjes in drie verschillende kleuren. Verder zijn de porties aan de kleine kant. Wanneer ik geen extra patatjes had besteld, dan was mijn maag gaan knorren, halverwege de film. De prijs – kwantiteit verhouding was niet oké.

Volgende keer gaan we maar ergens anders eten en daarna naar de bios.

donderdag 19 maart 2015

Nederlandse les

Ik geef Nederlandse les aan een man uit Iran. Mehrdad heet hij. Hij is al meer dan tien jaar in Nederland. Toch spreekt hij nog niet zo goed Nederlands. ’Ik heb geen talenknobbel,’zegt hij.
Met een grammaticaboekje voor beginners begin ik met hem. Verder praten we elke week zeker een uur over allerlei onderwerpen, zoals theater, literatuur, cinema en politiek. Sinds een week of zes, lezen we samen een boek. Een avonturenroman.
Dat grammaticaboekje blijkt veel te makkelijk. Er moeten invuloefeningen in dat boekje gemaakt worden. Peanuts  voor hem. Waar heeft hij die kennis vandaan, vraag ik me af. Dan vertelt hij me dat hij een paar jaar geleden eens een cursus NT2 (Nederlands als tweede taal) heeft gevolgd en dat hij daar ook voor geslaagd is. Maar wanneer hij Nederlands spreekt, vergeet hij in zijn enthousiasme de grammatica. Zijn leuke verhalen moet ik nogal eens onderbreken voor correcties.
Ik corrigeer niet alles. Dat haalt de vaart maar uit zijn verhaal en het werkt niet bepaald motiverend. Voor mij gaat het er in zo’n geval om, dat ik weet wat hij bedoelt.
Mehrdad is een intelligente man met een veelzijdige culturele belangstelling, uitermate creatief ook.  Hij is lid van de bewonerscommissie in zijn woonbuurt. Op elke bewonersavond is hij present. Bij wijkactiviteiten, zowel voor jeugd als voor volwassenen, speelt hij een coördinerende rol. Vanzelfsprekend is het reilen en zeilen van de bewonerscommissie een van de regelmatig terugkerende gespreksonderwerpen.
Ook het leven in Iran komt ter sprake: ‘Iran gaat langzamerhand kapot aan de luchtverontreiniging. In Teheran bijvoorbeeld kan nauwelijks normaal geademd worden. Bijna alle mooie parken, die er enkele jaren geleden waren, zijn ontdaan van alle groen en veranderd in betonparken.’  
Mehrdad vergeet in zijn betogen consequent de lidwoorden, ‘de’, ‘het’, en ‘een’ te gebruiken. Lidwoorden bestaan niet in Farsi (zo heet de taal van Iran). Ook andere talen komen ook geen lidwoorden voor, zoals bijvoorbeeld in het Pools, Russisch, Fins en Latijn.  In Nederland wordt het gebruik van lidwoorden in de taal sterk teruggedrongen: gingen we vroeger naar ‘de  Aldi’, ‘de Hema’, nu gaan we naar ‘Aldi’ en ‘Hema’.
Nieuwe Nederlanders, die Nederlands spreken, gebruiken vrijwel nooit lidwoorden. Zo beïnvloeden ze, onbewust, anderen met wie zij praten, ook Nederlanders dus: ‘ik ga met bus.’ ‘Ik lees boek,’ ‘ik ga bril kopen,’ ‘Ik ga naar slager,’enz.
Bekend is misschien dat de Zuidafrikaanse taal van origine het Nederlands is. Nederland was daar de kolonisator en ‘schonk’ Zuid Afrika zo rond het jaar 1650,  onze prachtige taal. Er is natuurlijk veel veranderd in het Zuidafrikaans. Het gaat mij hier om de verandering in de lidwoorden: ‘de’ en ‘het’. Deze lidwoorden bestaan daar niet meer en zijn vervangen door ‘die’. Dus krijg je daar: ‘die boek’, ‘die bos’, ‘die gebouw’ en ‘die meisje’.
Samen met Mehrdad lees ik ook een avonturenroman. We lezen om de beurt hardop een bladzijde. Het gaat hier om het leren van de uitspraak. Met name de ‘ui’ en de ‘eu’ zijn razend moeilijk uit te spreken voor Iranezen. Het begrip van de tekst van belang; nieuwe woorden en uitdrukkingen worden geleerd.
Mehrdad is een gedreven leerling. Hij heeft die thriller al uit. Terwijl we samen, in de les, nog niet eens op de helft van ons boek zijn. 

‘Ik ga het boek nog een keer lezen,’ zegt Mehrdad dan.  

woensdag 18 maart 2015

KLUSSEN & KIEZEN

De laatste paar dagen kan ik weer redelijk vroeg mijn bed uitkomen. Het zal wel zijn omdat ik geen slaapmiddelen meer slik. Geen mooi weer, helaas. De Rotterdamse wolkenkrabbers staan voor de helft in de mist en bovendien maakt de noorderwind het verdomd koud. Volgens het weerbericht op het acht uur journaal zou vandaag de warmste dag worden van de week. Die lui vertrouw ik dus nooit meer.
Ik heb vandaag een paar klussen binnenshuis te doen: de ramen zemen en de koelkast ontdooien. En dan moet ik niet vergeten daarna te gaan stemmen.
Ramen zemen is bij ons een arbeidsintensief klusje. Alle vensterbanken staan vol planten en bovendien hebben we bij elk raam één of meerdere hangplanten. Die moeten dus eerst allemaal ergens anders neergezet worden. Die hangplanten komen er met water geven bekaaid af, daarom krijgen die van mij vandaag een lekker bubble badje.
Voor ik met het feitelijke klusje begin, maak ik  het houtwerk om de ramen schoon.
Ik gebruik voor het ramen zemen geen trapleer maar ik sta op tafels en stoelen. Tot nu toe deed ik het altijd met water en wat spiritus, spons, wisser en zeem. Vandaag gebruik ik voor het eerst het schoonmaakmiddel Rosty. Dat spul zit in een spuitfles en  moet op de ramen gespoten worden. (Ik dacht al zoiets.) Vervolgens moet het raam met een droge doek òf met een stuk papier droog gewreven worden. Ik kies voor de droge doek. Alleen …… de droge doek is héél gauw een natte doek. Ik heb maar liefst zestien theedoeken nodig gehad. Wel erg veel! Ja, maar we hebben ook wel erg veel ramen in ons huis.  Ik ben tevreden: de ramen zien er echt goed uit. Dan nog even alle planten terugzetten en -hangen, de troep  (verdorde blaadjes, takjes enzovoorts) opstofzuigen en klaar is Kees.
Toen ik schreef dat ik de koelkast moest ontdooien bedoelde ik eigenlijk de vriezer, want onze koelkast ontdooit zichzelf op gezette tijden. In de gebruiksaanwijzing staat dat ik al 4 uur eerder had moeten beginnen met het ontdooiingproces, om de vriezer een ‘supertemperatuur ‘ te laten bereiken, zodat de ingevroren producten in de ontdooitijd ‘superkoud’ zouden blijven. Dat heb ik dus niet gedaan. Op het balkon is het ook superkoud vandaag. Daar zet ik dus de drie vriesladen neer.
Er is veel ‘aangekoekt’ ijs in de vriezer. Om dat sneller te laten ontdooien zet ik twee grote pannen met kokend heet water in de vriezer. Vòòr de vriezer zet ik een bakje waar het smeltwater in kan lopen.
Het gaat sneller dan verwacht. De drie vriesbakken kunnen weer van het balkon gehaald worden. Alles is nog diep gevroren. Binnen een half uurtje is deze klus geklaard.
Vandaag 18 maart mogen we stemmen. Voor het bestuur van de provincie, (de eerste kamer) en het waterschap. Ik geloof heilig in de democratie, al moet ik toegeven dat niet altijd democratisch gehandeld wordt door gekozen politici. Gelukkig zijn die in de minderheid.
In het stembureau wordt ik enthousiast begroet door een stembusman: ‘U heeft in ieder geval een goeie voetbalclub gekozen.’(Ik heb mijn Sparta - sjaal om.)
 De man die mijn stembiljetten inneemt, wil ook dat ik mijn identiteitsbewijs laat zien. Hij krijgt zijn zin. Dan krijg ik pas de stembiljetten van de Sparta Piet). Voor de provincie kies ik SP voor het waterschap kies ik (bij gebrek aan SP) PVDA. 

dinsdag 17 maart 2015

REPAIR CAFÉ

Maandelijks verspreid ik de Tribune, het blad voor leden van de Socialistische Partij; zelf ben ik ook lid. Een kennis van me, Rob,  maakt, met een stel S.P.-vrijwilligers, de Tribune verzendklaar op het ‘hoofdkantoor’ van de S.P. - Rotterdam.
Maandag jl. haalde ik mijn stapeltje Tribunes op (25 stuks). Ik bezorg ze in de Agniesebuurt. Altijd krijg ik er een bezorglijstje bij en deze keer was die lijst heel matig, zeg maar slecht geprint. Zo’n beet je als mijn eigen printer print op het moment. Vooral het zwart geprinte is abominabel en 9 van de 10 keer wil ik een print in zwart.  Rob zegt dat hij sinds kort een Brother printer heeft. Hij heeft daar goede ervaringen mee en voor de inktcartridges heeft hij een goedkoop adresje. Toen ik dat hoorde zei ik:’Nou, Rob, dan ga ik ook zo’n Brother kopen en zet ik mijn Epson Stylus bij het grof vuil.’

‘Neen, niet bij het grof vuil zetten,’ zei Rob, ‘misschien is er maar een kleinigheidje kapot aan en is het in een handomdraai  verholpen. Ja, ik zeg dat zo nadrukkelijk, omdat ik nu ongeveer een jaar bij het Repair Café zit. Dat is een organisatie, waar handige vrijwilligers werken om kapotte spulletjes van mensen te repareren. Ik had nog nooit gehoord van die club. Rob stak gelijk een soort reclameriedel af:’Wat doe je met een stoel waarvan een poot los zit? Met een broodrooster dat niet meer werkt? Of met een wollen trui waar mottengaatjes in zitten? Weggooien? Mooi niet! Breng het naar Repair Café.’
Meestal is een reparatie gratis. Heel af en toe moeten er kosten worden gemaakt wanneer bijvoorbeeld onderdelen moeten worden vervangen. O ja, er staat wel bij de uitgang een soort fooienpot. 

Ik moest dus maar eens langskomen op de Banierstraat in Rotterdam Noord. Daar zit Repair Café op vrijdag van 14.00 uur tot 18.00 uur en Rob zal daar dan ook werken. Zo gezegd zo gedaan. Rond 17.00 uur was ik daar met mijn printer, die ik met veel moeite in een grote Bas van de Heijden - tas had geperst.

Het was propvol. Alle spullen en alle mensen zaten in de gymnastiekzaal van de voormalige Lagere school. Ik werd verwelkomd door een man met een iets te hoge stem en nerveuze bewegingen. Hij vroeg waar ik voor kwam en ik zei dat ik voor de deur mijn auto had geparkeerd. Ik krijg die kar niet meer op gang dus ik wou dat er hier even iemand naar keek. ‘Neen, aan auto’s repareren kunnen we hier echt niet beginnen!’ zei hij.
‘Dat was maar een grapje’, zei ik, ‘ Ik kom voor mijn printer die hier zo braaf in die rooie tas zit. Ik was een beetje melig geworden.’
‘Sorry, hoor,’ zei de man,’er zijn nog zó veel wachtenden voor  u. U kunt beter volgende week vrijdag terugkomen; en ik maak nu géén grapje.’ Die slag was zijn.
Ondertussen zie ik Rob staan klussen en ik probeer zijn aandacht te trekken door te zwaaien. Maar hij ziet me niet.

Vanuit mijn linkerooghoek zie ik Sjaan, een buurvrouw van me,  zitten. Zij is hier gekomen met haar fiets. Die heeft een lekke band. Vanaf 14.00 uur zit ze al te wachten. Het huilen staat haar nader dan het lachen.
Ik zwaai nog en keertje naar Rob, nu ziet hij me wel en komt gelijk naar me toe. Dankzij hem ben ik meteen aan de beurt. Ik hoor Sjaan bij de nerveus bewegende man klagen dat ik net binnenkom en nu al gelijk geholpen wordt. Pech voor Sjaan.

Helaas kan Rob deze middag niks doen met mijn printer. In de Banierstraat is geen pc beschikbaar om de printer op aan te sluiten. Ik ben dus gewoon voor lul gekomen met mijn printertje in mijn Bas - tas. Rob vindt dat wel vervelend en biedt me aan om de printer bij mij thuis te komen repareren. Ik zorg er dan voor dat de printer op mijn pc is aangesloten.

zondag 15 maart 2015

O.V.

Vandaag, het is zondag,  heb ik weer eens met het openbaar vervoer gereisd. Zo om de vier weken reis ik naar Middelharnis om mijn verstandelijk gehandicapte broer Tinus op te zoeken. Ik stal mijn fiets bij Metrostation Stadhuis. En daar stap ik om 11.30 op de metro in de richting van Zuidplein. Op dit tijdstip reizen vind ik heerlijk. Er zijn bijna geen andere reizigers in de metro. Volop plaats dus om breeduit te zitten. Een enkele keer is het wat drukker als er bijvoorbeeld een evenement is in Ahoy. Maar propvol is het dan eigenlijk ook niet.
Op Zuidplein moet ik overstappen op de bus naar Middelharnis. Dat is bus 163 die als eindbestemming Ouddorp heeft. De bus vertrekt van Zuidplein om 11.52 uur en ik ben er al om 11.38 uur. Veel te vroeg dus. Ik maak dit reisje nu al bijna drie jaar en steeds ben ik te vroeg. Steeds opnieuw ben ik weer bang om te laat te zijn voor bus 138. Ik kàn gewoon een kwartier later van huis gaan maar dat  durf ik niet. Wie weet, krijg ik wel een lekke band of heeft de metro vertraging dan mis ik bus 138 en zie ik vanmiddag mijn broertje niet. De bus vertrekt precies om 11.52 uur  en zit half vol. De reis duurt bijna een uur. Ik ga een boekje lezen. Want het uitzicht is al drie jaar lang hetzelfde: lege weilanden, weilanden met schapen of koeien, landbouwgrond, waterpartijen (slootjes en het Haringvliet) en de brug over het Haringvliet.
Na ruim een half uur lezen word ik een beetje misselijk. Ik heb er lange tijd geen last van gehad. Toen ik als tiener met de bus naar school ging, deed ik vaak mijn huiswerk in tram of bus; vooral het leeswerk.  Regelmatig werd ik stront- en  stront-misselijk. Ik kotste dan meestal mijn boterhammetjes uit, daar waar ik zat of stond. Bij de eerstvolgende halte stapte ik uit zo vlug als ik kon en het vreemde was: in de zelfde minuut dat ik uitstapte was mijn misselijkheid verdwenen.  Kort nadat ik de tram of bus had verlaten zou de tramconducteur een grote schep zand over de kots gooien. Dan hadden de andere passagiers er niet zo’n hinder van.
Ik was dus op weg naar Middelharnis, zat lekker te lezen en werd een beetje misselijk. Onmiddellijk stopte ik met lezen. Gelukkig verdween dat nare gevoel snel en monter liep ik naar de woning van Tinus, mijn broertje.
Om 12.45 uur stapte ik bij hem binnen. Tinus was weer blij verrast met mijn komst. Alleen is hij teleurgesteld als hij merkt dat ik onze broer Marco, die een mongool is, niet heb meegenomen. Ik beloofde Tinus dat ik over vier weken Marco mee neem.  
We lopen een rondje bos; Tinus, vrolijk kirrend  in zijn rolstoel. Ik, duwend en kleumend daarachter. We zingen meestal wat duetten onderweg zoals: ‘o se wie se wo’; ‘advocaatje ging op reis’ en ‘papegaaitje leef je nog’. Nu begon ik voor de verandering eens dat lied van Toon Hermans te zingen: ‘Mien waar is mijn feestneus etc’ en tot mijn stomme verbazing zong hij dat lied ook uit volle borst mee. 14.50 uur: het was alweer tijd om te vertrekken; huggen; zoenen.
Om 15.10 uur vertrekt bus 136 weer naar Rotterdam. Stampvol is de bus. Niet iedereen heeft een zitplaats.  Sommige busreizigers, nemen twee zitplaatsen in beslag. Zij zijn asociaal bezig. Op de plaats bij het raam zetten ze hun bagage neer en zelf nemen ze plaats aan het gangpad. Vaak gaan ze dan met een iPad of 1Pod op hun schoot, interessant zitten doen. De muziek tettert hard in hun oren, ze horen of zogenaamd niets. Dus als je naast ze wil zitten moet je ze even flink door elkaar schudden; dat ze hun bagage van die zitplaats afhalen.

Ik zat op de grote bank achterin de bus rechts bij het raam met mijn rugzak tussen mijn benen. Om 16.30 uur ben ik weer thuis.

zaterdag 14 maart 2015

COMMISSIE

In de  KNVB-commissie ‘Promotie & Degradatie’ Betaald Voetbal Organisaties in  Nederland wordt al vanaf begin januari 2015 gesproken over wijziging van de bestaande Promotie- en Degradatieregeling. Ik vernam dit nieuws uit een zeer betrouwbare bron. Let wel: de commissie heeft de uitdrukkelijke opdracht zich verre te houden van iets als ‘match-fixing’. Wie er precies zitting hebben in die commissie, wordt nadrukkelijk geheim gehouden. Desalniettemin worden toch al de namen gefluisterd van Glenn Helder (namens de voetbaltoto), de broer van Johan Cruijff, de tweede vrouw van Willem van Hanegem, de buurmannen van Willy en René van de Kerkhof en (onder voorbehoud) Leo Beenhakker (74 al weer).
Er bestaat al geruime tijd grote onvrede over de bestaande promotie- en degradatieregeling. Want wat zie we keer op keer gebeuren? De gepromoveerde clubs degraderen in negen van de tien gevallen het jaar daarop weer en de gedegradeerde clubs promoveren bijna altijd weer in het jaar daarop. In feite is daar weinig tot niks aan te beleven. Het is zo voorspelbaar als de pest!
Daarom is aan de commissie de opdracht gegeven andere criteria te formuleren die moeten leiden tot promotie of degradatie.  Hoewel officieel pas volgende week woensdag de conclusies naar buiten zullen worden gebracht, kan onze betrouwbare bron al vertellen waar de commissieleden het met elkaar over hebben.
De kampioenen van de eredivisie en de Jupiler-League, alsmede alle deelnemers aan play offs, spelen zoals gewoonlijk hun wedstrijden en worden daarvoor als gebruikelijk beloond.
De nieuwe regeling is een proef en geldt in principe voor één jaar. Deelgenomen kan worden door alle teams die geen kampioen geworden zijn en die niet zullen meedoen aan welke play off dan ook.
De commissie heeft een aantal criteria opgesteld die uiteindelijk de promovendus en degradant moeten aanwijzen:
-          het aantal kale voetballers in de selectie
-          het aantal getatoeëerd voetballers
-          het aantal Hollandse jongens in de selectie
-          het aantal uitgedeelde elleboogstoten
-          de hoogte van het gras
-          de mate van beweeglijkheid van de trainer, langs de zijlijn
-          een langs de lijn, meevoetballende trainer
-          de hardheid van de harde supporterskern
-          de hoeveelheid supporters die gemiddeld het speelveld betreedt
-          De mogelijkheid voor toeschouwers, om bij mooi weer, te zonnen op het speelveld.
-          Het clubtenue doet pijn aan de ogen.
-          Catering met vers fruit
-          Toeschouwers kunnen uit de kleren gaan.
-          Diervriendelijkheid van het stadion.
-          Een steward op 5 toeschouwers.
-          De akoestiek in het stadion: is de fluit van de scheids overal in het stadion goed te horen
-          De zichtbaarheid: is vanaf elke plek op de tribunes de vlag van de grensrechter goed te zien.
-          De aanwezigheid van een grappige mascotte (Mickey Mouse, Pluto of zoiets)
-          Een fijn clublied.
-          Optredens van zangers of zangeressen; drumbands; majorettekorpsen.

Bovenstaande criteria worden dus volgens onze bron door commissieleden besproken. In feite kan daaruit nog niet geconcludeerd worden welke kant de commissie exact op wil. Het lijkt er op dat clubs die meer dan alleen voetbal brengen een grotere kans maken op promotie. Logischerwijze ligt het in de lijn der verwachtingen dat clubs die zich uitsluitend op het voetbal richten een grote kans op degradatie maken. Maar voor het zelfde geld is het net andersom. Toch? Promoveert Sparta (ik hoop het)? Vliegt Go Ahead Eagles er uit (van mij mag het)?
We zullen het volgende week woensdag horen!


   

donderdag 12 maart 2015

PRIK

Het is vandaag de tweede keer deze week dat we met de trein gaan en verdomd als het niet waar is: er is wederom een ‘fucking’ aanrijding met een persoon. Deze keer in Lage Zwaluwe. De treinen ten gevolge van die zelfmoord gaan niet verder dan Dordrecht. Wat een geluk bij een ongeluk dat we daar nu toevallig net moesten zijn: oppassen op onze kleinzoon.
Eerst nog even over die zelfmoorden: uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat zoiets drie keer per week voorkomt. Drie keer per week wordt door die suïcidalen het leven van het NS-personeel en vele honderden reizigers  in de war geschopt. Misschien is het wat, om ergens, op een afgelegen terrein tien keer per dag een suïcidetrein, met automatische besturing, een traject van vijf kilometer te laten afleggen. Wie ervoor wil springen gaat maar lekker zijn gang.  Alleen vraag ik me nog af: ‘wie gaat die  rotzooi opruimen?

Als we bij het huis van ons kleinkind aankomen, zijn hij en zijn moeder net terug van het consultatiebureau. Bent, vijftien maanden oud, is ingeënt tegen BMR: bof, mazelen en rode hond. En dat vond hij helemaal niet leuk, hij zette, volgens zijn moeder, een behoorlijke keel op. Bent is er echt helemaal van slag van. Normaal speelt hij tot een uur of tien uur en nu valt hij om negen uur gelijk in slaap als hij in zijn bedje wordt gelegd.
Rond half twaalf wordt hij wakker maar anders dan anders. Hij blijft liggen in zijn bedje en kreunt een beetje. Wanneer ik hem uit bed til huilt hij. Zijn armpjes trillen. Ik verschoon hem en kleed hem aan. Oma heeft ondertussen zijn boterhammetjes klaargemaakt. Met jam en stroop. Zijn lievelingsbeleg. Bent kijkt er vanuit zijn kinderstoel naar alsof hem een broodje poep is voorgezet. Hij eet met tegenzin toch zo af en toe een stukje brood, niet veel;  hij drinkt des te meer. Twee bekers yogidrink maar liefst. Onder het eten heeft Bent soms geen controle over zijn nek- en flankspieren. Dat is even schrikken.  We bellen er over met zijn ouders; volgens zijn moeder is het niks om ons zorgen over te maken. Het zijn de gebruikelijke troubles na een injectie. Zij kan het weten want zij zit in de verpleging.
Gelukkig heeft Bent wel zin in een wandeling (in de maxi-cozy); het is prachtig weer, beetje fris, dat wel maar toch: heerlijk.  We wandelen in een half uurtje  naar het Weizigtpark en de Weizigt Stadsboerderij. Bent is nu zelfs zo bij de tijd, dat hij in de Stadsboerderij de kakkaks (eenden) en de boeoe (koe) herkent. Daarna valt hij als een blok in slaap.

Bent zijn moeder vertelde dat ze gisteren op die Stadsboerderij Weizigt was en dat er toen een dierenverzorgster van een koe is afgevallen. Onder begeleiding van twee dierverzorgers van de Stadsboerderij maakte de koe Robijn woensdagmiddag een wandeling door het zonnige Weizigtpark. 
Hierbij zat een van de dierverzorgers op de rug van de koe. Plotseling besloot de koe Robijn dat de rit lang genoeg geduurd had en zette haar ruiter zonder pardon weer op de grond.
 
Voor de zekerheid werd de dierverzorgster nog even nagekeken door de toegesnelde ambulance maar deze bleek voor niets uitgerukt te zijn.
 
Zij hield enkel een blauw achterwerk over aan het ritje op de koe.
Op het laatst werd het nog wel spannend. De koe ging wild lopen doen: rennen, met zijn kop slaan en hard loeien. De moeder van Bent is toen serieus op de loop gegaan voor de koe Robijn.


Bent wordt pas wakker als we twee uur later thuiskomen. Maar uitgeslapen is hij niet: hij jengelt en is erg passief. Drinken wil hij niet maar een mandarijntje gaat er grif in. Godzijdank hebben we van die slapte in zijn spieren niets meer gemerkt.