Iwan belde ’s ochtends om
tien uur bij me aan. Mijn vrouw sliep nog. Hij belde haar wakker. ‘Sorry,’ zei
hij en bood me zijn sleutelbos aan ‘de verwarmingsmonteur komt vandaag. Wil jij opendoen?’
‘Nou, Iwan ik wil best
open doen hoor, àls ie belt, maar ik weet zeker, dat hij vandaag niet komt. Het is zondag.
‘Neen, het is maandag’.
‘Neen, Iwan het is echt zondag.’
Toen keek hij voor de
zekerheid maar even op zijn horloge en daar stond het: zondag 14 december.
‘Ja, verdomd, je hebt
gelijk.’ Hij stopte zijn sleutelbos weer in zijn jaszak en ging, zoals hij het
noemde ‘effe naar buiten’.
‘Effe naar buiten’ moet ik
ook hoognodig eens. Het is een mooie dag. Blauwe lucht, wel een beetje koud. Ik
ben een paar dagen binnen gebleven, na dat operatietje aan mijn pink. Het was
ook steeds rotweer sindsdien. Eerlijk gezegd durfde ik ook niet naar buiten te
gaan. Ik voelde me erg uit mijn evenwicht met die enorme hoeveelheid verband om
mijn linkerpink (en dan ook nog eens in die mitella).
Ik weet bijna zeker dat ik
ga vallen, als ik naar buiten ga. Bijvoorbeeld over ongelijk liggende stenen,
een bananenschil, een plastic zak of over een uitstekende boomwortel.
Zaterdag probeerde ik te fantaseren,
dat ik ergens liep, bijvoorbeeld langs de Rotte, dat is bij mij aan de overkant. Heel wankel liep ik daar met die pink, nog
steeds in die mitella. En toen stak er opeens een windje op en ‘woeps’ of beter
gezegd ‘plons’ daar ging ik natuurlijk al: de Rotte in. Ja, ik val zo om in
mijn situatie. Dus heb ik, gezien het bovenstaande, maar het zekere voor het onzekere genomen en ben
gewoon lekker thuis gebleven.
Vandaag is het zondag en
heb ik geen mitella meer om. Het is een
mooie dag. Prachtig blauwe lucht; beetje koud. Hoe zal ik naar buiten gaan?
Fietsen doe ik graag. Maar ik twijfel. Zou ik met mijn linkerhand (de zielige
hand) mijn stuur wel stevig vast kunnen houden en, wat veel belangrijker is:
zou ik ineens hard in de remmen kunnen knijpen? Wat gebeurt er als ik per
ongeluk door een diepe kuil in de weg fiets? Dan schieten misschien wel
spontaan alle hechtingen uit de wond.
Lopen is op dit moment toch
het beste. Het is fijn om buiten te zijn na vierdagen binnen zitten. Wel koud.
Links achter me hoor ik kort achter elkaar twee stevige klappen op het water:
een zwanenechtpaar is geland op de Rotte en is alweer rustig aan het zwemmen.
Ik zie een wielrenner in
professionele outfit, stevig doorstappen met zijn fietsje aan de hand; lekke
band. Oh, wat afschuwelijk, denk ik. Gelukkig dat ik niet met de fiets gegaan
ben, in die kou, met die hand en dan een lekke band ….
Het is, merk ik nu, toch eigenlijk wel een beetje te
koud voor me om te wandelen. Mijn hele lichaam zit wel goed ingepakt, dat wel
maar de vingers van mijn linkerhand worden veel te koud, die krijg ik door al
dat verband niet in m’n handschoen gepropt. Ik ga maar weer gauw op huis aan