Morgen word ik geopereerd.
Mijn pink groeit alsmaar krommer en ik krijg hem niet meer overeind (die pink
dus). Om negen uur moet ik in Franciscus
zijn. Om twaalf uur wordt het mes in mijn hand gezet en als het goed is moet om
tien voor een mijn pink weer rechtstaan …
Tot op heden ben ik drie keer eerder onder het mes
geweest. De eerste keer was ik nog een peutertje:
mijn amandelen werden geknipt, ik kreeg een kapje over mijn mond en neus;
binnen de minuut was ik buiten westen. Hoe lang het geduurd heeft weet ik niet
maar ik stierf van de pijn en vooral de aanblik van al dat bloed over dat witte
laken, dat om mijn nek was geknoopt …. Ik dacht dat ik dood zou gaan.
Toen ik tweeëndertig jaar was en mijn vrouw en ik twee kinderen wel
genoeg vonden, besloot ik om me te laten
steriliseren. Een simpelere ingreep bestaat
er waarschijnlijk niet: plaatselijk verdoven, sneetje maken in mijn zak, zaadleider
dicht branden en klaar is Kees. Mannen in mijn omgeving, die het al hadden
laten doen, stemden me optimistisch: je voelt er niks van; je drinkt een
lekkere bak koffie na afloop en je pakt de auto naar huis. Mijn vrouw was,
zoals gewoonlijk, eigenwijs. Zij had al
lang en breed besloten dat ze mij zou brengen en ophalen. Ze zou (ook in
Franciscus) wel op de gang op me wachten. Gottegottegot wat was ik blij dat ze
er was. Ik zal me wel weer vreselijk aangesteld hebben, had erg veel pijn
tussen mijn benen en liep als een oud opaatje, dat het in zijn broek had
gedaan. Elke stap deed me pijn. Ik
schaam me er best een beetje voor maar bij het in- en uitstappen van de auto
moest ik zelfs een beetje huilen van de pijn.
De laatste medische
ingreep tot nu toe was het laseren van de spataderen in mijn linkerbeen. Dat been
werd plaatselijk verdoofd en met een laserapparaat werden de spataderen
weggelaserd.
Deed weinig pijn. Ik was
al blij. Opeens voelde ik iets kokend heets tegen mijn kuit. Heel even maar.
Kleinzerig als ik nu eenmaal ben, gilde ik het uit: ’AAAAUW!!’ . Wat er precies gebeurde kon ik niet zien want
mijn linkerbeen was afgeschermd. Ik heb zo’n vies vermoeden dat die chirurg expres iets heets (wat???) tegen mijn kuit
hield. Hij stond echt zogenaamd onschuldig rond te kijken. ‘Heeft u pijn, meneer,’
vroeg hij quasi bezorgd. ‘Nu niet meer,’ zei ik.
En dan ga ik nu onder het
mes voor de ziekte van Dupuytren, zo wordt de ziekte genoemd, die mijn pink alsmaar
krommer trekt.
‘Reken maar dat u zes uur
kwijt bent met die operatie, meneer’,
zei een verpleegkundige, ‘maar dan staat uw pink ook wel weer keurig rechtop.’
Van negen tot drie uur dus! Wat duurt
dat eigenlijk lang! Morgen gebeurt het. Mijn arm wordt verdoofd
door een injectie onder mijn oksel. Als ik het nodig vind, kan ik, voor onder de
operatie, vragen om een licht slaappilletje. Dat lijkt me helemaal zo gek nog
niet.
Na de ingreep mag ik niet lopend,
fietsend of met de tram naar huis. Ik
moet dus een taxi nemen of iemand met een auto vragen, want zelf heb ik geen
auto. Gelukkig komt mijn buurvrouw me ophalen.