woensdag 22 juni 2022

VINGERS IN MIJN OREN

 Het besef dat je zaken als verveling, neerslachtigheid en eenzaamheid van je af kunt schrijven is een stimulans. Schrijven als remedie. Een hele dag alleen thuis. Heerlijk. Geen stress. Niemand die aan mijn kop zeurt, dat ik iets moet doen of laten. Top. Telefoon neem ik niet aan. De deurbel laat ik gaan. Vandaag moet ik maar twee dingen doen belasting en koken. Die geven geen stress. 

Op het menu staat: spruitjes met ham en kaas; een gemakkelijke maaltijd. Daar kan ik me geen buil aan vallen. Ik kook een pond spruitjes en een pond aardappelen.  Die stamp ik en werk daar dan de hamblokjes (250 gram) en de in blokjes gesneden extra belegen kaas (3 ons) doorheen. Uiteindelijk wordt het, alles bij elkaar, maar een klein pest beetje eten. Veel te weinig voor mij en haar samen, zo te zien. Het toetje is fruit: grapefruit. Ploeh (!) wat zijn die grapefruits zuur.

Daarmee zit de maaltijd er op. Ik kan me nog vaag herinneren, dat zij dan een shaggie opsteekt en erg druk gaat zitten praten. Over haar werk, onze zonen en haar favoriete onderwerp: de buurt. Ze kan soms, en meestal na het eten, ineens zo doorzagen over een onderwerp, dat ik het er benauwd van krijg. Ik vind het erg knap van mezelf dat ik het nog steeds kan opbrengen om te blijven zitten en het aan te horen.  Soms stop ik figuurlijk mijn vingers in mijn oren, want als ik dat niet zou doen, vrees ik dat ik uit elkaar plof. Ik voel mezelf net een half opgepompte fietsband.  Bij elke zin die zij uitspreekt wordt die band een beetje harder opgepompt, zo voel ik het nu, en op een gegeven moment is de band hard, harder kan die niet. Maar er wordt maar doorgepompt. Ik bedoel, zij praat alsmaar door en ik heb het gevoel dat ik elk moment uit elkaar kan barsten. (Ja, meissie, dat is even schrikken, hè? Want ook dit stukje zal je wel stiekem gaan zitten lezen, als ik er even niet ben. Net als al die andere stukjes van mij). Dan ga ik op een gegeven moment maar van tafel, breng wat vuile borden en bestek naar de keuken. Zij gaat dan vanzelf ook wel aan de gang en meestal, als haar sjekkie op is, stopt de spraakwaterval vanzelf. 

Deze dag moet ook de belasting nog. Daar heb ik flink mee zitten hannesen. Afijn, ik ben d’r uitgekomen. Het is fijn te weten dat we allebei wat geld terug krijgen. Ik 120 euro zij maar liefst 220 euro. ‘Euri’ zeggen sommigen fanatici … te gek voor woorden! 

Gisteren heb ik ook al even zitten schrijven. Dat stukje heeft als titel: ‘Maar weer eens doen’. Helaas heb ik dat nog niet af. Net als dìt stukje eigenlijk nog niet af is.

dinsdag 21 juni 2022

BUBBELS MET LIPPEN

De leadzanger van the Rolling Stones, Mick Jagger is gezegend met een paar behoorlijk vlezige lippen, waar tegenwoordig menige jonge  vrouw jaloers op zal zijn. Bij Mick Jagger hoort dat gewoon.  En verder zou ik geen enkele andere vent weten  met van die dikke lippen als hij.  Veel vrouwen zijn er blijkbaar dol op. Wanneer dat soort lippen niet in hun genen zit betalen ze graag een aardig centje voor een medische ingreep om dat te realiseren.

Bubbels met lippen. Ik griezel ervan. In Hilversum lopen er  zo te zien veel  rond. Vrijwel ieder actualiteiten- of amusementsprogramma op de Nederlandse televisie, zowel publiek als commercieel, wordt gepresenteerd door een driedubbeldikkelippen-tante.  Ik keek ’s ochtends altijd met plezier naar het acht uur journaal maar tegenwoordig  word ik er een beetje onpasselijk van. Niet  alleen van het nieuws dat gebracht wordt, want dat alleen is al erg genoeg. Nee, eigenlijk word ik nog beroerder van die dikke-lippen-tantes die ons dat slechte nieuws brengen.  Ik ben om 8 uur ’s morgens nog nuchter. Ik kan die bubbels met lippen van het journaal niet hebben op mijn nuchtere maag. Met name denk ik dan aan Saïda Maggé en Debbie Petter.  

Godzijdank is er af en toe een mannelijke presentator met gewone lippen. Kort geleden trouwens is een nieuwe presentatrice voor het journaal aangenomen: Efke Bovens, die ziet er zowaar uit als een normaal gelipt mens. Misschien is zij wel de representante  van een nieuw aannamebeleid bij de omroep. Of zal het aannamebeleid onveranderd blijven: ‘alle bubbels moeten dikke lippen’ … en … niet te vergeten: ook de bij bubbel passende lipstick.  Efke Bovens moet nog  maar afwachten of ze, na haar proeftijd,  net zo naturel het nieuws mag blijven lezen als ze nu doet. 

Ik wil die kunstmatige bubbels niet zien, dus noodgedwongen doe ik dus het 8 uur journaal, ten dele kijkend, ten dele luisterend.  Het is een beetje gokken: als er bewegende beelden te zien zijn, kijk ik daar vlug even naar en als de bubbel  voluit terug is op mijn tv scherm ,  schakel ik snel over op luisteren. Het is een beetje gokken want soms denk ik dat de bubbel uitgepraat is  … dan kijk ik naar het tv-scherm voor de bewegende beelden maar dan ben ik te vroeg en staat die bubbel nog steeds prominent in beeld te babbelen. Echt irritant. Ik heb er al een brief over geschreven naar de NPO. Heb gevraagd of die presentatrices misschien van die balkjes voor hun mond kunnen krijgen net zoals criminelen ze voor hun ogen krijgen als ze niet herkend mogen worden. Nog niks op gehoord.

Ik heb nu wel twee van die bubbels  genoemd maar er zijn er te veel om op te noemen.  De muziek- film- en pornowereld puilt er van uit. De angst zit er blijkbaar stevig in bij de dames. Niet alleen met grijs haar en een rimpelig gezicht lijk je oud maar ook met dunne lipjes!

Kijk eens naar Mick Jagger, die straalt met zijn 78 jaar nog een en al jeugdigheid uit. Daar kan hij helemaal niks aan doen. Die lippen zitten in zijn genen.

maandag 20 juni 2022

BEACH VALLEY

 

Ik ga zelf een verpleeghuis beginnen en ik noem het Euthanazia. Speciaal bedoeld voor zowel ouderen als jongeren die zèlf wel willen bepalen wanneer ze hun leven beëindigen. Die genoeg van het leven hebben. Nog enkele leuke dagen willen beleven. Maximaal twee weken. Dat is de limit. Dagelijks een keuzemenu. Gezellige uitstapjes. Bezoek ontvangen van en op bezoek gaan bij favoriete personen of groepen. En dan is het afgelopen. De uiterste overlijdensdatum is de ingangsdatum van de AOW van die persoon.  

De kosten (3.500.= euro per week all-in), zijn betaalbaar gehouden. Voor mensen met een kleine beurs heeft de overheid de zogenaamde ‘Euthanasietoelage’ in het leven geroepen. Informeer u hierover bij de Dienst Belastingen in uw woonplaats. Ter informatie kunnen wij u van onze kant mededelen dat de overheid deze toelage beschikbaar kan stellen omdat er mede dankzij de werkwijze van Euthanazia, veel minder aan AOW hoeft te worden uitbetaald.

 

Euthanazia stelt zich ook ten doel de alsmaar stijgende zorgkosten een halt toe te roepen. Waarom blijven tobben en keer op keer naar de psychiater lopen? Huisartsen, medisch specialisten, hebben er veel belang bij hun patiënten zo lang mogelijk in leven te houden, zelfs als die patiënten dat helemaal niet willen. Euthanazia biedt in dezen een verrassend nieuwe, heldere, kostenbesparende oplossing.

 

Speciaal voor onze bewoners organiseert Euthanazia, tegen een billijke vergoeding, diverse creatieve workshops: boetseren, macramé, schilderen, poëzie, proza: onder het motto: ‘Laat me.’

 

Een deelnemer aan de workshop ‘Proza’ schreef het volgende:

 

Morgen zal ik iedereen weer zien. Niemand in het bijzonder heb ik uitgenodigd maar ik ben er van overtuigd dat ze allemaal zullen komen om mij uit te zwaaien. Familie, kennissen en buren en waarschijnlijk ook de pastoor. Jammer dat mijn lieve Harrie en mijn oudere broers en zusters dat niet meer mogen meemaken. Morgen ben ik AOW-gerechtigd en iedereen weet wat dat betekent. Dat is de dag die de mooiste moet worden in mijn leven, waar ik jaren voor gespaard heb. Mijn wensenlijstje heb ik twintig jaar geleden al eens opgesteld en hoewel dit lijstje elke vijf jaar mag worden bijgesteld heb ik daar nooit aanleiding toe gezien.

 

De dag moet beginnen in Beach Valley; waar dag in dag uit het fraaiste strandweer gesimuleerd wordt. Met volop (fris)dranken lekkere hapjes, aangereikt door opgewekte, vriendelijke en behulpzame serveersters. Met  twee fraai gebouwde jongemannen begeef ik me naar het zwembassin, alwaar de jongens mij helpen drijven op het verwarmde water. Daarna zullen de boys mij, als ik dat wil,  een ontspanningsmassage geven.

Samen met de anderen, die voor deze plek hebben gekozen, gebruik ik de lunch, een buffet met in ieder geval, op mijn  verzoek volop zeevruchten uit mijn geboortedorp Volendam.

De middag wordt gevuld met films en artiesten uit  mijn jeugd. Ik wilde graag de film Midnight Cowboy zien en een optreden van André van Duin en de Beatles. Ook wil ik nog de journaalopnamen terugzien van de cafébrand op oudejaarsavond van het jaar 2000 in mijn dorp waar zo veel jongelui omkwamen  en waar ik zelf zo vreselijk door verminkt ben geraakt aan mijn bovenlijf en gezicht.

 

Volop eten en drinken is er  tijdens de films en optredens. 

Voor het diner is er een gesprek met mijn lievelingsschrijver Ronald Giphart die mijn  ervaringen zal verwerken in zijn eerstvolgende roman. Als Ronald Giphart dan onverhoopt niet meer mocht leven tegen die tijd, dan mag het ook Herman Koch of Arnon Grünberg zijn.

Samen met allen, die óók vandaag AOW-gerechtigd zijn geworden ga ik genieten van mijn laatste avondmaal.

zondag 19 juni 2022

BIERBLIKJE

 Het is bijna half acht ‘s ochtends. Ik ben aan het hardlopen. Trainen voor de marathon. Mijn aandacht wordt getrokken door zo’n groen Heineken blikje onder een bankje langs de Maas. Vannacht heeft natuurlijk iemand op dat bankje relaxed een biertje zitten drinken.  Hij moet zijn handen even vrij hebben … om een sjekkie te draaien of te piesen … ik verzin maar wat … dus zet ie het blikje weg … onder het bankje. Ik moet nog ruim een uur … nu eerst die steile brug hier.

 

Hij heeft vannacht  heel wat biertjes op. De afvalbak naast het bankje zit vol met blikkies. Opeens ziet hij aan de overkant van de Maas, vaag een vrouwspersoon wenken en  wuiven.  Pardoes duikt hij, zonder acht te slaan op de sterke stroming, de rivier in. Hij moet er daar, met zijn kleren aan, zijn ingedoken. Alleen dat blikje Heineken staat daar nog onder die bank. Recht naar de overkant zwemmen kan nooit door die stroming. Hij wordt minstens vijfhonderd meter richting zee gesleurd, voordat hij op de kant kan klauteren …  Het is koud: 5 graden.Celsius. Als hij het redt, is het de alcohol die het hem doet. De vrouw is nog ver weg  … van hem gescheiden door de scheepswerf en een haven. Onvermoeibaar zwaait ze naar hem.

Zijn energie is op. Het koude water werkt verlammend op zijn spieren Hij voelt zich dizzy. Veel erger wordt het niet … de andere oever is bereikt. Hij heeft nu snel hulp nodig. Vlakbij de rivier staan huizen. Het is al  ochtend, tegen acht uur. Hij belt aan bij het eerste hoekhuis. Een grote hond  gaat als een dolle te keer. Boven hem uit het raam vraagt een slaperig mannenhoofd ‘wat of hij mot’. Maar de man uit het raam wil helemaal niet weten ‘wat hij mot’. ‘Oprotten en gauw een beetje of  ik bel ik de politie’. Bij een volgend huis, krijgt hij niet eens de kans om aan te bellen: met een bijl in zijn hand staat de bewoner in de deuropening al klaar om op hem in te hakken.

Bij het zesde huis heeft hij succes. Voor hem staat ‘de wuivende vrouw’; een jaar of vijfendertig, schat hij. Ze heeft een licht doorschijnende, roze nachtpon aan. Haar steile blonde haren reiken net tot op haar schouders. Op haar linkerarm zit een cyperse kat.

   “Wat is er met jou aan de hand?”

   “Ik zit aan de overkant van de rivier, drink een paar biertjes … dan zie ik jou aan de andere kant van de Maas me wenken en naar me zwaaien. Impulsief duik ik de Maas in … en hier ben ik dan. ”

‘Jij bent me een mafkees! Nou eh …  kom dan maar even binnen …  doe die natte kleren gauw uit … dan zal ik een warm bad voor je maken.’

 

Ik ben nog aan het trainen; een half uurtje hooguit.

Dit is nog eens een aangenaam einde van dit ‘bierblikje’ verhaal … althans vanuit het perspectief van die zwemmer. Voor hetzelfde geld verzuipt die man en ligt hij over paar dagen levenloos op het strand … en niet in het minst: wat zou hem nog te wachten staan na dat warme bad? Geen idee.

 

Voor mij zou dit verhaal best eens slecht kunnen aflopen. Die blonde vrouw is toevallig mijn vrouw …  Ik wou dat ik dat bierblikje nooit gezien had. Dan had onder de training dit rare verhaal tenminste niet in mijn hoofd gezeten.

zaterdag 18 juni 2022

VADERDAG

 Hallo pa,

Vandaag is het vaderdag.  De dag om die foto van jou bij mij op de kast eens goed te bekijken. … je kijkt alsof je gedwongen wordt een hap spruitjes naar binnen te werken  … een misprijzende  maar ook wat peinzende blik heb je daarop. Zo keek je vaak. Dat snap ik wel.  Er was zat ellende in je leven. Maar daar ga ik het niet over hebben.  Wat komt er zo wel in me op?

Om te beginnen: eind 1949 leer je,  ma kennen. Jullie verwekken mij en trouwen nog net voordat ik, ‘het moetje’, geboren wordt. Tot en met 1970 zetten jullie nog  eens 9 kinderen (3 meisjes en 6 jongens) op de wereld. 

Varen op cruiseschepen, is je lust en je leven. Je hebt heel wat wereldreizen gemaakt op de s.s. Rotterdam. Je doet daar en eigenlijk overal waar je werkt, je stinkende best om zo veel mogelijk centjes te verdienen voor ons. 

Bij van Driel en Krastmann, een van je bazen, maken ze ijzeren veren. De vraag naar die veren is zo groot dat jij er thuis bij moet gaan werken. In onze bijkeuken wordt een apparaat geïnstalleerd waarop jij  in je vrije tijd ‘veren kan trekken’ … niet alleen jij zit veren te trekken (vaak tot na middernacht). Ieder gezinslid dat daar al groot genoeg voor is, en het ook wil, zit zoveel mogelijk mee te trekken. Zo verdienen we er met z’n allen een behoorlijk centje bij.

Als ik 8 ben vind ik het leuk om van je werk te gaan halen. Je werkt dan bij Thomson’s Havenbedrijf.  Dan loop Ik naar dat politiebureautje op het Marconiplein. In de verte zie ik je aankomen met je lege broodtrommeltje onder je arm.  Ik zwaai naar je zodra ik je zie. Jij terugzwaaien ….  Dan lopen we samen de van Lennepstraat in, langs de patatboer naar nummer 8b waar we lange tijd wonen.

Vòòr de scheiding tussen ma en jou, heb je ons heel  veel spelletjes geleerd: eenendertigen, eenentwintigen, patience, dammen, monopoly, mens erger je niet, schaken, klaverjassen … hebben we allemaal ook vaak gespeeld. Je grootste hobby is kijken naar sporten op tv, eigenlijk houd je wel van alle sporten.. Voetbal kijken in het stadion doe je ook graag. Tot op de dag van vandaag hebben al je kinderen daar ook nog steeds lol in.

Roken is iets wat je altijd graag doet. Je sjekkie houd je altijd tussen je lippen geklemd, ook als je praat. Niet iedereen heeft dat roken van je overgenomen en zeker niet je eigenaardigheden daarbij  In een oude shagverpakking bewaar je uit zuinigheidsoverwegingen, je nat gesabbelde peukjes. Als er voldoende opgedroogde peukjes zijn, pel je de vloeitjes van je peukjes af ...en je bewaart de shag, die overblijft weer in een ander leeg shagzakje. Als je zo voldoende shagrestjes verzameld hebt , draai je daar vrolijk weer nieuwe sjekkies van en rookt ze met smaak op.

Doordat je kunstgebit niet zo  goed past, maak je als je praat, klepperende geluiden. Wiie dat verzonnen heeft weet ik niet.  Maar op den duur heeft iedereen in het gezin er lol in om jou ‘Olt Kleppertent’ te noemen. Zelf vind je dat ook wel grappig.

Nou, pa, Old Clappertand … een mooie vaderdag verder, daar in de eeuwigheid.

vrijdag 17 juni 2022

Terrasje

 Terrasje

Theater en het normale leven zijn gedurende het jaarlijkse theaterfestival  in Avignon soms nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Ik zit op een terrasje. Vroeg in de middag. Het is er net zo warm als hier vandaag. Er staat een bandje te spelen .. ‘pour moi la vie va commencé’... Ik ben aan de cappuccino. Dat doe ik daar trouwens nooit meer. Ze spuiten daar gewoon ijskoude slagroom op een espressobeetje koffie, strooien er wat cacaopoeder overheen en  klaar is de cappuccino. Minder dan lauw en niet te zuipen. Maar dit even terzijde. Met de slagroom nog op mijn  lippen word ik opgeschrikt door een dame, die, zoals  opvallend veel Franse dames-alleen op een terras, uitdagend  mooi zit te zijn. Ze  zet haar zojuist leeg genipte wijnglas tamelijk stevig op de tafel en valt opeens, als door een wesp gestoken, uit naar een achter mij gezeten heer. Monsieur, het type verstrooide bankbediende, dat zich onderhand al zorgen begint te maken over zijn pensioen. Hij doet net alsof hij niks hoort en roert ogenschijnlijk geheel ontspannen in zijn ‘double café’.  De dame springt zowat uit haar vel van woede: Ze stapt op hem af, pakt hem bij zijn revers, zwiept zijn hoed van de bijna kale schedel en zegt woorden als ‘enfants’ (kinderen) en 'alimentation' (vrij vertaald: alimentatie)  waaruit ik begrijp, dat deze mensen ooit eens heel lief voor elkaar geweest moeten zijn. Het lijkt uit de hand te lopen. Een handgemeen dreigt. Er gaan zich mensen mee bemoeien; vooral de dame is door het dolle heen. Maar … uiteindelijk wordt het ruziënde tweetal, aanvankelijk nog heftig tegenstribbelend, meegetroond door leden van de band.

Monsieur krijgt een viool in zijn handen gedrukt. De Dame een klarinet en ze spelen al snel hun partijtje mee in de band, die een theatergroep blijkt te zijn. Vrolijk musicerend loopt de groep richting het volgende terras ... ‘sur le pont de Avignon …’’ De verbouwereerde terrasgangers krijgen flyers in hun handen gedrukt. Een oproep om vanmiddag te komen kijken naar het toneelstuk dat de theatergroep vanmiddag speelt

donderdag 16 juni 2022

TREVVEL

 ‘… ik sta nu al een half uur vast op de Zwartjanstraat ... het staat hier muurvast ... die vuilniswagen houdt alle verkeer op ... ik red het echt niet om die hele lijst met mensen op te halen ... ja, die vier dames van de bingoclub ophalen, dat lukt me misschien net, dat kan ik wel proberen ...  die andere twee adressen …….dat gaat echt niet, hoor … ‘, liegt hij.

Want hij rijdt helemaal niet op de Zwartjanstraat, dat is in Noord. Hij rijdt met zijn aftandse Trevvel-busje op de Mathenesserweg in West. Het is daar helemaal niet druk. Hij wil gewoon een bakkie koffie doen met die dames van de bingoclub.

Bijna 40 jaar lang heeft ie op de markt gestaan. Groente en fruit.Van ’s ochtends zes tot ’s avonds zes; soms tot acht. Dan stopt zijn baas er zomaar ineens mee en valt ie terug van 1500 euro per maand naar een uitkering van 800 … en na 5 jaar gaat daar nog eens 200 vanaf. Hij is dan pas 54 en moet dus nog heel wat jaartjes mee voor hij toe is aan zijn AOW. Van die 600, die hij nou krijgt, kan hij niet leven. Dus besluit hij maar  bij Trevvel achter het stuur te gaan zitten voor z’n laatste werkzame periode. Levert hem 1250 op.

Zijn hele leven woont hij al bij zijn moeder… betaalt haar 350 kost en inwoning … goed te doen. Houdt voldoende over voor zijn natje en zijn droogje.

Naar de markt kan ie echt niet meer terug: kapotte knieën..

Alsof hij kisten sinasappels en aardappelen  in- en uitlaadt, zo werkt hij de vier bingo-dames de Trevvel-bus in en uit. De praatjes die hij jarenlang in zijn kraam op de markt maakt, maakt hij nu met zijn Trevvel-klantjes. Hij móét nu eenmaal onder de mensen zijn.

 

 

woensdag 15 juni 2022

TOMPOES

 

Ruim vijf jaar voordat Carola pertinent zeker weet dat ze van me wil scheiden, denk ìk er wel eens over om van háár af te gaan. Ik heb het er dan nog nooit met haar over gehad maar het s-woord ligt dan al enige tijd op het puntje van mijn tong. Waarom moet je zo nodig gaan scheiden, na een huwelijk van veertig jaar? Bijna àlle stellen, die we kennen zijn inmiddels uit elkaar, dood of half dood. 

Af en toe bekruipt mij de gedachte:  waarom scheid ik óók niet voordat ik daar überhaupt te oud, te krakkemikkig voor ben. Want als krakkemik kan je maar beter niet aan scheiden beginnen! Je komt nooit meer aan de vrouw. Geef de dames maar eens ongelijk!

Volgens de statistieken leven vrouwen gemiddeld  langer dan mannen. Een slimme oude vrouw weet donders goed, dat zo'n gezellige sportieve ouwe vent razendsnel een zorgbehoevende krakkemik kan worden.  Heel erg leuk dus zo’n fit oud mannetje in de buurt maar niet àl te dichtbij.

Na een eventuele aanstaande  echtbreuk, zo denk ik nu,  ga ik toch wel weer het liefst met  een vrouw samenwonen.  Niet dat ik al iemand op het oog heb; dat allerminst. Ik ben nu alleen nog maar een beetje aan het filosoferen over het leven na Carola. Nu heb ik nog een prima conditie … lichamelijk althans. Het is dus: nu of nooit!

 Carola is een sterke vrouw. Vele malen sterker dan ik. Emotioneel dan. Praten over onze echtscheiding: geen probleem voor haar. Dat weet ik wel zeker. Ze heeft in de loop der jaren al zo veel met me te stellen gehad.  Wel ergere dingen dan zoiets simpels als een echtscheiding: verkeersongelukken,  vergokt vakantiegeld, verdwenen poezen, uitslaande branden, geplette hamster, gesmolten ijstaarten, vreemdgaan,  opnames psychiatrie.

Kortom, ze is  wel wat van me gewend … maar het  was natuurlijk in al die al die veertig jaren niet alléén maar kommer en kwel. Onze twee prachtige zonen bijvoorbeeld! En de lol die we best wel gehad hebben samen.  

 Om het praten over onze echtscheiding wat te veraangenamen heb ik voor bij de koffie een paar tompoezen gekocht. Carola is daar dol op:

 ‘Het lijkt mij een goed idee om binnenkort uit elkaar te gaan, Carola,' zeg ik, ' veertig jaar samen:   dat is toch mooi......dat is toch heel mooi geweest. Nu plagen we elkaar steeds. Ik  plaag jou,  met je vele snoepjes en koekjes, je dikke lijf, je nicotine-, koop- en tv-verslaving. Dan plaag jij mij weer met mijn gok- , alcohol-  en voetbalverslaving, mijn toupetjes, mijn kikkervisjes en mijn bijna ziekelijke geilheid.

Ik zal dan, als het eenmaal zo ver is, een klein huisje  hier in de buurt gaan huren.  Dan krijg jij ook eindelijk eens wat rust, Carola  en als jij hulp nodig mocht hebben voor het een of ander, dan ben ik altijd in de buurt, toch?'

 Carola heeft al die tijd niets gezegd. Haar gezicht, dat meestal boekdelen spreekt, kan ik nu even niet zo goed zien, omdat ze zojuist haar tompoes over mijn gezicht heeft uitgewreven.

 ‘Ik ga even mijn fiets in de berging zetten. Die andere tompoes eet ik straks wel op!'

 


dinsdag 14 juni 2022

Balkonnetje

 

Het is het hele jaar door leuk op mijn balkon, met al die vogels en die mekkerende kater.

Het balkonnetje is hooguit vier vierkante meter. Er kunnen niet meer dan twee tuinstoelen naast elkaar staan. De overige ruimte op het balkon is bezet door plantenbakken met kleurrijke eenjarige planten. Op het aan de balkonreling bevestigde tafeltje, is ruimte voor eten, drinken, rookwaar en leesvoer.

Het balkonnetje biedt uitzicht op het binnenterrein. Op het binnenterrein staan wat fraaie bomen, struiken, wat banken en enkele speelwerktuigen. Ook aankomende softdrugsgebruikers voelen zich op ons binnenterrein als vissen in het water en gaan ongestoord hun gang onder het genot van opzwepende techno-beats.

De speelwerktuigen moeten volgens het buurtopbouwwerk, door de jeugd zelf worden gekozen. De opbouwwerker heeft uit een catalogus drie foto’s van speelobjecten geknipt. De jeugd mag daar een keuze uit maken. Het wordt een levensgrote giraf, die door de jeugd meer gemold dan bespeeld wordt.

Maar niet alleen de kinderen doen raar. Het binnenterrein is verboden voor honden. Logisch, want wie is er nou dol op een speelterrein met hondenpoep? Eén bewoner doet ’s ochtends in alle vroegte haar tuinhekje open en laat oogluikend toe dat haar Duitse herder een kwartiertje zijn poten strekt, een plas doet en poept. Als ze daarop wordt aangesproken vraagt ze met een quasi verontwaardigde blik:

‘Is die dondersteen dan potverdikkeme alweer weggelopen?’

Een ander, een corpulente veertiger met een vlassig baardje en een paardenstaart tot tussen zijn billen,  is net zo’n asociaal, die laat daar zijn teckel drie keer per dag uit. Buren die er wat van zeggen lacht of scheldt hij uit. 

Ook ‘s winters is het leuk op mijn balkon. De plantenbakken heb ik dan leeg gemaakt en in de kelder gezet. Uit de bakken heb ik de verwelkte plantjes verwijderd. Op de overgebleven aarde leg ik stukjes brood en zaadjes voor hongerige vogels. Vooral duiven en merels komen hierop af.  Vanaf november staat mijn afgedankte kunstkerstboom op het balkon. Die hang ik dan vol met vetballen en zakjes noten en zaden. Koolmeesjes en roodborstjes wippen rond het middaguur van tak naar tak in die kerstboom. Druk kwetterend en smullend van het lekkers.

De spreeuwen komen in grote getale langs op de dag nadat ik zuurkool of boerenkool gegeten hebben. In die stamppotten doe ik spekjes; het uitgebakken vet daarvan gaat het balkon op voor de spreeuwen. Wat een etterbakken die spreeuwen! Elkaar om de haverklap wegduwen, in de kop pikken en maar schreeuwen. Ze gunnen elkaar het licht niet in de ogen. Het zijn net mensen.

Kater Thijs ontwikkelt zich als een groot vogelliefhebber. Zeer geconcentreerd volgt hij de duif, die over de balkonrand waggelt, de spreeuwen die elkaar de tent uitvechten en het druk-druk-druk gedoe van de koolmeesjes. Ademloos luistert hij naar het kwetter-, koer-, en tsjilpconcert, waaraan Thijs zelf ook meedoet met zijn krakerig gemekker. Met name  de duif bekoort hem zeer. Door begeerte gedreven springt Thijs naar de duif.  Helaas ontbreekt bij hem het besef van de aanwezigheid van een glazen deur tussen hem en zijn gevederde vriendin.  Duif is weg en Thijs even groggy.   

Tsja, 't is echt leuk op mijn balkon  met die kwetterende vogels en die domme mekkerende Thijs.

maandag 13 juni 2022

RIJKE-PIKKEN-BUURT

 

Nooit eerder heb ik hem hier in de buurt gezien. Ik woon hier toch al weer een paar jaar. Het is toch onmiskenbaar Peter Broeker. Rechtop, schouders naar achteren, mooi wit koppie met haar en  nog zo slank als een gemiddelde marathonloper. Kom daar tegenwoordig maar eens om bij een willekeurige 70-er.

Hij laat zijn hondje, een vuilnisbakkie, uit tegenover mijn huis. Het verbaast me wel dat hij hier zo rondloopt. Ik kan me haast niet voorstellen dat hij hier woont. Crooswijk, Oude Noorden … dat is toch beneden zijn stand. Destijds ging hij er prat op te wonen in de Schiedamse rijke-pikken-buurt. Onder andere de familie van  Pieter van Vollenhoven woont daar. 

Op de voetbalclub hoor ik onlangs, dat Peter sinds kort in Crooswijk is komen wonen. Hij was urgent woningzoekende. Alles is hij met gokken kwijtgeraakt. Letterlijk alles:  zijn vorstelijke villa, zijn prachtige vrouw, zijn leuke zonen, zijn chique auto … alles … alleen zijn hondje heeft hij nog.

 ‘Rustig, Kelly, rustig,’ zegt Peter tegen zijn hondje, dat net niet met zijn snuffert bij de boom met al die lekkere luchtjes kan komen.

 Ik loop hem tegen het lijf als ik een vuilniszak naar de vuilcontainer breng.  

‘Hé,’ zeg ik, ‘als dat Peter Broeker niet is!

‘Ehhhh…….ja, dat ben ik.’

‘Jahaaaaa, we kennen elkaar van Sparta,’ zeg ik, ‘jouw zoon Sander en mijn zoon Leen voetballen jarenlang in dezelfde jeugdelftallen.

 ‘Kelly!  af!, verdomme!’ Het beestje is net bezig een kliekje aardappelen, jus en prinsessenbonen naar binnen te schrokken.

 Langzaam begint Peter wat te dagen. Blijkbaar hebben zowel ik als mijn zoon weinig indruk op hem gemaakt. Logisch ook wel want als ‘voetbalvader’ heeft hij een veel grotere staat van dienst dan ik.  Hij heeft zelf betaald voetbal gespeeld bij ADO! Hij was, volgens eigen zeggen, een sluwe, soms gemene middenvelder. Ik was slechts de matige keeper in het elfde van de amateurclub HOV.

Peter schept in voetbalkantines, na de wedstrijdjes,  vaak onbeschaamd op over zijn glorietijd. De andere voetbalvaders hangen aan zijn lippen en lachen hartelijk om zijn smakelijke verhalen. Het bier vloeit dan rijkelijk.  Over zijn zoon Sander is hij duidelijk: dat wordt een nog betere voetballer dan hijzelf.

 Kelly, ziet een jonge bouvier aankomen. Angstig kruipt het hondje zo dicht mogelijk tegen het baasje aan.

 ‘Nu je het zegt, jij bent Jee! Leen zijn vader.  Jij fietste toch altijd naar alle uitwedstrijdjes en toernooitjes? Antwerpen, Venlo, Parijs, Bielefeld, Luik. Je mag gerust weten dat we je toen allemaal als knettergek beschouwden.

 Ik vertel Peter, dat Leen ruim twaalf jaar gevoetbald heeft bij een Belgische profclub, een tweede klasser: FC Lommerrijk. Hij is op zijn 37e gestopt. Toen is hij weer gaan werken als onderwijzer in een achterstandsbuurt Rotterdam.

 ‘En hoe is Sander gevaren, Peter?’

Tja, Sander is op zijn 20e gestopt, na zijn Feijenoord-tijd. Bowlen doet hij tegenwoordig regelmatig met vrienden.

 Kelly is onrustig, trekt zijn riem zó strak, dat die grote, sterke Peter bijna omkukelt.

‘Je ziet het,  Jee, ik heb hier ook al weinig meer te vertellen. Meneer wil naar huis! Nou, tot ziens, Jee.

 Doe Leen de groeten van me.’

 

zondag 12 juni 2022

MUZIEKPODIUM

 

Vanmiddag ga ik met buurman Bert naar het ‘Muziekpodium Prinsenpark’. Dat is vijf minuten lopen  bij mij vandaan. Het is elk jaar 4 zondagen in de maand juni van twee tot vier uur. De vorige twee jaar kon het niet doorgaan in verband met de Corona-crisis. Vorige week zondag zou het beginnen met een optreden van het Delfts Dansorkest.  Maar het is toen door veel regen niet doorgegaan.  De komende twee zondagen  (19 en 26 juni) is het ook nog.  Volgende week treedt ene ‘Kiki Bussio & Blauwgras’ op en de laatste week is er een open podium en een optreden van Marjolein Meijers (de dame van de Berini’s).

Vandaag  12 juni  is er Kunstmarkt met als thema ’The Roaring Twenties’, zowel van deze als de vorige eeuw. 28 Kunstenaars doen daaraan mee.  In het voorprogramma treden jonge musici van Codarts (een soort conservatorium) en het hoofdprogramma wordt verzorgd door het Amsterdams en Rotterdams Studentenorkest met zang van Lisa Rothi.  Dan krijgen we nog de ‘spoken word’ artiest Séna Nyaku.

Wat is nu eigenlijk precies ‘spoken word’?

De naam zegt het eigenlijk al. Een spoken word is een gesproken woord waarbij de nadruk ligt op de voordracht. Vaak kiezen de spoken word-artiesten voor maatschappelijke thema’s die ze op een begrijpelijke manier laten horen. Dat kan op verschillende manieren: de een kiest ervoor om er handgebaren bij te gebruiken, terwijl een ander zichzelf erbij schminkt. Spoken word-artiesten kan je beschouwen als de filosofen van nu, die mensen op een toegankelijke manier over sociaal-maatschappelijke problemen kunnen laten nadenken. Ik ben benieuwd welke social-maatschappelijke problemen Séna Nyaku voor het voetlicht brengt.

De organisatie  heet het publiek welkom en heeft meteen al een slecht mededeling: van de vier bestelde Dixies (toiletten) zijn er maar twee gebracht en die zijn nog vies ook. ‘Dus bij hoge nood: heren zoek een boom en dames ga maar vlug naar huis.’

De orkesten zijn in vorm. Het meeste dat ze spelen is klassiek, wat ik heel graag hoor … ik ben geen kenner ... componisten herken ik niet. Dat geeft ook niks. Je hoeft de componist niet te kennen om iets mooi te vinden. Het studentenorkest  brengt tot slot nog een compilatie van muziek uit de West Side Story.

De spoken word artiest, Séna Nyaku’  werkt niet met handgebaren of schmink. Hij spreekt zijn dichterlijke woorden vooral over vrede. Zowel wereldwijd als op kleiner formaat; thuis en in de buurt dus. Helemaal zeker ben ik daar niet van.  Complexere poëtische  uitingen vind ik wat ongemakkelijk.

Kijk, de onderstaande vijf dichtregels  zijn voor mij goed te bevatten:

     

Oude tante Katrien

heb je haar wel eens gezien

ze is al tachtig, dat is waar

maar zo vitaal, geloof me maar

ze loopt nog steeds de marathon

die ze de laatste jaren won.

 

De  onderstaande  ‘spoken word’ regels begrijp ik niet zo 1,2,3. Hoewel ze ook weer niet zo erg moeilijk zijn: 

 

Havenstad

waar aankomst en vertrek

tezamen vloeien

onzichtbare lijnen

lopen door de zee

 

het schuim

staat op de golven

en de glazen

orkanen blazen

 

in plastic boterhammen-

zakken

daar is geluk gezocht

en zwaar geleden

 

Leuk. Bert en ik komen veel bekenden  tegen bij dit culturele gebeuren. Maar liefst zes buren en nog eens vier leden van onze maandagmiddag wandelclub. Het was echt samen genieten deze middag.

zaterdag 11 juni 2022

HIJ WEET HET ZELF NIET

Pieter (48) haalt elke dag zijn dochter Kim en nog een paar buurtkinderen van school. Een gezellige, beetje excentrieke man, die graag en veel met de moeders op het schoolplein praat. Met Pieter kan je lachen. Hij kan ook overal over meepraten:

Lekkere receptjes, afgeprijsde groenten, een hagelwitte was, glanzende meubeltjes, een kleedje kloppen, een stevige afwasborstel kopen, een goede  mop (om de vloer mee te dweilen), lijnen en ga zo maar door. Echt allemaal van die vrouwendingetjes. Heerlijk vindt hij dat. Glunderend staat hij dat soort gesprekken te voeren en meestal heeft hij nog het hoogste woord ook. Er is wel eens gekscherend over hem gezegd: ‘Iedereen hier in de buurt weet dat Pieter een flikker is, alleen weet hij zelf nog niet.’

Gaat het over èchte vrouwendingen als ongesteldheid, maandverband, make-up, watergolfje, zwangerschap, permanentje of een bh dan houdt ie zijn mond. Als het onderwerp seks ter sprake komt, klapt hij dicht en is hij snel vertrokken. Vreemd voor zo’n spontane snuiter als Pieter. Maar het is niet anders. Daar ligt voor hem duidelijk de grens voor zijn openhartigheid naar de moeders.  

Een piep klein beetje van zwangerschap, beleefde Pieter toen hij met Lenie, zijn vrouw, zwangerschapsyoga deed.  Ademhalingsoefeningen, bewust in en uitademen en samen ’puffen’. Ja, Pieter is populair bij de moeders op het schoolplein. Hij is een aardige vent, die ook nog leuk is  met de kinderen … let wel … op de goeie manier dan, hè … ja … dat moet er tegenwoordig altijd bij gezegd worden. 

Caroline (63) is de oma van een van de kinderen, die Pieter van school haalt. Kort geleden liepen Pieter en Carolien elkaar tegen het lijf op een buurtrommelmarkt. Zij wist niet dat hij ook geïnteresseerd was in het soort prullaria dat  op zo’n rommelmarkt  vanaf een euro per artikel wordt verkocht. Ze heeft al een mooie zomerhoed gescoord. Zomer of winter, altijd draagt ze Caroline een hoofddeksel. Haar in rap tempo uitdunnende haar wordt daarmee het best gecamoufleerd. Nu gaat ze nog op zoek naar een roze lepelrek. Ze wil haar hele keuken roze.    

Hé Catherina’.

‘Zeg vandaag maar Caroline tegen me hoor!’ …..als ogen konden doden …

‘O, sorry, hoi Caroline, hoe is het? Heb je al wat gekocht hier?

‘… een zomerhoed.’

‘Wat zit er in je tas?’

‘…drie keer raden.’

Ze geeft haar ogen goed de kost op de rommelmarkt.

‘Hé, Pieter, moet je kijken wat een gaaf roze lepelrek daar ligt.

‘Hoeveel? Vijf euro? Kom nou … ben niet achterlijk!  Drie geef ik er voor. Geen cent meer. Stik d’r dan in, joh!’

‘Geef maar hier dat lepelrek’, zegt Pieter tegen het jochie op het kleedje.

‘Hier heb je vijf.’

Pieter geeft het rek aan Caroline, die al wat door gelopen is!

‘Homooo!!’ zegt ze lachend tegen Pieter ‘vijf is toch veel te veel man. Zo verpest je de markt ... nou, eh, toch bedankt hoor … lief van je.’

Ze kust hem op zijn wang, geeft hem een arm en zo lopen ze samen de rommelmarkt af .

‘Bakkie doen bij mij thuis, Pieter?’

vrijdag 10 juni 2022

SCHOENSHOPPEN

 Schoenen kopen doe ik altijd met Lara, een oud collega van mij. Dat scheelt een hoop getob. Een week van te voren bel ik haar. Dat het weer zo ver is. Leuke meid hoor, die Lara, niet zo mooi. Maar dat hoeft ook helemaal niet. Ze is  scheel  (links) en haar linkerbeen is iets te kort.  ’t Belangrijkste: ze is aardig en behulpzaam. Probeer als een oude man zoals ik, maar eens iemand te vinden, die schoenen met je wil gaan kopen. Alleen lukt het me echt niet. Carola mijn vrouw heeft er al jaren geen zin meer in. Het duurt bij mij allemaal veel te lang, vindt ze.  Lara helpt me nu al bijna twintig jaar. We hebben al heel wat schoenen samen gekocht. 

‘Je schoenen vallen zeker spontaan van je voeten, Jee?’

Daar bel ik haar eigenlijk alleen maar voor. Een soms twee keer per jaar. 

‘Ja, Lara, ik zie mijn tenen zowat al weer door mijn schoenen heen.’  

Schoenen kopen betekent bij ons: een middagje, afwisselend in een stel schoenenwinkels en kroegjes in het Centrum rondhangen.

‘Kan ik u misschien helpen?’ vraagt de verkoper van de schoenenzaak netjes.’

‘Nee, we kijken eerst liever zelf even. We geven u wel een seintje als we een keus hebben gemaakt!’

Gemeen!! Want we willen  daar he-le-maal niks kopen; veel te dure zaak. We willen alleen maar een beetje lol trappen: veel schoenen passen, opzij zetten en het schoenenzooitje daar achterlaten.

‘Sorry,’ zeg ik dan tegen die verkoper, ‘we hebben helaas geen keus kunnen maken maar heeft u misschien een potje zwarte schoensmeer te koop?’ Wel kinderachtig eigenlijk, hè?

‘Jezusmina Jee, trek voortaan schone sokken aan.  Jij zit me daar toch vreselijk te meuren!’ 

Lara probeert me over te halen rode laarzen te kopen. ‘Die stonden je echt goed die  bordeauxrode laarzen, met een hoge hak. Als je daar dan een strakke spijkerbroek  bij aan had, Jee, dan kon ik het echt niet droog houden. Dat durf ik nú wel te zeggen.’  

Ik wist niet wat ik hoorde, uit Lara’s mond nog wel!

’Want, weetje Jee, door die hoge hakken kwam die fiere bobbel van je in  dat strakke broekje zo prachtig uit. Ook je kontje trouwens. Maar ja, Jee, die tijd is geweest, jongen.’ 

‘Hoe bedoel je, Lara?’

‘Nou ja,  Jee,  je  zal toch zelf onderhand ook wel in de gaten hebben dat je er niet meer zo betoverend bent als een  jonge meid. Je bent zeventig en dat ziet er toch echt iets anders uit dan veertig!’

‘Ja, zo kan die wel weer, Lara.’

‘Je vraagt er zelf om, Jee.’

‘Jij bent toch ook onderhand wel een jaar of vijfenvijftig, Lara?’ (Ik moet haar toch een klein beetje terugpakken.)

‘Nee, pestkop! Ik ben net vijftig en dat weet je best. Als je liever alléén verder zoekt naar een paar schoenen, moet je zo doorgaan.’

Bristol is zoals gewoonlijk het eindstation. Daar slagen we altijd. We kopen, zonder dat we lastig gevallen worden door hijgerig verkooppersoneel, een paar zwarte laarzen met een gewone hak.

 

donderdag 9 juni 2022

EEN GOED MENS

Lang, donkerblond haar. Een klein sikje. Lange bakkebaarden. Het is grote vent, groter in ieder geval dan gemiddeld.  Ik woon tegenover station Antwerpen. Het is een mooie jongen met z’n groene legerjas en blauwe rugzak.

Zijn ogen kan ik niet zien. Hij loopt rustig, ontspannen misschien een beetje timide. Nog niet zo vaak hier geweest, vermoed ik. Hij kijkt wat rond. Blijft even voor de uitgang van het station stilstaan.  Zijn blik valt op een bankje rechts van hem. Daar wandelt hij naar toe. Hij gaat zitten en grabbelt in zijn rugzak: een flesje water, appel en iets met aluminiumfolie erom heen. Brood zal wel.

 

Een paar stukjes brood voert hij aan de duiven. Hij kijk voorbijgangers na. Vooral jonge meiden. Hij is dus niet gay, helaas.  Toch vind ik hem geweldig.

Een oude, dikke dame gaat naast hem zitten. O, nu zie ik het pas, dat is mevrouw Dorens. Aardig mens. Joods. Woog net dertig kilo toen ze meer dood als levend uit het concentratiekamp  kwam. Ze vertelt er over aan wie het maar horen wil. Dat is haar dagtaak.

 

Die mooie jongen kijkt haar aan en knikt. Hij is haar nieuwe gewillige slachtoffer.

Ik pak mijn verrekijker er eens bij. Nu eens fronst hij zijn wenkbrauwen dan weer lijkt hij een  verontwaardigd gezicht te trekken. Prachtige ogen heeft hij. Niet zo groot, maar wel mooi.

 

Mijn verrekijker leg ik weg en ga naar buiten. Ik wil hem van dichtbij zien. De weg tussen het station en mijn woning is extreem druk. Ik ga eerst even sigaretten kopen. Dan over het zebrapad naar de overkant. ’t  Is druk bij het station. Rustig loop ik, mijn sigaretje rokend langs het bankje met de mooie jongen en mevrouw Dorens.

‘Oehoe, meneer de Backere, goedemiddag!’

‘Dag, mevrouw Dorens, goedemiddag.’   

De jongeman kijkt heel even mijn kant op.

‘Dagje Antwerpen?’

‘Ja en misschien nog wel een nachtje ook.’

‘Ben je al lang hier’,  vraag ik, naar de bekende weg.

‘Nee, ik kom net aan, ik ga zo eerst even een pilsje pakken, wat eten en vanavond naar de Muze waar Ferre Grignard met zijn band optreedt. Wel eens van gehoord?

‘Ach, van popmuziek weet ik helemaal niks’ … ‘wat ga je daarna doen?’

‘Dan drink ik nog wat en dan ga ik een slaapplaats zoeken of misschien biedt iemand me wel een plekje voor de nacht aan.’

‘Nou …  bij deze dan: je mag bij mij komen slapen vannacht. Ook al wordt het wat later. Je mag bij me aanbellen. Ik woon hier aan de overkant op 172.’

‘Ik vind het heel aardig van u meneer maar … ’ begint hij.

‘Ja, oké, ik weet wat je  wil gaan zeggen … dat je geen homo bent.’

‘Inderdaad, dat wou ik zeggen. Dus als ik van uw aanbod gebruik zou maken krijgt u geen seks als tegenprestatie.’

‘Die gedacht komt niet eens bij me op, jongen.’

‘In ieder geval bedankt voor uw aanbod. Misschien klop ik vannacht bij u aan.

 

En hij komt. Een maand later ontvang ik een briefje van hem. Hij schrijft.

 

Nog eens bedankt voor die fijne overnachting. Midden in de nacht maak je een kopje thee voor me: heerlijk! Om tien uur een lekker ontbijtje met croissants, chocoladebroodjes en sterke hete koffie.

Ik wil je er wat voor betalen maar dat sla je gedecideerd  af.

We wisselen niet veel woorden. Voor mij genoeg om te weten:

je bent een goed mens.

 

Jee.

dinsdag 7 juni 2022

BIJVERDIENEN

Gisteravond heb ik het boek Caesarion,  geschreven door Tommie Wieringa, uitgelezen. De hoofdpersonen van het verhaal zijn Ludwig en zijn moeder Marthe.  Ludwig groeit op zonder vader.  Marthe is een prachtige vrouw en een zeer gewilde porno-actrice. Om wat extra’s te verdienen ‘helpt’  ze zo tussendoor wel eens iemand. Ludwig weet daar tot in zijn tienertijd niks vanaf.  Een van zijn vrienden van de rugbyclub weet er wel van en laat Ludwig een deel van een film met Marthe in de hoofdrol zien.

Als moeder en zoon elkaar voor het eerst na die ‘openbaring’ weer ontmoeten toont Ludwig zijn afkeer van het leven van haar. Hij wil niets meer met haar te maken hebben.  Maar dat blijkt onmogelijk te zijn. Zij zijn min of meer tot elkaar veroordeeld … wonen samen in een kwetsbaar huisje dat langzamerhand verzwolgen wordt door de zee. Ze moeten daar dus weg  maar gaan toch weer samenwonen in een huis een paar honderd meter landinwaarts.

Marthe kan zich niet voorstellen waarom haar zoon zo kwaad op haar is. Ludwig schaamt zich diep voor zijn moeder tegenover de mensen in het dorp. Hij haat haar. Tegelijkertijd laat hij (inmiddels bijna volwassen) zich nog door haar vertroetelen. Vredig spinnend laat hij Marthe zijn haar kammen. Zij vindt het leuk om zijn gezicht op te maken. Ook zijn ogen doet ze. Ludwig laat zich dat graag welgevallen. ’s Avonds in z’n bed raakt hij nog opgewonden van het getut door zijn  moeder …  hij bevredigt zich.

Belangrijke motieven in de roman Caesarion zijn aantrekken en afstoten;  begeerte en afkeer. Ben me gaan afvragen hoe ik gereageerd zou hebben als ik als puber  te weten zou komen dat mijn moeder voor hoer zou (gaan) spelen.

Mijn moeder is blut. Ze kan de huur niet betalen. Er is niemand die haar kan of wil helpen. Wij, haar 4 kinderen hebben honger. Geen warme kleren. Ze belt haar kapper af. Kan hem niet betalen. Dan zegt hij: ‘Ik kom je toch knippen, hoor. Betaal gewoon de volgende keer maar dubbel’. Het kappertje wil haar ‘helpen’. Hij weet wel een paar adresjes waar mijn moeder wat kan bijverdienen. Seks-werk. Als ze dat wil geeft hij haar een adresje. De klant moet haar 50 gulden betalen. 25 is voor de kapper  en 25 voor mijn moeder. Het kappertje maakt naaktfoto’s van mijn haar. ‘Ja,’ zegt hij, ‘dat moet nou eenmaal, de klant moet weten of het vrouwtje dat komt, naar zijn zin is’. Ze komt in een blaadje te staan met foto’s van andere blote vrouwen.  Ik zie het boekje per ongeluk liggen in de la van het dressoir. Blader en zie mijn moeder er in staan. Daarom joelen mijn ‘vriendjes’ natuurlijk :  ‘Je moeder is een hoer. Je moeder is een hoer!’

Ik schaam me rot. Moet hard huilen. Mijn moeder zegt: ’Ik doe het óók voor jou en je zusjes.’  Ik  sla mijn armen om haar middel, druk mijn hoofd tegen haar aan: ‘Neen,  ma, nee, niet doen, niet doen,’ snotter ik.  ‘Ik ga  van school af. Ga wel werken.’

Misschien reageer k wel zo; maar haar haten? Nee, dat hoop ik niet.

NAAR DE APOTHEEK

 Ik fiets over de Noordsingel. Moet naar de apotheek. Tweeënzeventig ben ik nu. Zeg maar gerust een ouwe man. Als tiener vond ik mensen boven de dertig al oud. Als ik 15 ben, is mijn moeder 34 en mijn vader 32.  Ouders zijn voor hun eigen kinderen per definitie oud, ook al zijn ze nog relatief jong. Bekakte studentjes, hoor je, als ze naar hun ouders gaan,  niet voor niks zeggen: ‘Ik ga dit weekend naar Wassenaar, Kralingen of Bloemendaal: naar mijn ouwelui.’ 

Het beeld dat ik als jongeman heb van een zeventiger, komt toch wel een beetje in de buurt van hoe ik mezelf nu voel. In mijn beleving is die ouwe man van toen passief, dor, geplaagd door vele grote of kleine gebreken, doof, blind, stram, niet sportief en a-seksueel. Zo erg is het nou ook weer niet! 

Ik ben sinds mijn zestigste met pensioen en voel me nu nog steeds behoorlijk fit. Goed, mijn conditie is heus wel eens beter geweest. Door blessures kan ik momenteel mijn rechter arm en knie maar beperkt gebruiken.

Vooruit dan, laat ik het niet mooier maken dan het is: het enige waar ik echt goed last van heb is aambeien. Wat zijn aambeien nou helemaal, zou je zeggen? Geregeld een beetje sperti smeren en ze verdwijnen als sneeuw voor de zon. Ik moet alleen nooit vergeten om een inlegkruisje in mijn onderbroek te plakken, want anders sijpelt die vette sperti-troep via mijn slip en mijn spijkerbroek op de bekleding van de bank. 

Sportief? ‘Nou en of! Op de sportschool sloof ik me zo goed als ik kan uit op de fiets. Een goeie beweging voor mijn geblesseerde knie is dat: fietsen.  Spinnen noemen ze dat op de sportschool. Spinnen is trouwens een werkwoord … geen meervoud van het zelfstandig naamwoord ‘spin’. 

Als twintiger weet ik overigens niet beter of de  man boven de zeventig is seksueel opgedroogd. Met mijn buren, mijn opa’s en op den duur ook mijn eigen vader kan ik niet anders dan diep medelijden hebben. Over vrouwen hoor ik vooral dat zij na hun vijftigste nog nauwelijks belangstelling hebben voor ‘dat seksgedoe’. Inmiddels weet ik dat dit met een korreltje zout genomen moet worden. 

Tsja, de ‘vriendinnetjes’ zijn nu wat minder talrijk. Ze zijn wel lief maar op een enkele uitzondering na, wat minder mooi. Net als ikzelf  trouwens. Godzijdank ben ik gezegend met een rijke fantasie, die me er op gezette tijden doorheen helpt, wanneer de hormonen opspelen. Qua seks is er wel enig verschil tussen nu en toen ik twintig was. Niet alles gaat nog gewoon op ‘rolletjes’. Ik ben nu, zoals ik al schreef,  op weg naar de apotheek voor een middeltje tegen aambeien maar stiekem ook voor wat noodzakelijke viagra pillen.     

 

zondag 5 juni 2022

MEER GEMEKKER

 Mijn leven is zó leuk geworden! Ik kom net thuis van een optreden van Undercover, een coverband van de Rolling Stones. Vet gaaf …  om het maar eens modern uit te drukken. Jammer genoeg kan ik vanwege mijn knieblessure niet springen en swingen.

Vandaag valt het me ineens op dat ik nauwelijks nog tv kijk.  Van 6 juni  2016 tot 6 juni 2021 zit ik vastgeplakt voor  de buis. Vol  ongeduld wacht ik dan op mijn favoriete programma’s. Het acht uur journaal en goed voetbal; kijk ik altijd naar. Verder zie ik in die periode, elke quiz …  elk praatprogramma en ….. spannende  politieseries.  De slimste mens …  twee voor twaalf … Mathijs van Nieuwkerk …  Op één … Flikken Maastricht … Flikken Rotterdam …  en die sullige Linda de Mol-quizzen. Saaie geestdodende avondvulling ter verdrijving  van verveling.

Ik zit in die periode avond aan avond opgescheept met mijn voormalige vriendin, die liever naar  Meiland-shit kijkt of naar een rechtstreeks uitgezonden eucharistieviering.  Wanneer er eens een  goeie film is op NPO of Canvas dan moet de tv uit, zodra er een spoortje  geweld of dementie in voorkomt … soms ze gaat met haar ogen en oren dicht naast me op de bank zitten.  Als er een beetje grof cabaret is, zeg maar Theo Maessen of Hans Teeuwen, gaat ze onrustig door het huis lopen zwalken of irritant luidruchtig op haar pc mailtjes naar vriendinnen zitten tikken zodat ik de show niet kan horen.  Te gek voor woorden. Maar …  ik dwaal af.

Tegenwoordig zie ik, behalve het journaal en voetbal natuurlijk, niks meer, want ik lees. De krant, een tijdschrift of een boek. Ik schrijf stukjes zoals dit ‘Meer gemekker’, die een overweldigend onthaal krijgen. In de tijd dat ik met die ex ben, moet ik stoppen met schrijven, omdat ze niet wil dat ik één letter over haar schrijf.  Dat soort censuur werkt natuurlijk niet voor een stukjesschrijver als ik. Vandaag  6 juni 2022 ben ik precies één jaar van haar verlost. Wat een geluk! Wat een geluk!  Ik sta nu weer helemaal in bloei. Heb vrienden, vriendinnen, kennissen en ga er weer op uit:  fietsen, vakantie, bios, theater. Kortom: ik kan weer vrolijk zijn.

Het toppunt van haar zurigheid en benepenheid zal ik niet licht vergeten. De ex vraagt mij om haar eens  wat voor te lezen. Leuk idee!  In overleg met haar koop ik een boekje van  Heleen van Rooyen: getiteld ‘Seks-dagboek’. Pikant, dat is van Heleen bekend. Gedurfde seksscènes. Ik lees op een avond de ex het eerste hoofdstuk voor.  Er wordt gevreeën, gebeft, afgetrokken, gevingerd en nog meer.  Dat vindt ze te ver gaan. Ik moet maar stoppen met voorlezen.  Dat wil zij!! Zij!! Een vrouw, die in haar leven méér mannen hun zaad in haar heeft laten storten dan zij, zal in Nederland moeilijk te vinden zijn ... nou vooruit  … in de prostitutie misschien.

 Na 6 juni 2021 is het hier weer leuk. Wat een gemekker!

zaterdag 4 juni 2022

CAFÉ DE DRAAITOL.

 

Wij , mijn vriend René en ik zitten deze zaterdag al vanaf een uur of zeven te zuipen en een beetje te ouwehoeren in ‘Café de Draaitol’, onze stamkroeg. We hebben vanmiddag samen gevoetbald ... verloren. 

René heeft net een portie bitterballen besteld bij Janneke, de uitbaatster.  Het is dat ik het weet maar ik zou toch zweren dat we in ‘lotiaarD ed éfaC’ zitten. Dat staat tenminste op de caféruit. 
Ome Bram is hier stamgast. Vaste plek. Vlakbij het raam. Vóór hem zijn pintje. Leeg is zijn glas zelden.  Janneke houdt dat goed in de gaten. ‘s Zaterdags van 10 uur ’s ochtends tot 10 uur ‘s avonds kan je hem hier uittekenen. Altijd diezelfde houding … ellebogen op de bar, gekromde rug, kin bijna loodrecht boven zijn biertje,  tot ’s middags zijn kin bijna in het bierglas zakt.

René vertelt me dat Ome Bram renteniert. Hij is nog maar net vijftig en werkt al vijftien jaar niet meer. Hij heeft een paar dochterondernemingen van Post NL naar de kloten geholpen en vijftigduizend mensen gedwongen  om hun vaste contract in te leveren voor een tijdelijk arbeidscontract. Na die reorganisatie liep zijn contract af en ontving ome Bram de ruimhartige bonus van 1.000.000 euro.

Dan verbrand ik me tong lelijk aan een kokend hete bitterbal.  Ik slaak een rauwe kreet van de pijn en spuug impulsief  de bal in Janneke's spoelwater. 

Van dat miljoen kan ome Bram nu alweer 15 jaar ‘redelijk’ rondkomen.  Hij heeft niet zo veel nodig. Het is tien uur; hoogste tijd voor Bram.

Onder de ronde kleine ‘o’ van ‘Café de Draaitol’ staat Janneke, de vijftig jarige uitbaatster. Haar naam, Janneke, doet een klein iemand vermoeden maar dat is allerminst het geval. Ze had beter Jan kunnen heten, want  ze  is een vrouw waar werkelijk alles groot aan is. Hoewel … een broer van me, die zich hier af en toe laat vollopen, heb ik wel eens horen zeggen dat Janneke, dan wel grote tieten heeft maar een klein hartje. Hoe hij aan die wijsheid komt, weet ik niet.

Janneke is vandaag bijzonder in haar sas,  want Chiel, een oude vlam van haar, is vanmiddag weer eens langs geweest. Chiel is hier jarenlang buurtpostbode. Hij ziet er slecht uit. Problemen. Volgens René heeft zijn vrouw hem gedumpt en houdt zij het nu met ventje, tien jaar jonger als Chiel. 
Met een vies gezicht vist Janneke de vermorzelde bitterbal uit haar altijd zo propere spoelwater. Om haar gemopper daarover voor te zijn vraagt René aan haar: ‘Niks voor jou Janneke, een lekker  jong ventje?’.

‘Nou, René ik denkt, dat ik daar niet bij die oude grijze Thijs van mijn hoeft aan te komen je weet toch hoe Thijs is?’

‘Ja, een jaloers mannetje hè? Wel jammer, want zo’n prachtige vrouw als jij, Janneke,  heeft juist een ruimdenkende, trouwe, liefdevolle partner nodig èn een stel stille aanbidders.‘  

Ze gaat er eens extra goed voor staan, kijkt tevreden naar haar weelderige boezem, streelt over haar nog redelijk slanke heupen en zegt, tevreden lachend: 'Jongens, neemt nog wat te drinken van mijn en dan gaat ik sluiten!'

René en ik drinken allebei nog een Westmalletje ‘om het af te leren’, als we, lichtelijk tollend, huiswaarts keren, zien we de zon al heel voorzichtig opkomen.

vrijdag 3 juni 2022

PINK FLOYD

 

Gisteravond moest ik het doen zonder cannabis. Ik was in Delft. In theater de Veste is een optreden van een coverband van Pink Floyd:  Pink Project. Ze hebben de reputatie de beste ‘tribute’ band in Nederland te zijn. Bestaan al 25 jaar. De groep geeft een geweldig concert. Zonder meer. Ze doen het prima.

Maar dit Pink Project doet me de originele Pink Floyd niet vergeten. De laatste keer dat ik de echte Pink Floyd zie optreden is in 1988 in de Kuip. Ik ben er ook bij in september 1969, dan spelen ze in de Doelen en op 28 juni 1970 als ze optreden in Kralingen op het Holland Pop Festival.

Vooral optreden van de groep in de Doelen is indrukwekkend.   Ze spelen : Astronomy Domine – Fat old sun – Cymbaline – Atom heart mother – The embryo Green is the colour / Careful with that axe, Eugene – Set the controls for the heart of the sun – A saucerful of secrets. In die relatief kleine Doelenzaal met die perfecte akoestiek  is de muziek van Pink Floyd overdonderend. Door de muziek van de groep raakt je in een soort gewichtsloosheid. Elke vezel van je lijf wordt er door geraakt.

Het optreden in het Kralingse Popfestival is van een heel ander kaliber. Ook beregoed. Dit optreden is in de open lucht, bijna in het bos, aan de Kralingse Plas en … het belangrijkste: het speelt zich af tegen de ochtend. Als ze het ijzersterke nummer  ‘Set the controls for the heart of the sun’ spelen, tussen 5 en 6 uur ’s ochtends, komt tegelijkertijd, de zon op. ‘Set the controls …’ is tevens het laatste nummer van de set die de groep deze avond speelt. Ze spelen:  Astronomy Domine – Green is the colour / Careful with that axe, Eugene – Atom heart mother-A saucerful of secrets – Interstellar Overdrive– Set the controls for the heart of the sun.

Het hele Kralingse Popfestival is voor mij überhaupt heel bijzonder en onvergetelijk omdat ik daar ben met mijn eerste grote liefde. Twee jaar later trouw ik met haar. We zijn daar dol op elkaar en genoten van het hele gebeuren in het Kralingse Bos.  Het is prachtig weer. Vrijwel iedereen loopt half in zijn blootje, wat ook weer goed uitkomt als het een heel enkele keer stortregent.

De top van de pop is aanwezig: naast Pink Floyd natuurlijk, Led Zeppelin, Mungo Jerry, Jefferson Airplane, Soft Machine, Santana en de Nederlandse top bands Focus,  Ekseption en CCC  inc.

Het zijn niet alleen de bands die het festival legendarisch maken, ook de bezoekers. Als het  evenement op vrijdag 26 juni 1970 begint, gooien die alle remmen los. Al gauw komen de ‘stickies’ tevoorschijn en wordt er flink geblowd. In alle openheid. Het illustreert de veranderende opvattingen over druggebruik. Softdrugs als hasj en marihuana zijn minder schadelijk voor de gezondheid. Het handel en het gebruik zouden daarom niet strafbaar moeten zijn. Op het Holland Pop Festival wordt druggebruik geen strobreed in de weg gelegd.  Cannabis helpt me de Pinkfloydervaring  overweldigend te maken.

donderdag 2 juni 2022

BITCH!

 

‘Bijna drie jaar geleden heb ik je al gezegd, dat ik wil scheiden. Je had toen stiekem je pillen (lithium) tegen je stoornis niet geslikt. Je wordt hypomaan en iedereen in je omgeving wordt gek van je gezwets. Je maakt mij voor rotte vis uit, je zonen zijn niet goed bij hun hoofd en de leden van de toneelvereniging hebben het stuk voor stuk te hoog in hun bol. Aan jou … aan jou mankeert helemaal niks. Ik wil dit niet nog een keer meemaken.’ Dit zei Carola, mijn vrouw jaren geleden tegen mij.

Mijn reactie is dan, dat ik beslist niet wil scheiden. Ik heb er sowieso geen geld voor. Niet om helemaal opnieuw te beginnen. Niet voor een huis en niet om het in te richten. Bovendien vind ik het in en in treurig om al het positieve van ons samenzijn van 1970 tot  nu (45 jaar maar liefst) bij het grof vuil te zetten. 

Bijna drie jaar hoor ik haar niet meer over scheiden. Wel koestert Carola in die drie jaar haar woede jegens mij. Dat uit zich dikwijls in een grafstemming als we met z’n tweetjes thuis zijn. Komt er bezoek dan slaat haar stemming om naar een tot hysterie neigende vrolijkheid. Zelfs tegen mij doet ze dan opgewekt. Drie sombere jaren samen zijn dat. Maar het kan nog erger. Ongeveer drie weken geleden, slaat de vlam in de pan. Zij zet, zonder mij wat te vragen, wat spulletjes van haar, in de net opgeruimde kasten in mijn kamer (we hebben ieder een eigen slaapkamer). Dat wil ik niet. Ik wil niet dat mijn kast weer volgestouwd wordt. Háár spulletjes zet ik weer terug in háár kamer. Als ze dat ziet springt ze, als door een adder gebeten, op en scheldt mij luid en duidelijk uit voor ‘lul’ en ‘klootzak’.

Mijn vertrek uit háár huis was op slag  weer actueel geworden. Wij wonen hier dan wel acht jaar samen in dit huis, dit is niet òns huis. Het is vooral háár huis.  Dit huis is háár geliefde. Als Carola het voor het zeggen krijgt, kan ik bij een scheiding dit huis wel vergeten. Maar daar is nu nog geen sprake van. We blijven gewoon bij elkaar. Ons huwelijk is daar te waardevol voor.

Het enige waar we beiden al die jaren héél slecht in zijn geweest is vrijen. Het was echt om te huilen, elke keer weer. Hoewel we uiteindelijk wel twee prachtige zonen gemaakt hebben … al zeg ik het zelf.  

Nu ik toch dit tussenstapje bewandel: ik durf er om te wedden dat er op de hele wereld geen echtpaar te vinden is, dat in 45 jaar zo weinig gevreeën heeft.

Mensen vragen mij wel eens: ’Wat is Carola nou voor iemand?’ Dan is mijn antwoord altijd positief. Zelfs al is de sfeer thuis om te snijden. Ik ben trots op haar, zeg ik dan en ik vertel, dat zij een leuke, mooie, gezellige, intelligente, sociale en creatieve vrouw is.

Op een party ontmoeten Carola en een vriend van mij elkaar. Mijn vriend vertelt haar, hoe positief ik over haar ben. Als we thuis zijn vraagt zij aan mij:

’Waarom ben je toch altijd zo positief over mij? Waarom zeg je niet gewoon dat ik een bitch ben!’ En natuurlijk is ze dat ook … soms.

Maar ik herinner me altijd eerst de positieve dingen!