Posts tonen met het label wandelclub. Alle posts tonen
Posts tonen met het label wandelclub. Alle posts tonen

maandag 25 juli 2022

WANDELEN IN SCHIEDAM

Vandaag  ga ik  voor het eerst weer wandelen. Ik vind het echt vurrukkuluk hoe ik verwelkomd word na de wekenlange knieblessure. Ik denk nog: ik ga nooit meer zo achterlijk dansen maar tegelijk denk ik, dat het toch ook wel weer leuk is om zo enthousiast onthaald te worden, door zo’n stel aardige vrouwen.  Wandelen naar Schiedam nog wel! We zijn met zijn negenen in mijn geliefde geboortestad. Wat heeft Schiedam toch een leuk pittoresk klein binnenstadje. We komen langs Beatrix, die discotent waar ik mijn knieblessure op liep. Gelukkig heb ik er geen last meer van. Veel wind hier. De haren van de dames waaien in de war. De mijne niet. Ik heb nauwelijks haar. Bovendien heb ik een pet op.

We lopen vandaag eigenlijk niet zo veel … voor een wandelclub althans … maar dat maakt me geen moer uit. Ik vind het sowieso fijn om in Schiedam te zijn. Al zouden we hier alleen maar een uur stil staan. We weten niet goed wat we precies moeten doen. Bij de VVV kunnen we niet terecht. Is op  maandag gesloten. Na enig aarzelen vertrouwen we toch maar op onze eigen voelsprieten. Die voelsprieten leiden ons naar leuke plekjes: schilderachtige straatjes, mooie geveltjes, molens, de bibliotheek, het chocolademuseum en- werkplaats, boten, poëzie op oude gevels  en fel gekleurde fietswrakken. In het chocolademuseum worden bonbons per stuk (razend lekker maar duur!)verkocht. Een leuke jongeman, duidelijk een transgender, gekapt en gekleed als jongedame, doet vrolijk uit de doeken hoe ze er daar chocola van kunnen maken. Ik besluit geen chocola te kopen. Het is te warm, dan smelt het.

Ik heb onderhand trouwens wel trek in een jonge jenever maar het jenevermuseum is helaas ook al gesloten. Volgende keer moeten we maar op een andere dag dan maandag gaan wandelen dan zijn alle musea tenminste open. Desalniettemin een prima idee om naar Schiedam te gaan, hoor. 

Ik merk, dat ik steeds loop te speuren naar oude bekenden. Soms denk ik, hé, daar zit Paul, mijn zwager maar dan moet ik mezelf toch weer corrigeren. Mijn zwager heeft altijd een grote bek en deze man praat gewoon rustig en vriendelijk. Mijn zwager is niet onvriendelijk, hoor maar die grote bek zit gewoon in zijn genen. Daar kan hij ook niks aan doen. En we weten niet waar dat vandaan komt want hij is destijds  geadopteerd en dat is op zich al vervelend genoeg. Bovendien herinner ik me nu ineens, dat vandaag 25 juli mijn zus Trinie jarig is. Ze is twee jaar jonger dan ik. Zeventig geworden dus. Ze is getrouwd met Paul. Dus die zit vandaag gewoon thuis (ook in Schiedam) om de verjaardagsvisite te vermaken.

Op het terrasje van de Schiedamse bibliotheek, drinken we als groep koffie, cappuccino, ice tea, spa rood en een biertje (dat laatste is voor mij; ik kreeg hoofdpijn, het seintje om aan de alcohol te gaan). Enkele groepsleden vragen me (heel bezorgd) of het wel goed gaat met mijn knie. Prima, zeg ik, ik heb meer last van hoofdpijn dan van mijn knie. Ik betaal 2,75 euro voor mijn pilsje. Dat valt nog mee. Ik heb al eens 4 euro betaald. Ik hoor dat er in Rotterdam een tent is waar je 9 euro betaalt voor een roseetje.

Op de terugweg komen we langs de oude Singelkerk ook wel de Liduinakerk genaamd. Ik hoorde van een vervelende ex-vriendin van me, dat eens per jaar, in die kerk Rooms-Katholieke honden uit Schiedam en omgeving massaal gedoopt worden. Die ex-vriendin kon uitstekend liegen dus het zal wel niet waar zijn, hoop ik.

maandag 30 mei 2022

WAT EEN GETETTER

Ik ga vanmiddag  niet wandelen. Nog veel te veel last van mijn knie.  De wandelclub gaat naar  een beeldententoonstelling in het centrum.  Kunstzinnige beelden bekijken, met een hart als hoofd. Het is een actie van ‘Heart Work Heroes’. Het wil laten zien dat Rotterdam 'Heart' voor de zorg heeft, het is de allereerste Heart Work Heroes-stad. Niet zo maar, want zowel kunst als zorg doen er hier toe.

Maar  goed … ik loop niet mee.  Ik ben bij de fysio geweest: verrekte knieband is zijn diagnose. Ik moet wel een beetje in beweging blijven … kleine endjes lopen en als het goed gaat steeds een beetje verder.  Fietsen is voor deze kwaal  een  prima beweging. Niet te zwaar trappen.  Luchtigjes de pedalen rond laten gaan.  ’t Gaat me zeker acht weken kosten, volgens de fysio. Twee weken zijn  voorbij … nog zes weken, dan kan moet ik weer gewoon kunnen lopen,  hoop ik. Ondertussen oefenen, hè. Elke dag een beetje verder proberen te komen. Nu lukt het me van huis, heen en terug naar het winkelcentrum in twaalf minuten (normaal zeven).

Ik heb geen zin om vanmiddag thuis te blijven zitten. Ga naar de bios. Cinerama. Ik kan wel gaan fietsen maar er dreigt regen. Dus dat wordt het niet. Ik neem de metro.  Ruim twee uur  ga ik film zitten kijken.  De film heet ‘Mothering Sunday’. Speelt in Engeland, aan het eind van de 19e eeuw. Gaat over een meisje in dienst van een Engelse familie. Het dienstmeisje neemt ontslag. Ze gaat in een boekwinkel werken. Gaande weg ontwikkelt haar schrijftalent en wordt een beroemdheid.

Ik erger me aan twee dames.  Twee grijze koppies. De een stijl, de ander krullen. Allebei tot op de schouders. Krakende stemmen. Ze zitten een rij voor me te knisperen met een zak chips en met volle mond  commentaar geven op de film.  Dat ze zelf niet begrijpen hoe hinderlijk ze bezig zijn. Ik zou ze wel door elkaar willen schudden.  Het lawaai duurt nu al een kwartier. Ik stop mijn vingers in mijn oren;  probeer of het helpt. Ja, het helpt! Maar dan hoor ik gvd niks meer van de film en de muziek.  En om  naar een stomme film, met ondertiteling,  zonder muziek te kijken is niet meer van deze tijd.  Vijf minuten zit ik met mijn vingers in mijn oren en mijn ogen dicht te oefenen, hoe ik die wijven stil kan krijgen: ‘Dames stop alstublieft met dat kraken en praten (eigenlijk wil ik zeggen’ ouwehoeren’ maar dat is gelijk weer zo grof)’ … ‘Ik kom hier voor die film dames, niet voor uw getetter   uw geluiden storen mij …’  

Ik kom er niet uit. Besluit dan maar de weg van de minste weerstand te kiezen. Ik ga hier weg. Driftig sta ik op en tegelijkertijd  voel ik een gemene pijnscheut in mijn knie. Zonder enig nadenken flap ik  er uit: ’Dames, u zit niet thuis voor de televisie, hoor! U zit in de bioscoop. Stilte graag.’

Ik hoor ze  niet meer.  Kan ik toch nog een half uurtje van die film genieten.