Posts tonen met het label nimmer. Alle posts tonen
Posts tonen met het label nimmer. Alle posts tonen

vrijdag 11 juli 2025

AFGESLACHT.

 

Deze middag ben ik in Den Haag. Daar wordt herdacht dat vandaag, 11 juli 2025, precies 30 jaar geleden, in het Bosnische stadje Sebrenica meer dan 800 mannen zijn vermoord door het Servische regiem. Enkele honderden Bosniërs en sympathisanten zijn vanmiddag op deze herdenking in Den Haag afgekomen.

Het grote verdriet en de verslagenheid hangen nog als een grote donkere wolk boven deze groep ‘overlevenden’. Meer dan 100.000 Bosniërs zijn afgeslacht. Deze slachting was het logisch gevolg van het genocideplan van de Serviërs. Bosniërs pasten niet meer in hun samenleving. Zij moesten langzamerhand allemaal dood.  De drie duivelse dirigenten van deze genocide waren Milosovic, die stierf tijdens zijn berechting in Den Haag en Karadzic en Mladic, die werden allebei tot levenslang veroordeeld.

Beginnende verschijnselen van genocide (volkerenmoord) kunnen zich op verschillende manieren uiten. Het is haast niet te merken in het begin. Al ver voor 1995 begonnen de Serviërs met kwaadaardige, kwetsende, pesterige en denigrerende acties. Ze wilden Bosniërs in een kwaad en minderwaardig daglicht stellen. Bosniërs kregen de schuld van de woningschaarste, de toename van de criminaliteit en de economische malaise.

Het kwaadaardige, kwetsende, pesterige en denigrerende gedrag van Geert Wilders en zijn PVV tegen de moslims en asielzoekers is een beginnend verschijnsel van genocide. Zo’n man mag dus nooit en te nimmer deel uitmaken van ons landsbestuur.

 In 1995 was ik 45 jaar. Op tv zag ik dagelijks beelden van Bosnische mannen gevangen achter prikkeldraadversperring. Ik kon er alleen maar met boosheid en ongeloof naar kijken. Uitgemergelde mannen in ongewassen kleren vertelden aan westerse journalisten, dat ze werden mishandeld en uitgehongerd. Ik en de rest van de wereld keek slechts toe. Inclusief ‘onze jongens’ aldaar: Dutchbat. Speciaal op pad gestuurd om de Bosniërs te beschermen. Tevergeefs helaas. Ze konden nog geen deuk in een pakkie boter schieten.

Vandaag zijn in Sebrenica 7 stoffelijke resten begraven van in 1995 vermoorde mannen die pas kort geleden in een massagraf gevonden zijn. Op dit moment zijn er nog steeds 2000 Bosnische mannen niet gevonden.

Wat een schoften die Serviërs! Tot op de dag van vandaag haat ik Serviërs. Ik kan die genocide niet vergeten en ik kan het ze niet vergeven. En … anno nu in het moderne Europa, worden Bosniërs nog steeds niet voor vol aangezien door die klote-Serviërs. Ze blijven bezig met sarren, kwetsen, landje-pik en dan gaat de EU ze dadelijk straks nog toelaten ook!


vrijdag 19 januari 2024

OP WEG NAAR DE HEMEL (1).


Even een schrijfpauze. Ik ga naar het IFFR. Op 7 februari ben ik ik weer op facebook èn op mijn blog. Als intermezzo staat de komende dagen uitsluitend op mijn blog: ‘ www.stukkiejee.blogspot.com‘ een grappig kort verhaal: 'Op weg naar de hemel'. (Niet van mij).

Mijn eerdere verhaaltjes  zijn daar ook te lezen.


Op weg naar de hemel (1)

Mevrouw Foster leed haar hele leven al aan een bijna ziekelijke angst om treinen, vliegtuigen, boten of zelfs maar het begin van een toneelvoorstelling te missen. In andere opzichten was ze helemaal geen bijzonder nerveuze vrouw, maar de gedachte om bij zulke gelegenheden te laat te komen, maakte haar zo overstuur, dat ze er een zenuwtic van kreeg. Geen ernstige, weliswaar – alleen een klein spiertje in de hoek van het linkeroog, dat krampachtig samentrok, zodat het net leek alsof ze stiekem knipoogde –  maar  het vervelende was dat het pas omstreeks een uur nadat ze de trein of het vliegtuig of wat dan ook, goed en wel gehaald had, overging.

Het is werkelijk hoogst merkwaardig hoe een eenvoudige bezorgdheid over zoiets als het halen van een trein bij bepaalde mensen kan uitgroeien tot een ware obsessie. Tenminste een half uur voordat het tijd was om naar het station te vertrekken, stapte mevrouw Foster met haar hoed, jas, handschoenen uit de lift, klaar om weg te gaan en omdat ze geen moment kon stilzitten liep ze zenuwachtig en gejaagd van de ene kamer naar de andere totdat haar man, die toch heel goed moet hebben beseft hoe het met haar gesteld was, eindelijk uit zijn studeervertrek kwam en met zijn koele, droge stem opperde, dat ze zo langzamerhand maar eens moesten gaan, 'vond ze ook niet?'

Het kan best zijn dat meneer Foster het recht had geïrriteerd te zijn over deze dwaasheid van zijn vrouw, maar het was beslist onvergeeflijk van hem om haar ellende te vergroten door haar onnodig te laten wachten. Het staat natuurlijk niet vàst dat hij dat deed, maar wanneer ze ergens naar toe zouden gaan was zijn timing zo uitgekiend – altijd net één minuut of twee te laat, begrijpt u wel – en zijn optreden zo achteloos, dat het moeilijk te geloven viel dat hij niet bezig was de ongelukkige vrouw op zijn eigen, gemene manier te kwellen. En één ding moet hij hebben geweten – dat ze het nooit en te nimmer in haar hoofd zou halen om hem te roepen en te zeggen dat hij voort moest maken. Daarvoor had hij haar te goed afgericht. Hij moet ook hebben geweten dat hij haar, als hij het aandurfde om met zijn getreuzel zelfs het laatste moment van de veiligheidsmarge te overschrijden, bijna hysterisch kon maken. De afgelopen jaren had het er bij twee speciale aangelegenheden zelfs op geleken dat hij de trein echt wilde missen, uitsluitend en alleen om het lijden van de arme ziel te intensiveren.