Posts tonen met het label gretigheid. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gretigheid. Alle posts tonen

dinsdag 14 november 2023

SERIE 'OPA & OMA' DEEL 11: VRIENDJE JOEP.

Serie ‘Opa en Oma’.

Deel 11: Vriendje Joep.

Eerdere delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.

Deel 11: Vriendje Joep:

Wat daaraan vooraf ging.

Oma Maria loopt slecht, ze heeft open benen. Opa is onbetrouwbaar met zijn kleinkinderen.

Maria is, na verkracht te zijn, zwanger. In Den Bosch, haar woonplaats, is abortus taboe.  Ze wordt ‘opgeborgen’ in een nonnenklooster. Na de bevalling  kan ze gaan wonen en werken bij rijkelui.

Maria verlangt naar haar baby; ze breit zelf kleertjes. Haar werk is het schoonhouden van de kamer van hoofdzuster Wijnaldia. Ze verdient wat, om wol te kopen. Maria moet de  leugenachtige Wijnaldia, die haar brutaal aanrandt, ontvluchten.

Wijnaldia trekt uit nijd breisels van Maria uit elkaar. ‘Collega’ zuster Ephraïm, lief en behulpzaam, ‘ontfermt’ zich over  Maria. Samen gaan ze op zoek naar nieuwe babykleertjes.

Maria baart Kareltje. Ephraïm, regelt woonruimte en werk voor haar bij de familie in ’t Hout in Schiedam. De familie is goed voor Maria. Met hun oudste dochter, Lidwien, heeft Maria een klik. Kareltje helpt al met schoonmaken, wat niet altijd goed afloopt.

En  … als meneer in ’t Hout in haar buurt komt  … voelt Maria kriebeltjes.  Ze is verliefd … en ook verward. Euforische, neerslachtige en schuldgevoelens wisselen elkaar af.

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk brengen voor meneer in ’t Hout. Mevrouw is lief voor Kareltje. Dat lijkt Maria te raken … maar het is haar schúldgevoel dat haar beroert.  Woedend is ze op zichzelf om het lelijks, dat ze mevrouw in ’t Hout hartsgrondig ‘toewenst’.

Maria verzwijgt haar huisarts dat ze zichzelf toegetakeld heeft. Ze blijft verliefd op meneer in ’t Hout en tegelijk vecht ze ertegen. In een nare droom worden haar gevoelens vergoeilijkt. Ze eindigt bij meneer en  mevrouw in ’t Hout in bed.

Maria droomt, slaapt diep, terwijl Kareltje midden in de nacht ligt te brullen. Maria hoort niks. De in ’t Houts worden uit hun slaap gehaald. Ze zijn ontstemd. ‘Dit is eens maar nooit weer’, dreigt meneer in ‘t Hout. Maria’s verliefdheid ebt snel weg.

Bloemen en een brief geeft Joop aan Maria. Joop wil vriendschap met haar. Maria houdt afstand. Ze  biecht haar kortstondige verliefdheid op meneer in ’t Hout op. Over de nachtelijke verplaatsing in huis van haar zoontje, biecht ze ook. Volgens de pastoor is dat ‘des duivels werk’.

 

Deel 11: Vriendje Joep.

Tja, Maria, zegt meneer pastoor, ik heb nog even met mijn collega in Den Bosch gesproken, over die raadselachtige verplaatsing van uw zoontje. Hij weet zich nog te herinneren, dat zich bij u thuis in Den Bosch  ook wel eens rare zaken hebben afgespeeld. Niet zozeer met mensen maar wel met dieren, dieren die aan u waren toevertrouwd.’

De geestelijke nipt met een zekere gretigheid aan zijn jonge borrel, neemt een trekje van zijn Bolknak en vervolgt zijn verhaal.

‘Uw poesje bijvoorbeeld, dat angstig miauwend zat opgesloten in het kolenhok. Uw parkietje dat helemaal in paniek in de allesbrander vast zat; godzijdank was het zomer. En dan uw hamster, die zich in de vogelkooi allesbehalve op zijn gemak moet hebben gevoeld.’

Maria kent die verhalen allemaal wel maar alleen van horen zeggen. Haar poesje, parkiet en hamster, ze had ze  zelf nooit één minuut gemist.

‘In feite is nu hetzelfde met Kareltje gebeurd’ zegt pastoor Rotobst, ‘u krijgt te horen dat hij op de wc gevonden is maar zelf heeft u hem geen seconde gemist. Maria, het lijkt mij een goed idee als u uw ouders eens opzoekt in Brabant. Praat er eens met ze over, ze weten u er vast wel meer over te vertellen.’

Meneer pastoor neemt dan afscheid, bedankt Maria voor de borrel en de sigaar. Er wordt weer op hem gewacht in de kerk. Hij moet een requiemmis opdragen.

‘Een lid van onze parochie heeft zich jongstleden zondag verhangen.’

‘Daar heb ik toch niks mee nodig, meneer pastoor. Ik word daar eng van. Houd alstublieft uw mond daarover.’

‘Goed, dan heb ik  niks gezegd, dag Maria,’en en passant geeft hij Maria een flinke tik op haar billen en gaat op weg naar de Liduinakerk.’

‘U zat aan me kont, meneer pastoor, vies oud mannetje. Wilt u dat nòòit meer doen!’

 

Meneer van ’t Hout komt de trap af gelopen en wil weten wat meneer pastoor kwam doen bij haar.

‘Dat ga ik u niet vertellen. Da’s privé!.’

‘Okee, okee, goed, dat is privé, je hebt gelijk …...’

‘Eh, Maria,  er worden hier zo nog een paar pakken drukwerk afgeleverd door  Moerlandt Drukwerk; ben je vanmiddag thuis?’

Maria is gewoon thuis. Kan ze vast wat afspreken met Joop voor zondag.

Als meisje van een jaar of tien had Maria een vriendje. Een beetje zo’n mannetje als Joop: ook alles rond, flapoortjes en een iets bredere mond als normaal. Ze moest een beetje lachen toen ze aan hem dacht … hij heette Joep, tja wat scheelde het, Joop of Joep. Joep had natuurlijk wèl haar, blonde stekeltjes en hij had een heel blanke huid.

We verzamelden rupsen, in een lucifersdoosje, geen idee waarom precies.... we plukten rozenbottels om thee van te maken en jam. Vissen deden we ook samen, in de sloten dichtbij, met een  schepnet, we vingen stekelbaarzen. Joep kreeg voor zijn verjaardag een hengel … konden we gaan vissen in de Dommel, een grote rivier, waar veel grote boten voeren … hij ving voorntjes, baarzen en ... boerelulletjes, ja, zo noemde Joep ze  ... goed gekozen, die naam … die vissen leken wel een beetje op slappe lulletjes.

 

Morgen: Deel 12. Een rotklus.