De voorstelling, die ik me gemaakt had van het hostel waar ik nu zit, was veel te rooskleurig. Waar ik het tweeëneenhalve week mee zal moeten leren leven is een hoogslaper en een locker. Een behoorlijke kast om mijn kleding, medicijnen, vitaminen en de rest ordelijk op te bergen is er niet. Dat ik in een slaapzaal terecht zou komen, wist ik, maar daaromheen had ik wat meer luxe verwacht. Het hostel zit een oud enigszins verwaarloosd gebouw van vijf hoog en wel op de bovenste verdieping daarvan. Een lift is er niet. Het is ook beslist niet zo dat ‘goedkoop, duurkoop is’ wat vaak wordt gezegd. Nee want voor mijn hoogslaper en locker betaal ik ruim honderd pond per dag.
Voor de excursie naar het Schotse kasteel vanmorgen kom ik een half uur te laat. Ik heb me een ongeluk lopen zoeken. De groep is niet meer in te halen.
Ik heb nog een ticket voor een act van vanavond. Maar helaas: dat theater heb ik niet kunnen vinden. Ondanks alle aanwijzingen van alle kanten. Tussen 8 en 9 heb me doodongelukkig, zoekende, voortbewogen tussen de massa mensen in het centrum.
Dit gaat niet goed. Een fors tegenvallend vakantieverblijf en (voor mij) onvindbare theater- en excursielocaties. Dit voelt voor mij nu, op dag twee al, meer als een kwelling aan dan als een prettige vakantie.
Ik wil zo snel mogelijk weg hier.