Posts tonen met het label geïsoleerd. Alle posts tonen
Posts tonen met het label geïsoleerd. Alle posts tonen

maandag 6 oktober 2025

ZONDAGEN.

Voor mijn zestigste was ik op de zondagen voornamelijk met mijn gedachten bij het Nederlandse topvoetbal. Voornamelijk bij Sparta-Rotterdam. Met mijn vader bezocht ik destijds alle thuiswedstrijden van die club en hoe meer kabaal er in het stadion gemaakt werd hoe leuker ik het vond. Het lawaai was een onderdeel van mijn lol. Sterker ik was een van de grootste herrieschoppers. Ik stond zelf met een rood geverfde toeter achter het doel van de Sparta-keeper (Andries van Dijk). Het hoorde erbij. Mijn vader, met wie ik daar dus  altijd was, beleefde het voetbal heel anders. Hij keek, met zijn handen in zijn broekzakken, zijn zware van de weduwe, nattig hangend op zijn onderlip. In zijn hand geklemd hield hij dat kwartje. Voor mij, om drie koetjesrepen van te kopen, voor in de rust. Twee voor hem en een voor mij.

Als Sparta scoorde was het even een gekkenhuis maar niet voor mijn vader, die deed nooit gek. Hij bleef rustig staan kauwen op zijn sjekkie. Snoot dan even zijn neus, iets wat hij eigenlijk al aan het begin van de wedstrijd had moeten doen.

Bovenstaande is een aanloopje. Dat lijkt me toch wel duidelijk. Ogenschijnlijk heeft hierboven niks te maken met hieronder. Maar vergis je niet! Het gaat alle twee toch echt over zondagen en over geluid. Zeker weten.

Tegenwoordig  zit ik ’s zondags voornamelijk in de bios. Ik kom daar om in stilte te genieten. In steeds grotere mate komen de andere biosgangers niet alleen voor de film, maar ook voor de lekkere trek. Het filmpubliek consumeert vrolijk en luidruchtig in de filmzaal. De biosbaas zelf verdient klauwen met geld aan de verkoop van drankjes, chips en pedaalemmers vol popcorn die in de filmzaal meegenomen mogen worden.

Zondagmiddag zat ik in bios Cinerama. Ik schatte dat er nòg vijftig zaten. We keken naar de huidige bioshit: ‘Twee meisjes’, (er zijn slechtere films).          Ik trof het niet met die twee meisjes, vlak voor me. Bij aanvang van de film klikten ze hun drankblikjes open en slurpten hun drankjes luidruchtig (boerend, giechelend) weg. Ze scheurden hun zakkies-chips open, propten hun mondjes ermee vol en kauwden ze hinderlijk krakend weg. Vervolgens begon het duo aan de mijns inziens onmogelijke opgave om de popcorn-pedaalemmer tot op de bodem te ledigen.

Niet alleen deze twee meisjes waren zo aan de gang. Veel andere aanwezigen waren zo fijn aan het recreëren. Het geheel klonk als een slurp- en knauwfestijn.

Het filmgeluid bereikte mijn oren niet.

Ik ben ging elders in de zaal zitten. Tien lege stoelen om me heen en oordoppen in: een stilteplek met nekkramp.

Me dunkt: hoog tijd voor een geïsoleerde geluiddichte drink- en eetruimte in de zaal.

Of: een eet- en drinkverbod.

Alleen: ‘Wie gaat dat handhaven?