donderdag 27 februari 2025

ÀLS ZE HET IS ...

Àls zij het is ..

Het is heel rustig in de gym. Ik kom wat later binnen dan anders maar toch … Misschien komt het door de schoolvakantie, misschien door het lekkere weer. 

Ik zie in één oogopslag dat Frits er niet is. Frits, ook een sporter, denkt dat hij de leukste thuis is. Hij máákt soms ook echt grappige opmerkingen maar soms is hij ronduit pesterig bezig. Als ik één op één met Frits ben is hij gewoon grappig. 

Ik doe mijn oefeningen vaak met mijn ogen dicht, dan hoor ik Frits zeggen ‘Niet in slaap vallen, hoor’. Loopt ie achter me langs naar rechts, tikt ie me op mijn linkerschouder, kijk ik voor lul naar links. Tenenkrommend kinderachtig, dat wel, maar onschuldig. Er valt één op één ook best redelijk met Frits te praten, over politiek bijvoorbeeld, ondanks dat hij PVV gestemd heeft en ik SP.

Maar in een groepje, 3 à 4 sporters gaat hij een grens over, wordt hij pesterig. Dan wil hij scoren bij de anderen, hun lachlust opwekken door een ander af te zeiken. Mijn haarband is in zijn ogen een onnodige zweetband. ‘Jij? Zweten? Wanneer dan?’  Ziet hij mijn pluizige lange grijze haren, vraagt hij me: ‘Onder welk viaduct heb je geslapen vannacht’.  

Dat laatste ging mij echt te ver. Ik zei hem: ‘Ik wil dat soort dingen niet meer van je horen, Frits. Dat is pesten en dat pik ik niet van jou! Van niemand niet, trouwens’. Frits zocht enigszins beteuterd steun bij de twee anderen, die erbij stonden. Die waren duidelijk op mijn hand. Verongelijkt neemt hij de benen naar de leg-press.

Als ik zit te roeien, zie ik uit mijn rechterooghoek een vrouw de sporthal inlopen. Ik ken haar. Ze heeft haar haar nu in een knotje. Ik ken haar, àls ze het is, alleen met lang bond haar. Blond is ze nù ook. Ik hoor haar praten ... luister goed maar herken haar stem niet. Ik ken haar van de Schrijfschool. Daar volgden wij, de cursus ‘Schrijven voor nieuwsgierigen’. 

Zou ze zich mij niet herinneren?  Ze kan natuurlijk net zo goed als ik, alleen in haar hoofd bezig zijn met een vermoeden van herkenning. Toen ik die cursus deed had ik een heel andere kop: kaal en zonder baard.

Ik liep vlak langs haar toen ik stopte met trainen. Op weg was ik naar de kleedkamer. Geen van beiden gaven we een teken van herkenning. Ik ben te verlegen om wat te zeggen, te vragen. Zij ook? Of wil ze gewoon geen contact. Destijds in die cursus hadden we het gezellig met elkaar, àls zij het is. Ik weet haar naam al niet eens meer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten