zaterdag 2 november 2024

XENOFOBIE.

De laatste tijd wordt het er niet beter op in ons bejaardentehuis. Veel verhuizingen … en er komen steeds meer mensen met een ander kleurtje voor terug. Dat geeft nogal wat onrust. Het lijkt af en toe wel oorlog. Maar zo ver zal het echt niet komen. Zo optimistisch kijken we daar ook wel weer tegen aan. Voor ons gebied geldt immers nog steeds een permanente ‘lockdown’.


Het gaat zeker wel schelen als we hier een een fascistisch bestuur krijgen. Dan komt het hier weer vol met blanken ... minder criminaliteit ook ... en onze vrouwen gaan zich weer wat meer op hun gemak voelen. Dat bestuur zal dan ook een veilig, rustig, blank uitgaans- en winkelgebied voor ons ontwerpen en realiseren..

Overdreven?! Dit gaat gebeuren als de ultra-rechtsen bij de komende verkiezingen nog groter worden. Dan krijgen we een racistische toekomst. Mensen met een kleurtje moeten hier dan wegwezen. Zo krijgen wij blanken dan weer voldoende woningen voor ons eigen.
Mensen van kleur, die nog in ons gebied wonen, kunnen gratis gedeporteerd worden naar Zeeland alwaar ze gehuisvest worden in geïmproviseerde tentenkampen.

Het goede en nieuwe perspectief is de blanke dominantie, de rust, de veiligheid, de stabiliteit. We zijn dan weer met blanke mensen onder mekaar en dat geeft ons rust … niet alleen ons, ook voor de kleurrijke mens zelf, gloort die rust.

Straks zijn zij immers ook weer terug in hun eigen omgeving. Dat is voor hun toch stukken prettiger dan leven in Zuid-Holland. Daar worden ze toch alleen maar door iedereen met de nek aangekeken.

Inmiddels hebben we een projectorganisatie opgetuigd om ‘dat, wat gaat komen’ in goede banen te leiden: onze bestuursleden zijn: Geert Wilders en Thierry Baudet. Onze voorzitter wordt Marjolein Faber.

vrijdag 1 november 2024

OPGEZETTE VOGELS.

Het gaat best goed met Toon (78). ‘t Is stil bij hem thuis. Sinds zijn vrouw is overleden, slaapt hij alleen niet zo best. Hij valt meestal binnen een kwartier in slaap maar na anderhalf uur, midden in de nacht, ligt hij weer klaarwakker.


We lopen samen op in de richting van de markt.

Ook al schrikt hij midden in de nacht wakker, toch gaat hij er uit, zet een kopje thee en beluistert een cd. Maar slapen, lukt niet meer.

Het is wat ongewoon. Zo midden in de nacht. Meestal slààp ik dan ook nog. Anders zou ik (74) hem gewoon bij mij thuis uitnodigen voor een slaapmutsje. Why not?

't Is of hij mijn gedachten kan lezen ... hij vraagt mìj op de koffie. Op een christelijke tijd: vanavond om half acht. Hij gaat straks gelijk twee tompoezen kopen.

Toon woont op de achtste, dat weet ik zeker. Op welk nummer precies, weet ik niet meer. Was het 842 of 844? Op goed geluk bel ik aan op 842. Het duurt nogal lang voor er wordt open gedaan. Hier hebben ze vast niet op bezoek gerekend. Aarzelend gaat de deur open. Door het allerkleinste kiertje word ik bekeken. Ik word kennelijk vertrouwd. Zij doet glimlachend de deur verder open.

‘Dag mevrouw, Ik heb afgesproken met Toon’. Zij blijft glimlachen. ‘Toon: een lange man … een kop groter dan ik’, wijs ik aan met hand een stuk boven mijn hoofd.

Oh Jezus, zou ik dan op het verkeerde adres hebben aangebeld?
‘Toon heeft zo’n klein grijs sikje, net als ik,’ wijs ik weer. Ze blijft me vriendelijk aankijken en schudt van nee.
‘Toon woont in het huis hiernaast, op nummer 844’.

‘Oh, sorry, mevrouw, nogmaals sorry’.

‘Geeft niet, hoor meneer’.

Klokslag half acht sta ik bij Toon voor de deur. Ik word heel vriendelijk onthaald en krijg een rondleiding langs de grappige verzamelingen van hem en zijn overleden vrouw. Een verzameling marionetten. Dinky toys. Opgezette zangvogels, groot en klein, uit alle windstreken … in een iets te krappe vitrine. Met zo’n verzameling vogels in huis, zou ik, denk ik, ook niet zo lekker door kunnen slapen.

De tijd bij Toon gaat verrassend snel voorbij. Om tien over half acht zitten we al aan de tompoezen.

donderdag 31 oktober 2024

GOEDE OUDE TIJDEN.

De uitdrukking ’goede oude tijden’ geeft me een akelig gevoel. Alsof ik belazerd word.


Toen had ik nog respect. Ik was nog maar acht. Respect voor de politieagent, de onderwijzer de priester en de oude buurman.

De politieagent, die na een klacht van de laffe kruidenier/kinderhater, mijn bal afpikte en lek prikte.

De onderwijzer/sadist, die mij keer op keer te kakken zette. Ik was verlegen … kreeg een hoofd zo rood als een kreeft: ‘kijk Josje eens rood worden jongens, lachen!!’

De priester, die niet van mijn vriendje kon afblijven.

De oude buurman die me niet bedankte voor het vinden en terugbrengen van zijn portemonnee.

'Ze' konden de pot op met hun respect.

Geen goede oude tijden … oude kut-tijden.
Goede oude tijden? De armoede van het grote gezin waarin ik opgroeide in de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Mijn vader werkte zich de tering maar verdiende geen klote. Mijn moeder had alleen het perspectief van het moederschap en het huishouden. Het kon eigenlijk niet maar toch moest ik doorleren van mijn moeder.

Op het gymnasium werd ik beschimpt door docenten. Met de nek aangekeken door mijn klasgenootjes, allemaal rijke-luis-kindjes.

Goede oude tijden? Zwarte mensen werden tot slaaf gemaakt. Vrouwen hadden alleen nog maar het aanrecht. Jonge kinderen moesten zware lichamelijke arbeid verrichten.

Kralingen-Pop was leuk, heel gedenkwaardig, maar nu, na ruim vijftig jaar is er lang genoeg over geouwehoerd. Nu hebben we het ‘Best Kept Secret Festival’. De hoogste tijd om daar eens goede nieuwe muziek te ontdekken.
Natuurlijk: Stones, Beatles, Prince en Doe Maar hebben hun juweeltjes. Maar ontdek ook de pareltjes van nu. Van het Rotterdamse Tramhaus bijvoorbeeld of Jungle by Night. (Google of YouTube maar es).

Neen, die oude tijd biedt mij weinig houvast. Ik ga liever voor 'goed en nieuw' nu mijn goede oude vrienden bijna allemaal de pijp uit zijn.
Juan uit Costa Rica, Luis (uit Portugal), Georgis (uit Syrië) en Ayoub (uit Irak) heb ik een beetje Nederlands leren praten. Daar ben ik een paar maanden terug mee gestopt. Die mannen zijn geen leerlingen meer van me. Ze zijn vrienden van mij geworden. Prima nieuwe tijden!

woensdag 30 oktober 2024

FATBIKE.

Ik heb een enorme rothekel aan Dolf, een neef van me. De enige zoon van mijn oudste zus. Hij is een blaaskaak van dertien, die al twee jaar zware shag rookt en nu al loopt te pronken met tatoeages op zijn nog amper volgroeide spierballetjes en … hij is nu al héél rechts. Hij spaart plaatjes van Hitler, Mussolini en Wilders als pubers. Van de 14 jarige Marjolein Faber, heeft hij een naaktfoto boven zijn bed hangen. Niet te geloven!


Met zijn bivakmuts op probeerde hij op 26 oktober jl., met een moker, glazen deuren in te slaan van de Media Markt. Hij dacht zó aan goedkope videogames te komen. Het is op tv en al geweest. Heel Nederland heeft hem daar als een dolle zien beuken.

Het is dat zijn ouders zichzelf liever volvreten, tv kijken en dure spullen voor in hun huis kopen, anders had neef Dolf al lang met een fatbike Rotterdam onveilig gemaakt. Van de week zei Annechien Steenhuizen van het NOS-journaal nog dat veel jonge fatbike berijders in het ziekenhuis terecht komen. Ze zijn te jong, te dom en te roekeloos. Ik kreeg toen een duivels ideetje: ik verblijd neef Dolf met een Chinese kut-fatbike (weet hij veel). Stevig opgevoerd. Vijftig kilometer per uur moet hij er mee kunnen. De klap moet flink hard aankomen. Hoe harder hoe beter. Geen helm dus! Van zijn eigen ouders hoeft een helm al helemaal niet. Zij hebben zich nooit om die jongen bekommerd. Altijd maar werken, eten, kopen, werken, tv-kijken. Dolf is van jongs af aan een sleutelkind geweest. Zijn ouders vonden het wel best dat ik met die fatbike kwam aanzetten. Kwam hij nog eens buiten.

Om een kort verhaal lang te maken: mijn idee werkte … maar slechts ten dele! Dolf knalt op een dag met een rotvaart door rood bovenop een Ford Transit. Fatbike total-loss. Heel even is ie buiten westen. Botbreuken, geperforeerde ingewanden, schedelbasisfractuur. Die schedel van Dolf zag er niet uit. Het leek wel een bietenschotel met blokjes spek. Aandoenlijk zijn gekerm en gekreun. Ach, het hoort allemaal bij dat fatbike-gedoe. Als ik ziekenbroeder was geweest, had ik geen hand naar hem uitgestoken … had ik hem lekker laten stikken in zijn eigen kots.

Maar goed, àls Dolf er bovenop komt, zal hij het tot zijn dood met een scootmobiel moeten doen.

dinsdag 29 oktober 2024

APPELTAART.

Met mijn splinternieuwe inductieoven moet ik toch ook eens een iets anders doen dan alleen maar eitjes bakken. Dus heb ik voor het eerst van mijn leven een appeltaart gebakken. Ik kocht een vrolijk gekleurd pak Koopman’s appeltaartmix met op die verpakking de bereidingswijze ‘appeltaart voor dummies’.


Het begint al niet goed. Het bakblik dat ik voor de taart gebruik is groot. Met als diameter 25 centimeter. Ruimschoots te groot voor dat beetje Koopmans meel in dat kartonnen pak. Wel is er weer genoeg meel voor de taartbodem en de taartrand maar niet voor het leuke glanzende rasterwerkje over de zachte smeuïge appelstukjes heen. Erg rampzalig blijkt dat ook niet. Want bodem en taartrand waren smakelijk genoeg en geven voldoende stevigheid aan de appelige inhoud..

Zo’n grote taart is moeilijk alléén op te peuzelen dus ben ik hem gaan verdelen onder enkelen van mijn dierbaren. Ik had acht grote taartpunten. Er gaan er vier naar mijn lieve buurvrouwen. Een naar mijn (vandaag jarige, hiep, hiep, hoera) Liverpool vriend in het Oude Noorden, één naar mijn ex en de twee overige punten heb ik zelf naar binnen geschrokt. Mijn verdiende loon: het eerste en het laatste stukje van de taart.

De reacties zijn overwegend positief. Wat de appels betreft: ik had fifty-fifty Elstars en Goudreinetten gebruikt. Beter is het om alléén Goudreinetten gebruiken, kreeg ik te horen. Die zijn wat smeuïger en zuursiger. De een vond de taart wat te zoet, een ander had er liever wat meer suiker in gehad. Van rozijnen hadden er meer gemogen, net als kaneel. Zelf vond ik ook dat er wat meer kaneel in had gekund. Deze keer deed ik er drie theelepeltjes in. (Ik heb heel bangelijk de bereidingswijze van Koopman gevolgd.) Volgende keer doe ik er gewoon (mijn eigen zin) vier theelepeltjes kaneel in. De één vond dus dit en de nader weer dat. Maar over het algemeen had men (ook ik) gesmuld.

Wat ik voor mijn volgende appeltaart zeker zal veranderen is de grootte van het bakblik. Dat wordt kleiner: 24 inch. Kan ik ook eens zo’n glanzend rastertje construeren. En de toe te voegen kaneel dus. En heel misschien laat ik stiekem de suiker helemaal achterwege. (Als Koopman het maar niet merkt.)

maandag 28 oktober 2024

VERDOMMENIS (3)

 Bijna een jaar geleden werd Wilders’ extreem-rechtse partij de grootste in Nederland. Ik schaam me in dit land te wonen. Een land met ministers, die zo maar reïncarnaties zouden kunnen zijn van leden van het kabinet Hitler 1. Van de plannen die dit kabinet maakt word ik hels. Drastisch zal bezuinigd gaan worden op cultuur (btw 12% omhoog), sport, immigratie, ontwikkelingssamenwerking, publieke omroep, Oekraïne, Europa, lhbti, onderwijs, de rechterlijke macht, volkshuisvesting … waarop eigenlijk niet? Het kader waarbinnen dit alles gebeurt is het minimaliseren van de linkse politiek.


Met valse beloftes en valse beschuldigingen heeft Wilders kiezers, die voorheen links stemden zijn PVV binnen gehaald. Die kiezers waren teleurgesteld in de linkse en middenpartijen waarop zij voorheen altijd stemden. Er was een groot tekort aan woningen, en een teveel aan immigranten en dat zou volgens de goedgelovige kiezers met Wilders allemaal stukken beter gaan. Ik dacht van niet. Ik heb het idee dat Wilders streeft naar een positie als alleenheerser in Nederland.

Sonja, een kennis van me, een lelijk oud wijffie, met volop kunst- en vliegwerk aan haar lijf, komt opeens uit de kast als Wilders-fan. Had er altijd over gezwegen: ‘Joh, wacht nou maar rustig af. D’r móét nu echt wat gebeuren. Anders gaat ons land naar de Verdommenis.’

Onze zwakbegaafde (PVV) minister van Volksgezondheid sluit een ziekenhuis in Heerlen. Toen ze nog PVV-kamerlid was loog ze met de hand op haar hart, dat ze dat ziekenhuis zou open houden.
Miljarden worden er gekort op dringend noodzakelijke zorg voor ouderen, gehandicapten en jeugd.

De fascistoïde minister van Asiel en Immigratie gaat op staatsbezoek in Zweden om te leren hoe je asiel-migranten zo snel mogelijk ‘terugtrapt’ naar hun eigen land. Vervolgens schaft ze de Bed, Brood en Bad regeling per 1 januari 2025 af. Een schamele regeling (50 euro per maand) voor uitgeprocedeerde asielzoekers. ‘Ik richt mijn beleid meer op ‘uitzetten,’ zegt Faber.
Bij het Asielzoekerscentrum laat ze voor de ingang borden zetten met het opschrift:

‘Wij, Nederlanders willen niet naar de Verdommenis. Daarom maken wij hier werk van de terugkeer naar uw eigen land'.

Schaamteloos.

zondag 27 oktober 2024

TENNISBALLEN.

Ik wil deze zomerse zondagmiddag eigenlijk wel eens de boel de boel laten. Niet zo veel werk maken van het eten. Ik doe eens gek. Ga een patatje-pindasaus scoren. Bij wie anders dan bij Fred Kroket. Er is geen betere, toch?


’En Joseph’, want zo heet ik toevallig, ‘wat zal het wezen?’
‘Hetzelfde als altijd Fred en doe er maar een portie tennisballen 'speciaal' bij’. Dat laatste floept er uit voordat ik er erg in had.

‘Sorry, Joseph, tennisballen hebt ik hier niet voorradig. Ik ken nog even achter kijken’.

Fred denkt vast dat hem ik sta te dollen.

‘Hoe had je ze gehad willen hebben, Joseph. Ik hebt nog drie porties leggen. Maar het zijn wel ballen die nog nooit van ze leven gestuiterd hebben, dus ze zullen sowieso wat zwaar op de maag leggen.

Ze marineren nu al gezellig een week met z’n drietjes.’

‘Wat wil je er eigenlijk mee gaan doen, Joseph’.

‘Rare vraag Fred! Wat doet een mens gvd met gemarineerde tennisballen? Tennissen natuurlijk! Wat anders?! Denk je soms dat Wodan, mijn bouvier, achter die stuitervrije ballen aan gaat rennen? Doe me die gemarineerde ballen maar, Fred.

‘Hier opeten?’

‘Natuurlijk eet ik ze niet gelijk op, man. Ik ga geen gemarineerde tennisballen vreten. Leg ze maar op de toonbank. Even m’n racket uit mijn fietstas halen’.

In m’n tennistenue en m’n racket in mijn hand loop ik weer bij Fred naar binnen. Met twee duidelijk murw geslagen ballen. Die ballen leg ik op de toonbank. ‘Gooi ze maar in het vet Fred. Met wat piccalilly er op kan je ze nog wel kwijt raken. Drie gemarineerde ballen liggen nu op de toonbank voor me klaar.‘ Even een kleine warming up’.

Ik spring tien keer op en neer. Sta stil en haal dan in één vloeiende beweging uit naar een gemarineerde bal. De bal eindigt precies in de geopende mond van de klant, die net bezig is bij Fred een portie rode biljartballetjes te bestellen. Zonder. Maar als het kan mèt een kort keutje’.

‘Meenemen of opeten?’