woensdag 21 augustus 2024

SERIE: ‘EEN ROTTERDAMSE BIOS IN DE 60’s & 70’s’. DEEL 2: GERRIT.

Als Petra bij de bios aankomt is het al een drukte van jewelste bij de kassa. De jongens, gekleed in wijde-pijpen-broeken en spijkerjasjes, zijn langharig. Meisjes lopen in kleurrijke maillots, met rokjes en jurkjes, net boven de knie.


Het weer zit niet mee. Herfstachtig, frisse wind en af en toe een waterig zonnetje. ’t Is zaterdagmiddagmatinee. Daar komen altijd de jongsten op af. Deze film is voor boven de veertien.
Ja, dat had je toen nog, films voor boven de veertien … voor boven de achttien, zelfs waren er toen ook films, die uitsluitend volwassenen mochten zien. Maar goed, deze was dus voor boven de veertien … en dan wagen ook de twaalf jarigen een poging de zaal binnen te komen. De jongens vallen altijd snel door de mand, zelfs sommige gassies van bòven de veertien lijken nog vaak te jong.
Bij de meisjes is het net andersom: het is héél moeilijk te zien hoe oud ze zijn. Sommige meiden van twaalf, dertien jaar lijken wel zestien of nog ouder. Door hun make-up, hoge hakken en indien nodig kunsttietjes weten ze menig portier of kassière om de tuin te leiden.

In deze bioscoop zijn ze over het algemeen niet zo streng. Ze laten geen achtjarigen naar binnen, zo erg is het nou ook weer niet. Voor een jochie dat overduidelijk twaalf is doen ze heus wel eens een oogje dicht … ze moeten tenslotte zelf ook verdienen. Het zijn immers geen vette jaren voor de bioscoop-business.

Over een half uur gaat de kassa open. Als Petra Lumière binnenstapt zit Marja, de kassière van vandaag, het wisselgeld te tellen.

‘Gerrit is weer eens te laat,’ moppert Marja, want eigenlijk moet ze dat werkje samen met Gerrit doen.
‘O, nou, reken voorlopig maar niet op hem.’ Petra vertelt haar hoe ze Gerrit net in de bus zag zitten maffen.’

Marja schudde meewarig haar hoofd:
‘Die man is zo langzamerhand helemaal op. Hard aan zijn pensioen toe. Hij zal die paar centen, die hij hier vangt hard nodig hebben. Het verbaast me sowieso dat die man nog niet de zak heeft gekregen’.


Morgen: Deel 3: Marja.

dinsdag 20 augustus 2024

SERIE:'ROTTERDAMSE BIOS IN DE 60'S & 70'S. DEEL 1: PETRA.

 Serie: ‘Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s.


Deel 1: Petra.

Ouvreuse was zo’n dertig à veertig jaar geleden best een aantrekkelijk damesbaantje in de bioscoopwereld. Bestaat tegenwoordig niet meer. Het klinkt zo mooi dat Franse woordje: ouvreuse, deftig bijna. Mannen deden dat werk niet. Ik heb tenminste nog nooit van een ouvreur gehoord. De ouvreuse hielp, met een zaklantaarn, de bioscoopbezoeker bij het vinden van een plaatsje in de zaal. Soms moest ze streng optreden. Wanneer bezoekers, bij drukbezochte of uitverkochte voorstellingen, niet wilden inschikken. Wanneer bezoekers per ongeluk of expres op een verkeerde (betere) plaats waren gaan zitten. Vòòr in de zaal waren de goedkoopste plaatsen. Meer naar achteren werd het duurder: oplopend van parterre naar parket, stalles, fauteuil en zaalloge.
Veel bioscoopbezoekers begaven zich pas tijdens het voorprogramma naar hun plaats. In het donker dus. Vandaar dat die zaklantaarn nodig was om kaartje en zitplaats bij te schijnen. Ouvreuses maakten lange werkdagen: van 12 uur ’s middags tot middernacht met een pauze tussen drie en zes uur.

Petra is zo’n ouvreuse. Ze doet het nog niet zo lang. Een half jaar. Negentien is ze. Op en top Rotterdams. Lange donkerblonde haren, wapperend in de wind, fel rood gestifte lippen, kort leren jasje, openhangend, jurkje (rood) tot net boven de knie; zwarte panty’s.
Ze zet er stevig de pas in op weg naar haar werkplek: bioscoop Lumière.
Er draait een dansfilm met John Travolta: Saterday Nightfever. Een succesfilm. Dat wordt waanzinnig druk. Uitverkocht waarschijnlijk.

Bij de bushalte ziet ze haar collega, portier Gerrit, nog in de bus zitten, terwijl hij hier uit had moeten stappen. Maar hij zit te pitten. Ze tikt nog tegen het raam van de bus. Maar zijn hoofd zakt nog iets verder weg langs het raam. Het is niet voor het eerst dat hij in de bus, op weg naar zijn werk in slaap valt. Het gevolg daarvan is wel dat dadelijk een ander zijn taak moet overnemen. Zeker met zo’n te verwachten drukte als vandaag is dat een kriem. Gerrit, tegen de zestig, is een aardige vent. Alleen zo langzamerhand niet meer zo geschikt voor dit werk. Hij valt zo af en toe tijdens het kaartjes scheuren nog in slaap.

Morgen deel 2: Gerrit.

maandag 19 augustus 2024

LAUWE PILS.

Ik sta in de keuken mijn weekendboodschappen op te ruimen. M’n tafelmodel koelkastje is veel te klein. In dat lullige vriesvak past nauwelijks anderhalve pizza. Plaats voor kliekjes en ijsjes is er haast niet. Twee pakken halfvolle melk moet ik tussen de andijvie, de bleekselderij en de ijsbergsla in de groentenla proppen. Pfff … nou gaat de deur van die koelkast ook al niet meer dicht. Het bier moet er dan maar uit: op het aanrecht: ‘lekker’ lauwe pils. ‘D’r moet echt een andere koelkast komen’, mopper ik binnensmonds. Aan een koel-vriescombinatie denk ik en dan gelijk een goeie ook. Een A-merk. Een duurzame Siemens of een Bosch. Dat ding zal de helft van de tijd niet helemaal vol zitten. Ik ben tenslotte ‘maar’ alleen. Als ik me bedenk wat ik allemaal in een groter vriesvak kwijt kan, wordt ik een beetje blij.


Nu kook ik nog op gas. Een oven heb ik sinds ik hier alleen woon, nooit gehad … nou ja … een air-fryer heb ik, maar daar kan ik net een kroket, een halve frikandel een paar frietjes in bakken. Dat was gewoon een miskoop. Te klein gekocht. Ik ben de laatste maanden weer mijn ‘eigen’ brood gaan bakken. Jammer genoeg kan ik dus alleen maar kleine broodjes bakken. Voor het bakken van een normaal heel brood, pizza’s, lekkere taartjes, quiches en maaltijden wil ik een inductie oven kopen. Dat is voordeliger en schijnt ook veiliger te zijn dan koken op gas. Ik heb begrepen dat inductie stopt als de pan van de plaat gehaald wordt. Prima voor mij! Dat vergat ik nogal eens: het gas uit zetten als ik klaar was met koken.

Een vriendin van me met wie ik over deze keukenwensen heb zitten praten, lacht me een beetje uit en vraagt: ‘Hoe oud ben je nou, Jos?’ (Dat weet ze heus wel!)

’Vierenzeventig,’ zeg ik.

‘Moet je dan nu echt nog van die dure A-merken gaan aanschaffen? Zo ontzettend lang zal je nu ook niet meer leven, toch? En niemand geeft er dan nog een euro voor. Dan staan die peperdure A-merken straks bij het grof vuil.’

‘Tsja? Nu denk ik: ‘Maakt me niet uit. Al zou ik er maar drie maanden van kunnen genieten. Drie maanden elke dag een koud pilsie. Heerlijk.’

zondag 18 augustus 2024

BLOTEBILLENBROEK (bewerkt)

Deze (natte) zomer duikt ie weer op: de blotebillenbroek. Ton Voet uit Hoogzuur (Dr) loopt er in het voorjaar, ‘s zomers en op mooie herfstdagen, nog steeds in. Op z’n werk, thuis, buiten, in de super, enz. Ruim vijftien jaar geleden zetten Amerikaanse speerwerpers een trend, die, zij het heel voorzichtig, ook in Nederland aansloeg.


Op z’n werk werd Ton verrassend snel geaccepteerd in die provocerende outfit, op voorwaarde dat hij de gebruikelijke hygiënische voorschriften in acht zou nemen.
Heel speciaal is, dat die broek eigenlijk alleen in Hoogzuur en nabije omgeving voet aan de grond kreeg ... en dan nog uitsluitend bij de mannelijke bevolking. Thea Voet, Ton’s echtgenote, was er afkerig van maar gedoogde het.

Voor wie met zo’n broekje aan wil gaan lopen zijn in Hoogzuur en omgeving speciale wandelpaden aangelegd (www.blotebillenbroek.pad). Er is daar ook een parkje, ook toegankelijk voor hen. Vorige maand officieel geopend. Er zijn daar toen zelfs goed bezochte workshops en dansfeesten georganiseerd.

‘Het allerlekkerste’, volgens Ton, ’is een regenbui op een tropische dag. Het warme water tikt dan zo lekker op de billen … opwindend bijna .. een sensatie, die op zo’n moment jammerlijk voorbij gaat aan de drager van de reguliere pantalon’.
Veel aandacht trekt Ton met zijn bijzondere broek, uit de homowereld. Goed voorstelbaar. Vindt hij ook helemaal geen probleem. Hoewel hij zich niet tot mannen aangetrokken voelt. Thea is zijn allessie.

‘Een man’, zo stelt Ton, ‘is niet gemaakt voor een normale broek. Die vervormt onze billen. Zeker de èxtra strakke broek resulteert in luie, slappe billen. Ton voelt dat zijn billen in de loop der jaren steeds steviger zijn geworden.
Zijn normale broeken draagt hij niet meer. Die hangen te verpieteren in zijn klerenkast. Gaan binnenkort naar het Leger des Heils.
Ton weet zich, maatschappelijk gezien, nog niet voor honderd procent geaccepteerd. Hij ontwijkt de afkeurende blikken, die hij toegeworpen krijgt: ’Je ziet mensen in de vreemdste gewaden lopen, met kapsels in alle kleuren van de regenboog, maar als je er, heel simpel, bijloopt, zoals ik, in een blotebillenbroek, dan ben je kennelijk een kermisattractie.

zaterdag 17 augustus 2024

DOLLE PRET.

Er moeten meer vrouwen ’aan de macht’ komen. Vinden feministen. Daar ben ik als man òòk voor. Maar een vrouw als Fleur Agema: never, nooit niet! Sinds die oliedomme PVV’ster, minister van Volksgezondheid is, zijn de kosten van de zorg enorm de pan uit gerezen. Alleen al het aantal door huisartsen uitgeschreven verwijsbriefjes naar de psycho-sociale zorg is sinds Agema’s aantreden meer dan verviervoudigd. De vraag naar psycho sociale zorg overtreft het aanbod vele malen. De Nederlanders maken zich grote zorgen over hun geestelijke gezondheid nu de toekomst daarvan in handen is van iemand die nog te stom is om voor de duvel te dansen … nou … daar zou ze misschien nog net toe in staat zijn.


Die Agema is door haar baas Wilders ook nog eens naar voren geschoven als vice-premier. Wat zullen de buitenlandse staatshoofden, die door Agema, moeten worden ontvangen, voor indruk krijgen van Nederland als er zo’n onderontwikkeld huppelkutje op die functie zit. Dat wordt echt dolle pret voor Koning Charles, President Macron, Trump of Harris, Zelenski, Van der Leijden, enz. Die kunnen hun oren niet geloven. Hoeveel tolken zal ze wel niet nodig hebben?!

Ook zullen die buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders hun ogen niet geloven. Niet iedereen kan natuurlijk moeders mooiste zijn maar die Agema, is wel heel erg ogen pijnigend. En haar kledingsmaak: herinner je je nog die oranje-autohoes die ze tijdens de bordesscene over haar veel te vette lijf had gedrapeerd? ’t Is te hopen dat Poetin haar eens bij daglicht tegenkomt, die schrikt zich hartstikke dood. Dat zou dan een pluspuntje zijn voor Fleur.

Vanaf juni 2024, sinds Agema, minister van is, is er in Holland een ware jacht op rustgevende medicijnen ontstaan. De pharmaceutische industrie spint er volop garen bij maar kan de vraag nog nauwelijks bijbenen. De staatskas raakt in sneltreinvaart leeg terwijl er door wanhopige Hollanders woekerprijzen moeten worden betaald voor oxazepam, maagzuurremmers, pijnstillers, betablokkers, quetiapine en calciumblokkers.
Ziekenhuizen en klinieken raken overvol. In tweeëneenhalve maand is het aantal drugsverslaafden enorm toegenomen. Vooral onder blanke autochtonen. Ze worden zich er nu pas van bewust dat Nederland onder leiding van oliedomme, rascistische, fascistische PVV-bewindsvrouwen naar de verdommenis wordt geholpen.

vrijdag 16 augustus 2024

GROOT.

Theo, de boekhouder van Huize ‘Hoopvol’, loopt een dagje mee met een collega (verpleegkundige), die haar cliënten thuis opzoekt en behandelt. Theo wordt vandaag begeleid door Romana. Zij is een jonge vrouw van kleur, halverwege de twintig. Ze komt uit Haïti. Geadopteerd door Nederlandse mensen. Romana is erg groot. Dat gebeurt niet zo vaak dat een vrouw groter is als Theo. Ze is zeker 1.90. Ze gaan met haar auto de wijk in. Vijftien cliënten hebben ze. Vòòr drieën moeten ze klaar zijn.


Romana zegt Theo dat ze eerst naar mevrouw Laatmaar gaan, een Surinaamse van vierentachtig. Ze gaan haar het bed uit helpen, douchen, aankleden en aan het tafeltje bij het raam zetten. Theo droogt mevrouw van top tot teen af. Romana doet de rest.

Theo zegt tegen mevrouw Laatmaar, dat hij een dagje met ‘hem’ meeloopt. Per abuis zegt Theo ‘hem’ in plaats van ‘haar’. Dat komt waarschijnlijk door Romana’s lage stem. Normaal houdt Theo daar wel van, van vrouwen met een lage stem. Aan vrouwen met een hoog stemmetje kan Theo zich snel ergeren. Daar heeft hij bij Romana dus geen last van.

Ze gaan naar meneer Van Rooyen. Een begin tachtiger. Mijnheer van Rooyen heeft de uitstraling van een havenarbeider. Overhemd met korte mouwen, waarin robuuste bovenarmen. In het borstzakje zware Van Nelle. De wijs- en middelvinger van zijn rechterhand zijn geheel nicotinebruin. De foto’s van zijn kinderen en kleinkinderen vallen zowat van de wanden af bij zijn angstwekkende hoestbuien.

Hij spreekt plat Rotterdams en gebruikt in elke zin een pittig vloekwoord. Dat de gelovige Romana zich daaraan stoort vindt van Rooyen alleen maar leuk.

‘Nou, nou, moet dat nou zo,’ zegt Romana, als meneer zich weer eens erg ruw uitdrukt, ’gaat u maar gauw uw mond spoelen, meneer van Rooyen.’ Hij is suikerpatiënt; zij zijn hier om hem een spuitje te geven. Dat is zo gebeurd. Theo hoef daar niks aan te doen. Als ze vertrekken bromt van Rooyen richting Romana: ’doe de groeten aan je man….,’ hij geeft Theo een vette knipoog en schudt tegelijk van ‘nee’. Pas bij meneer van Rooyen valt Theo op dat Romana erg zangerig praat, zoals sommige homo’s ook wel plegen te doen.

‘Meneer van Rooyen … u weet onderhand best wel dat ik niet getrouwd ben.’
‘O ja, dat is waar ook, Theo, hij ìs helemaal niet getrouwd.’ Van Rooyen zegt dus ook al ‘hij’ als hij het over Romana heeft. En zij corrigeert hem niet!

donderdag 15 augustus 2024

VERLEKKERD.

 Ik zette een cd van de Rolling Stones op in de hoop daaruit wat inspiratie voor dit stukje te kunnen opdoen. Het eerste nummer van de cd (Black and Blue) was Hot Stuff. Het deed me meteen denken aan mijn eerste en enige drugservaring. Ik studeerde aan de Academie voor Expressie door Woord en Gebaar in Utrecht. In die stad kon ik geen kamer vinden. Daarom woonde ik enige tijd in Hilversum bij een tante van me: tante Elly. Niet echt honderd procent een tante. Ze was een ex-schoonzus van tante Lenie, een zus van mijn moeder. Het was heel aardig van haar dat ze mij een kamer aanbood in haar grote huis. Tante Elly (35) zat nog steeds in het verwerkingsproces van haar echtscheiding. Uit haar klaagzangen bleek dat ze nog steeds niet kon begrijpen, waarom hij, Ton, haar van de ene op de andere dag verlaten had … hij was toch zo’n rustige, lieve man, die twee lieve kinderen bij haar had verwekt.


Op een dag stemde ze er mee in dat, John, mijn beste vriend uit Rotterdam, een weekendje mocht overkomen en blijven slapen. Het was 1970. Twintigers waren John en ik. De tijd van seks, drugs en rock and roll: John en ik gingen allereerst op zoek naar ‘shit’ . Die was gauw gevonden. Allebei hadden we een portie ingeslagen, waar we het hele weekend veel lol van zouden gaan beleven ... dachten we tenminste. Tot tante Elly onze voorraad ontdekte, in de lade van mijn nachtkastje.

‘Ik had er al zo’n vies vermoeden van’ zei ze, ‘jullie stellen me hevig teleur, weet je dat? Wat denk je dat je moeder hiervan zou vinden, Jos? Eigenlijk zou ik jullie op de trein naar Rotterdam moeten zetten. Ik voel me echt in de maling genomen. Kom maar op met dat spul. Ik spoel het door de wc. Dan heb je er geen lol van en doet het jullie ook geen kwaad … kom zo naar beneden. Het eten is klaar’.

We aten erwtensoep. Het was helemaal geen erwtensoepweer. Tante Elly deed wel meer rare dingen. John en ik vonden het ook vreemd dat drie glazen wijn volgeschonken werden bij de erwtensoep. Alsof alcohol geen drug is.

Hanny en Rob, haar kinderen, aten braaf hun bordjes leeg en vroegen of ze op hun kamer naar de televisie mochten gaan kijken. Tante Elly hoefde niet eens te weten waar ze naar gingen kijken. ‘Ga maar en zet het geluid niet te hard.’

Na het eten dronken we met zijn drieën de eerste en ook de tweede fles wijn nog leeg. Tante Elly was aangeschoten. Ze kon duidelijk niet tegen alcohol. Steeds luider ging ze praten en lachen. Steeds langduriger gingen het over haar favoriete onderwerp: seks.

Ze zat daarbij zowel John als mij om beurten verlekkerd aan te kijken. Toen ze, later op de avond, tussen mij en John in op de bank kwam zitten vonden we het welletjes en gingen we snel naar onze kamer, tante Elly verbouwereerd achterlatend.
Zo’n lekker wijf was zij nou ook weer niet.