Vandaag is de dead-line. Dan moet ik Tirza terugbrengen bij de bieb . Tirza is een boek dat Arnon Grünberg geschreven heeft. Een fantastisch boek. Ik raad het iedereen aan. Het gaat over een gebroken man (Hofmeester heet hij met zijn achternaam). Zijn echtgenote is bij hem weggelopen. Hij is, als boekbeoordelaar bij een uitgeverij, ontslagen en is al zijn spaargeld kwijtgeraakt aan een hedge fund. Het enige wat hij nog heeft kunnen behouden is zijn dierbaarste bezit: zijn dochter Tirza. Na haar eindexamenfeestje gaat Tirza met haar nieuwe vriendje naar Namibië. Hofmeester zal zijn dochter moeten loslaten. Meer verklap ik niet. Lezen!!!
Als ik het boek vandaag niet inlever krijg ik een boete,
niet zo héél erg hoog maar toch … zondegeld. Ik ga geen nieuw boek lenen in de
bieb omdat ik zelf voor 27 euro een nieuw boek heb gekocht bij Donner: ‘de Mitsukoshi
troostbaby company’ van Auke Hulst. Ik had nog nooit van die schrijver
gehoord maar hij boeide me bijzonder tijdens het interview dat hij gaf in het
literaire programma van de VPRO:
‘Brommer op zee.’ Dat boek heeft
meer dan zeshonderd bladzijden. Eer ik daar doorheen ben zijn we al zeker drie
weken verder. Vandaar dat ik geen nieuw
boek leen. Auke Hulst schreef over een schrijver die een robotdochter koopt, die
het verlies van een ongeboren kind moet compenseren. Ondertussen werkt die
schrijver aan een roman waarin zijn alter ego terugkeert in de tijd, met als
doel de loop van de geschiedenis te veranderen – al was het maar in een
verhaal. Laten werkelijkheid en fictie zich in handen van een schrijver wel
dwingen?
In de bieb loop ik Grizela tegen het lijf; ze is Pools. Leuk
om haar weer eens te zien. Met haar heb ik een paar jaar Nederlandse
conversatie gedaan. Het gaat niet zo
goed met haar, eufemistisch uitgedrukt. Angstig probeert ze mijn blik te
ontwijken. Ze heeft een psychose gehad en weet nog niet zeker of ze er al
helemaal uit is. Engelen in haar hoofd willen haar steeds een bepaalde kant op
duwen, een kant die haar bang maakt. Bij
de GGD heeft ze hulp gezocht en gevonden; ze slikt nu pillen maar die gaan pas
over een paar weken werken. Ik vind het
vreselijk voor die lieve schat. ‘Kom,
dan gaan we een kopje thee drinken, Grizela?’ ‘Nee, bedankt, ik moet naar werk.’(Vakkenvuller
is ze bij Kruidvat en dat met haar universitaire opleiding). ‘Tot ziens.’ … en
weg is ze.
Ik ga vandaag ook nog even naar de markt om gedroogd fruit
te kopen voor mijn dagelijkse portie muesli. Ik heb zure abrikozen, ongezwavelde pruimen,
dadels en een kilo muësli nodig. Misschien, heel misschien ga ik ook nog een
mooie zwarte hoed kopen voor bij mijn onlangs aangeschafte statige, lange, zwarte jas. Bij dezelfde kraam
als waar ik die jas kocht, heb ik sjieke zwarte hoeden gezien voor twintig
euro.
Een psychose is natuurlijk vreselijk en je kan het eigenlijk
niet met elkaar vergelijken maar kiespijn is toch zeker zo gruwelijk. Paracetamol helpt nauwelijks, hooguit een
kwartiertje. Godzijdank heb ik een soort
‘paracetamol plus’ daar slaap ik de hele nacht op. De tandarts heeft een kaakoverzichtsfoto
gemaakt en daaruit heeft hij geconcludeerd dat ik een wortelkanaalbehandeling nodig
heb. Vier januari gaat dat gebeuren. ‘O, valt wel mee hoor,’ lacht de tandarts.
Als ik alleen al het woord ‘wortelkanaalbehandeling’ hoor, lopen de rillingen over
mijn rug.