zondag 28 november 2021

ANNETTE

Het is een kwartier lopen. Vijf minuten ben ik onderweg als het begint te stortregenen. Geen paraplu bij me; mijn jas is niet waterdicht. Als een verzopen kat kom ik aan bij het verpleeghuis ‘Zorgwat’.  Mijn vriend Wim zit daar. Vierentachtig is hij; bijna tien jaar ouder dan ik. Hij zit hier nog maar net. Wim is al een tijdje aan het dementeren maar er was nu pas een plekje voor hem in Zorgwat.  Het is zaterdag, weekend dus. Dan zit er nooit iemand bij de receptie. De toegangsdeur zit dicht. Ik moet me melden door op een bel te drukken die een endje verderop staat. Het blijft maar gieten.  Ik druk op de bel. Een mannenstem klinkt uit het luidsprekertje boven de bel:

‘Ja, waar komt u voor’ (‘waar , waar, waar,’ resoneert het in mijn hoofd; ik kom niet voor íéts … ik kom voor iemand!) ‘ik kom op bezoek bij Wim Slootkamp’ zeg ik lichtelijk geïrriteerd.

‘Een momentje geduld alstublieft, mevrouw.’ 

Als na drie minuten die deur nog steeds niet geopend is bel ik nog eens aan.

‘Ja, waar komt u voor?’

‘Ik heb vijf minuten geleden ook al gebeld  en u heeft de deur nog niet voor mij open gedaan, ik sta hier wel midden in een plensbui ... ik kom voor Wim Slootkamp.’

‘Oh, neem me niet kwalijk mevrouw, er was hier een bijna noodsituatie op mijn afdeling, één van mijn bewoners moest hals-over-kop naar de wc .. ‘

‘Meneer, ik  ben zowat doorweekt, doe alsjeblieft die deur voor me open.’

‘ … daardoor was Ik u even helemaal vergeten.  Ik ga gelijk voor u open doen. Waar kwam u ook alweer voor?’

‘Voor mijn vriend, Wim Slootkamp!’

‘Op welke kamer zit hij?’

‘Op de vijfde verdieping, kamer 36.

‘Ja, dat klopt, ik zie hem hier staan. U kunt nu naar binnenkomen, hoor mevrouw.’

Het is erg warm in de entreehal van het verpleeghuis.  Ik zie gelijk zowat niks meer door die beslagen brillenglazen.  Heb  ook niks om de wasem mee weg te poetsen.  Alles is nat. Bijna op de tast begeef ik me naar de lift. Als ik op de vijfde ben, zie ik dat ik weer moet bellen om de afdeling op te kunnen … logisch wel, want Wim zit op een gesloten afdeling.  Onder de bel is een briefje geplakt: ‘Het kan zijn dat u even moet wachten voordat er iemand komt om de deur open te doen. Een momentje geduld.’ Dit keer gaat het vlot. Een zuster doet open. ‘Ik kom op bezoek bij Wim Slootkamp,’ zeg ik maar uit mezelf.

‘Regent het buiten nou zo?’, vraagt de zuster aan mij… en zonder mijn antwoord af te wachten zegt ze blijig ‘Kijk eens Wim, je hebt bezoek, jongen.’  Wim zit aan een grote tafel samen met een paar medebewoners tv te kijken. Wim kijkt om en begroet me hartelijk: ’Hallo, Carolien, ik dacht dat je zaterdag zou komen.

‘Het ís vandaag toch zaterdag Wim.’ zei ik.

‘O ja, dat is waar ook Carolien, als je hier zit lijken alle dagen hetzelfde.’

Tja, ik hield mijn mond, maar Carolien is zijn oudste dochter. Ik heet  Annette.

zaterdag 27 november 2021

MOOIE BOULES

Elke zaterdagmorgen geniet ik volop van Johan Derksen, ja, die voetbal analist. Maar dan zit hij bij Radio Rijnmond in een andere rol. Hij laat daar tussen negen en twaalf uur blues, rock en rhythm & blues horen  … en nou net niet de bekende hitnummers maar juist die onbekende oude juweeltjes, speciaal voor  oudere jongeren en fijnproevers.  In een van zijn laatste uitzendingen stonden de Rolling Stones centraal. De Stones hebben veel hits gescoord met covers van muziek uit de veertiger en vijftiger jaren van de vorige eeuw. Johan Derksen laat dan het origineel horen. Vaak heel verrassend.

Mijn broer Marco is gisteren tweeënvijftig geworden; dat zou morgen, zondag dus, met de hele familie gevierd worden in Mooie Boules, een heel leuke ‘tent’, waar je kan Jeu de boulen, dansen, karaoken, tafeltennissen èn …  heel lekker eten. Het is in de Vijverhofstraat. Kijk maar eens op hun Facebook pagina. Maar … jammer genoeg kan het hele feest morgen niet doorgaan omdat er in het tehuis waar Marco woont (hij heeft het Syndroom van Down) corona is uitgebroken. Ze moeten daar nu allemaal een paar dagen in quarantaine. Het feest in Mooie Boules houden we tegoed.  

In plaats van feestvieren ga ik zondag maar naar de bioscoop. Eigenlijk wandel  ik liever maar daarvoor is het geen weer: regen, koud, wind.  In Cinerama draait een Deense film die mijns inziens wel de moeite waard is. Het draait in die film om pesterij en wraak.  De titel is ‘Persona non grata’.  De film begint om half twee en is gelukkig vóór vijf uur afgelopen … dat moet ook wel hè, gezien de corona-maatregelen.

Pesten is akelig. Ik ben er zelf ook wel het slachtoffer van geweest. Toen ik  jong was, zo tussen de zeven en twaalf jaar, was ik erg verlegen en bloosde heel gauw. In de taalles deden we spreekwoorden: ‘ Hij werd zo rood als een boei.’ De meester van de vierde kon het niet laten om tegen de klas te zeggen:’ Als jullie willen weten wat dat spreekwoord betekent moet je nu naar Jos Mastwijk kijken’. Iedereen lachen natuurlijk, die klootzak van een meester voorop. Hij was een gefrustreerde katholieke geestelijke: broeder Lambertus. Na mijn twaalfde is dat blozen langzamerhand verdwenen.

Ik was negen en nota bene twee van mijn beste vriendjes op de lagere school, pestten me met de vorm van mijn achterhoofd; dat steekt tamelijk puntig uit naar achteren.  Als we met de klas film gingen kijken stond de projector,  als de film nog niet begonnen was, soms op  mijn hoofd gericht. Mijn puntige achterhoofd werd dan tien keer zo groot geprojecteerd op het filmdoek. Mijn goede vrienden René en Cees kwamen niet meer bij van het lachen … toen ik door kreeg waar ze om lachten, stond ik op, rende de klas uit, huilend naar huis. Mijn moeder liet me vertellen en uithuilen. Binnen het half uur stond Cees voor de deur. Hij moest van de meester zeggen dat hij spijt had en … ik moest weer mee naar school komen. Daar gaf René me een hand. ‘Sorry’, zei hij. We zijn tot en met de lagere school vrienden gebleven, Cees, René en ik.  Cees en René gingen naar de mulo; ik naar de hbs en ik verhuisde naar een ander deel van de stad. Vóór dat gepest was ik me nooit bewust geweest van mijn bijzondere achterhoofd. Sedertdien ben ik het nooit meer vergeten. 

vrijdag 26 november 2021

JAMMER MAAR HELAAS

 Eindelijk voel ik me weer wat beter. Heb gordelroos gehad. Ben er drie maanden mee zoet geweest.  Vreselijk veel pijn en jeuk.  Bijna geen slaap in het begin.  Ben nog naar de pijn-poli geweest in het ziekenhuis. Daar kreeg ik goeie pijnstillers. Ik slik ze nog steeds … ben ze nu aan het afbouwen. 

Fietsen, wandelen, vrijwilligerswerk,  bioscoop en theater heb ik toch wel steeds gedaan … thuis blijven zitten of liggen  is niet nodig bij deze aandoening.  Alleen stukjes schrijven, daar kon ik me, tot nu toe dan, niet op focussen. Werd te veel afgeleid door pijn en jeuk.

Vanmiddag doe ik vrijwilligerswerk: ‘Samenspraak’ dat houdt in dat ik een uurtje  converseer met een nieuwkomer in Nederland. Voorwaarde  is dat de nieuwkomer zich al een beetje verstaanbaar kan maken in onze taal. Een Chinese dame (Kelly, 34) en een Syrische heer (Ibrahim, 26)krijg ik vanmiddag.  Ze zijn allebei pas twee jaar hier en kunnen zich verrassend  goed verstaanbaar maken in het Nederlands.

Hèt  onderwerp van gesprek vanmiddag is het ‘dwazenoproer’ van vorige week vrijdagavond in Rotterdam.  Kelly en Ibrahim wisten allebei niet wat er aan de hand was daar op de Coolsingel en omstreken. Ze hadden niet gedacht  zoiets in Rotterdam mee te zullen maken.

Ibrahim maakte gewoonte getrouw zijn wekelijkse rondje door het centrum en dacht eerst dat al die drukte en het geschreeuw  iets met voetballen te maken had maar toen hij zag dat er met stenen gegooid werd en auto’s in de fik stonden wist hij niet hoe gauw hij zich uit de voeten moest maken. Kelly hoorde ervan via haar zesjarige  dochter die op YouTube beelden van de rellen had opgevangen.  Zelf woont ze in Ommoord, Kelly, en ze hoopte van harte dat die dwazen uit haar buurt zouden blijven.

Woensdagmiddag moesten twee relschoppers al voor de rechter verschijnen, snelrecht heet dat.  Het waren twintigers, een man van zesentwintig en een vrouw van drieëntwintig. Ze kregen allebei een tamelijk lichte straf: 5 maanden gevangenisstraf waarvan twee maanden voorwaardelijk… en die vrouw kreeg nog eens een boete van duizend euro omdat ze stenen naar een politiewagen had gegooid. Nog een vijftigtal dwazen moet later voor de rechter komen, die waren blijkbaar niet geschikt voor het snelrecht.

Straks om zeven uur is er weer zo’n persconferentie van Hugo en Mark; ik kijk er nooit naar. Duurt een uur! Mij te lang. In het acht uur journaal zie ik het in tien minuten. Ze komen met nieuwe maatregelen. Er zijn er al wat uitgelekt ..  de bioscopen en theaters moeten sluiten van 5  tot 5. Persoonlijk vind ik de sluiting van de bioscopen van vijf tot vijf niet zo erg want daar zit ik toch alleen maar tussen één en vijf uur ’s middags. Dat de theaters moeten sluiten vind ik zwaar klote. Daar kan ik alleen maar ’s avonds terecht. Heb ik net een kaartje gekocht  voor de voorstelling: ‘’Herman van Veen 76: dat kun je wel zien dat is hij’’ … op donderdag twee december a.s. zou dat zijn. Daar had ik me nou zo op verheugd. Jammer maar helaas.

  

zondag 5 september 2021

Ziek

 Wegens ziekte even geen verhaaltjes

donderdag 2 september 2021

DROOG

Het KNMI spant samen met pretpark de Efteling en nog enkele buitenattracties. Ook al weet het KNMI dat het de komende dag slecht weer is, koel en regenachtig, dan nog zal het KNMI mooi weer voorspellen of minder weer gedurende delen van de dag, verzwijgen.  Daar krijgen ze voor betaald door de GPP de gezamenlijke pret parken.  De toeristische buitenattracties spinnen daar goed garen van. Duizenden mensen meer zullen er op uit trekken. De pretparken maken een prima winst dankzij het  Koninklijk Meteorologisch Instituut. Helemaal voor niets doet het KNMI dit natuurlijk niet. Voor niets gaat de zon op.  Alle medewerkers van het instituut krijgen een jaarkaart die hen recht geeft op gratis toegang tot alle pretparken in heel Nederland.  Verder ontvangt het Europees Samenwerkingsverband  van Meteorologische Instituten (ESMI) jaarlijks een gift van de GPP van tussen de driehonderd duizend en vijfhonderd duizend euro. Dit geld wordt aangewend voor de ontwikkeling van hoogwaardige apparatuur waarmee in heel Europa, op daarvoor geschikte locaties en gewenste tijdstippen, droogtegebieden kunnen worden gerealiseerd.

Al veel eerder is hiermee geëxperimenteerd in gebieden in  Afrika. In eerste instantie waren de resultaten daar bemoedigend te noemen. Er ontstonden omgevingen, oases zouden ze genoemd kunnen worden, waar het heel aangenaam toeven was. Later bleek dat de droogte- apparatuur (DRY678) niet meer in de hand te houden was. De oases droogden uit en langzamerhand veranderden de voor het experiment uitgekozen Afrikaanse regio’s in gortdroge en bloedhete woestijngebieden.  Pas heel recent zijn de wetenschappers, die destijds het droogteproces  geëntameerd  hebben, er in geslaagd de verdroging een halt toe te roepen.  Uitgestrekte, uitstekend bewoonbare gebieden waren  totaal onbewoonbaar geworden. De ontheemde bewoners van die verdroogde aarde restten niets anders dan hun heil elders te zoeken. Met  duizenden zochten Afrikanen, mannen, vrouwen en kinderen, in doorgaans gammele levensgevaarlijke bootjes hun heil richting het noorden: Europa.  Het was een ware exodus. Op dit moment wordt de vlucht van Afrikanen naar Europa te veel en worden op schandalige wijze deze gedupeerde mensen uit Europa geweerd. Terwijl zij nog op zee zijn, worden vluchtelingen met zogenaamde pushback-boten  naar hun eigen werelddeel terug gedwongen. Degenen die wel voet op Europese bodem hebben gezet, wordt door een aantal landen op ondubbelzinnige wijze  ‘verwelkomd’: er worden aan de landsgrenzen metershoge betonnen muren en prikkeldraadbarrières opgetrokken. Inmiddels is de DRY678 die, overigens geheel onbedoeld, Afrika gedeeltelijk  ‘sahariseerde’ vernietigd door een 786-DRY langeafstandsraket van Amerikaanse bodem.  Veel  effect  zal dat niet hebben omdat het werk van de DRY678 naadloos overgenomen is door de meedogenloze zon.

Gewaarschuwd door de, op zijn zachtst gezegd, teleurstellende eerste ervaring, zal met het droogteprojekt  in Europa de grootste voorzichtigheid in acht worden genomen. Een dergelijke humanitaire ramp moet absoluut uitgesloten worden. Hoewel het natuurlijk mensenwerk blijft; harde garanties kunnen niet gegeven worden.  In tegenstelling tot het mislukte Afrika-experiment  zal in Europa gestart worden in het extreem natte Schotland. Naar verwachting kan in 2025 aan dit miljardenproject  worden begonnen. Voorwaarde is dat zestig procent van de Schotse bevolking hier bij het in 2022 te houden referendum mee in kan stemmen. 

dinsdag 31 augustus 2021

WILDPLASSEN

‘Dan háál je de politie er toch bij! Denk je dat ik bang ben voor de politie?’ Zijn gulp staat open, zijn piemel hangt uit zijn broek. Frida en Louis lopen  toevallig langs. Zij aan zij. Ze zijn aan het winkelen in de Zwartjanstraat, Louis heeft een paar nieuwe schoenen nodig. Zo te zien heeft de man tegen de winkelruit van de slijterij staan piesen. Een kerel in een net streepjespak, vast en zeker de slijter,  houdt een ‘arme oude ziel’ in zijn greep.  Er ligt op de stoep  onder de ruit een gelig plasje dat over de stoep naar de rijweg stroomt.

 Wildplassen?? Weet ik veel … ik zeek zowat in mijn broek en vroeg daar binnen aan die man van die slijterij of ik hier alstublieft even zou mogen pissen ...

‘Neen meneer daar komt niks van in. Als u moet plassen gaat u maar naar een café; er zijn er hier genoeg in de buurt.’

Kon het toen al niet meer houden, d’r kwam wat in mijn broek ... ik naar buiten,  pakte de eerste de beste plek om tegen te zeiken … die winkelruit.  Ja, ik ben niet gek … ga niet voor lul lopen in die winkelstraat hier met een zeiknatte broek.  Er is inmiddels een klein oploopje ontstaan voor de winkel.

Louis wil zich er mee gaan bemoeien; hij doet een stap in de richting van de slijterij maar Frida trekt hem aan zijn arm terug. ‘Laat die twee het lekker samen uitzoeken Louis.  Het is jouw zaak niet. Kom, dan lopen we verder  naar van Haaren, we komen hier tenslotte voor je schoenen.’  Even denkt Louis dat zijn vrouw eigenlijk wel gelijk heeft, maar hij kan het toch niet laten: hij maakt zich los van Frida: ‘even maar; ik hou het netjes’ …. ‘ja, dat kennen we van je, Louis,’ zegt Frida. Hij stapt op de winkelier en de wildplasser af.

‘Meneer de slijter, zou u  deze wildplasser, hier niet zo open bloot aan het publiek ten toon willen stellen.  Neem die arme man gauw  mee uw winkel in in afwachting van de politie, als die überhaupt wel komt op zo’n futiliteit als wildplassen.’  Hoewel de slijter tegenstribbelt : ‘blijf van me af man …  de politie komt zo’ laat hij zich toch zijn eigen winkel in duwen; de ouwe man houdt hij stevig in zijn greep. Buiten zijn de meeste mensen inmiddels doorgelopen. Alleen Frida staat er nog; ze maant Louis naar buiten te komen. ‘Meneer de slijter’, zegt Louis, ‘geef die man allereerst even de gelegenheid om zich behoorlijk aan te kleden. Ik bedoel: laat hem los!’ Blijkbaar maakt Louis indruk op de slijter.  Hij laat de man los, zij het met tegenzin. De ouwe fatsoeneert zich; hij glimlacht dankbaar naar Louis. Als de slijter even zijn hoofd buiten de deur steekt, (zeker om te kijken of de politie er al aan komt) drukt Louis in de gauwigheid een fles Bols jonge jenever achterover . Als hij langs de slijter de winkel uitloopt zegt hij: ‘Laat die wildplasser toch gaan joh, denk je nou echt dat de politie nog komt?’

Frida had dit oponthoud kunnen missen als kiespijn. Als ze weer zij aan zij verder lopen, zegt ze: ’eh Louis, haal die fles jenever maar uit je binnenzak … die past beter bij mij in de tas. 

maandag 30 augustus 2021

MOEDER?

Cindy heeft haar moeder, Mary, nu al in geen jaren meer gezien. Dat is maar goed ook.  Mary is een vrouw met problemen. Van haar heeft ze meer last dan gemak gehad.  Mary belt haar eens in de zoveel tijd; meestal klikt Cindy het gesprek weg; een enkele keer neemt ze het aan maar binnen een minuut heeft ze er al weer spijt van. Haar moeder trèkt alleen maar aandacht en dat kan ze missen als kiespijn. Ze klikt  het gesprek meteen weer weg.  Carla,  de partner van Cindy, doet wel eens een poging om te bemiddelen tussen die twee  … maar dat is trekken aan een dood paard.  

Sinds Mary gescheiden is van Cindy’s  stiefvader, is er helemaal geen land meer met haar bezeilen. Ze is aan de cocaïne. Het enige waar Mary op uit is, is geld voor haar coke-verslaving. Ze wil zich altijd en overal vrolijk, energiek en onoverwinnelijk voelen ... Elk telefoongesprek heeft ze haar smoesje klaar  …  bijvoorbeeld het verhaal over het lawaai dat haar bovenbuurvrouw maakt met het oefenen van haar danspasjes en dat ze daar hartstikke gek van wordt … maar dat verhaal slaat al gauw om: ze heeft  geen geld om de huur te betalen en of Cindy haar wat wil lenen. ‘Ma, ik ga dit gesprek nu  beëindigen ,’ zegt ze en klikt Mary weg.

Die cocaïneverslaving dat is iets van de laatste jaren … vroeger toen Cindy nog jong was  … viel Mary nog wel  mee … ze nam haar mee naar de speeltuin, het strand, ze las haar wel eens wat voor. Ze raakte  de weg kwijt toen Cindy in de puberteit  kwam . Juist toen ze haar moeder zo hard nodig had.  Mary deed er lacherig over dat Cindy’s borsten groeiden en toen zij voor het eerst ongesteld werd … buikpijn … chagrijnig …lusteloos … moest ze van haar klasgenootjes horen wat er met haar kon zijn. Haar moeder gaf haar geld en stuurde haar naar het Kruidvat om tampons te kopen. Ze liet haar zelf  uitzoeken hoe dat werkte met die tampons. Dat  dat bloedverlies elke maand terug zou komen en waarom, daar zei haar moeder ook niks over.  Toen verwaterde de relatie met Mary al behoorlijk.

Op haar zeventiende raakte Cindy  bevriend met  een jongen van de dansschool: Ruud. Ze stelde hem voor aan haar moeder. Die was ziek: achterdochtig, vertrouwde die knul niet. Hij wilde haar alleen maar gebruiken, dacht ze. Hoe ze daarop kwam begreep Cindy niet, Ruud was voor haar een lieve, aardige jongen. Mary wilde hem nooit meer zien. Ruud en Cindy bleven desondanks bevriend. Ze raakte zwanger van hem ...  vond zichzelf nog te jong … pleegde abortus. Mary was daar zwaar op tegen maar Cindy nam haar niet meer serieus met haar cocaïne en haar paranoia.  

De verkering met Ruud ging uit, hij had een ander. Cindy voelde zich steeds meer aangetrokken tot meisjes … vrouwen.  Op het laatste schoolfeest danste ze innig met  haar klasgenoot Carla … wilde haar niet meer loslaten … liet haar na die avond ook niet meer los. Mary sputterde al niet meer tegen toen ze hoorde van de trouwplannen van Cindy en Carla.

Cindy brak met haar moeder. Sindsdien hebben ze elkaar niet meer gezien. Alleen voor geld is het dat Mary haar af en toe nog eens belt.