Brenda, een collega van me, heeft de tafel gedekt, een oud model van Ikea,
dat al jaren niet meer verkocht wordt. Ze heeft m’n rozen afgesneden en in het
water gezet. In haar kleine keuken heeft ze gekookt, kip met rijst, vooral
omdat ik het zo lekker vind, vermoed ik. In afwachting van haar seintje ‘aan
tafel!’ zit ik in haar vintage
fauteuil te lezen in het boek ‘De
helaasheid der dingen’ van Dmitri Verhulst, een Vlaamse schrijver. Het gaat
over de belevenissen van een asociale, alcoholistische familie, in een gehucht
in Vlaanderen. Daar wordt een Tour de France georganiseerd, waarin geen water
of sportdrank gedronken mag worden maar uitsluitend alcohol houdende drank …
‘Aan tafel!’ roept Brenda.
De kip met rijst ziet er lekker uit … óók het groenvoer (komkommer, paprika,
sla), dat ze erbij heeft geserveerd. Rode
wijn drink ik altijd bij het. Brenda weet dat. Ze verrast me nu wel heel erg door me mijn
lievelingswijn te schenken: een
Saint-Emilion van 1995 1995; een
uitstekend wijnjaar.
‘Waar heb ik dit eigenlijk aan verdiend, Brenda?’
‘Voor jou is het misschien niks bijzonders, Henk, voor mij
wel: we zijn vandaag op de kop af één jaar collega’s. ‘
‘Goh, is dat nou alweer een jaar? Wat vliegt de tijd toch!
Ik kan me nog goed herinneren dat je op
de afdeling werd voorgesteld, met name aan mij, want wij moesten gaan
samenwerken. Je was echt nog zo’n meisje
toen, net van school, verlegen, een beetje giechelig,’
Ze proosten op hun samenwerking bij Krootjens, hun werkgever.
‘Heerlijke wijn,’ zeggen ze bijna in koor. ‘Het is een echte Saint-Emilion,
goed op dronk ook,’ zegt Henk. Wat heb je er voor betaald?’
‘Tweeëntwintig’.
‘Goeie prijs-kwaliteit verhouding!’
Het moment dat ik aan Henk en zijn collega’s werd voorgesteld
zal ik nooit vergeten … ik was al goed nerveus en had het helemaal niet meer
toen hij begon over hoe ik er uit zag: …
mijn oranje gestifte lippen en blauwe hanenkam, ogen zwaar opgemaakt, veiligheidsspelden
in mijn oren, piercings, scheuren in mijn broek ... hij somde dat allemaal zo
onbeschaamd achter elkaar op …. zijn collega’s stonden er schaapachtig bij te grinniken
... wat een klootzakken zeg … moet ik met hen samenwerken? Dat kan toch niet!’
Nu herinner ik het me weer Bren: ‘daar hebben we ons eerste
Punkie!’ zei ik, weliswaar lachend maar ik dacht: als ze net zulk rommelig werk
aflevert als ze er uit ziet, dan komt ze haar proeftijd echt niet door. ‘Je
hebt een lekker gekruid, krokant kippetje gemaakt … met kerrie, hè?’
‘Ja … een beetje chili
poeder en gerookte paprikapoeder heb ik ook nog gebruikt ... het smaakt mij ook
goed.’ Ze snijdt met het grote mes nog
een paar stukken van de kip en schenkt nog eens bij.
Vanmorgen kreeg Brenda een brief van Krootjens, hun baas: haar
contract loopt af en wordt niet verlengd. Brenda staat op van tafel. Zonder dat
Henk er erg in heeft, pakt ze het mes. ‘Ik zal je de brief laten lezen, Henk.’
In de brief leest hij, dat Brenda wegens ‘onverenigbare karakters’ wordt ontslagen. Het is zonneklaar dat Henk hier achter zit. Ze wil hem eerst dat grote mes tussen zijn ribben steken maar bij nader inzien krijgt ze daar zelf te veel last van dus volstaat ze ermee hem een klap zijn kop te geven met de fles van zijn lievelingswijn. Henk valt buiten westen naast zijn stoel. Brenda drinkt het laatste beetje Saint-Emilion uit de fles.