donderdag 12 augustus 2021

DEN BOSCH (3)

 Paula had een grappig, tamelijk kort zwart jurkje aan en tot mijn grote verbazing was ze naar de kapper geweest en had ze  d’r blonde haar  paars laten verven. Ze zag er leuk uit zo. Ik ging samen met haar het Noordbrabants museum. We zouden kennismaken met een bijzondere kunstenaar: Salvador Dali.

Op de fiets gingen we naar het museum. Zij bij mij achterop. Het was moeilijk een plekje te vinden om de fiets te stallen. Op veel plaatsen zag ik bordjes met de tekst: ’Hier geen rijwielen plaatsen.’  Ik moest die fiets toch ergens kwijt. Dus zette ik hem maar op een verboden plek.

Het was ondanks de tijdsloten druk In het museum. Er  waren zowel schilderwerken van Dali te zien als foto’s van hem die door zijn vrienden waren gemaakt.  Salvador Dali (1904-1989)was een creatieve alleskunner. Heel bekend zijn de schilderijen met gesmolten uurwerken maar die zijn hier niet in dit museum te zien. Zijn erotische schetsen en zelf ontworpen advertenties worden nu wel getoond. Dali was naast kunstschilder ook reclamemaker, schrijver, acteur, minnaar en model.  De foto’s laten duidelijk zien dat Dali al op heel jeugdige leeftijd surrealistisch bezig was. Zijn sprankelende humor, bewuste provocaties en natuurlijk zijn markante snor waren opvallend.

Veel belangstelling was er voor Dali’s erotische prenten, eigenlijk waren er (gezien de corona) veel te veel mensen in die zaal. Desalniettemin heb ik de suppoosten niet zien handhaven.  Paula was bijzonder geïnteresseerd in die prenten; ze stond er zowat met haar neus bovenop …… en eerlijk gezegd raakten die prenten mij ook wel …….. we hadden het er niet met elkaar over.

Koffie. In Den Bosch was trakteren op koffie met de hier beroemde lekkernij een soort verplichting: de Bossche bol. Paula vond het een prima idee. Zij at weliswaar haast nooit zo’n bol. Ze was hier geboren en getogen. Voor haar was  die bol niet zoiets speciaals. Het was al lang geleden dat ze er een op had, zei ze. Nu had ze wel trek. ‘Het water loopt me al uit de mond.’

Bossche bollen zijn supergrote roomsoezen, die moeilijk te eten zijn … de serveerster gaf er mes en vork bij. Maar snijden in zo’n bol dat gaat echt niet, dacht ik, dus ik neem een grote hap en tegelijkertijd valt er een grote klodder slagroom uit de bol op mijn broek. Paula moest lachen, wat ik nou niet zo leuk vond ….. Ik at met de vork de slagroom van mijn broek. Voor wat ik er niet af kreeg, gaf de serveerster mij een vochtig doekje. Gelukkig zat er nog heel wat slagroom in de bol om van te smullen. De koffie was goed. Lekker sterk. Paula bedankte me voor de traktatie. Ze kneep me zachtjes in mijn arm.

Op naar de fiets! Die stond er nog maar wel met een lekke voorband. Het ventieltje was los gedraaid. Natuurlijk door een gluiperige buurtbewoner. Voor ons zat er niets anders op dan (een half uurtje)naar de fietspomp te lopen; op het Centraal Station.    

woensdag 11 augustus 2021

DEN BOSCH (2)

‘Birds without flight’(Vogels die noch kunnen vliegen, noch kunnen vluchten) is de titel van een act op het Boulevard-festival. Als bijschrift kreeg de act mee: ‘ de oorsprong van onze wereld zit in bladeren, breekbaar, kwetsbaar, toch in staat om terug te keren, weer tot leven te komen nadat ze eenmaal gevallen zijn in het ruige seizoen.’

‘Nou ja, geef mijn portie maar aan Fikkie,’ zei Paula nadat ze dat gelezen had. Rebecca, Toon en ik dachten dat we het wèl begrepen hadden, wij wilden de act wel eens zien die bij die poëtische woorden paste. In de aankondiging werd nog vermeld dat mensen die last hadden van claustrofobie deze voorstelling beter konden mijden.

‘Ik begrijp niks van die teksten en ik heb ook geen last van claustrofobie, dus ik wil die act toch wel eens zien,’ zei Paula. Ook Rebecca en Toon waren wel nieuwsgierig. Ik ook trouwens.  Voor vijf euro per persoon mochten we een kwartier de tent in waar het allemaal zou gebeuren. De voorstelling was voor twee personen dus lootten we om wie het eerst naar binnen zouden gaan. Tot grote opluchting van Toon en Rebecca werden Paula en ik dat. Het tentje stond propvol ficus benjamin planten en op een langgerekt ijzeren plateau, model patatsnijder, waren twee eenpersoons staanplaatsen aangegeven.

Daar stonden Paula en ik dan, geheel ingesloten door de planten. ‘Ooo, ik vind het nou al eng,’ zei Paula, ‘kan ik nog terug?’ Terwijl ze dat vroeg was de act al begonnen: de toegang tot de tent werd afgesloten en er klonk een zacht liefelijk muziekje. Langzamerhand werd het licht gedempt, klonk de muziek harder, stak er een zacht briesje op en vond Paula het nog wat enger worden. ‘Houd me hand  alsjeblieft vast?,’ vroeg ze me met een angstig stemmetje maar dat was niet mogelijk omdat we te ver van elkaar afstonden.

Stikdonker werd het op den duur in de tent, de muziek oorverdovend en het briesje kreeg orkaankracht; de bladeren van de planten sloegen tegen me aan en ik had moeite me in balans te houden op de wiebelende patatsnijder. Paula had het niet meer: ‘Ik wil eruit!’ schreeuwde ze, nog nauwelijks hoorbaar voor mij. ‘Rustig Paula, de storm gaat zo liggen!’ schreeuwde ik zo hard mogelijk terug, ik probeerde maar wat om haar enigszins tot bedaren te brengen.  Eerlijk gezegd voelde ik me zelf ook niet meer zo op mijn gemak in die tent. Ik maakte mezelf wijs dat het  theater was en dat de makers toch niet zo achterlijk zouden zijn om een levensbedreigende act neer te zetten. Paula stond op hooguit twee meter afstand van mij doodsangsten uit.  

Maar inderdaad al snel veranderde weliswaar heel geleidelijk de intensiteit van het licht, de muziek en de wind. De planten stonden nu weer roerloos  om me heen.  Nu de storm was gaan liggen rook ik een tropische bloemengeur ….jasmijn, leek het wel. Een rustgevend einde, hoewel dat blijkbaar niet zo voelde voor Paula.  Het huilen stond haar nader dan het lachen. Ze trok me met kracht mee de tent uit en eenmaal buiten pakte ze me stevig vast. ‘Heb ik blijkbaar toch claustrofobie,’ zei ze. Ze liet haar tranen de vrije loop.

Rebecca en Toon waren nu bijna aan de beurt: ’Was het zó erg?’ vroeg Toon lachend toen hij Paula’s tranen zag? Ik zei dat ik het  echt goed en soms ook spannend vond. Toon kende Paula al langer dan vandaag . Hij wist dat ze heel gauw van haar stuk gebracht was.

Toon en Rebecca kwamen een kwartier later gierend van het lachen de tent uit: ‘leuke act, fijne muziek, ogen dicht, de wind blaast door mijn haar, lekker ontspannend,‘ zei Toon; Rebecca leek het daar helemaal mee eens te zijn.    

  

dinsdag 10 augustus 2021

DEN BOSCH

 

In Den Bosch ben ik de afgelopen vier dagen geweest.  Voor het Jeroen Bosch museum, het Noordbrabants museum en het Boulevard festival. Ik zat in een Bed & Breakfast bij Tinie, de tamelijk lange, ultra slanke eigenaresse van ‘B&B mijnhuisjouwhuis’.  Van de B&B  waren het ontbijt en Tinie de hoogtepunten. (Het bed was een veel te groot tweepersoonsbed in een veel te klein kamertje). Tinie  (53) was een leuke, open, vrouw; het klikte gelijk. Toen ze hoorde dat ik onder andere voor het Boulevardfestival kwam  vertelde ze dat ze daar tot vier jaar geleden met een vriendin ook regelmatig kwam maar sinds ze door een windvlaag omver geblazen was en daarbij (een weliswaar lichte) dwarslaesie opliep was het voor haar uit met Boulevardpret.

 Tinie vond het niet zo’n goed idee van mij om alléén naar het festival te gaan: ‘Het is juist zo leuk om samen naar een voorstelling te kijken, er wel of niet van te genieten en er dan met elkaar over na te praten onder het genot van een hapje en een drankje,’ zei ze

‘Tja,’ zeg ik,’ maar ik heb nu eenmaal niemand gevraagd om met me mee te gaan, dus ik zal het toch in mijn eentje moeten doen.’

‘Nou,’ zegt Tinie, ‘ mijn dochter Rebecca en Toon, haar man, gaan elk jaar naar Boulevard. Ik kan wel eens vragen of jij met ze mee kan.  Als ze weten dat jij een gast van mij bent vinden ze dat vast wel prima. Jullie zullen het alleen wel eens moeten worden over de acts die jullie willen zien.’

Ik vond het eigenlijk wel een goed idee van Tinie. Het was trouwens snel geregeld en het werd voor mij nog aardiger dan gedacht want Paula, een vriendin (en leeftijdsgenoot) van  Tinie  wilde ook graag met ons mee en zo waren we met zijn vieren. Beter dan met zijn drieën…… en …… Paula was nog een leuke vrouw ook en uiterlijk althans, zo’n beetje in alles het tegengestelde van Tinie. Met de voorstellingen waren we er ook snel uit. Alleen het weer werkte flink tegen. Zowat om het uur stortte er een plensbui op het festivalterrein neer; we moesten dus regelmatig een schuilplek zoeken. Wij zochten dan meestal de toilettent op, daar konden ook de meeste mensen staan. Er waren inmiddels al drie plensbuien geweest en we hadden nog geen voorstelling gezien.  Gelukkig maakte het ons niet moedeloos, integendeel, we maakten lol over onze regenpaniek en spraken over voorstellingen die we hier in eerdere jaren gezien hadden en tot mijn grote tevredenheid kwam Paula lekker dicht tegen me aanstaan….toen ik ook wat meer tegen haar aan ging leunen was dat voor haar, tot mijn genoegen, geen reden zich wat van mij af te wenden.

‘Bloos’ was die avond de mooiste act waar we aan meededen.  Het was de bedoeling dat we die afzonderlijk zouden beleven; ons werd gevraagd ons te ontdoen van mobieltje, jas, pet en schoenen. Vervolgens werd ieder van ons in een eenpersoonstentje gezet, alwaar een (tamelijk onbegrijpelijk) gedicht werd voorgedragen. Toen werden we vanuit de tentjes, met een koptelefoon op ons hoofd, naar een groot grasveld met bedden gebracht; we werden uitgenodigd daarop te gaan liggen. Bij mij en bij de anderen, zoals ik later hoorde, klonk, vanuit de koptelefoon, muziek en het levensverhaal van een 80 plusser, bij ieder van ons weer van een andere oude man of vrouw.

Het levensverhaal dat ik te horen kreeg, afgewisseld met muziek, was van  een 84 jarige man, iemand die zich pas vanaf zijn 21e ervan bewust was dat hij homoseksueel was. Nooit had hij last gehad van zijn seksuele geaardheid. Hij was makkelijk door het leven gerold.  Moeilijke keuzes had hij nooit hoeven te maken ….dat deden anderen telkens voor hem. Eén keuze maakte hij zelf wèl: zijn doodswens …. toen zijn 12 jaar oudere vriend overleed.  Voortleven was toen voor hem zinloos.

In de loop van zijn verhaal werden loodzware kussens op mijn benen en later ook op mijn bovenlichaam gelegd …..en totaal buiten de orde van de act begon het toen vreselijk te plenzen, waarop een groot tentplastic over me heen werd gespannen zodat ik droog zou blijven.

Omdat het toen, ook na die act, alsmaar bleef gieten, besloten we met de auto van Rebecca naar Tinie’s B&B te rijden. Daar hebben we, onder het genot van een wijntje, de levensverhalen, die we gehoord hadden nog eens opgehaald, zodat Tinie er ook wat van mee kon genieten. Paula kwam met haar wijntje, dicht naast mij op de bank zitten en lachte lief naar mij, dacht ik.

Ik lachte, misschien net iets te gretig, terug.

donderdag 5 augustus 2021

HELDEN

 

De Olympische Spelen zijn dezer dagen hot-news.  Hoewel ik een sportliefhebber ben volg ik dit evenement niet; sport liever zelf. Ik kijk wel naar het journaal en hoor wie, wat voor medailles heeft gewonnen, luister dan met frisse tegenzin naar de enthousiaste bijna hysterische geluiden van de dienstdoende commentator. Het doet soms pijn aan mijn oren de herrie, die opklinkt,  zelfs wanneer er bij synchroonzwemmen slechts een bronzen medaille wordt binnengehaald.  Ik zou het zelf niet kunnen, hoor, noch het synchroonzwemmen noch het commentaar geven. In elk journaal wordt met trots melding gemaakt van het totaal aantal plakken die zijn binnengehaald door onze sporthelden. Ze kunnen het bij het journaal niet laten om ons kleine aantal medailles met dat van de Chinezen te vergelijken; dat land is natuurlijk vele malen groter. China staat tot nu toe altijd nummer één in het plakkenklassement en Nederland nu eens negende en dan weer tiende.  Joepie!

Ik deed vandaag ‘Conversatie Nederlands’ met een Chinese moeder en dochter, ik ben hun namen vergeten maar laat ik ze voor het gemak even Hui (de moeder) en Sya (de dochter) noemen.  De enorme bevolkingsgrootte van China (1,4 miljard)  is natuurlijk een enorm arsenaal waaruit kampioenen geput kunnen worden. Maar dat is het niet alleen want Sya vertelde me dat kinderen al op vijf of zes jarige leeftijd  moeten beginnen met trainen voor hun sport.  Hier in Nederland doen we dat niet zo, bovendien is hier lid zijn van een sportvereniging niet voor iedereen weggelegd: óf de ouders hebben er geen geld voor óf het interesseert ze minder dat hun kinderen aan sport doen. In China zit er drang of beter: dwang achter en neemt de staat de kosten en controle op de progressie van de sportende kinderen voor zijn rekening.

Mijn krant, de Volkskrant,  is nu ook rijkelijk gevuld met uitgebreide analyses en sfeerverhalen over onze olympiërs. Elke dag zeker vier pagina’s. Het naadje van de kous krijg ik te lezen over gedesillusioneerde sporters, die positief getest zijn op corona en over  slecht presterende individuele atleten of falende sportploegen. Op elke sportpagina worden daarvoor wel een of twee hoekjes vrijgemaakt. In schril contrast daarmee staan de bijna oorverdovende juich-artikelen en de foto’s, gekleurd met veel oranje van onze olympische helden, soms wel over een halve pagina.

Ik sla die olympische pagina’s altijd snel over, eerlijk gezegd kijk ik nog wel even snel of er misschien nog een voetbalnieuwtje in staat, want voetbal is mijn geliefde sport.  Maar meestal staat daar nu nog niks over in de krant, het voetbal moet nog allemaal op gang komen, dat is voor de kranten voorlopig nog bijzaak.

Wat een paar dagen geleden wel tamelijk groot voetbalnieuws was: de aanstelling van Louis van Gaal als bondscoach van het Nederlands elftal. Zeventig jaar is hij alweer. Ik denk dat hij niet veel slechter gaat presteren dan zijn voorganger, de Ajacied Frank de Boer.  Wat ik erg leuk vind is dat Louis van Gaal, als zijn assistenten Danny Blind en Henk Fraser heeft  gekozen. Dat is dus een drietal ex-Spartanen bij elkaar! Ze hebben nog met elkaar gevoetbald bij  Sparta, mijn favoriete ‘cluppie’! Normaal gesproken kan het nu toch niet meer mis gaan met Oranje.              

woensdag 4 augustus 2021

FIETSEN

 

Rusteloos; het is half elf in de ochtend en  ik voel me rusteloos. De krant heb ik al uit,heb een kopje koffie gedronken en ben begonnen met lezen in het boek dat ik pas kocht: ‘Stemvorken’ van A.F.Th. van der Heijden. Het boek gaat over de lesbische liefde  tussen twee getrouwde vrouwen; en niet alleen over de liefde en lichamelijkheid maar ook over de neergang, die komt met het voortschrijden van de tijd. Wat mij zo nieuwsgierig maakt naar dit boek is hoe de schrijver, een man, zich heeft kunnen inleven in de verhouding tussen deze vrouwen en hun liefdesleven en daarover geloofwaardig heeft weten te schrijven.  Helaas zijn de eerste bladzijden nog niet zo boeiend; ik zit te geeuwen, mijn ogen worden zwaar en vallen uiteindelijk dicht. Ik dwing  mezelf ertoe door te lezen want het is toch een goed boek, althans dat schrijven de recensenten.  Het ís een goed boek, alleen ben ik nu niet in staat om de woorden vatten  …. Ik ben moe, ben al een paar avonden achter elkaar te laat naar bed gegaan en was vroeg weer op.  Dat is waarom ik me nu niet goed kan concentreren op het lezen.  Daardoor voel ik me zo rusteloos, ondanks dat ik toch weldadig rustgevende muziek op heb staan van die fijne Franse radiozender FIP.  Ik zou natuurlijk gemakkelijk  televisie kunnen gaan kijken …… wat ik eigenlijk nooit doe overdag,  dus vandaag  niet …neen, ik moet in actie komen!  Met op mijn luie stoel blijven zitten schiet ik niks op.

Binnenshuis valt er op dit moment weinig te doen; mijn planten zou ik water kunnen geven hoewel ze gewend zijn om ’s avonds pas te krijgen.  Ik zou alvast de ui, knoflook, paprika en tomaten voor de chili con carne van vanavond kunnen snijden maar daarbij beweeg ik eigenlijk ook nauwelijks. Neen, ik moet naar buiten. 

Uit mijn keukenraam kijk ik naar buiten. Het is rustig op straat, af en toe komt er een auto, fietser of een voetganger voorbij. Ik zie mijn buurman Maarten (78), met zijn e-bike aan de hand, van het trottoir naar de rijweg lopen. Hij gaat elke dag eindje fietsen … hij is zo verrukt van zijn fiets.  Gisteren kwam ik hem bij de bergingen tegen en  toen dwong hij mij bijna te  ervaren wat een wonderbaarlijke genot het is, te fietsen op een e-bike.  Maarten  liet me eerst een rondje van ongeveer een kilometer fietsen in de laagste ‘versnelling’ en voor het tweede rondje,  zette hij hem in de hoogste versnelling ….. toen ik begon te trappen spoot de e-bike weg …. sneller dan ik verwachtte … ik heb niet eens gekeken naar de snelheidsmeter … naar mijn gevoel ging die tegen de vijfendertig kilometer per uur. De remmen deden het prima toen ik een paar keer  voorrang moest geven aan andere verkeersdeelnemers.  Wel een gaaf ding; ik deed  extra uitbundig enthousiast over die e-bike om Maarten te plezieren, wat hem ook duidelijk vrolijk stemde.

Ik denk zelf dat ik niet aan zo’n e-bike begin. Sinds een jaar of tien al rijd ik met veel plezier op een mountainbike met zeventien versnellingen. Als ik gefietst heb vóél ik dat ik gefietst heb en dat wil ik graag zo houden.

Goed idee trouwens als actie tegen mijn rusteloosheid van vandaag: het voorbeeld van Maarten volgen. Een eind gaan fietsen!

 

        

dinsdag 3 augustus 2021

NIEUWE DINGEN-

 

Vandaag is het ‘nieuwe dingen dag’ … drie maar  hoor, tot nu toe althans. Ik heb een nieuwe leerling voor de conversatieles, die ik in het buurthuis geef. Ik heb daar al eens  eerder over geschreven.  De nieuwe leerling is een vluchteling uit Jemen, ze is pas sinds 1 januari jl. in Nederland. Gasta heet ze; het verbaast me hoeveel ze al geleerd heeft in die zeven maanden dat ze in ons land is. Heel af en toe moeten we een woord uit het Engels gebruiken om elkaar goed te kunnen begrijpen.  Ze gaat ook nog naar een taalschool , daar doet ze de A1 cursus, dat is voor wie nieuw is in Nederland altijd de eerste taalstap.  Ze is goed bezig, goedlachs ook en ik zie haar heel geconcentreerd de juiste woorden en zinsvolgorde zoeken.

Het tweede nieuwe is dat ik voor het eerst in zes jaar er een paar daagjes tussen uit ga. Ik heb besloten vier dagen naar Den Bosch te gaan. Den Bosch is altijd al een leuke stad om te bezoeken en niet alleen om  te smullen van die lekkere Bossche bollen. Ook de gotische Sint Janskathedraal is een bezoek waard net als het Jeroen Bosch art centre en de wijk Uilenberg, voorheen, in de zestiger en zeventiger jaren, een probleemwijk nu een buurt met leuke cafeetjes en restaurants. Maar voor mij de belangrijkste reden om juist nú naar Den Bosch te gaan is het theaterfestival Boulevard daar van 5 t/m 22 augustus a.s.  Helaas zou het een beetje te duur worden om daar die hele periode te verblijven; dat zou ook ineens te veel zijn. Ik moet er weer helemaal aan wennen om een paar dagen van huis te zijn, want dat is, zoals ik al schreef, in zes jaar niet gebeurd.

Er is van alles te zien op de Boulevard. Ik kom dus als theaterliefhebber volop aan mijn trekken. Theater is hier niet alleen toneel: onder de noemer van theater valt hier ballet, opera, (hiphop)dans, circus, poëzie (spoken word), story telling, muziektheater, zang, poppenspel; dit is eigenlijk al te veel om op te noemen. Google op Boulevard en Den Bosch om meer te zien.

Gelukkig is er niet zo’n streng corona-regiem. Alleen de anderhalve meter wordt aangehouden, als ik in een restaurantje wil  eten moet ik getest worden en aan een tafeltje zitten. Verder houdt de organisatie in de gaten dat er niet te veel mensen op de evenemententerreinen komen.

En dan die QR-code die speelt een rol bij kaarten kopen voor sommige voorstellingen, dat is dan heel jammer voor mij want ik schijn een te oude smartphone te hebben; de QR-code beklijft daar niet op.

Het derde nieuwe is dat ik ter gelegenheid van het treinreisje Rotterdam – Den Bosch een dalurenkaart (60 euro) heb aangeschaft met zeven keuzedagen (26 euro). Met een dalurenkaart krijg ik een jaar lang 40% korting op al mijn reizen en als ik op een keuzedag reis is dat gratis.

Nu maar hopen dat het vier dagen lekker weer is in Den Bosch.         

maandag 2 augustus 2021

HOOGTEVREES

‘Het ligt er aan wat voor weer het is.’  Meestal gaan we ’s woensdags samen naar de bioscoop of een eindje wandelen maar nu had Rinus voorgesteld om te gaan midgetgolven en daarna naar de Euromast te gaan.  Hij kon niet weten dat het niet zo’n goed  idee was, want ik heb al jaren last van hoogtevrees. Hij vroeg me : ‘Heb je dat ook al in dat Euromast restaurant of ben je alleen bang in die hoge toren daar bovenop?’ ‘Neen, ik heb al hoogtevrees als ik uit het raam van dat restaurant kijk.’

‘t Is wel raar, want ik heb zes jaar in een flat gewoond op de zestiende verdieping, daar voelde ik me gewoon safe. Alleen soms, als het hard waaide en de plafondlamp ging slingeren, kreeg ik het een beetje benauwd; ik ging daar ook niet graag het balkon op met stormachtig weer. 

‘Niet om stoer te doen, hoor,’ zei Rinus, maar die angst ken ik niet. ‘Ik klim net zo makkelijk een ladder op om bijvoorbeeld op drie hoog de ramen te zemen …. of als ik in een bergachtig gebied op vakantie ben, heb ik er geen moeite mee om op een bergpad langs een diep ravijn te wandelen.’  Mij leek het niet alsof hij aan het opscheppen was.

Ik vertelde, dat ik niet van jongs af aan hoogtevrees heb gehad. Het wàs er ineens.  Bijna veertig was ik ….. ik was daar met mijn eerste ex en de kinderen in het Parc Guell in Barcelona en klom een plateau op, een meter of drie hoog, van waaruit ik over een deel van de stad uitkeek. Onze kinderen,  twee jongens, tieners nog, kwamen ook naar boven ….. mijn ex waagde zich er niet aan, ze zei dat ze het niet kon, vond zichzelf, geloof ik, niet lenig genoeg …...  de jongens hadden het al gauw gezien,  daar boven  en voor ik er erg in had stonden ze beneden naast hun moeder …… te wachten op mij.  Ik probeerde wel een stap te zetten naar beneden maar ik durfde niet …..ik dacht dat ik zou  vallen ….. ik keek wanhopig naar die drie beneden me  en zei dat ik het niet kon …. niet naar beneden kon komen ….. mijn zonen begonnen te lachen omdat ze dachten dat ik ze in de maling nam, mijn ex wist het toen nog niet zo zeker en ik stond daar maar.  Ik voelde me al gauw zo ellendig dat ik het zowat op een huilen zette van angst en mijn zonen smeekte om me alsjeblieft te komen halen. Ze hadden inmiddels wel door dat het me menens was. Voorzichtig kwamen ze naar boven om hun bange vader naar beneden te helpen. Eenmaal op de grond stond ik te trillen op mijn benen. Zó stom!

‘Dus dat was de eerste keer,’  zei Rinus …. en daarna, heb je er toen nog meer last van gehad?’

‘Nou, zo bang als toen in Barcelona, ben ik nooit meer geweest maar ik ben bijvoorbeeld altijd angstig als ik over een hoge brug moet lopen of fietsen, zeker als het dan ook nog hard waait.’     

‘Dan gaan we niet naar de Euromast, gaan we woensdag toch alleen midgetgolven?!‘ zei Rinus begripvol.