zaterdag 17 juli 2021

BUREAUSTOEL

 

BUREAUSTOEL

Carel kreeg de schrik van zijn leven.  Hij zat op zijn gemak achter zijn bureau zijn administratie te doen: beet je boekhouden, beetje papieren ordenen, toen  zijn  bureaustoel het begaf. Met een doffe knal zakte de stoel in elkaar. Hij kon zich net vastklampen aan zijn bureau want anders was hij misschien op zijn kont gevallen en had hij zijn stuitje wel kunnen breken. Hij was geen man die je vaak hoort vloeken maar  nu liet hij een grondig  ‘god gloeiende godverdomme’ horen.  Een deel van de stoel was op zijn rechtervoet terecht gekomen, nou net de voet waar hij zo vaak last van had. Hij trok al jaren met zijn rechterbeen.  Carel was de jongste ook niet meer,  vijfenzeventig was hij en de ouderdom komt met  gebreken, zegt het cliché. Maar die voet kwam niet van de ouderdom.  

Carel is altijd een fervent sporter geweest. Tot zijn zestigste was hij actief in de korfbalsport. Wat hij vooral zo attractief vond in het korfballen was dat er zowel mannen als vrouwen in één team mochten spelen. In de jeugd was hij daarmee begonnen , op acht jarige leeftijd.  Hij speelde bij  WIOD (Winnen Is Ons Doel) een van de oudste korfbalverenigingen van Nederland. Opgericht in 1886, toen waren er nog maar heel weinig vrouwen, die tijd konden vrij maken om die sport te beoefenen; te weinig in feite want met grote regelmaat moest aan korfbalteams dispensatie verleend worden om  lichtgewicht mannen te laten meespelen in de plaats van de dames. Op zijn vijfendertigste speelde Carel nog in het eerste van WIOD. Hij moest op een zondag voor de beker tegen TAB (Toch Altijd Beter) spelen. Het was een uitwedstrijd en een uitwedstrijd tegen TAB was altijd moeilijk; niet dat TAB zo goed was: neen, zó goed waren ze niet maar ze waren in de hele regio Zuid-Holland Zuid gevreesd om hun niets ontziende hardheid. Het gebeurde in die wedstrijd dat Carel zwaar geblesseerd raakte aan zijn rechtervoet. Wiod stond op dat moment met 14 – 11 voor. Een van de zwaargewichten van TAB, de verdediger Corné Bals  (hij woog zeker wel  negentig kilo) werd door Driekus Nader, de trainer van TAB, in het veld gebracht. Corné was nog geen minuut in het veld ……. Carel had de bal en wilde hem overspelen naar medespeelster Truus maar vlak voor hij dat kon doen, sprong Corné ongecontroleerd en hard op de rechtervoet van Carel, die het uitschreeuwde van de pijn. De scheidsrechter had natuurlijk rood moeten geven maar hij liet het slechts bij een waarschuwing.  Carel heeft 11 maanden moeten revalideren: bijna al zijn voetbotjes waren gebroken. TAB won met zijn onsportieve spel de beker met 14 – 15.

De zus van Carel, Ada, adoreert haar broer; dagelijks mailen ze elkaar. Ada is dan ook snel op de hoogte van het bureaustoelongeluk.  Ze wil gauw zorgen voor een nieuwe stoel. Een moeilijkheid is dat zowel Ada als Carel niet kunnen internet bankieren. Gelukkig kan Ada’s vriend John wel internetbankieren.  John biedt aan om, wanneer Carel een nieuwe bureaustoel  gekozen heeft, op bijvoorbeeld BOL.com, die voor hem te kopen en met internet bankieren te betalen. Maar helaas Ada en John raken rond dit tijdstip  gebrouilleerd, waardoor ze elkaar enkele weken niet zien.

Wanneer ze elkaar na die ruzie weer ontmoeten, vraagt John aan Ada: ‘En, heeft je broer  zijn nieuwe bureaustoel  al?

‘Neen’, zegt Ada, ‘Carel vond  dat eigenlijk niet zo nodig, het ging nog wel zo ……en  eh….John, bemoei  je je er maar niet meer mee, want het is jouw zaak niet.’ ‘Ik had anders wel aangeboden de betaling van die stoel op internet voor te schieten,’ zei John. Toen hield zij daar verder haar mond over.

Op een dag, weer  enige tijd later,  komen John en Carel elkaar tegen in het winkelcentrum.  John vraagt aan Carel: ‘Is het nog wel te doen met die oude ingestorte bureaustoel van je’…….waarop Carel zegt: ‘oude bureaustoel?, oude bureaustoel?, dat oude ding ligt al lang bij het grof vuil, Ada heeft, toen jij ruzie had met haar,  een nieuwe voor me geregeld en hem netjes bij me thuis laten bezorgen door een andere vriend van haar……… haar fysiotherapeut , dacht ik.’

‘Fijn stoeltje, hoor John.’

vrijdag 16 juli 2021

Hoerenloper

 

Naast me staat een  redelijk mooie vrouw van een jaar of zestig te wachten tot het voetgangerslicht op groen springt. Net als ik dus. Toen ze net aan kwam lopen keek ze even opzij  in mijn richting maar ze draaide haar hoofd vrijwel meteen weer terug. Ik ben natuurlijk maar een heel gewone man. 

Ik ga naar de metro; doe mijn mondkapje op, zoals dat nog steeds hoort en houd mijn ov-chipcard voor de chippaal of hoe zo’n ding ook al weer heet. Vooraan het perron blijf ik staan;  in het achterste gedeelte van de trein stap ik dan in; uit mijn linker ooghoek zie ik dat de aantrekkelijke vrouw helemaal naar achteren loopt; zij zal dus wel vooraan de trein instappen. Het is rustig op het perron. Een beetje  fris, er staat een matige noorderwind. De metro komt er aan en stopt ……vlak voor mij gaat de treindeur open . Ik moet opzij stappen omdat er eerst een stel mensen uit de metro moeten…. die hebben voorrang, de mensen die er uit moeten.  Er zijn nog een paar tweezitters vrij zie ik maar dan moet ik achteruit rijden.  Daar houd ik niet zo van maar ik doe dat toch liever dan de hele rit staan.  Het rugzakje  moet altijd wel even af als ik ga zitten want  als ik het op mijn rug laat hangen, zit het onaangenaam. Ik kan het rugzakje wel omhouden maar dan moet ik op het puntje van de stoel gaan zitten, dan voel ik die bobbel van mijn rugzakje plus inhoud niet zo. Meestal zet ik de rugzak dan tussen mijn benen zodat ik met mijn rug tegen de leuning kan zitten. Ondertussen ben ik alweer een eind op weg. Bij metrostation Beurs moet ik er uit. De leuke dame ook. Het is daar altijd zo stervensdruk.  Bij de Beurs moet ik overstappen op de metro richting Zuid; de leuke dame niet; zij verdwijnt in de menigte. Ik hoef maar twee haltes mee want ik ga naar  bioscoop Lantaren Venster.  Het is vanaf het metrostation dan nog ongeveer 10 minuten lopen ……  als je een beetje doorloopt tenminste,  anders doe je er wat langer over …… ik schat dat je dan een klein kwartiertje kwijt bent. Het stukje van het metrostation tot aan de bioscoop is altijd erg druk ….. vooral met toeristen……. langs de Maas loopt die weg……………. de Maas is echter niet te zien omdat daar de cruise-terminal voor ligt….er liggen daar regelmatig supergrote  cruiseschepen met honderden passagiers uit alle delen van de wereld. Het is alleen de laatste tijd niet zo druk geweest i.v.m. de corona.  Ik weet het niet zeker of die schepen nu al weer over  de hele wereld mogen varen. Er is daar ook het Fotomuseum  en niet te vergeten Hotel New York waar je lekker kan eten drinken en slapen en van waar af je een prachtig uitzicht hebt over de Maas.  Vlakbij Hotel New York kan je via een brug, de Hoerenloper,  oversteken naar de wijk Katendrecht. ‘Hoerenloper’ is niet de eigenlijke naam van die brug, de officiële naam is de Rijnhavenbrug, een brug van 160 meter lang voor voetgangers en fietsers. De naam Hoerenlopersbrug zal waarschijnlijk wel te maken hebben met het feit dat vroeger Katendrecht de hoerenwijk was van Rotterdam. In Katendrecht is ook het oude cruiseschip de S.S. Rotterdam te bezoeken; daar wordt veel gedaan.+

Awel, ik ben dus op weg naar Lantaren Venster, de bioscoop. Daar draait de film die ik wil zien: Le sorelle Macaluso een Italiaanse film over vijf zussen, die in een vervallen appartement wonen aan de rand van Palermo, dat uitkijkt over de zee. Hen overkomt iets tragisch.

Een goeie film. Meer schrijf ik er niet over.

 

donderdag 15 juli 2021

JARIG (2)

 

JARIG (2)

En toen was er drie maal koffie met gebak en kon ik rustig onderuit gaan zitten en luisteren naar wat de buurvrouwen elkaar allemaal te vertellen hadden ……… maar dit bezoek was nog niet alles: ik kreeg nog meer verjaardagsvisite. Alleen Rinus nog, ook 71, is een buurman van de tweede etage van mijn flat. Hij zou langs komen, vanavond om half acht.  En als hij zegt half acht dan is het ook half acht. Ik ken Rinus nog niet zo lang maar hij is zich zo langzamerhand aan het ontwikkelen als een vriend van me.  We gaan samen regelmatig een end wandelen en naar de bioscoop en hij komt ook wel eens een kopje koffie drinken. Ik ben ook wel eens bij hem. Soms spelen we een spelletje dammen en dat verlies ik dan altijd van hem maar dat kan me niet zo veel schelen want ik vind het leuk om te spelen en ik kan goed tegen mijn verlies.

Voordat Rinus kwam, moest ik nog even mijn avondeten klaar maken en oppeuzelen. Vanavond had ik gekozen voor mijn lievelingsmaaltijd, natuurlijk kies ik op mijn verjaardag voor mijn lievelingsmaaltijd:  de witlofsalade. Heerlijk! Het is een rauw-schotel met witlof, banaan, appel, rozijnen en sinasappelsap ……. het water loopt me nu alweer uit mijn mond ….. bovenop mijn toetsenbord …….. jammer maar helaas.

Dat doet me ineens denken aan een van mijn ex-vriendinnen met wie ik jarenlang wekelijks heb gegeten. Ze vond dat ik lekker kookte maar vooral de witlofsalade sprong er voor haar  wel bovenuit. Zó lekker vond ze het dat ze het wel elke week zou willen eten. Dat deden we dan ook. Zeker 260 keer hebben wij die witlofschotel verorberd, toen zij, als een donderslag bij heldere hemel,  uit de kast kwam: ze hield helemaal niet van witlof, sterker nog: ze vond het niet te vreten, zei ze, én maar 260 dagen huichelen dat ik altijd zo lekker eten maak. Hoe krijg je het dan in godsnaam voor elkaar om 260 keer te liegen, dat je die  witlofsalade het lekkerste vindt wat je door mij voorgeschoteld kan krijgen. Zielig. Vanavond heb ik me echter weer overtroffen: de witlofschotel was voortreffelijk.

Om half acht kwam Rinus dus. Hij had kadootjes meegenomen. Drie leuke buitenplantjes: geraniums, verdaaltjes, en rodantjes, voor op mijn balkon dus en een verjaardagskaart.  Ik ging meteen maar koffie maken op mijn Senseo, het gebakje uit de koelkast halen en op een bordje zetten. Ik haalde ook gelijk maar de Franse kaasjes (Camembert en Roquefort) uit de koeling, dan smeert dat straks wat makkelijker. Nog maar één gebakje had ik over, want ik had mijn tompouce vanmorgen al met de buren opgegeten; één stuks gebak per dag vind ik wel genoeg.  Want ik wil niet te zwaar worden, ik weeg nu 71 kilo en ben 1.84m lang en dat wil ik wel zo ongeveer houden.  Voor Rinus had ik geen tompouce meer maar hij genoot duidelijk zichtbaar van het aardbeiengebakje met slagroom. Ik geneerde me een beetje dat ik hem dat gebakje moest op laten eten met een grote vork ….ja, ik heb nu eenmaal niet anders…..ik zal nu eindelijk eens gebaksvorkjes gaan  aanschaffen.

Na de koffie spraken we wat over de corona, de woningnood, we hadden het over enkele buren , we speelden een spelletje dam (ik verloor weer, op het nippertje), we gingen de veel te veel gesmolten kaas op de toastjes smeren en er een ‘vrolijk’ Saint Emilion wijntje (lekker!!!) bij drinken…..de hele fles wijn ging makkelijk op maar ik moet eerlijk toegeven, dat ik er zelf het meeste van heb gedronken. Zo rond elf uur vond Rinus het tijd om naar huis te gaan; we spraken nog af om morgenmiddag naar de film te gaan: Nobudland in Lantaren Venster.

Het einde van mijn verjaardag naderde. Om twaalf uur lag ik op bed en de hele nacht, echt de hele nacht,  heb ik wakker gelegen: eigen schuld, dikke bult ………. te veel wijn gezopen……..ik ben nu nog slaperig van die gemiste nacht ……

woensdag 14 juli 2021

JARIG

 

JARIG

Mijn verjaardag is weer achter de rug. Eenenzeventig ben ik gisteren,  13 juli, geworden en dat is toch wel weer een hele fijne leeftijd. Ik heb mijn twee corona-vaccinaties inmiddels al gehad en ik hoor fluisteren, dat er alweer een derde aan zit te komen, want ik heb pfizer. 

Van mijn broers en zussen heb ik de hartelijke felicitaties gehad via Whats-app,  Faceboek en de telefoon.  Harry, mijn jongste zoon had me zondag al een vrolijke boekenbon gegeven en hij had mij, op mijn verjaardag, op de mail, nog eens extra GEFELICITEERD ……. ja, echt met die hoofdletters.  Peter, mijn oudste zoon, heeft me ook nog gebeld om me te feliciteren én de afspraak, die we hadden gemaakt voor donderdag  de 15e af te zeggen ….hij zou me nog wel bellen  voor een nieuwe afspraak. Hij zou  dan gelijk een kadootje voor me meenemen: een boek of een boekenbon, dat verklapte hij me alvast. Vandaag kreeg ik nog, tot mijn verrassing, een  felicitatie App-je van mijn ex.

Zolang ik hier woon (zes jaar) nodig ik de buurvrouwen uit die aan weerskanten van mij wonen. Om half elf zijn ze bij me  welkom en dan trakteer ik ze op een kopje koffie met een gebakje; dit keer had ik er een lekkere tompouce bij gedaan.  De buurvrouw die rechts van me woont, ik noem haar voor het gemak maar even Els, dat is dus niet haar echte naam, was er al vroeg bij: om kwart over tien belde ze op mijn iets te hard klinkende voordeurbel.  Ik schrok er een beetje van omdat ik in mijn gedachten nog bezig was met wat voorbereidingen te treffen.  Ik liet haar natuurlijk wel al binnen omdat zij mijn allerliefste buurvrouw is. Ze is 77. En bijzonder dapper. Want zes jaar geleden belde ik haar  ’s nachts eens  uit bed.  Neen, ik was niet dronken maar ik was slaapwandelend (van alles volkomen onbewust) in mijn pyjama  op mijn blote voeten , in de regen, naar buiten gegaan en heb me zo ongeveer anderhalve kilometer voortbewogen ……  tot ik opeens wakker was ….. toevallig vlakbij het huis van een vriendin van mijn ex-vrouw. Ik  belde daar aan maar er werd niet open gedaan.  Gelukkig wist ik wel precies hoe ik moest lopen om weer thuis te komen. Vóór de ingang van de flat waar ik woon aangekomen, merkte ik dat ik geen sleutels bij me had. Ik wist toen niets beters te doen dan bij Els aan te bellen. We kenden elkaar al een beetje van de gesprekjes op het balkon.

Het duurde een tijdje en toen klonk het: ‘Ja, wie is daar?’

‘Ik ben het Sef,  je buurman, wil je alsjeblieft de deur voor me open doen, ik ben mijn sleutels vergeten.’

‘Weet je wel hoe laat het is?’  vroeg Els.

‘Neen Els, ik heb geen idee,’ zei ik.

‘Het is verdomme half vier!’

En toen deed ze toch maar wel de deur van de flat voor me open ………..ik mocht via haar woonkamer ………….  over haar balkon naar mijn balkon klauteren. Godzijdank had ik mijn balkondeur niet afgesloten en kon ik zo mijn huisje binnen lopen. Eeuwig dankbaar ben ik Els daarvoor.

Ik wachtte maar even met de koffie tot de buurvrouw (79), die links van me woont, Annemarie, ook al niet haar echte naam  trouwens, er ook was. Ondertussen had Els even tien minuten de tijd om een beetje tegen me te klagen over de last die ze nog altijd heeft van haar nieuwe knie, die ze alweer  drie maanden heeft.

Annemarie kwam exact half elf, met een tamelijk lijvige hortensia als kado voor mij. Ik was daar bijzonder blij mee …… ik kreeg ook nog eens drie kussen van haar erbij, waar ik eigenlijk niet zo blij mee was maar voor de rest is ze heel aardig: ze zorgt voor mijn plantjes, als ik eens een keertje weg ben en ze bewaart mijn reserve sleutelbos, voor als ik de mijne eens vergeet of verlies.

En toen was er drie maal koffie met gebak en kon ik rustig gaan zitten luisteren naar wat de buurvrouwen elkaar allemaal te vertellen hadden.

 

dinsdag 13 juli 2021

ZES JAAR (2)

 Maar …..  om een lang verhaal kort te maken:  ik wilde door het fris-beschaduwde Schollebos naar huis lopen, omdat het overal die dag zo stinkend benauwd was. Alleen verdwaalde ik daarin hopeloos. Ik was daar nog nooit geweest.  Zes jaar woon ik hier al en dan verdwaal ik in mijn eigen bos. Ik dacht na een uur lopen dat ik al bijna bij het ziekenhuis zou zijn, dat vlak bij mijn huis staat maar ik zag opeens eengezinswoningen, die me allerminst bekend voorkwamen. Ik was al blij dat ik er zowat was want mijn voeten, mijn benen en mijn rug deden behoorlijk pijn.

Hoewel ik erg verlegen ben en het nauwelijks durf te doen, moest ik gewoon de weg vragen aan een mevrouw (een leuke vrouw nog wel, een jaar of dertig) met een hond waar ik normaal gesproken erg bang voor ben (ik dacht dat het een pitbull was).  Die hond begon gelijk gemeen te blaffen toen ik naar zijn vrouwtje liep maar ik moest het gewoon doen…..toen de vrouw aan de riem trok en zei: ’rustig Bruto,’ hield de hond zich (grommend) rustig, het kwijl droop uit zijn lelijke bek. ’Mevrouw, ik geloof dat ik verdwaald ben, ik moet bij dat ziekenhuis  wezen dat hier vlakbij moet zijn maar ik geloof dat ik zo niet goed loop.’

‘Dat klopt, meneer, u moet helemaal aan de andere kan van het bos zijn………u loopt eerst zo rechtdoor terug en dan gaat langs het fietspad naar rechts en dan over de kruising met een zandpad voor paarden, weet u wel,  en vlak daarna links en daar moet het nog maar eens vragen.’  ‘Aan wie?’  dacht ik, ‘ik heb de op weg hierheen geen kip in dit bos gezien……

 ‘Die vrouw zag er trouwens wel leuk uit,’ dacht ik; en meteen begon die walgelijke hond weer te grommen. ‘Ik loop wel eindje met u mee,’ zei de vrouw, ‘die hond moet toch ook wat beweging hebben.’ Dus gingen we met zijn drieën op stap ….. ze hield de hond gelukkig  kort aan de lijn en het beest liep godzijdank niet aan mijn kant.  Na ongeveer een kwartiertje lopen, zei de vrouw, vriendelijk lachend, ze had inmiddels rode wangen gekregen van het stevig bewegen, denk ik, dat ze ‘het weer tijd vond om terug naar huis te gaan’. Ik vroeg of ze alstublieft nog een kwartiertje met mij mee wilde lopen maar daar begon ze niet aan en ze vertelde me, terwijl ze me op mijn rug klopte en me succes wenste, nog één keertje hoe ik verder moest lopen.

Ik dacht dat het me nu wel helemaal duidelijk was maar ik moest het onderweg toch nog drie keer vragen voordat ik de glazen pui van het ziekenhuis zou zien. Eerst vroeg ik het aan een werkman in het bos, een  landmeter, die bosgrond aan het opmeten was……. Hij pakte met zijn vuile handen gewoon zijn smartphone (die ik nota bene thuis had laten liggen); hij zette me weer op het goede spoor……voor de zekerheid klampte ik nog twee oude dametjes  aan, die op een bankje met elkaar zaten te kleppen, : ‘O, het ziekenhuis, dat is vanaf hier één rechte weg, het is niet ver meer hoor,’ maar toch raakte ik weer het spoor bijster …… daar liepen twee jonge meiden te giebelen, die zullen het vast niet weten maar wat kan mij het schelen ….ik vraag het gewoon ……. Nooit geschoten altijd mis…. en jawel hoor, ze wisten het!! Ze wezen allebei tegelijk naar een gebouw  dat achter me stond…….en ja hoor, daar stond dan mijn ziekenhuis……eindelijk. Toen was het voor mij nog maar een fluitje van een cent om thuis te komen.

Alleen was het buiten het bos weer zo akelig warm, dat ik mijn jasje uit moest trekken om verder niet al te veel te transpireren in mijn kleren…..dat vind ik zo smerig die ruikende nattigheid. Ik had er spijt van dat ik m’n korte broek niet had aangetrokken. Thuis gekomen deed ik mijn natte herfstkleren uit en nam gelijk een lekkere frisse douche; deed een sportbroekje  en een luchtig hemdje aan. Toen pakte ik de tv-gids om eens te kijken  welke foebelwedstrijd er op tv zou komen vanavond…….maar er bleek vanavond helemaal geen foebele  op tv te zijn, godverdomme zeg, daar had ik me nou net zo op verheugd  ……… lekker ontspannen kijken, na deze drukke middag.  Pas morgen, zondagavond,  is er weer foebele op tv…..dan is de finale Italië – Engeland. Italië zal wel winnen…..denk ik, na strafschoppen.

Dan ga ik nou maar boterhammetjes  maken (met pindakaas en hagelslag, mmmmmmm) en lekker oppeuzelen, want ik heb wel flink wat trek gekregen van al dat lopen in het Schollevaarse bos.   

maandag 12 juli 2021

 

Ik heb een kadootje gekocht voor mijn kleinzoon Bert, die ik zes jaar niet gezien heb. Hij was nou zeven jaar en ik dacht dat een ‘bellenblaas’ wel een leuk kleinigheidje voor hem zou zijn. Hij was  in ieder geval erg nieuwsgierig naar het presentje, want hij scheurde wild het kadopapier van het bellenblaasding af.… iets, wat natuurlijk alle kinderen zouden doen. Bert wist meteen wat het was maar hij ging er niet mee bellenblazen. Hij liet het naast zijn bordje staan want de pannenkoek-naturel die hij net had gekregen van de serveerster van het pannenkoekhuis vond hij op dat moment  veel belangrijker. Wij allemaal trouwens, mijn twee zonen en mijn twee kleinzonen Bert en Mart en ik Opa Sef, vonden die pannenkoeken belangrijker dan wat dan ook, daar in het pannenkoekhuis de Nachtegaal in het Kralingse Bos.

Nou loop ik alweer heel wat stappen vooruit want ik wou het hebben over wat er gebeurde  na het kopen van dat bellenblaasding. Het was benauwd, drukkend weer en ik had me zoals zo vaak dit jaar weer eens verkeerd gekleed. Een t-shirt met lange mouwen en een herfst-jasje. Verkoeling had ik nodig, dus ik dacht laat ik eens door het Schollevaarse Bos naar huis gaan lopen. We hebben in onze, naar beton stinkende, misselijk makende buurt, gelukkig twee bossen in de buurt om weer een beetje fris in het hoofd en ook in de rest van lijf te worden: het Kralingse Bos en het Schollevaarse Bos. Het Kralingse Bos, dat  ken ik op mijn duimpje, daar ben ik wel duizend keer geweest: daar heb ik gezwommen, gevoetbald, boompjes geklommen, kuilen gegraven, gebadmintond, gepoept, gepiest, aardappelen gebakken, geneukt, gevliegerd, ijsjes gegeten, aan ijslolly’s gelikt, hard gelopen, zandkastelen gebouwd, madeliefjes geplukt, naar het popfestival geweest,  gebarbecued, met m’n zussies op een kleedje gezeten, mijn huid vuurrood laten verbranden,  mijn geld voor de tram terug naar Spangen verloren, mijn  allerliefste hond Sita uitgelaten, ben ik tientallen malen met mijn zonen geweest, totdat ze op eigen benen konden staan  en er op eigen houtje ook wel naar toe konden………. en gisteren was ik er dus weer met mijn twee zonen en mijn kleinkinderen Bert  en Mart.  We vierden de verjaardag van Mart en opa Sef.  Opa Sef is op 13 juli jarig en Mart op 16 juli. Maar goed, Bert en Mart zag ik gisteren voor het eerst in zes jaar. Eigenlijk geldt dat alleen voor Bert want die is al ruim zeven  jaar; Mart is pas vier dus die kan ik nooit zes jaar niet gezien hebben. Mijn jongste zoon eigenlijk ook, die heb ik ook zes jaar gemist. Waarom weet ik eigenlijk nog steeds niet.  Hoewel het dus al zes jaar geleden is, dat er blijkbaar iets vervelends is voor gevallen, kan ik nog steeds geen zuivere koffie maken van wat zich toen precies heeft afgespeeld. (Misschien heeft het er wel iets mee te maken, dat ik zes jaar geleden ook gescheiden ben van mijn huidige ex-vrouw. waarmee ik 45 jaar getrouwd ben geweest ……..zij was opeens niet meer gelukkig ……. hield niet meer van mij…dat is nooit meer goed gekomen). Gelukkig maar dat nu heel veel wel weer goed en gelukkig verloopt, want ik zie dus nu weer (gisteren nog) mijn beide zonen en kleinkinderen.  Mijn oudste zoon en zijn vriendin heb ik trouwens al die jaren wel steeds gezien, hoor. Alleen de echtgenote van mijn jongste zoon heeft zich jammer genoeg nog steeds niet aan mij vertoond; het kan best zo zijn, dat zij uiteindelijk het grootste ‘slachtoffer’ geweest is destijds.  Hoewel ik beslist niet zou weten wat er dan gebeurd is.

Eigenlijk wilde ik het  niet eens over het Kralingse Bos hebben. Ik wilde het liever hebben over het Schollebos, want daar weet ik niks (nog niks) van.  Die stinkwijk waar ik woon ligt precies tussen die twee bossen in.  Ik had dus een klein kadootje gekocht  voor Bert, dat had ik gedaan omdat hij anders misschien een beetje jaloers zou worden omdat ik  Mart alvast voor zijn vierde verjaardag aanstaande vrijdag een ‘groot’ cadeau had gegeven (een leuk bloesje met een blauw ruitje gekocht bij H&M) . Een boekenbon van maar liefst 25 euro kreeg ik voor mijn verjaardag  van mijn jongste zoon EN zijn vrouw! Dat is een goed teken, nietwaar. Maar …..  om een lang verhaal kort te maken:  ik wilde door het fris-beschaduwde Schollebos naar huis lopen, omdat het overal die dag zo stinkend benauwd was. Alleen verdwaalde ik daarin hopeloos. Ik was er nog nooit geweest. Zes jaar woon ik hier al en dan verdwaal ik in mijn eigen bos.

woensdag 7 juli 2021

Gert en Hermien (3)

 

Gert en Hermien (3)

De conclusie lag voor de hand: de auto was niet van een vreemde maar van fysio Kees. Daarover werd tegen Gert natuurlijk gezwegen en later  gelogen.  Toen Gert haar  vroeg of er eventueel van een afspraak tussen haar en fysio Kees sprake was liet ze weer horen ‘ohhhohhh’ en loog ze  ‘ohhhoohhh’, dat daar ‘geen sprake van was’. Hermien vond Gert ziekelijk achterdochtig. Er werd een dag later bij Hermien thuis nog een bijzonder ongeloofwaardig toneelstukje opgevoerd door haar….ze begon  opeens  als een gek te spríngen en zogenaamd angstig te gillen: ‘CORONA, CORONA, CORONA’….. en dat vlak voor Gert zijn neus. Hij schrok zich een hoedje!  Ze speelde, dat ze bang was, dat ze bij die ‘vreemde’ man in die ‘vreemde’ auto, corona had opgelopen.

Toen de corona crisis even wat geluwd was, mochten we weer wat gaan doen buitenshuis.  Er was een leuke film in de bios en op woensdagavond spraken Gert en Hermien af om daar op donderdagmiddag naar toe te gaan. Gert bestelde donderdagochtend alvast twee kaartjes.  De voorstelling zou om twee uur beginnen  dus om één  uur haalt Gert haar thuis op. Zodra Gert bij Hermien binnenstapte zei ze  resoluut: ’Ik ga niet mee naar de bioscoop.’ Gert natuurlijk woest….zeker omdat ze daar pas zo laat mee komt. Gert heeft die twee kaartjes nu al gekocht…..’en waarom ga je $&#!& niet mee’ vraagt Gert ….’Corona’  liegt ze, ‘en de bioscoop is onveilig’, liegt ze, alsof ze daar niet eerder aan had kunnen denken.  Nou, Gert gaat gewoon naar de bios, dan maar zonder Hermien. Hij  weet heus wel waarom ze niet meegaat ….. ze heeft diezelfde middag natuurlijk een afspraakje gemaakt met fysio Kees.  Wanneer Gert, als hij laat in de middag terugkomt uit de bioscoop, is het eerste wat hij aan Hermien vraagt: ‘En, hoe was het bij Kees?  ‘Ohhohhh wat ben jij toch een achterdochtig mannetje’ is dan weer de leugenachtige reactie van Hermien.

Kees en Hermien hadden nog een aantal ‘fysiotherapeutische’ afspraken gemaakt.  Nu eens in Kees zijn praktijk dan weer bij Hermien thuis.  Er lag een mooie jeugdfoto van Gert op het nachtkastje naast Hermien haar bed. Die foto had Hermien  op een gegeven moment helemaal afgedekt met  een gedeelte van een A-4-tje.  Kees mocht die foto blijkbaar niet  zien.  Hermien zei tegen Gert dat het niet haar bedoeling was die foto af te dekken.  ‘Op dat A-4-tje stond de tekst van een Maria-gebed, dat Hermien elke ochtend bad,’ loog ze, ‘het was puur toeval dat dat A-4-tje die foto afdekte.’……. in  die viereneenhalf jaar dat Gert bij haar over de vloer kwam had hij haar, nooit wat voor gebedje dan ook horen of zien bidden.

Gert en Hermien staan bij de bushalte om met de bus naar het ziekenhuis te gaan. Hermien had al een tijdje geen afspraken meer met Kees. Tenminste dat dacht Gert. Hij en Hermien stonden  face to face. Er verscheen opeens een lieflijke blik op Hermiens gezicht: glanzende ogen, glimlachende mond. Zij keek langs Gert heen.  Hermien keek toen naar iets wat Gert  nog niet kon zien: fysio Kees fietste voorbij op weg naar een klant. Gert  zag het enkele seconden  later pas. Toen was die liefelijke blik op haar gezicht al weer verdwenen. Gert zei  niks maar wist voldoende: er moest wel wat  geweest zijn tussen die twee en misschien duurt het nog voort tot op dag van vandaag.

Exact vijf jaar bestond deze LAT-relatie toen Hermien genoeg had van alle ruzies en Gert zijn achterdochtige en jaloerse geest. Hermien verbrak de LAT-relatie en bood Gert toch nog wel haar vriendschap aan maar aan haar vriendschap had Gert echter geen behoefte meer.