zaterdag 6 mei 2023

WOEDENDE WESPEN

Vrijdag is het Bert zijn beurt om het zwerfvuil in zijn straat op te ruimen. Hij heeft zich een week of drie geleden opgegeven bij de gemeente. Nou, ze waren er al snel bij om hem te verwelkomen als emprikkelateur.  Binnen een week had hij een afvalgrijper en een pak afvalzakken al in huis. Bert is de zesde in de opruimgroep van dit straatje. Nu zijn we met z’n zessen. Precies genoeg. Voor elke dag één. Op zondag wordt niet gewerkt. De anderen doen het al een tijdje. Bert begint vandaag.

Niemand heeft gezegd hoe of wat, dus hij doet het gewoon op zijn manier. Hij begint bij de gevel. Aan weerskanten van de ingang  van de flat, is het meestal schoon. Vandaag ook. Hier en daar ligt er een verfomfaaide reclamefolder, een  achteloos weggegooid plastic zakje en wat dorre blaadjes.

De overkant met over de hele lengte van de straat een tiental bomen en struikgewas is veel bewerkelijker. De wind, de bouw, bewoners en passanten zorgen voor een groot aanbod  aan vuil tussen de struiken.

Het heeft van de week hard gewaaid, daardoor zijn er flink wat stukken piepschuim van de bouw tussen de struiken beland.  Bert vindt eigenlijk dat die bouwvakkers zelf hun rotzooi moeten opruimen. Hij zal het nu wel doen maar het is de eerste en gelijk ook de laatste keer!

Bert staat hoofdschuddend te kijken naar een pak met honderden reclameblaadjes. Gewoon tussen de vlinderstruiken, de rododendrons en forsythia’s geflikkerd

Uit zijn linkerooghoek ziet Bert dat zijn ouwe buurvrouw Ria steunend op haar volgeladen rollator komt schuifelen.  Ze  is vast bij de supermarkt geweest. Als je Ria tegenkomt, zegt ze altijd gelijk wat over het weer: ‘Ik vind het nog helemaal niet warm, Bert!’ Zie je wel?!

‘Neen, Rie’, zegt hij dan, ‘ik heb mijn herfstkleren gelukkig nog maar niet opgeborgen’.

‘Mijn cavia, Caf,  is uit zijn kooi ontsnapt Bert ’, zegt ze. Het huilen staat haar nader dan het lachen. ‘Ik verschoonde gisteren haar kooi. Normaal blijft zij gewoon wat rondsnuffelen maar nu was ze ineens weg. ‘Ze is zo lief. Ik mis haar zo.’

‘Goh, wat naar voor je Rie’. Zij schuifelt door naar huis.

Bert gaat door met grijpen. Hij pakt dat piepschuim en verder (lege) zakken chips, bier- en limonade blikjes, plastic flesjes, rietjes, papieren zakdoekjes, gebruikte condooms en plastic boodschappentassen. Berts vuilnisbakzak is al zowat vol. Alleen nog dat rode truitje, dat daar ligt, dat kan hij makkelijker met zijn vingers pakken dan met zijn grijper. Dat had hij beter niet kunnen doen. Op het moment dat hij het truitje pakt zoemt er een zwerm woedende  wespachtigen onder vandaan, die Bert steken. Vooral in zijn handen. Behalve wespen zit er nòg wat onder dat natte truitje. Iets zwart-wits … ’t is een cavia! Misschien wel die van Rie. De cavia is nog warm. Ze leeft dus nog. Bert neemt het bange bibberende beestje heel voorzichtig in zijn handen.

Bert zijn hand jeukt ondertussen vreselijk van al die wespensteken. Hij roept: ‘Hé Rie, wacht eens even, ik heb wat gevonden … kijk es hier, is dit Caf?’ Ja! Het is Ria’s cavia. O, ze is zo blij. Bert helpt Ria naar huis en zet Caf gauw weer in haar kooitje.

Van de jeuk op zijn hand heeft hij nog lang last gehad. Tja, wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.   

vrijdag 5 mei 2023

LALLEN

We zitten in ‘Leuk’ een Rotterdamse kroeg in de buurt van de Bergweg. Volgens mijn vriend Iepe móét het daar nu wel gezellig zijn, want het is een Sparta-café. Mijn vriend is er duidelijk al eerder geweest want de barkeeper en hij noemen elkaar bij hun voornaam en ze feliciteren elkaar met het kampioenschap van Sparta. Het is een leuk open café met een warme uitstraling … het effect van het met oud, gebruikt  hout vervaardigd meubilair.  Tegen de ongeblindeerde ramen staat een zestal tafeltjes opgesteld. Daaraan zou gegeten kunnen worden.

Bij binnenkomst bestelde ik gelijk bier voor ons, een fluitje voor mij en vaasje voor Iepe. Hij is een echt zeikerd wat betreft glazen. Het glas van een fluitje moet ie niet, want dat is te breekbaar. Hij heeft al een paar keer zo’n glas kapot geknepen. Daarom neemt ie altijd een iets groter, steviger glas.

Aan de  bar treffen we de voorzitter van de Vrienden van Sparta. Die stichting is eigenlijk een soort permanente lachen-vreten-zuipen-club, als ik de woorden van de voorzitter goed begrepen heb. Ze huren een ruimte onder een tribune waar de feestelijke bijeenkomsten plaats vinden. Het mooie van die stichting vind ik, dat de winst van al dat gefeest in zijn geheel naar de jeugdopleiding gaat … en dat zijn geen kleine bedragen hoor … dat zijn bedragen met vier nulletjes, vertelde de voorzitter openhartig en ladderzat..

De voorzitter gaat afrekenen, want het is bij negenen en hij moet negen uur thuis zijn. Dat had hij zijn vrouw beloofd; zijn vierde vrouw was dat …hij was nu al 17 jaar bij haar. Ze is erg ziek .een tijdje al ...  gaatjes in d’r longen … de dokters vrezen voor longkanker. Dat zijn ze nog aan het onderzoeken. De voorzitter is tevens haar enige mantelzorger … hij is in de AOW … doet alles voor haar …het hele huishouden … hij heeft nul komma nul hulp … wil hij ook niet.

Hij  moet al een tijd in de kroeg gezeten hebben, die voorzitter, want hij zwalkt behoorlijk als hij richting toilet gaat. Wat hij moet betalen is ook niet mis: 55 euro.  Nou is het wel iemand, die makkelijk een rondje geeft en dat loopt natuurlijk ook op. Hij zal niet echt voor 55 euro in zijn eentje opgezopen hebben, dan was hij gelijk in elkaar gezakt toen hij van zijn kruk afgleed.

We nemen om de avond af te sluiten beiden nog een Westmalle en we lallen wat over wie er nou de beste actrice van Nederland is. Mijn favoriet is Carice van Houten …volgens mij kiezen de meeste Nederlanders voor Katja Schuurman ….Iepe koos voor Moniek van der Ven (ik dacht dat ze al dood was?!) Een vrouw, die stiekem achter ons had staan meeluisteren vond onze keuze maar niks. Volgens haar is dé actrice van het moment Georgina Verbaan.

Iepe denkt, dat die vrouw zich met ons gesprek bemoeit, om mij te versieren … ‘Ja’, zegt hij, ’ze staat al de hele avond naar je te kijken.’

En laat ik nou de hele avond nergens erg in gehad hebben. Jammer want ze ziet er best leuk uit. Kort zwart leren jasje, jeans, slank, bruin, halflang haar, zachte,  donkere ogen en een aanstekelijk lachje … ze neemt er uitgebreid de tijd voor om me te vertellen waarom Georgina Baan zo subliem is en Katja Schuurman zo ‘helemaal niks’. Jammer genoeg heb ik helemaal geen tijd voor haar gebrabbel. We moeten betalen. Iepe gaat nù nog naar Faas, een andere kroeg in de buurt. Ik moet de laatste trein naar Alexanderpolder nog zien te halen.

donderdag 4 mei 2023

EEN KLEINE ERFENIS.

Een paar maanden geleden is  oom Dick, een jongere broer van mijn vader overleden. Hij had Korsakov een soort hersenaandoening die het gevolg is van veel en langdurig alcoholgebruik. Hij zat in een tehuis in Papendrecht. Speciaal voor mensen zoals hij.  Maar oom Dick is er dus niet meer. Hij is 91 geworden. Zijn geest en zijn lichaam waren helemaal op. Oom Dick had mij, toen hij zijn zaakjes nog een beetje op de rails had, gevraagd  om alles rond zijn uitvaart te regelen.

Ik heb hem laten cremeren in Overschie, dat wilde hij ook graag. Daar, bij het crematorium hoorde ik van de boekhouder, dat oom Dick niet al zijn geld had opgemaakt. Hij, die boekhouder, beloofde niks, maar als hij zich niet vergiste, zat er wel een kleine erfenis aan te komen.

En gisteren 2 mei 2023 was het dan zo ver … het erfenisje was op mijn bankrekening bijgeschreven. In eerste instantie had ik er nog niet eens erg in … ik had gedacht dat dat geld van oom Dick pas tegen de kerst zou komen, die boekhouder leek me niet zo’n vlotte … Neen, ik dacht eerst, dat ik mijn vakantiegeld al op mijn bankrekening gestort was maar het bleek toch de erfenis van oom Dick. Toch leuk zo’n extraatje.

Wat ik er mee ga doen weet ik nog niet. Er spookt van alles door mijn hoofd. Het Ronald Mc Donaldhuis bijvoorbeeld, dat huis, weet je wel, waar kinderen met een tumor en kanker worden opgevangen en waar hun ouders, broertjes, zusjes en oma’s ook de hele dag mogen blijven. Daar zou ik het wel aan willen schenken. Die organisatie kan het goed gebruiken. Maar er zijn zoveel goede doelen. Ik kan er natuurlijk voor kiezen om alle doelen, die ik góéie doelen vind een deel van het erfenisje te geven. Dat zou ik wel kùnnen doen maar dat doe ik niet. Àls ik het geef aan een goed doel, dan aan één goed doel. ‘Artsen zonder grenzen’, prima vind ik het, dat die afgestudeerde artsen met gevaar voor eigen leven, in oorlogssituaties, gewonde en zieke mensen behandelen. Klasse!

Of het Liliane fonds. Dat fonds helpt kinderen, die het slachtoffer zijn geworden van een oorlog: delen van hun beentjes of armpjes moesten worden geamputeerd. Daarvoor in de plaats worden dan op kosten van het Liliane fonds protheses bij de kinderen aangemeten en leren ze weer bewegen met die kunstarmpjes en -beentjes. Dat Lilianefonds gun ik het eigenlijk nog het meest.

Toch vind ik dat ik ook mezelf niet tekort moet doen.

Ik ben helemaal niet op de hoogte van wat je tegenwoordig betaalt in een seksclub, voor een gezellig avondje met een frisse, vrolijke dame als gezelschap. Ik denk dat ik met het geld van het erfenisje zeker wel een keer terecht zal kunnen in zo’n tent. Lijkt me bijzonder aanlokkelijk …  egoïstisch, dat wel ja … maar zeer aanlokkelijk.

Neen …  toch maar geen schenkingen aan goeie doelen of  een bezoek aan een seksclub.  Ik ga vannacht, met oom Dick zijn geld, gewoon eens lekker ouderwets gokken in het Holland Casino! Daar heb ik de kans om het geld te verdubbelen; alles gaat dan naar één goed doel … de kans bestaat echter ook dat ik alles verspeel … tja, in beide gevallen ben ik dan weer even rijk als op 1 mei 2023.

woensdag 3 mei 2023

HONDJE.

 

Gisterenmiddag stond ik even op het balkon, het was lekker weer, blauwe onbewolkte hemel, niet te veel wind en tamelijk zacht. Ik kijk een beetje rond over het binnenterrein en mijn oog valt op een tamelijk kleine, blonde man met blauwe bodywarmer, die zijn hondje, een zwarte cocker spaniel, aan het uitlaten was. Niks bijzonders zou je zeggen …  man liet hond uit. Ik keek weer wat verder rond en zag een donkere dame lopen met een meisje in het rood, dat duidelijk nog maar net kon lopen. De vrouw was groot en moest diep buigen om het meisje een hand te kunnen geven.

Toen hoorde ik plotseling het gejank van een hond, dat door merg en been ging. Ik vroeg me af of dat gejank van die cocker spaniel kwam. Het kon ook nog van een van de balkons van mijn flatgebouw gekomen zijn.

Voor alle zekerheid bleef ik dat mannetje met die spaniel even volgen en opeens zag ik het die man doen: hij liep over het gras en gaf zijn hondje een ‘hakkie’ … op zijn snuitje. Weer dat jammerlijke gejank. Het beestje wilde niet meer achter zijn baasje aanlopen. Hij bleef staan … zette zich schrap in het gras. Maar zijn baasje was natuurlijk veel sterker. Maar dat was nog niet alles. Bij zijn voordeur hing deze ‘hondenliefhebber’ zijn hond nog even op aan zijn eigen riem en liet hem heel even boven het trottoir bungelen. Vervolgens liet ie hem op de straattegels vallen. Ditzelfde tafereel herhaalde zich nog eens … en dat allemaal op klaarlichte dag.

Dit kon ik niet zo maar laten gebeuren, dit mishandelen van zo’n lief hondje. Die cocker spaniels zijn toch meestal heel lieve, zachtaardige hondjes. Ruzie met die kerel wilde ik ook niet. Mijn bedoeling was eigenlijk alleen, om hem rustig te zeggen, wat ik hem zojuist met zijn hondje had zien doen, dat ik daar boos om was en dat ik van plan was dat aan de politie te melden.  Hij siste agressief naar mij.  ‘Weg, weg, weg,’ zei hij en hij zwaaide zijn linkerarm al omhoog om me een oplawaai te verkopen. Normaal ben ik nooit zo’n held maar impulsief deed ik een stap naar voren, naar hem toe en zei: ’Wat!? Wil je me slaan? Kom dan maar op, als je durft!’ Hij hield zich, gelukkig, gelijk in. Ik ging naar huis. Thuisgekomen belde ik met dat hele verhaal de dierenbescherming. Die raadde me aan ook nog de politie te bellen omdat het dierenmishandeling was, een misdrijf.

Ik heb niet de hele middag voor het raam gestaan om te zien of er politie langs gekomen is bij die agressieveling. Aan het einde van de middag werd ik uiteindelijk door de politie gebeld. Ze hadden met die vent van die cocker spaniel gesproken, hij ontkende alles. Zolang zich geen getuigen melden van de mishandeling kan hem, volgens de politie, niks worden gemaakt. Ik ben best een beetje beducht voor die klootzak maar desondanks ga ik vanavond officieel aangifte doen … ik laat dat arme hondje niet stikken.

dinsdag 2 mei 2023

ZWIJGEND.

Zwijgend.

Het eerste uur zeggen ze vrijwel niets, Rien en Rita. Het is ook niet normaal om op dit tijdstip van de dag veel te zeggen.

Heel even kijken ze elkaar aan ... ‘lekker bakkie’ … is het enige dat ze tot nu toe gezegd hebben, na het kopje koffie, dat hen is aangeboden door de organisatie. Het is half zes in de ochtend. Het lijkt klaarlichte dag. De zon is bijna op. Het wordt een hete dag. Nu al is het warm. Twee anderen zijn een half uur eerder vertrokken. Toen was het ook al licht, zij het iets minder.  De rest van de groep mag pas weg rond zeven uur. Die zijn niet te benijden, want dan zal het al bloedheet zijn. De rest van de groep wandelaars is veel rapper dan de vier, die eerder mochten vertrekken. Weldra zullen zij worden ingehaald door die rest, net als zij binnenkort die twee vòòr hen zullen inhalen. Toch gaat het hen er niet om voorop te lopen. Winnen was geen doel, voor geen van de wandelaars trouwens. Meedoen was belangrijker dan winnen.

Gisteravond laat hoorde Rien, dat zijn dochter Helma morgen naar huis mag. Zij is zo blij als een klein kind. Eindelijk weer ‘eigen baas’ na een ziekenhuisopname van bijna vier weken. Na een val van haar fiets, ze viel op haar hoofd, wordt Helma depressief. Na enige dagen wordt de diagnose ‘postnatale depressie’ gesteld. Zeer tegen haar zin, maar voor haar eigen bestwil en dat van haar drie maanden oude dochtertje  Marieken, moet ze worden opgenomen in het psychiatrisch ziekenhuis Sancta Immaculata in Oegstgeest. Marieken moet ze bij haar man laten. Woedend gooit ze een stoel door de ruit van haar kamer. Net voor ze met een stuk glas haar pols door kan snijden, wordt Helma  ‘gered’ door de verpleging.

Rien wandelt samen met zijn oudere zus Rita. Haar gezicht verraadt een binnenpretje.  Ze denkt aan het sigaretje dat ze straks, zo over een half uurtje, gaat opsteken en waar ze intens van gaat genieten. Hoewel haar longen het met kunst- en vliegwerk (puffen, pillen en injecties) blijven doen, is er voor haar geen groter genot denkbaar. Eigenlijk is dat sigaretje haar grootste vriendin. Het interesseert haar geen reet dat de roentgenfoto’s van haar longen alsmaar donkerder worden. Ze vraagt zich wel eens af of haar partner Dien zal weten dat ze zo af en toe stiekem zit te paffen. Zonder twijfel weet Dien dat. Ze is niet achterlijk en bovendien … ze heeft een uitstekende neus.

De voornaamste reden van die glimlach op Rita’s gezicht zal het aanstaande huwelijk van haar zoon Leo zijn. Haar trots, Leo. Hij woont alweer een paar  jaar in Nieuw-Zeeland. Ze mist hem. Over drie weken stapt hij in het huwelijksbootje met de Iraakse Parvanan, wat vlinder betekent.

Het allermooiste is dat zij er samen met haar Dien bij zal zijn daar in Wellington. Wat verheugt ze zich op die bruiloft en wat is ze blij met haar vriendin, die toch maar mooi haar vliegangst gaat overwinnen.

De twee die vòòr hen liepen hebben ze inmiddels ingehaald. Als ze achterom kijken, zien ze de grote restgroep met rasse schreden naderen. 

maandag 1 mei 2023

SPINAZIE MET KAAS.

Ik ben gevallen en heb daarbij mijn rechterschouder gebroken waardoor ik een paar maanden nauwelijks tot niets met mijn rechter arm en hand heb kunnen doen. Midden in het revalidatieproces zit ik deze dag.

Moet eerst even naar de apotheek voor pillen tegen het ‘zomaar in de broek plassen’. Heb ik tegenwoordig nodig. Is een bijverschijnsel van de pijnstillers. Ik schaam me dood voor die meiden in de apotheek. Dat is mijn eerste activiteit buitenshuis.

Dan naar de Jumbo. Daar ga ik voor zo’n vijfentwintig euro levensmiddelen kopen. Dure zaak, hoor, die Jumbo! Ik ben er helaas wel op aangewezen, omdat Jumbo de dichtstbijzijnde super is en ik nog niet zo ver kan sjouwen met mijn nog niet helemaal herstelde lichaam. Wat zielig! Al wandelend naar de Jumbo neem ik me voor om ‘stamppot spinazie met kaas’ te gaan eten vanavond. Als ik me bij  de groenteafdeling buk om de laatste zak van 300 gram spinazie te pakken duwt iemand zowat een winkelwagentje mijn kont in. Ik hoor ‘sorry’ en wat binnensmonds  gemompel: ‘laatste zak spinazie verdomme’ … het geluid klinkt alsof het uit de mond komt van een doorrookte havenarbeider maar als ik me omdraai blijkt er een keurig gesoigneerde oudere dame bij die stem (en dat winkelwagentje) te horen en … ik kan zó wel zien: een travestiet is het niet.

‘Ja, u heeft pech mevrouw maar misschien hebben ze die zakken nog in de voorraad liggen … ik zou het even vragen als ik u was.’

‘Ja, dat lijkt me zo’n gek idee nog niet, baste ze .. tja, want ik zat vanmorgen aan mijn ontbijtje en toen dacht ik, het lijkt me heerlijk om vandaag eens spinazie te eten … lekker en ook nog zo gezond, hè? Nou, ú gaat in ieder geval vanavond wèl spinazie eten … weet u wat u dan eens moet proberen? Een stamppotje spinazie met kaas … dat is me toch lekker!!!

‘Dat lijkt me een uitstekend idee, mevrouw,’ lulde ik met haar mee,‘ Ik loop meteen naar de kaasafdeling. Welke kaas kan ik het beste nemen, denkt u? Oude of oud belegen?’

‘Zelf neem ik altijd oud belegen … oooh als ik er aan denk dan loopt het water me al in de mond … oooh ik hoop toch zo dat er nog  wat spinazie is … even aan die verkoopster daar vragen: verkoopster … oehoe … verkoopstertje’(dat ‘oehoe’ klinkt helemaal niet bij dat ruige stemgeluid van haar.)

Ik loop snel door naar de kaasafdeling. Een paar meter achter me is de zware-stem-dame druk in de weer met een in het geel gestoken Jumbo medewerkstertje. Ik had graag kaasblokjes gekocht maar nou heb ìk pech: er waren noch oude noch oud belegen kaasblokjes te koop. Ik besloot toen maar voor het eerst sinds mijn val een homp kaas van een pond  te kopen. Ik hoop dat ik het voor elkaar krijg om dat stuk kaas in blokjes te snijden. Alleen vrees ik dat mijn rechterhand er nog te zwak voor is, hoewel ik sinds de val, al weer heel wat dingen heb leren doen met rechts: sinds deze week kan ik de veters weer strikken van mijn wandelschoenen, met een stokertje en een ragertje de spleetjes tussen mijn tanden schoonmaken, knippen met een gewone schaar, met het nagelknippertje mijn nagels knippen, mijn deurslot met de sleutel openen en … m’n kont afvegen! Het is me alleen nog niet gelukt mezelf fatsoenlijk te bevredigen met rechts.

Die kaas heb ik trouwens keurig in blokjes kunnen snijden en samen met de puree en spinazie heb ik er een heerlijke stamppotje van gemaakt waarvan ik heb zitten smullen.

Het ergste leed is inmiddels geleden.

zondag 30 april 2023

WIE, WAT, 'WOKE'.

In de trein hoor ik  tegenwoordig niet meer: ‘Goedemorgen dames en heren’. Dat heeft de NS veranderd in: ‘Goedemorgen reizigers’. Het woord 'reizigers' is gelijk duidelijk; alle reizigers worden begroet: mannen, vrouwen, kinderen, homo’s, lesbienne, pedo's, enz.  Genderneutraal. Geen aanleiding meer om ‘woke’ te zijn naar de NS.

Met dames- en herentoilet heb je dat ook, op veel plekken worden nu gender neutrale toiletten gerealiseerd. De bedoeling van genderneutraal taalgebruik, zoals de NS doet,  is, dat geen woorden gebruikt worden, die als vooroordeel, discriminatie of vernedering kunnen worden beschouwd. Die woorden kunnen de indruk wekken dat een bepaald geslacht of gender de norm is.

‘Woke’ staat letterlijk voor ‘wakker. Wie ‘woke’ is, ziet de onrechtvaardigheid in de wereld  en ziet dat dat onrecht óók daar zit waar je het niet zou verwachten. Politiek linkse mensen zijn meestal wel ‘woke’ Rechtse mensen vinden ‘woke’ vaak maar flauwekul.  Het gaat soms hard tussen de beide polen, elke nuance verdwijnt: als je Zwarte Piet wel ziet zitten ben je gelijk een racist en als je een homo een ‘pisnicht’ noemt ben je meteen homofoob.

Wokeness sijpelt zo langzamerhand alle kieren en hoeken van de samenleving in. Universiteiten, de media, de cultuursector, film en tv, al die instellingen zijn in de greep van ‘woke’.

Onder wokeness worden verschillende vormen van sociaal onrecht verstaan: discriminatie, ongelijkheid, mensenhandel, arbeidsuitbuiting, gendergeweld. Die verschillende vormen van onrecht haken in elkaar en vormen zo gezamenlijk het weefstel van onze samenleving.

Niet alleen racisme of feminisme maar ook pro vaccinatie standpunten (corona) worden tot ‘woke’ verklaard. De nu bijna verboden omroep Ongehoord Nederland, dwingt ‘woke’ zijn zo af:  alles wat niet blank is en niet hetero, móét omarmd worden.’

‘Woke’ is een handige vergaarbak voor alles wat rechtse mensen stom vinden aan het gedachtegoed van andersdenkenden. Het beeld van de woke-activist met diens neon geverfde haar, neusring en neo-prenouns (hen, hun), dient dus vooral de critici van wokeness – die vervolgens zelf zeer onkritisch zijn over waar ze nou eigenlijk kritiek op hebben.

In 2014 bereikte het woord ‘Woke’ voor het eerst de kranten. De achttien jarige Michael Brown, zelf ongewapend, werd in de stad Fergusondoor een politieman doodgeschoten.  De avond van de moord ging de zwarte bevolking de straat op om te protesteren tegen racistisch politiegeweld. Deze actie zou de start worden van de Black Lives Matter beweging. De actievoerders riepen elkaar op om ‘woke’ te blijven. Wat betekent: blijf alert op acties van de politie en racistische dreigingen, pas goed op jezelf. De hash#staywoke deed al gauw de ronde op sociale media. Die #uitdrukking bestond veel langer binnen de Afro-Amerikaanse gemeenschap.

In 1938 besluit de blues-zanger Lead Belly zijn nummer Scottsboro Boys met de gesproken zin: ‘Best stay woke, (everybody) keep their eyes open.’ Het lied gaat over een groep zwarte tienerjongens die beschuldigd wordt van het verkrachten van twee witte vrouwen. Lead Belly vermaant met zijn ‘stay wake’ zijn Afrikaanse toehoorders om zich altijd bewust te zijn van de gevaren van racisme en die systematische ongelijkheid, ingebakken in de Amerikaanse samenleving. Die vormden toen – en nog altijd – een dagelijkse reële bedreiging voor de veiligheid en bestaanszekerheid van zwarte Amerikanen.

In latere jaren breidde die betekenis zich steeds verder uit. ‘Woke’ werd steeds vaker de aanduiding voor een ‘wakker worden’ voor sociaal onrecht in het algemeen.

'Beste lezers, ik ga leggen. Ik heb er slaap van gekregen.'

zaterdag 29 april 2023

FIETSVAKANTIE IN UMBRIË.

Kort geleden schreef ik nog dat ik waarschijnlijk wel voldoende zou hebben aan 1,2 miljoen euro op de bank, als basis tot aan mijn dood. Alle euro’s die dan meer bij me binnen rollen, geef ik weg aan mensen in binnen- of buitenland die het hard nodig hebben, armlastige personen, goede doelen. Of laat me eens een keertje  gek doen: ik koop een machinegeweer om Poetin af te maken. 

Dat laatste schreef ik niet, hoor. Ik heb natuurlijk bij lange na geen 1,2 miljoen. Ik ben ook niet één van de bijna één miljoen Nederlanders, die onder de armoedegrens leven. Dat wil ik ook niet laten gebeuren.

Piekeren over geld doe ik wel. Ik heb wèl wat geld om het nog een tijdje uit te zingen maar of  dat genoeg is tot mijn honderdste betwijfel ik. Zeker als het zo met de inflatie blijft doorgaan als nu. Dan ga ik me zelfs afvragen of ik het met mijn iele bankrekeningetje nog wel uit houd tot mijn tachtigste of negentigste.

Ik denk nog wel eens aan vroeger, toen ik nog kon sparen. Sparen leverde toen ook nog es wat op. Nu is spaarrente een vreugdeloze 0%. Ik had destijds, jaren terug  rente deposito’s van 1000 euro per stuk tegen 8%  voor 5 jaar vast. Daar had ik er een stel van aangeschaft. Ik verheugde me elk jaar weer op de uitbetaling van de rente. Die rente zit nu ook in het vermogentje waarmee ik het tot mijn dood zal moeten uitzingen.

Als ik vijftig jaar geleden een huis had gekocht dan had nu niet wakker hoeven te liggen over geld. Vrijwel alle huizenkopers zijn vermogend geworden, dat wil zeggen, die hebben meer dan een ton op de bank. Het zij ze van harte gegund.

Op vakantie gaan bijvoorbeeld, dat stel ik al jaren uit. Natuurlijk zie ik wel advertenties van reisbureaus  waarbij ik een avontuurlijke en gezonde ‘senioren, single fiets- en wandel vierdaagse in Umbrië’ kan boeken, voor slechts negenhonderdnegenennegentig euro. Ik kan me niet goed voorstellen dat ik me zoiets kan veroorloven. Dit jaar woon ik acht jaar alleen en ik ben in die jaren precies één keer weg geweest. Ik wist dat ik me dat kon veroorloven. Dat was een weekje Den Bosch in een B & B. Ik ging daar toen heen voor het jaarlijkse theaterfestival.  Bij mekaar was ik nauwelijks driehonderd euro kwijt, daar kon ik me geen buil aan vallen.

Zorgen maak ik me om de vervanging van de dure apparaten in huis, ze gaan ook allemaal al acht jaar zonder haperen mee. Ik zie ze er straks al één voor één mee ophouden.

Ik heb mijn dure rechtsbijstandsverzekering  opgezegd. Dat zit me dwars! Had ik nooit moeten doen. Straks word ik aangeklaagd voor het schrijven van seksueel grensoverschrijdende stukjes. Dan gaat me dat klauwen vol geld kosten.

Typisch vind ik het wel dat ik het geen enkel probleem vind om mijn geld uit geven aan een fiets, een laptop, een printer, een airfryer, een cursus schunnige stukjes schrijven en een schoonmaakbeurt voor mijn canapé. Allemaal urgente zaken.

Al piekerend besluit ik toch maar een  fietsvakantie te doen in Valkenburg, eind mei, één weekje maar. Ach ja, Ik zie wel waar het schip strandt.

vrijdag 28 april 2023

ER ZIJN BEELDEN VAN ...

Het zijn net bier en aanstekers gooiende voetbalsupporters, met dat verschil dat de zich misdragende leden hooligans van het Amsterdamse studentencorps de grote filosofen lezen. Er is een rapport gemaakt door een advocatenkantoor. Dat rapport mag niet geopenbaard worden. Hoezo niet dan?  De voorzitter ASC/AVSV (het Amsterdamse Studentencorps) is van het rapport erg geschrokken en reageert  zoals een directeur van een vervuilende fabriek of een liegende lijsttrekker van een politieke partij zou reageren: ‘het zijn moeilijke tijden, we zitten midden in een cultuuromslag en we zijn er actief mee bezig.’ Waar leren ze die taal? Dat is nu duidelijk. Bij het corps. Meneer de voorzitter, laten we hem voor het gemak Alex noemen, schrok vooral  van de omvang  van het geweld. Nieuwe leden werden in elkaar geslagen, inclusief botbreuken, kneuzingen, hersenschudding  en ander letsels. Niet incidenteel maar stelselmatig in elk mannendispuut.

 Vergeten mag zeker niet worden het verbale wangedrag naar de vrouwelijke nieuwe studenten: voor ‘sperma emmers’en ‘hoeren’ werden ze uitgemaakt. Welke gevolgen dit nu precies gaat krijgen wordt helemaal niet duidelijk. Dat rapport mag niet vrij gegeven worden omdat daaruit disputen, daders en slachtoffers herleidbaar zijn. Het Corpsbestuur weet dus zelf precies waar de klootzakken zitten!  Waarom worden die er dan niet uitgegooid? Dat is nog zo simpel niet, aldus Alex, het was niet de opzet van rapport om mensen te slachtofferen. We hebben het hier immers over jonge mensen, die leren hier weer van. Er moet nog nader onderzoek worden gedaan. Hier praat Alex weer als de toekomstige topbestuurder. Alex gaat een gouden toekomst tegemoet: houd die man in de gaten Shell, Unilever en TataSteel.

Het (verbale) geweld blijft niet helemaal onbestraft. Sommige  disputen mogen minder leden aannemen. Zo’n straf gaat ook averechts werken. Het geeft de corpsstudent meer status: ‘zo, man, zat jij in de lichting 2021 - 2022, wow, dat was too much, man!’

Het bestuur gaat de aspirant corpsleden nu verplichten om de statuten te lezen, zodat ze weten wat er wel en wat er niet met ze uitgehaald mag worden. Dat is net zo’n goed idee als om varkens de dierenwelzijnswet te laten lezen …  en dan maar denken dat het afgelopen is met de misstanden in de slachthuizen. Waarom zou je sowieso lid willenworden van een club waar je alleen maar binnenkomt door je te laten mishandelen.

‘Je slaat niemand in elkaar. Wie dat toch doet, vliegt er uit’. Dat is een duidelijke afspraak. Een stuk duidelijker als: ’We zitten nu midden in een omslag en we zijn er mee bezig’. De oplossing  lijkt zo simpel, dezelfde aanpak als bij de voetbalhooligans: een bierverbod en onder M.E.-begeleiding naar de disputen en als iemand een klap uitdeelt worden de activiteiten stil gelegd. Schade wordt op dader verhaald en wie de fout in gaat moet zich meldenop het politiebureau. Beelden van de dader zijn er en zijn acties worden zondagavond om zeven uur uitgezonden voor Studio-Voetbal. Let maar eens op hoe simpel het dan is, zo’n cultuuromslag.

 

 

 

donderdag 27 april 2023

COMPLOTTHEORIE

Een consortium van voornamelijk hoge heren, de Kwaadaardige Elite (K.E.), is al jaren bezig om vanuit alle uithoeken van de wereld  Nederland te bestoken met complottheorieën. Miljonairs maar ook ‘de gewone man’ zijn op eigen kosten en op eigen houtje, met die theorieën in de weer.  Ze zijn er van overtuigd dat ze goed bezig zijn. Met die complottheorieën. De bekendste voorbeelden zijn: de aarde plat is; de eerste maanlanding nep was en dat het vernietigen van de Twintowers op 9/11 helemaal in scène is gezet. Met medewerking van de FBI.

Dan is er nog het gruwelijk verhaal dat op de Bodegravense  Begraafplaats kinderen begraven zijn, die het slachtoffer zouden zijn van een wereldwijd opererend satanistisch, pedofielen netwerk.  Tientallen mensen komen naar Bodegraven om, in processie, te bidden voor de omgekomen kinderen. Al lopend over het kerkhof worden op dreigende toon namen gepreveld van invloedrijke figuren als Rutte, Kaag, van Dissel en consorten.

Nieuws, dat onmogelijk waar kan zijn, wordt door vele duizenden geloofd. Het nieuws komt uit de koker van de K.E., die werkelijk macht heeft in Nederland.  De K.E. verspreidt complottheorieën en stimuleert wanordelijkheden.

Wat te denken van de toenemende wanordelijkheden in en om de voetbalstadions. Het gooien van bier, zure bommen  en aanstekers (leeg of vol), gewoon tussen de spelers in. Of speciaal gemikt op op het hoofd van een speler. Ook voetballers zijn betrokken bij het complot. Let maar eens op: voorafgaand aan het gooien van troep vanaf de tribune, lokken voetballers een fikse stoeipartij uit. Een aansteker wordt dan precies op het hoofd van de assistent scheidsrechter gegooid. De wedstrijd wordt even gestaakt. Een klein  ventje laat zich opstoken. Klautert over het hek van het voetbalveld,, rent naar een keeper en slaat hem in zijn gezicht. Ruw nemen supposten het joch in de  bedwang. Onder luid applaus verlaten ze het veld. Voor wie is nu dat applaus?

Je kan het zo gek niet bedenken of het  gebeurt. Een stel bezopen hooligans  knipt een gat in de afrastering en stuurt een horde aggressieve honden (Rothweilers) het veld op.  Afgericht door e K.E. Deze honden gaan onmiddellijk in de aanval: uitsluitend  spelers van de bezoekende club worden geattaqueerd. Dat is duidelijk niet toevallig.

Hoog bezoek vandaag  in Rotterdam: de jarige jet: Willem Alexander. Rotterdam is een beetje nerveus door zijn komst. Maar in de loop van deze dag is bij de Rotterdammers de spanning als sneeuw voor de zon verdwenen. Zij gedragen zich nu als een bedaarde,  gedisciplineerde kudde. Boze tongen beweren dat de Rotterdammers beïnvloed zijn, door de K.E. maar dat is maar gissen. Misschien was het een heel licht briesje, dat het hem deed. Niet meer dan een licht briesje.

Het was maar goed ook voor Willem Alexander: want met sufgelulde, schaapachtige Rotterdammers heeft hij liever van doen, dan met dat tuig van de richel. De K.E. heeft (dit keer gewoon voor de grap)  bepaald dat Willem Alexander met een Feijenoord sjaaltje, strak om zijn dikke nek, de feestelijke tour door de stad moet maken.

 

Een complottheorie of samenzweringstheorie is een onbewezen verklaring van een bepaalde, meestal belangrijke, gebeurtenis, ontwikkeling of toestand op bijvoorbeeld sociaal, politiek of economisch gebied, die vragen oproept.

woensdag 26 april 2023

ONVERWACHT VEEL

Er zijn vorig jaar maar liefst  6000 mensen meer overleden dan verwacht was. Kijk, dat er meer mensen zouden overlijden, was logisch. Dat kwam door de corona-epidemie. Maar los daarvan zijn er toch nog 6000 mensen meer heengegaan. God weet hoe dat kan. Maar die houdt zijn kaken op elkaar. Boze tongen beweren dat veel mensen overleden zijn door de anti-coronaprik. Dat is nel uitgesloten. Ook het aantal zelfmoorden in die periode is constant gebleven. Wat natuurlijk ook kan is,  dat zieke en zwakke mensen, zonder corona, tijdens de corona de pijp zijn uitgegaan. Het is nu al een paar maanden bekend maar de onderzoekers zijn er nog steeds niet uit. Eerlijk gezegd begrijp ik de heisa daarover niet zo. Voor de gezondheid van iedereen is zo’n pandomie bedreigend. Dan is het toch logisch dat er meer mensen dan normaal doodgaan. Die zesduizend mogen natuurlijk niet als doodsoorzaak ‘corona’ krijgen maar bijvoorbeeld ‘semi-corona’ en dan ben je er uit. Zoeken hoeft dan niet meer. Dat scheelt heel wat onderzoeksgeld, wat weer besteed kan worden aan een rechtszaak tegen Siewert van Lienden, want die zit nog steeds op zijn mondkapjesmiljoenen. Maar dit even terzijde.

Vorig jaar zijn in mijn naaste omgeving zes mensen gestorven. Tante Ada, Ome Gijs, Neef Barend, mijn nicht Hanna, buurvrouw Grietje en mijn vaste dammaatje Leo. Behalve mijn neef Barend waren ze allemaal boven de zeventig. Barend is slechts 37 geworden. Hij  overleed aan de complicaties van een gebroken heup, nadat een veel te hard scheurende opa op een e-bike tegen hem was aangeknald. Die opa is daarbij ook zelf, geheel terecht overigens, om het leven gekomen. Het kan natuurlijk eigenlijk niet maar de ambulancebroeders weigerden voor hem het noodzakelijk stapje extra te zetten.

Ik zou er trouwens niet eens zo gek van opkijken als veel van die 6000 meer-doden op het conto geschreven kunnen worden van het moderne bike- en stepverkeer. De e-bike: die dingen zijn moordwapens in handen van ouwetjes. Die wanen zich opnieuw de snelheidsduivels van hun jonge jaren. Ze zijn alleen vergeten, dat ze niet meer zo snel kunnen reageren op gevaarlijke situaties. Ook de jongelui op die stepjes zullen heel wat onbekende doden op hun geweten hebben, als je die gassies bezig ziet op de fietspaden dan is dat bijna onvermijdelijk. Mijn vaste dammaatje Leo … tja dat is heel tragisch …  ’t was bij een damtoernooi. Hij was heel erg gefocust aan het schuiven met zijn stenen. Hij neemt een toastje van het bordje dat net voor hem is neergezet, blijkt het een damsteen te zijn. Van schrik slikt hij zich in en stikt.

Mijn nicht Hanna (en haar zoontje) zijn beiden overleden aan complicaties bij de bevalling. Het was een stuitligging. Haar zoontje zou Barend heten, zoals haar neef.

Tante Ada, Ome Gijs en buurvrouw Grietje zijn gewoon na een langdurig ziekbed aan corona overleden. Deze drie plus Hanna en zoon, Barend, Leo en die dwaze e-biker, in totaal acht, kunnen alvast afgetrokken worden van die zesduizend meer-overledenen. Blijven er nog maar 5.992 over. Veel zullen stiekem toch aan corona overleden zijn. Ook hebben de e-bike-achtigen veel slachtoffers gemaakt.

Moge zij allen rusten in vrede.

 

   

 

dinsdag 25 april 2023

EEN SMELTKROES VAN DIEREN.

 

Groot nieuws: ‘Er zijn vorig jaar tweeëndertig miljonairs bijgekomen in Nederland.’ In 2021 waren er  in totaal 317. Nu dus 317 + 32 = 349. Staat vandaag in de krant. Daar staat tegenover dat er zeker ook duizenden een stuk armer geworden zijn maar daar  lees je niks over in de krant.  Vooral in de bouw worden wereldwijd miljarden verdiend èn miljoenen uitgebuit.

In Bloemendaal en Laren, in Noord Holland is drie op tien inwoners miljonair. In Rotterdam is dat nog erger daar is verhouding drie miljonairs op de vijf inwoners.  Die tientallen abjecte wolkenkrabbers vertonen dat: ze zitten stampvol met al die Rotterdamse miljonairs.

Sjors.

’Hoe kan iemand als ik ooit miljonair worden?’ vraagt Sjors zich af. Hij is alzo niet technisch, niet zo slim met geld ... en dan is daar nog z’n spraakgebrek (hij slist erg).  Op een kantoor, in een soort bedrijf werken of een organisatie leiden, daar is hij toch ook het mens niet naar. Het werk daar is te weinig dynamisch voor hem.

Sjors zou alleen miljonair kunnen worden als solist. Bijvoorbeeld toneelspeler, schrijver, ZZP-glazenwasser of wasmachinereparateur ... nee herstel, toch maar geen glazenwasser dat gaat niet lukken. Toneelspelen heeft hij wèl geprobeerd, maar dat is van korte duur geweest. Hij gaat dan maar schrijven.  Sjors begon een dagboek bij te houden toen hij acht was. Opstellen maken deed hij ook graag op school. Hij is een creatieve geest. Hij weet altijd wel iets uit zijn duim te zuigen.

Sjors schrijft niet in opdracht. Hij schrijft uitsluitend van binnen uit. Begint met kinderboeken, met een hoog gehalte aan poezen, honden, kippen, wormen, varkens, olifantjes en heel soms een girafje. Die fictieve smeltkroes van dieren in zijn hoofd, maakt Sjors gelukkig. Een toekomst voor hem als miljonair begint zich dan al af te tekenen. Zijn kinderboekjes worden zó goed verkocht: één miljoen boekjes gingen er over de toonbank, alleen in Europa al.  

Hij houdt een dagboek bij. In de derde klas van de middelbare  school publiceert hij ‘Mijn dagboek (16)’. Dat boek loopt als een trein. Een topper, en niet alleen  bij zijn leeftijdsgenoten. Dat was: kassa! Als scholier van 16 heeft hij inmiddels een vermogen van 1,3 miljoen opgebouwd.

Hij slaagt cum laude voor de middelbare school. Ook over z’n laatste schoolperiode komt een boek uit. Het wordt eentonig. Weer een kaskraker.  Weer is ie een paar ton rijker.

Sjors weet zo langzamerhand niet meer wat hij met al dat geld moet doen.  Hij heeft alles wat zijn hartje begeert. ‘Alleen’, zo zegt hij, ‘ heb ik nog nooit de liefde bedreven’   hij durft waarschijnlijk nog niet ‘geneukt’ te zeggen. De liefde zal hem rijker maken maar zijn vermogen blijft gelijk. De kosten van de liefde schat hij op maximaal een ton per jaar.

Zijn tweede dagboek wordt verfilmd. Hij krijgt, vòòrdat er één millimeter film geschoten is zijn geld al. Twintig jaar is Sjors nu; twee miljoen aan vermogen heeft hij. Tegen beter weten in is hij  toen nog naar de toneelschool gegaan. ’t Ging hem daar allemaal zo voor de wind. Verloren tijd, zo voelde het voor hem. Tijd, die hij beter had kunnen besteden aan schrijven.  Geld is nooit zijn drijfveer. Mooie kwalitatief goede boeken wil hij schrijven.  Alles moet er goed aan zijn. Hij heeft eigenlijk maar één probleem:  geld. Hij verzuipt in het geld.

Méér dan 1,2 miljoen vermogen heeft hij niet nodig voor de rest van zijn leven en zijn liefde.  Alles boven de 1,2 miljoen geeft hij weg. Om te beginnen: achthonderdduizend euro  aan de voedselbank. De opbrengst van zijn laatste boek zal geheel gaan naar de Stichting Dierenleed. Want hij houdt van dieren.

   

 

.

maandag 24 april 2023

BAAT HET NIET DAN SCHAADT HET NIET.

Mijn huisarts is een jonge vriendelijke man.  Een beginner. Dat klinkt erger dan het is. Hij is wat verlegen, onzeker, maar  ook eerlijk want als hij iets niet weet dan zegt hij dat gewoon. Ik heb nu bijvoorbeeld een rood ovaalvormig eczeemachtig plekje op mijn kuit. Omdat de dokters en de assistenten het allemaal zo vreselijk druk hebben, de laatste tijd, maak ik het ze makkelijk. Ik fotografeer dat eczeempje en scan het naar de dokterspraktijk.

Als hij er een paar dagen naar heeft kunnen kijken, zegt hij doodleuk: ’Ik weet niet wat dat is.’ Hij is dan wel weer zo eigenwijs dat hij ook geen receptje uitschrijft voor een zalfje: ‘Smeer er maar een beetje babyzalf op, baat het niet dan schaadt het niet,’ zegt hij.

Hallo dokter! Je denkt toch zeker niet dat deze oude man babyzalf thuis heeft liggen. M’n huisarts zelf zal het wel in huis hebben, babyzalf, schat ik zo in. Hij zou best  eens vader kunnen zijn ….. hoewel ik ook wel eens  gedacht heb, dat hij ‘van de andere kant,’ is. Maar ook in dat geval kan hij ook nog wel vader zijn?! Jazeker! Voor m’n eczeempje heb ik toch maar een potje Zwitsal babyzalf gekocht. Helpt niks. De plek wordt alleen maar groter.

Ik heb gordelroos gehad en dat heeft hij prima gezien en behandeld. Ik stierf van de pijn en de jeuk. Hij schreef me goed werkende pijnstillers voor.

Van m’n oren heb ik kort geleden nog last gehad. Ze moesten uitgespoten worden. Dat doet de huisarts tegenwoordig niet meer. Hebben ze geen tijd  voor. Wordt aan de doktersassistente overgelaten.

Ik heb nu iets, daar kan ik echt geen foto van maken. Hemel en aarde heb ik bij de doktersassistente moeten bewegen om op het spreekuur te mogen komen. Tja, wat is het? Het is een wratje tussen mijn linker kleine teen en de teen die daar net naast zit. Elke stap doet pijn. Ik heb er een antiwrattenstift voor bij het Kruidvat gehaald, maar dat spul doet niks. Drie weken moet ik wachten voor ik om half vier op het spreekuur kan komen. Het zal me overigens niks verbazen als hij geen raad weet met dat wratje.

Ik ben om kwart over drie de enige in de wachtkamer. In de spreekkamer wordt vrolijk gebabbeld en aanstekelijk gelachen. Het duurt maar en het duurt maar. Geen idee wie daar binnen zitten; behalve mijn dokter dan, want toen ik hier binnen kwam zat er niemand  in de wachtkamer. Als de huisarts mij binnenroept, komt gelijk de ‘gezellige’ patiënt de spreekkamer uit.

Het is een zwaar opgemaakte dame, in een feestelijke jurk, met veel fel groen en fel  rood. Ik had er vergif op durven innemen, dat er net twee mannen in die spreekkamer met elkaar in gesprek waren. Iets te uitbundig wenst ze de dokter, die zij blijkbaar Bart mag noemen, nog ‘een héél fijne dag’.

Het is vier uur. De dokter is bijna een half uur uitgelopen, terwijl ik hier al zeker drie kwartier zit wortel te schieten. Eindelijk ben ik dan aan de beurt. Voor dat wratje tussen mijn tenen krijg ik van Bart een verwijsbriefje voor de huidarts. 

zondag 23 april 2023

DE 'STAND IN' VAN MAXIMA.

Wat is daar aan de hand? Grote, stevige, waterdichte, stormbestendige, blauwe tenten zijn in het Kralingse Bos, vlakbij het strandbadje, opgezet. Op een gebied van zeker vier voetbalvelden. Komt er een popfestival of zou het soms met Koningsdag  te maken hebben?

Kosten nog moeite worden in Rotterdam gespaard om maar een goeie beurt bij ‘onze’ koning te maken. Zo wordt afgelopen zaterdag de Blaak zowat dichtgegooid voor het verkeer in de richting van de Coolsingel, omdat  er nieuw asfalt voor WA  op moet. Vele tientallen wegwerkers zijn er aan bezig. Minstens hetzelfde aantal krachten zijn nodig om het verkeer in goede banen te leiden. Dat doen agenten tegenwoordig haast niet meer ... het verkeer regelen. Dat wordt nu gedaan door mensen die voor hun uitkering iets moeten doen.

Van de week zag ik toevallig, hoe een paar motoragenten het verkeer op die rotonde bij het Bos gingen regelen. Er waren gewoon stoplichten daar. Maar er kwamen hoogwaardigheidsbekleders aangereden en die gingen voor. Er was geen verkeer meer op de rotonde. Een ventje op de fiets, een Marokkaantje dacht ik, wilde toch vlug het kruispunt over.  Toen zette een van de motoragenten me toch een keel op: ‘TERUG, TERUG!’ Geschrokken keerde het jochie op zijn schreden terug.

We zien ambulances van de politie, we horen sirenes, we zien zwaailichten. Dit zal wel een oefening zijn voor Koningsdag. De politiewagens naderen de rotonde. We kunnen elkaar hier langs de weg niet meer verstaan.  Die vermaledijde sirenes en nu ook nog die heli’s! Kort achter de politiewagens, vier motoragenten op vier motoren, elk op z’n eigen motor.  Vijf meter daar weer achter, de dure gepantserde auto met de ‘stand in’ van de koning aan onze kant van de weg. Aan de andere kant van de ‘stand in’ van Willem Alexander zit de ‘stand in’ van  Maxima. Zij wuift naar de mensen in hun verwaarloosde maar betaalbare huurhuizen.  Maxima is komt altijd op vòòr de zwakkeren in de samenleving. Daarom wil ze ook per sé langs de Pompenburgflat (bij het Hofplein). Daar worden tweehonderdvijftig goede en betaalbare woningen gesloopt. Drie ultra hoge en superdure wolkenkrabbers komen daarvoor in de plaats. Voor de vermogenden. Met de zegen van B&W Rotterdam.

Ik ga toch nog eens kijken bij die tenten in het Kralingse Bos. Wat dáár nou is?  ’t Heeft niks met Willem Alexander te maken, dat is me al snel duidelijk. Heeft óók niks met zijn moeder te maken.  Beatrix, die kwam hier nogal eens  in het Bos voor het concours hippique … dat springen met die paarden, bedoel ik. Ze springt al jaren niet ….o, sorry ze komt hier al jaren niet meer.

Er komt een popfestival in het Kralingse Bos. Op Koningsdag. Het is van 13.00 uur tot 23.00 uur. Een festival met verschillende muziekgenres: techno, house, r & b, urban, rap en hiphop. Van al die genres hebben de organisatoren ook nog eens  de beste muzikanten van de Europese top vastgelegd.

Of het de 27e mooi weer wordt of kut, dat durf ik echter niet te zeggen. Druilerig vrees ik.

 

 

zaterdag 22 april 2023

GEEN WATER VOOR DE TULP.

 Dag 1.

Ik ben een rode tulp. Strak in papier verpakt. Hij, van het huis hier, werkt me ruw de verpakking uit. Ik beland op een  aanrecht vol vuil serviesgoed en gemorste  sauzen.  Precies beland ik in een klodder tomatensaus .

Oh, nee hè! Daar komt een anderhalve liter fles Fanta Orange vol met water. Hij gaat me nooit water geven: draait de dop van die fles en schudt al het water er uit. Hij zet me in die fles een hangt me  met mijn bloem op aan de flesopening.

Dag 2.

Hij komt uit zijn slaapkamer. Gaat naar een ruimte vlak achter mij. Als ik daar maar niet naar toe hoef. ’t Stinkt daar.  Hij staat daar te spetteren.

Daar komt hij weer. Potverdorie! Wat een oen. Loopt ie m’n fles omver … gelijk een geknikte stengel.  Hij zet die wankele fles tegen een plantje. Ik blijf aan mijn knik hangen. Kan nu alleen maar naar beneden kijken. Stoelpoten, vloerkleed, broodkast en ontzettend  veel stof.

Hij eet nu. Dacht hij maar eens aan mij. Juist nu heb ik behoefte aan water. Maar ik kan natuurlijk geen vocht opnemen  met mijn gebroken steel. Hij pakt me abrupt op! Wat nu weer? Hij tilt me op en draait plakband om mijn steel, vlakbij de knik. Ik kàn nu wel wat vocht hebben maar krijg niks.

Dag 3.

Die stukjes plakband om mijn stengel bij de knik hebben succes. Ik sta wat steviger. Zie hier gelijk ook meer. Heel langzaam beweegt  vocht naar mijn bloem.  Mijn bloem voelt zelfs wat normaler aan. Dat klinkt nou wel goed maar de situatie blijft klote. Ik voel me een stokoude tulp in een gft-bak.

Dag 4.

Nu zie ik ook wat een gigantische planten in dit huis staan. De enorme hibiscus, die groeit van de vloer tot aan het plafond. Blij toe, dat die reuze-christusdoorn, met z’n agressieve scherpe  priktakken niet van zijn plaats kan komen. Een reusachtige chlorophytum met tientallen aanhangende kindertjes staat op een krukje voor het raam. Elke dag geeft hij al de planten water en ik krijg nog geen druppeltje. Ik tel niet mee.

Dag 5.

Ik ga zelf op zoek naar vocht. Misschien op  een van die planten hier. Gisteren heeft hij ze water gegeven, de aarde moet nog nat zijn. Eerst moet ik die fles uit zien te komen. De fles is wankel. Ik breng hem verder aan het  wankelen door te schommelen. Goed idee.  … ik word gelanceerd. Heel dicht bij mij staat een plantje. Ik klim langs het potje naar boven, laat me over het randje kieperen en ga op de aarde liggen. Heerlijk vochtige aarde, koel, ik kom helemaal bij.

Daar is hij weer. Hij zal raar opkijken als hij die fles plat op de grond ziet liggen en mij hier in dit plantje.

Vloekend zet hij de fles rechtop. Mij neemt hij resoluut mee naar de keuken en amputeert met een gekarteld mes de onderste helft van mijn steel. Hij zet me in een kopje, dat stinkt naar koffie. Heeft die man geen glaswerk?!

Hé, dit is niet gek. Hij zet me in het zonnetje tussen de chlorophytum stekjes. Zo profiteer ik mooi van de vochtafgifte van die kleine plantjes, ha, ha!

Dag 6.

De kwaliteit van mijn leven is er, hier op het kozijn, op vooruit gegaan, ondanks de amputatie.(vreselijke fantoompijn!).  Het is hier lichter, vochtiger. Misschien komt het nog goed.

Het uitzicht is hier fijn. Meeuwen, eksters, koolmeesjes. Bloesembomen in bloei. Voetpaden met af en toe wat mensen. Grasperken waar honden op worden uitgelaten. Aan de overkant een flat en als ik me niet vergis, zie ik daar een glanzende vaas voor het raam staan … met maar liefst tien van mijn soortgenoten er in, rood ook … wat een bofstelen. Fier rechtop staan ze in ruim water. Die hebben het hele kozijn voor zich alleen.

Plots pakt hij me bij mijn bloem en draait me een kwartslag. Prima. Zo krijg ik wat meer zon.

Dag 7.

Ik sta in alle vroegte in de zon. Er gebeurt wat in mij. Mijn bloem komt langzaam in beweging. Millimeter voor millimeter open ik me. Ik word er zo vrolijk van dat ik onwillekeurig ‘Tulpen uit Amsterdam’ begin te neuriën. Een tophit in de vijftiger jaren. Het lijflied van elke tulp.

Ik kan niet precies reconstrueren wat er tóén gebeurde. Hij trekt me wreedaardig aan mijn bloem uit mijn koffiekopje. Hij vermorzelt me tussen zijn handen tot een prop en gooit me in het gft-bakje.

Tussen de appel- en sinaasappelschillen, andijvie- en witlofresten, aardbeikroontjes en theezakjes, geef ik de geest. In een lekker geurtje en met voldoende vocht om me heen.  Alleen heb ik daar nu niet zo veel meer aan.

                                              

vrijdag 21 april 2023

EEN TAAI ONGERIEF.

Reinier kijkt in de spiegel. ’t Went nooit. Elke dag  weer scheren.  Vanavond is hij bij maten, de jongens van het corps. Daar gaat hij zich niet ongeschoren vertonen. Reinier heeft een vlassige, blonde baardgroei. Zijn baardje trimmen is precisiewerk. De schedel is een makkie, die moet één keer per week maar toevallig wèl vandaag.

Douchen, haar wassen, afdrogen, boxer aan en dan scheren.

De spiegel is beslagen. Hij zet de badkamerdeur open. Zonder spiegel scheren gaat niet.

Jack Johnson zingt op Spottify, ‘Better Together’. Lekker nummer. Reinier neuriet het mee, swingt naar de koelkast, haalt er alvast vier blikjes Heineken uit en propt ze in zijn camel kleurig  jasje.

Hij kookt water in de waterkoker, giet dat in de scheerkom en zet de Gilletta Mach3 erin. Het scheermesje moet goed warm zijn.  Reinier spuit Nivea-scheerschuim op zijn hand en bedekt alle nat te scheren plekken: zijn hals, zijn nek en zijn wangen. Op zijn hoofd hoeft geen schuim; met water gaat het ook prima.

Reinier checkt nog even de app en stopt z’n mobiel in zijn jasje.

Hij begint het nat scheren bij z’n nek, dan gaat hij met het scheermesje naar zijn hals en scheert daar de korte slappe haartjes weg, tot aan de onderrand van zijn baardje. Het zelfde doet hij met zijn wangen; hij scheert langs zijn bakkebaarden en de bovenste rand van het baardje.

Nu alleen het makkelijkste nog: met lange halen, van achter naar voor, wordt de schedel glimmend gladgeschoren ...  met een washandje alle scheerschuim weghalen,  hoofd afdrogen en wat Old Spice er op.

Reinier gaat op de wc zitten om zijn splinternieuwe Nikes aan te doen. Stervensduur, 150 euro, daar kan hij mee aankomen bij zijn maten.

Dan het baardje. Dat doet ie droog … met de trimmer. Die zit in het trimmerzakje. In de badkamerkast. Reinier zet de trimmer op standje twee.  Het baardje dat na het trimmen overblijft geeft hem iets guitigs, vindt hij.

Klaar. Scheren een taai ongerief.  

Een uurtje later stapt hij, relaxt , tamelijk ’s zomers gekleed, de deur uit. Continu loopt hij op zijn mobiel te kijken.  Af en toe  neemt hij een slokje Heineken. Reinier gaat niet gelijk door naar zijn maten. Hij heeft lekkere trek. Eerst  een patatje-pindasaus  scoren. Bij Bram Ladage. Wachtend op zijn frietje, blijft hij scherp gefocust appen.

donderdag 20 april 2023

ONVERWACHT BEZOEK.

Mijn broer Jef en zijn vrouw Karin komen langs. Meestal kondigen ze dat een paar weken van te voren aan.  Nu zijn ze in de buurt: ‘kom laten we eens bij Jee  langs gaan’.

Karin ziet er goed uit. Rond en gezond. Maar nu is het wel apart, omdat een paar weken terug borstkanker bij haar is vastgesteld. Ze wordt bestraald en ze heeft een chemokuur. Karins kilootjes hebben er vooralsnog niet onder geleden. Ik moet er niet aan denken dat er opeens een broodmagere Karin bij me zou binnen stappen. Ze lijkt me eerder wat aangekomen. Karins haar zit leuk. Net even iets speelser dan normaal. Ze heeft nu een pittig, blond, kortgeknipt blond koppie. Maar …   ze heeft een pruik op! Karin is kaal geworden door de behandeling.  Vandaar ook dat ze bij mij in de buurt zijn. De ‘haarstudio’ zit hier om de hoek.

Ze oogt wat kwetsbaarder dan voorheen, Karin. Niet vreemd als je zo’n klap te verwerken krijgt.  De behandeling  slaat gelukkig  goed aan. De groei  van de kankercellen lijkt tot staan te zijn gebracht.  

’Ander onderwerp’, schijnt Karin te denken want ze wil opeens van me weten wanneer mijn opa, de vader van mijn vader, overleden is.  Karin is een familiestamboom aan het maken. Ik weet die overlijdensdatum niet precies. Wat ik wel weet is dat ik dertien was en dat het in de herfst was. Oktober of november 1964. Stamboommakers hebben natuurlijk niks aan dergelijke  vage gegevens. Gokken kunnen ze niet maken. Dat zou wat moois wezen.

Ik weet het niet helemaal zeker, maar ik flap er uit dat oma zichzelf, drie jaar na opa’s dood, van kant heeft gemaakt.  Althans, en dat benadruk ik nog maar eens: ik heb het sterke vermoeden.

Vrij kort na de dood van opa, zit de hele familie treurend bijeen in opa's benauwde, donkere tweekamerwoninkje. Nog nooit heb ik zo’n  sterke gaslucht geroken als toen, tijdens het rouwbezoek  aan opa. Als  ik iets over die stank zeg, bijna fluisterend in mijn moeders oor, krijg ik een klap voor me kop van haar. Ik snap er echt niks van want ik zeg toch alleen maar wat ik ruik. Daarom denk ik, achteraf, dat de dood van opa met die gaslucht te maken heeft. Waarom geeft mijn moeder me anders een jens?

Mijn oma verdenk ik er dus ook van. Drie jaar lang is ze in rouw en dan ineens is ze dood. Op haar hoofd gevallen. Van de steile trap, van de keuken haar de tuin . Een tuin waar het enige groen, tussen de stoeptegels groeit. ‘Hartaanval’, zegt de huisarts. Die verzwijgt  het extreem hoge alcoholpercentage in haar bloed. De naaste familie weet wel beter! In haar verdriet om opa, raakt ze verslaafd aan alcohol. Ze nipt te veel citroentjes met suiker. Ze drinkt zichzelf dood, op zoek naar een snelle route naar opa. Die hartaanval geeft het haar laatste zetje.

Karin wil nog lang niet 'uitstappen'. Zij vecht tegen kanker en lijkt de strijd te gaan winnen. Ze zal snel genoeg haar eigen blonde haar weer terug hebben. Trouwens, met dat pruikje op ziet ze er ook patent uit.

Gezellig dat Jef en Karin er vanmiddag even waren. Was al een tijd geleden.

 

woensdag 19 april 2023

BROEKJE AAN? BROEKJE UIT?

 

Ik zit op dus fitness. Spinning doe ik daar het meest. Dat gaat onder leiding van een enthousiaste  juf: gedurende drie kwartier tot anderhalf uur fiets je je drie slagen in de rondte, op een soort hometrainer. Ik doe ook mee aan het kwartiertje  buikspieroefeningen, dat ze gelijk na afloop van de spinningles geeft.  Voor de spinningles pak ik altijd nog even wat toestellen mee voor de biceps-, triceps-, beenspier- en borstspieroefeningen. Dat laatste is wel zwaar maar zweten doe ik er niet van. Dan spinning! Gottegottegot. Ik moet bijna zwemvliezen aantrekken om na afloop van de les zonder verdrinkingsgevaar van de spinningfiets te kunnen stappen … zo’n plas water ligt daar. Mijn huid, mijn haar, mijn kleren, zeiknat en in mijn schoenen loop ik te soppen. En dan nog die buikspieroefeningen, da’s geen kattenpis.

Het afkoelen vind ik erg. Dat gaat zo razendsnel. Binnen de kortste keren lig ik met ijskoude vingers en tenen buikspieroefeningen te doen. Het is een straf, met die alsmaar kouder wordende kleren aan mijn lijf. Ik denk maar alvast aan het douchen dalijk.  Die douche is lekker hier. Heerlijk warm. Lekkere harde straal.  Netjes ook.  Want er zijn niet veel sporters meer, die gaan staan plassen onder de douche. Veel minder sinds er camera's in de doucheruimte zijn geplaatst. Zelf plas ik daar alleen, als ik héél erg moet. Maar ik hoef nooit, omdat ik alle vocht al uit m’n lijf gezweet heb. Hoe het ook zij:  tegenwoordig ruikt het lekker fris in de doucheruimte.

In de kleedkamer trek ik mijn koude, natte kleren uit. Gauw naar de doucheruimte. Met mijn ogen dicht sta ik van het warme water te genieten. Blindelings gebruik ik de gel en de shampoo. Mijn ogen houd ik stijf dicht, want ik kan niet tegen shampoo in mijn ogen. Als ik mijn ogen, open doe, zie ik tot mijn verbazing: de Hollandse jongens staan in hun nakie en de moslims jongens in hun sportbroekje.

Onhandig! Ik moet er niet aan denken om met mijn handen in mijn sportbroekje te moeten hannesen, om mijn bilspleet, mijn piemel, mijn scrotum en mijn schaamhaar te wassen. Voor mij is zo’n blote poetsbeurt juist een van de fijne momenten op de sportschool.

Naakt met anderen onder de douche schijnt niet te mogen van de koran. Zowel mannen als vrouwen moeten hun ‘awrah’, de edele delen, bedekken in het gezelschap van anderen. Voor mannen betreft het het hele gebied tussen navel en knieën.

Alle moslimsporters zijn trouw in de leer en houden hun broekje aan. Ze zullen zich er wel goed bij voelen. Ik vind het allemaal best, zolang  de koran mij maar niks gaat verplichten.

In de kleedkamer ving ik wat op van een gesprekje tussen twee jonge Marokkanen. Één van de twee wist niet wat ie nou moest doen: broekje aan of broekje uit.

‘Jij, hier douchen, broekje aan. Geen probleem . Alle moslims doen. Of jij homo soms???’’

Ik had mijn portie sport en douche weer gehad. Fris, schoon en energiek ga ik naar huis.


dinsdag 18 april 2023

SCHRIJF EENS OP WAT JE DWARS ZIT.

‘Zet eens wat op papier over iets wat je dwars zit, Gerard. Dan kunnen we daar de volgende keer samen over praten, ‘ zegt dokter Ouboter, zijn psychiater.

‘Goed,’ zegt Gerard, ‘ga ik doen.’

 

Op verzoek van dokter L. Ouboter.

Dinsdag, 18 april 2023.  

Ik slaap heel slecht. Vier à vijf uurtjes per nacht. Inslapen gaat wel steeds prima maar na een paar uurtjes ben ik al weer wakker. De gevolgen beginnen nu ook merkbaar te worden. Ik kan me niet goed concentreren. Ik kan films of toneelstukken niet meer zo goed volgen als dat ik dat in het verleden kon. Ik raak m’n balans een beetje kwijt, het is niet dat ik om de haverklap val maar ik heb  het gevoel dat ik niet zo stevig meer op mijn benen sta. Ik ben ook bang om te vallen, eerder dan ik ooit had. Maar behalve déze vervelende zaken, heb ik ook last van verwardheid en vergeetachtigheid. Ik verwarde bijvoorbeeld de zondag met de maandag. Midden in de nacht had ik de wekker voor maandag op half acht gezet. Althans dat dacht ik. In werkelijkheid stond de wekker op zondag; halfzeven. Mijn vriendin maakte me er wel op attent dat het half zeven was maar niet dat het zondag was. Dus ik wachtte tot het half acht was en ging mijn bed uit want ik dacht dat het maandag was. Ik moest op maandag vroeg op omdat ik naar een cursus in Crooswijk moest.  Ik stopte mijn hoofd onder de kraan om wakker te worden, kleedde me aan en liep naar het aanrecht om mijn eten te pakken. Ik vond het vreemd dat mijn vriendin geen muesli voor me gemaakt had en voor haarzelf ook niet.  Er lagen wel een paar krentenbollen, die eten we altijd op zondag en ZELFS TOEN ging er nog geen belletje rinkelen dat het geen maandag was maar … zondag. Er zaten vier krentenbollen in de plastic zak. Ik was nog steeds in de veronderstelling dat ik naar de cursus moest. Dus riep ik tegen mijn vriendin: ’ik neem twee krentenbollen, hoor, moet jij er ook twee?’, terwijl we er altijd maar 1 nemen op zondag. Maar ik wilde er twee omdat ik de hele maandagochtend verder niks te eten zou krijgen.  Mijn vriendin hoefde maar 1 krentenbol. Na het eten ging ik mijn tas pakken voor de cursus, mijn leesbril en mijn mobiele telefoon. Toen mijn vriendin ineens vroeg :’Wat ben je nou aan het doen, man?’ Zei ik: ’Ik ben mijn tas klaar aan het maken voor de cursus, want daar moet ik zo naar toe. ‘Nee, joh’, zei mijn vriendin, ‘het is zondag,  ik  ga zo naar de kerk en jij gaat zo naar je eigen huis om daar te stofzuigen en zo’. En toen pas  en toch nog na enige aarzeling, realiseerde ik me dat ze gelijk had, dat het zondag was. Rare ervaring, ik wijt dat aan mijn tekort aan slaap, ik zou ook kunnen zeggen het is een beginnetje van dementie. Diezelfde zondag (’s middags)bracht ik mezelf nog eens in verwarring door bij een bezoek aan mijn eigen huis mijn rode jasje thuis te laten hangen, toen ik weer naar mijn  vriendin ging. Het was toen veel te mooi weer voor een jas aan. Toen ik maandagochtend vanuit het huis van mijn vriendin naar mijn cursus ging, had ik geen jas, want  die lag nog in mijn eigen huis. Ik zeg dat dat komt, door mijn slechte slapen maar het kan natuurlijk een beginnetje van dementie zijn.

Ik hoop dat u hier iets mee kunt.

Groet,

Gerard de Lange.

18-04-12023.

maandag 17 april 2023

ONLUST.

In de achtertuin van de woning van de familie Op de Hort in Strijen, is de bij zijn ouders inwonende Johan (23), heel wat uurtjes bezig met de kippen van vader.  Johan heeft, net als vader veel lol in die kleine kakelende rakkertjes. Als het maar even kan helpt hij zijn pa.  Nu eens raapt hij de eitjes, dan weer vult hij de voeder- en drinkbakjes en af en toe moet hij enkele kadavertjes ruimen. Hun doodsoorzaak is niet altijd bekend. Bij het lekker weer laat Johan de diertjes lekker in de tuin scharrelen. Kippengaas voorkomt dat ‘de meiden’, zoals Johan de kippen soms noemt, naar de tuin van de buren glippen.

Tussen Johan en een van die kippen is een bijzondere band ontstaan. Als kuikentje al volgde zij Johan op de voet en hij liet dat gebeuren.  Ook als Johan de woning in liep, dan kwam Madonna niet zo gemakke … o ja, dit weet de lezer nog niet: Johan is een fan van Madonna, de bekende popzangeres. Johan zag, tsja,  beetje raar misschien, een overeenkomst tussen zijn kippetje en Madonna.

‘Moet je nu toch eens kijken pa, zei hij op een keer, ze heeft net zo’n leuk kontje als Madonna … een beetje kleiner, dat wel.’ Daarbij lachte hij wat besmuikt. Ook vader had er stiekem plezier in. Johan zei zoiets meestal ‘vlug-vlug’ als moeder aan het koken was of op het toilet zat. Hij wist wel dat moeder niet van die praat hield.

Madonna volgt Johan de woning in.  Johan moet haar daar wel een beetje bij helpen want  de drempel van de keuken naar de bijkeuken is een beetje te hoog voor haar.  Madonna is blij met de hulp van Johan. Als ze eenmaal in de bijkeuken staat,  loopt Madonna  weer vrolijk achter hem aan.  Van de poes of de hond is Madonna niet bang. Krijta, de poes krijgt een dikke staart en blaast venijnig,  maar kruipt daarna gauw onder de bank en Vort, de bouvier, legt zijn voorpoten plat op de vloer en blaft wat dommig naar haar. Madonna is niet geïmponeerd en gaat speels op  Vort af. Die blaft nog wel even maar verdwijnt schielijk de keuken in.

Mijn kleine stoute meisje heeft zojuist wel een poepje gedaan in de bijkeuken. Met een tissue is de vloer snel weer hersteld.  Johan geeft haar wel twee kleine tikjes op haar kontje: ‘Ja, ze zal dit toch moeten afleren.’

Hij wil zijn maffe kippetje  straks even los laten lopen  in zijn slaapkamer boven. Daar staat ook wat eten en drinken voor haar. Alleen de trap op kan Madonna nog niet. Dus draagt Johan  haar in zijn handen naar boven. Doet hij graag: haar veertjes voelen zo lekker zacht aan.

Alsof ze hier al jaren woont, loopt Madonna op Johans kamer rond. Hup, springt ze op zijn bed en hop, er weer vanaf. Dan loopt ze ineens weer onder zijn bed te scharrelen. Johan geniet echt. Van haar lieve zachte veertjes  en haar grappige kontje. Johan is blij met haar. Hij zit op de rand van zijn bed.  Argeloos springt Madonna op bed, naast Johan. Hij pakt haar liefdevol in zijn handen en zet haar op zijn schoot.