Om acht uur vertrekken we.
We lopen eerst naar de Maas. Het is vanuit het Rotterdamse Oude Noorden niet de
kortste weg naar Hoek van Holland maar het voordeel van deze route is, dat we
alle gerealiseerde nieuwbouwgiganten van Rotterdam weer eens goed van nabij kunnen
aanschouwen. De meningen zijn nogal verdeeld maar ik vind het groots, nee
kolossaal, letterlijk en figuurlijk. Natuurlijk is het tegelijkertijd jammer
dat er langs de Maas niet meer van die kleine antieke juweeltjes te vinden zijn als Hotel New York,
het Henkespand, en Las Palmas. Laten we ook het beroemde Witte Huis bij het
Haringvliet niet vergeten. Jarenlang heette dat ‘de wolkenkrabber, van
Rotterdam, Nederland en Europa’ te zijn. Dat Witte Huis is in de 2e
Wereldoorlog wonder boven wonder ontsnapt aan de Duitse bombardeerdrift.
Ben en ik gaan
lopen naar Hoek van Holland en terug met de trein. Normaal gesproken moeten we naar
de Hoek kunnen lopen in een kleine zeven uur. Tenminste als er niks tegen zit. Van
een blaar bijvoorbeeld, kan je flink last hebben. Een van ons kan een voet
verzwikken. We kunnen aangevallen worden door een zwerm bijen of een bos
kraaien en we kunnen zo stom zijn een verkeerde weg in te slaan.
Eigenlijk is dit allemaal ter
voorbereiding van de Vierdaagse in Nijmegen. Ben en ik gaan daar dertig
kilometer per dag lopen. Zo’n loopje als vandaag is een prima voorbereiding.
Ben is heus een goeie vent
maar een slechte loper. Het is niet anders. Hij loopt in feite te traag naar
mijn zin. Dat betekent dus dat ik langzamer
moet gaan lopen. Ja, wanneer ik in mijn eigen tempo ga lopen, dan loop ik die
Vierdaagse solo en dat is toch ook weer niet de bedoeling. Bovendien sneu voor
Ben, die toch ook zijn stinkende best doet?! Desalniettemin vind ik dat slome
geslenter he-le-maal niks! Ik loop me dan he-le-maal op te vreten. Weet je hoeveel dat scheelt op dertig
kilometer: anderhalf uur. Anderhalf uur lang, geen lekker zonovergoten terrasje.
Anderhalf uur lang geen lekkere grote koele pils. Maar je moet wat over hebben voor
een maatje.
Het voordeel is dat Ben wel
een gezellige vent is en … hij weet van alles. Hij weet allerlei leuke dingen
te vertellen over moderne containerschepen, de tweede Maasvlakte, de sleepboten
van de Rotterdamse Havendienst, je weet wel die boten die zo hoog kunnen
spuiten als er iets feestelijks aan de hand is. Maar ook weet hij veel van de
vogels, langs de oever van de Maas zoals daar zijn de enorme hoeveelheden meeuwen
en de zwanen om er maar een paar te noemen. Van de zwanen weet hij te vertellen
dat ze steeds vaker en steeds langer ook met hun kop onder water kunnen
blijven. Dat komt door het relatief schone milieu bij ons. Ben kan daar
apetrots op wezen.
Ook van konijnen weet Ben
veel en die zie je hier ook veel, soms wel eens een beetje te veel. Net als al die
schijtmeeuwen. Ook lopen hier veel honden los maar dat zijn dan weer geen wilde
honden natuurlijk. Dat zijn huis, tuin en keukenbeesten. Ben weet van elke hond
precies zijn ras. Die grote hond daar met die kleine zwarte krulletjes is géén
Surinaamse herder maar een grote poedel en die grote witte hond met die
zwiepstaart en die sik, dat is gewoon een geit. Ben had dat gelijk door. Ik
hoorde pas dat die hond een geit was toen die zijn bek open deed en ‘bèèèeh’ zei
… maar … tussen ons gezegd, kan het me aan m’n reet roesten, wat Ben allemaal
loopt te vertellen … hij gaat zijn gang maar! …. alleen … als tie lult over iets
wat ie lèùk vindt, gaat hij gelijk een beetje harder lopen, heb ik gemerkt.
Komt ie op viereneenhalve kilometer per uur. Voor mij mooi mee genomen.
Tegen vieren kwamen we aan
in de Hoek. Niet gek … met zo’n vent als Ben d’r bij. En we hadden toch ook nog
ruim een half uur zitten schaften met uitzicht op die stank en meststoffen producerende
Albatrosfabriek bij Roozenburg.
Ben heeft dit stukje tekst als eerste mogen lezen en
vond het zelf leuk om hier en daar nog
iets geinigs toe te voegen. Dat heb ik goed gevonden. Ik had dat alleen nooit
toe moeten staan. Mijn excuses daarvoor!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten