Voorgaande delen van de
serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook
gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’. Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel
1 nog eens gelezen worden.
Door daar op de knop
‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande
afleveringen van de serie te zien.
Ook eerder ‘werk’ van mij
kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest
recente verhaal.
Deel 34: Gedeporteerde
Joden.
Wat voorafging.
Maria is zwanger na verkracht te zijn. Ze baart Kareltje.
Dan gaat ze bij een rijke familie (in ’t Hout) wonen en werken. Dat bevalt haar
goed. Ze wordt verliefd op meneer in ‘t Hout … verwarrend ...
Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw in ’t Hout
houdt Kareltje bezig. Dat lijkt Maria te ontroeren … maar het is schúldgevoel,
dat haar beroert. In een nare droom worden haar gevoelens ‘duivels’
vergoeilijkt.
Kareltje brult iedereen wakker; hij is niet in zijn ledikantje.
Maria slaapt nog diep. Meneer in ’t Hout is het zat: ’Dit moet afgelopen zijn.’
Joop rijdt Maria naar haar moeder in Den Bosch. Er wordt geroddeld over Joop. Hij zou
pedofiel zijn. Joop kent de roddel. Twee
gassies hebben leugens opgehangen.
Maria’s moeder herinnert zich raadselachtige verplaatsingen
van dieren bij haar thuis. Lijkt op wat er n u met Kareltje gebeurt. En steeds
is Maria vlakbij. Het knulletje ligt alwèèr niet in zijn bedje. Zou er soms een verband zijn tussen de
verkrachting en die ‘verplaatsingen’?
Maria gaat naar de huisarts voor haar slaapwandelen. Ze
krijgt medicijnen en een verwijsbriefje
voor de psychiater. Maria reageert goed op de medicatie. Ze wordt energieker,
wil ‘haar vleugels’ uitslaan. Samenwonen met een leuke man in een huisje is
haar droom.
Joop wordt elkaar geslagen.
Buurman Klaas weet dat de twee gebroeders van Ooijen Joop mishandeld
hebben. ‘Volgende keer ga je er aan’, roepen ze Joop na. Klaas, sjouwt hem naar
zijn huis. De misbruikte kinderen hebben
een verklaring afgelegd ... getuigen mogen ze echter niet. Klaas was er getuige
van dat Joop werd afgerost.
Joop wordt vrijgesproken. Ten onrechte. Dat wéét hij. Zijn
gedachten schieten alle kanten op. Één ding is zeker: Maria vertrouwt hem. Haar
woonwens kan verwezenlijkt worden.
In de poffertjeskraam laat het trio het zich smaken. Joop
doet Maria daar een aanzoek om te gaan samenwonen.
Het huisje moet opgeknapt worden. Ze krijgen veel hulp.
Maria zorgt goed voor de helpers. Tè goed volgens jaloerse Joop.
Maria raakt, ondanks haar afkeer van Joops avances, zwanger
van hem. Haar tweede … hun eerste.
De trouwdag is gezellig. Joop wordt onaangenaam herinnerd
aan de rechtszaak. De kinderen van oom
Bert dollen met Joop. De familie van Joop lijkt niet erg blij met dit
huwelijk.
Een kennis van Joop betrapt de van Ooijens op ruiten
ingooien. Joop jent de van Ooijens en
hij vertelt Maria het droeve relaas van Oom Bert.
Tot de 6e maand was het voor Maria een fijne dracht. Ze
deelde veel van haar gevoelens met Joop. Ze sprak vaak met Engeltje, haar
ongeboren kind. In die 6e maand eindigde haar zwangerschap bruut.
Maria en Joop krijgen nog 4 dochters. Het is oorlog.
Jodenvervolging en laffe Rooms-Katholieken. Karel conflicteert met zijn
stiefvader. Joop zet hem het huis uit.
34. Gedeporteerde Joden.
Joop ziet er goed uit, volgens Maria, na die zware jaren in
Duitsland. Hier in Schiedam zijn het in
ieder geval verdomd slechte jaren geweest, vertelt ze aan Joop. De
meisjes zijn dan al op school of naar hun werk. Het is in de oorlog bitter koud
geweest. Er is nauwelijks wat te eten en
als we eens wat hebben, is het meestal niet te eten.
‘Jij hebt vast geluk gehad in Duitsland, ik heb je nog nooit
zo dik gezien, Joop.’ Hij heeft het inderdaad getroffen. Joop vindt onderdak
bij een zeer muzikale Duitse familie. Vader, moeder, zoon en dochter spelen
allemaal viool. Het zijn Joden. Ze leven heel onopvallend, heel voorzichtig.
Blijkbaar verstoppen ze zich goed in hun eigen huis, want ze overleven de
oorlog. Tenminste … als Joop daar
vertrekt, is de oorlog voorbij en zij leven nog. Als er veel militairen in hun woonbuurt
paraderen, wordt hem gevraagd, om wat boodschappen
voor hen te doen. Dat is een kleine moeite. Wanneer nazi’s hem vragen voor wie hij
al die boodschappen moet doen, antwoordt Joop, dat dit inkopen zijn voor het
pension voor Holländische Arbeiter. Met dat antwoord zijn ze meestal tevreden. Joop
heeft het goed bij de muzikantenfamilie. Maria laat niet merken aan hem, dat ze
het maar een sterk verhaal vindt.
‘Jullie hebben het slecht gehad. Dat is jullie aan te zien.
Jullie zijn erg vermagerd.’ Maria zegt dat er nog maar heel weinig vlees op de
botjes van de meisjes zit. Op die van haarzelf evenmin. Ze had er op gerekend,
dat Joop zo af en toe eens wat geld naar Schiedam zou sturen. We hadden het
hier zo ontzettend hard nodig!
Maria merkt aan Joop zijn wazige blik, dat hij niet aanvoelt
in wat voor nood zij en de meisjes jarenlang hebben geleefd.
Hier in de straat zijn de Joden er niet zo goed vanaf
gekomen als die musici van jou, Joop. Alle vier de Joodse gezinnen uit de
straat, je weet wel: Spetter van de sigarenwinkel, Creteer de melkboer, Appel,
de drogist en de Bruyne, de kruidenier, allemaal zijn ze op de laadbak van een
vrachtwagen geduwd. Ik hoor later dat ze naar het station zijn gebracht waar de
trein naar Duitsland al voor ze klaar stond. Creteer en Spetter van hier vlak
aan de overkant, op nog geen vijf meter van ons huis vandaan, zijn ’s ochtends
om half acht door nazi’s uit hun bed gehaald. Ze moesten in hun pyjama mee. In de kou. Ook al dat
kleine grut. Maria voelde zich vreselijk
machteloos en moest erg huilen. Ook nu weer.
’s Avonds onder het eten vertelt Joop aan Maria en aan zijn
vijf dochters dat hij genoeg geld meegenomen heeft uit Duitsland. Dat alleen al
is goed nieuws. Maar er is mèèr ... hij kan gelijk weer beginnen bij zijn oude
baas: de drukkerij.
‘Geen zorgen meer, want er wordt voortaan elke avond lekker
gegeten bij ons en binnenkort gaan we warme kleren kopen,’ zegt Joop.
Het is dat de meisjes Kikkerd nog te veel verzwakt zijn door
ondervoeding, anders waren ze luid
juichend opgesprongen en waren ze hun vader om de hals gevlogen.
Alleen Maria heeft die aandrang niet … zij fronst slechts
haar wenkbrauwen.