dinsdag 27 juni 2023

EEN BEETJE REIZEN.

Ik ga het de maanden juli t/m september wat rustiger aan doen met vrijwilligerswerk. Conversatie ga ik in oktober weer beginnen. Daarnaast heb ik ook nog twee uurtjes per week een maatje, Ruud, met hem ga ik nog even door tot augustus.

Ik ben van plan om in juli en augustus kris kras een beetje door ons mooie landje te gaan reizen en te schrijven over wat ik meemaak.  Ik zet mijn belevenissen in verhalen op Facebook zodat mijn (vele) volgers met me mee kunnen genieten.  

In oktober ga ik tien dagen naar Porto, de havenstad van Portugal, het Portugese Rotterdam wordt het wel eens genoemd … het is een vrij grote havenstad. Ik kwam op het idee om naar Porto (Portugal) te gaan door een ‘conversatie-leerling’ van me: Luiz. Hij is een Portugees uit Porto. Daar gaat hij straks de hele maand september op vakantie naar toe. Het lijkt me leuk om samen met hem daar een paar dagen te zijn. Luiz ziet dat ook wel zitten. Hij gaat hij me Porto laten zien, voelen en proeven. Hij zegt dat zijn weekenden al volgepropt zitten met familiebezoek. Luiz en ik moeten het samen dus doen op de doordeweekse dagen.  Ik zal me één weekend zelf moeten te vermaken. Van 4 t/m 9 september ben ik daar. ’t Is tien dagen en als het me heel erg bevalt kan ik altijd nog wat dagen bijboeken.  Ik begin maar kalm aan, want ik ben de laatste acht jaar, in de nasleep van mijn echtscheiding,  nooit meer dan vier dagen achter elkaar van huis geweest.  Dus waarschijnlijk zijn deze tien dagen wel het ‘matje’.

Ik ben van plan om de vakantie vanmiddag te boeken bij D-reizen  in Capelle aan den IJssel. Als ik daar binnenhuppel, zitten er drie dames suf op hun beeldscherm te kijken.

‘Goedemiddag meneer, wat kan ik voor u doen?’ zo wordt er een wakker.

‘Ik wil een reisje boeken.’ 

 ‘Waar wilt u naar toe, meneer?’

‘Naar Porto mevrouw, maar ik moet zo ontzettend plassen, zou ik hier even van de toilet gebruik mogen maken.’

‘Neen, dat kan hier niet.’

 ‘Oh, waar gaat u zelf dan naar de wc?’

‘De toilet hier is alleen voor het personeel.’

‘U hoeft heus niet bang te zijn dat ik de toilet vies maak. Ik zal hem keurig achterlaten.’ Ondertussen doe ik het zowat in mijn broek.

De cheffin komt er bij: ’Meneer, de regel hier is: geen klanten naar de toilet.’

‘Wat ontiegelijk  klantonvriendelijk, dames … het reisje naar Porto dat ik hier wilde boeken, ter waarde van 2.000 euro kunt u op uw buik schrijven ,’ zei ik, terwijl ik weg liep en de eerste druppeltjes al mijn boxershort in drupten. Noodgedwongen, onrustig om mij heen kijkend, doe ik in een naburig stil zijstraatje, een grote plas.

Vanmiddag heb ik deze mini-vakantie naar Porto telefonisch geboekt bij Reisorganisatie TUI, voorheen Kras. Vliegen, hotel, logies en ontbijt, een fietsexcursie, allerlei verzekeringen en belastingen: alles bij elkaar 1.600 euro  die tien dagen.

En al die vakantiedagen bespaar ik thuis mooi op gas, elektrisch en water!     


maandag 26 juni 2023

MET SONJA NAAR KATENDRECHT.

 

Met Sonja naar Katendrecht.

Hoe je totaal de verkeerde kant op kan wandelen en toch een erg leuke middag bij elkaar kan lopen.  ’t Was Sonja d’r dag niet. Ze had erg haar best gedaan in de voorbereiding maar uiteindelijk liep het gewoon anders. 

We zien het zwemparadijs Rijnhaven in aanleg.  Lopen in de richting van de oude hoerenbuurt in Katendrecht, langs de irritante, onbetaalbare yuppenwoningen, met de onhebbelijk voorover hangende stokrozen. In het voormalige pandje van de ouders van Sonja (groenten en chocolaterieën) is sinds de coronacrisis, een goed lopende Pameijer-bakkerij gevestigd. We gaan er even naar binnen, genieten van de ‘heerlijke gebakken broodgeur’ en krijgen van de vriendelijke hoofdbakker Feyenoordkoekjes mee. 

We lopen in de richting van de Maas. Langs Theater Walhalla, en het in ontwikkeling zijnde Landverhuizersmuseum. Daar wordt de historie neergezet van Nederlanders die een nieuw leven gingen opbouwen  in Canada, Australië en Nieuw Zeeland.  

Dan komen we in de buurt van de Rechthuislaan, waar het Verhalenhuis Belvedère gevestigd is. Een monumentaal pand dat van de sloop gered is en nu het centrum is van cultuur-historische activiteiten. Een vrijwilligster vertelt ons meer over de historie. Onze Elizabeth veert enthousiast op want zij heeft een boek gelezen waar de vrijwilligster over vertelt. We kijken onze ogen uit in deze aangenaam koele ruimte met een veelheid aan historische bezienswaardigheden. Ook de drankjes zijn meer dan goed binnen te houden.  Persoonlijk wil ik graag een pilsje maar dat mag, uit geloofsoverwegingen, helaas niet geschonken worden door de Somalische moslim, die achter de bar staat. Ik moet dus aansluiten in de andere rij voor mijn flesje bier.

Ik heb in dit pand al twee keer  enkele van mijn verhalen voorgelezen. Vanmiddag lees ik er ook een aan onze groep voor.  Ik lees ‘Baat het niet dan schaadt het niet.’ Over mijn beginnende huisarts.  De wandelgroep gaat echt helemaal uit haar dak.

Het is tijd om op huis aan te gaan. Als we de Hoerenloper over zijn, besluiten we nog wat te gaan drinken. Alleen Dieneke gaat niet mee , zij gaat liever naar huis. Kiezen we verdorie een café uit met een abominabele bediening. ‘Slow-hand, pokerface Mac’ haalt alles uit de kast om ons een rotgevoel te geven: Trudie bestelt een normale koffie en krijgt een medium; Sonja d’r koffie is lauw; Ans wil een stukje taart eerlijk delen met Marijke en die lul deelt het taartje in één kwart- en één driekwartstuk. Ik bestel een biertje en hij zegt héél cool, met zijn uitgestreken smoel:’ ‘t Is hier een coffeecompany’’  

Sonja’s normaal zo lieve, vrolijke gezichtje staat op onweer en als ze de wc-deur óók nauwelijks open krijgt, loopt ze linea recta naar dat ijskonijn achter de bar. Heel assertief wrijft ze hem in hoe walgelijk hij onze groep behandelt. Hij zal er nog van horen want Sonja schrijft een review ’op poten’ naar zijn baas.

De metro terug is stampvol en stikbenauwd. Alles gaat verder goed. Behalve dan dat Rob tergend langzaam achter de groep aan sloft. Er komt nog steeds stoom uit Sonja’s oortjes.


zondag 25 juni 2023

VERKOUDEN.

 Tsja, is het zulk prachtig weer word ik ziek. Gisteren was ik dat ook al maar vandaag voel ik me echt klote. Mijn temperatuur vandaag is 39,5 en gisteren  39. Het stelt allemaal niet zo veel voor: ik heb alleen maar hoofdpijn, kriebelhoest  en last van benauwdheid. Kougolven trekken over mijn rug; af en toe is mijn lijf één groot kippenvel. Ik snuit me een ongeluk. Dat schijnt een goed teken te zijn. Mijn moeder zei altijd al: ’Dan komt de verkoudheid goed los.’

Dit is de eerste verkoudheid, waarbij ik geen ouderwetse boerenzakdoek gebruik maar uitsluitend de papieren van het merk  Tempo. Het scheelt nogal, zo’n boerenzakdoek of zo’n papieren Tempootje. In zo’n rode boerenzakdoek snoot ik gemiddeld tien keer meer, voordat ik er een pot thee van trok …. nee, nee, grapje ….. voordat ik hem in de wasmand deed. In zo’n Tempo-pakje zitten tien papieren zakdoekjes, die je elk maar één keer kunt gebruiken en … zo  is mijn ervaring tenminste, dan zit het meeste snot nog aan je vingers ook. Ik ben wel blij dat mijn snot tot op heden helder is. Misschien komt het nog, maar persoonlijk vind ik de taaiere groenige snotkwakjes er vooral voor anderen onsmakelijk uitzien. In die boerenzakdoeken is dat simpel weg te proppen maar zo’n Tempootje blijft ongegeneerd aan je vingers kleven.

Vanmorgen ben ik op de sportschool, ja want zo ben ik nou ook wel weer, de sportschool gaat gewoon door, verkouden of niet. Ik ben aan het spinnen en ja, hoor, ik  moet niesen. Aan weerskanten van mij spinnen dames. Bijzonder fraaie afgetrainde sportdames. Dan kies ik ervoor om gewoon recht op mijn fiets te blijven zitten en te niesen. Ik heb alleen mijn hand om voor mijn mond te houden, ben te laat om mijn handdoek te pakken. Het is echter een buitengewone nies, die zowel naar links als naar rechts krachtig wegsprietst. Geheel in stereo laten de fraaie sportdames mij weten dat ik een gore ouwe viezerik ben. Dat vind ik wel een erg hard oordeel maar een beet je gelijk hebben ze toch wel. Ik excuseer me bij de dames. Ze pakken mij mijn handdoek af en vegen daarmee hun armen en gezicht schoon.  ‘Niet meer doen hè, ouwe?’

Van kriebelhoestjes krijg ik het een beetje benauwd. Het zijn van die korte hoestjes heel vlug achter elkaar, die van vrij hoog in de longen komen. Is er wat aan te doen? Gelukkig wel. Kruidvat heeft Daro Droge Hoestsiroop. Een dikke suikersiroop creëert een beschermend filmlaagje in je keel .

Daarnaast verkoopt een grote snoepzaak in de buurt een verrukkelijke honingdrop, die de kriebelhoest tot een minimum beperkt. Met die drop, de hoestsiroop en een rode boerenzakdoek (Zeeman) kom ik deze verkoudheid wel door.

zaterdag 24 juni 2023

ONNODIG KWETSEN.

 Mijn vriendin zei dat ze een avondje is wezen stappen. Ik lig in die periode net met een zware longontsteking in het ziekenhuis.

 ’Wezen stappen? Met wie dan?’

‘Wat? …  Met wie dan?’

‘Nou, gewoon, met wie ben je dan wezen stappen?

‘Dat ga ik jou niet aan je neus hangen …’ Nee, ik vind het onnodig kwetsend zowel voor hem als voor jou. Ik denk dat het voor jou echt niet goed zou voelen als ik je over al mijn kleine verliefdheden zou gaan vertellen.’

‘Al je kleine verliefdheden? …….. zijn het er zo veel dan?’

‘Ik weet niet precies hoeveel, hoor, maar het gaat altijd wel weer snel over.  En het gebeurt alleen maar in mij hoofd, hè. Die ander weet nergens van. Ze zijn meestal van op mijn werk. Soms heb ik wel eens twee verschillende op een dag. Het gebeurt ook dat ik een maand lang één kleine verliefdheid heb. Heb jij dan nooit zoiets?’

‘Ehhh, om je de waarheid te zeggen …. Ja …… ik heb bijvoorbeeld zo’n kleine verliefdheid met …’

‘Nee stop! dat wil ik niet horen. Wat jij met een ander hebt of wil hebben of denkt te hebben, dat hoef ik niet te weten, hoef ik niet te horen.’

‘Van zo’n kleine verliefdheid heb jij meestal geen last hoor, schatje, nee, want ik doe meestal toch niks met zo’n kleine verliefdheid.’

‘Meestal doe je niks met zo’n kleine verliefdheid? …  meestal?’

‘Nou ja ik bedoel niet helemaal niks natuurlijk: ik haal wel eens een kop koffie voor hem, of geef hem een boterham van mij als hij trek heeft, ik lach vriendelijk naar hem als ik hem in de metro tegenkom. Met sommigen doe ik inderdaad helemaal niks: dan kijk ik stuurs voor me uit als hij naast me zit. Wat ik wil zeggen is dat jij heus niet bang hoeft te zijn dat je iets te kort komt, hoor. Want het is allemaal even vluchtig even luchtig; het is meestal zo weer over. Een heel enkele keer wordt die kleine verliefdheid wel eens wat heftiger …’

‘Ja, zo had ik laatst een tamelijk heftige kleine verliefdheid met Loreena,’

‘Hè dat had je nou niet moeten zeggen, wat zei  je nou? …… Loreena ……. wat, die stagiaire bij jou op de afdeling werk?  Wat heb jij daar mee gehad? Die is toch veel te jong voor jou?’

‘We zijn na het werk wat gaan drinken in die Irish pub tegenover ons werk. Aan de bar gezeten, gedronken, gepraat,  gelachen, gestreeld, ik heb Loreena toen even met de auto naar huis gebracht. We hebben gezoend. ‘And that‘s all!’

‘Zo’, dus jullie hebben gezoend? Getongzoend soms? Nee, dat zal wel niet hè?’

‘Nee, Loreena en ik hebben elkaar een zoen op de mond gegeven. Met gesloten mond. En maak je er nou alsjeblieft niet onnodig druk over, want dit stelt allemaal niks voor, Loreena heeft een heel leuk vriendje en ik heb een leuke vriendin en dat willen we allebei zou houden, toch?’

‘Oh, als bij mij een kleine verliefdheid eens wat heftiger wordt, dan kan het wel eens gebeuren, dat mijn fantasie een beetje op hol slaat …dan haal ik me allerlei spannende dingen in mijn hoofd … maar dat is op zich heel onschuldig.’

‘Okee, en met wie heb je nu die heftige kleine verliefdheid? ….. o nee dat mag ik niet weten, hè? ….. dat zou me toch alleen maar onnodig kwetsen????

vrijdag 23 juni 2023

VOGELS

Ik had er opeens schoon genoeg van, van  al  die kwieke vogeltjes op mijn balkon. Natuurlijk, het is hartstikke leuk als je vanuit de kamer die op het balkon uitkomt, het komen en gaan kan bekijken van onze gevederde vriendjes. Soms ben ik  getuige van een vechtpartijtje  tussen wat ongedurige spreeuwen. Waarom die spreeuwen op mijn balkon komen is omdat ik daar lekkere en voedzame dingen voor de vogeltjes heb opgehangen. Helaas blijft deze voederplek voor vogels geen geheim voor spreeuwen alleen. De vogel tamtam werkt uitstekend. Na de spreeuwen melden zich de koolmeesjes, die een soort lijnverbinding lijken te hebben met mijn balkon. Vooral op de inhoud van de pot pindakaas zijn ze dol. Dat potje is precies groot genoeg voor een koolmees, trouwens ook voor de pimpelmees maar die zien ik zelden. Voor spreeuwen is die pindakaaspot niks. Ze pletteren die pot steeds op de grond. Gelukkig zijn die behoorlijk stevig. Ze breken echt nooit. Vogels van alle soorten, maten en kleuren vertonen zich op mijn balkonnetje. Terwijl ik alleen maar een stuk of vijftig pinda’s in de schil aan een touwtje rijg en ophang aan de waslijn. Die gebruiken ik toch haast nooit. Een groot succes, vooral bij de mezen, zijn (logisch eigenlijk wel)  de mezenballen. In alle standen peuzelen ze de ballen op.  Ook eksters willen er wel wat van eten maar zij geven er de voorkeur aan om een hele bal of een deel er van mee te nemen. Met hun angstaanjagend gekras slagen ze er in om veel kleine lieve vogeltjes de stuipen op het lijf te jagen. Eigenlijk is het balkon een soort mini restaurantje voor lieve kleine vogeltjes. Maar  ja, ze zijn moeilijk tegen te houden, die relatief grote vogels: de duiven, de halsbandparkieten, de eksters en gaaien hoewel die gaaien nog zo erg niet zijn. Ik had eens een keer een appel in het gietijzeren balkonhek vastgezet. Binnen de kortst mogelijke tijd zie ik een halsbandparkiet er met die hele appel vandoor gaan.

Die gaaien daarentegen zijn eerder te lief! Afgelopen zomer hoorde ik een hels kabaal op het binnenterrein; twee gaaien gingen woedend te keer tegen een paar kraaien die het gaaiennestje hadden leeggeroofd. Toen ik even later op het binnenterrein was zag ik drie kleine gaaienlijkjes liggen. Triest. Die kraaien hadden niet eens de moeite genomen dit lekkere hapje op te peuzelen

Al die kleine vogeltjes zijn echt leuk: roodborstjes, vinkjes, mussen, en ook de wat grotere: merels en lijsters.

Het vervelende van de grotere vogels is dat ze kleinere verjagen. Maar vreemd genoeg: van de grootste van die vogels, de duif is vrijwel geen klein vogeltje bang. Ja, als de duif met zijn vleugels klapt dat vliegen er wel wat kleintjes op maar die zijn ook zo weer terug op hun ouwe stek.

Opeens had ik er dus schoon genoeg van, van al die stront op mijn balkonnetje.  Laatst ging mijn visite op het balkonnetje staan kijken naar het vuurwerk voor het een of ander. In een mum van tijd was alle vogelpoep mijn huis in gelopen. En vorige week wilde ik wat glaswerk weggooien in mijn eigen glasbak gleed ik uit over die verraderlijk gladde kakkederrie … lag ik in een spagaat op mijn balkonnetje. Dat was voor mij de limit. Ik heb al het vogelvoer dat ik nog in voorraad had op het binnenterrein opgehangen.

Sindsdien is het een stuk rustiger bij mij op het balkonnetje en schoner.

donderdag 22 juni 2023

DE POPPENDOKTER.

Via internet koop ik een kadootje voor mijn kleinzoon. Hij is bijna jarig. Ik zit achter mijn pc, tik op Google ‘Wheelybug Tiger’ in, dat is wat hij wil hebben. Ik krijg een stuk of tien verkoopadressen. Nu alleen nog de zaak kiezen met de laagste prijs- en verzendkosten. De volgende dag bezorgt Post NL het al. Makkelijk, zó een kadootje kopen maar je moet er wel een pc voor hebben natuurlijk. Anders ben je aangewezen op een reisje naar het stadscentrum want in negen van de tien Rotterdamse wijken zijn geen speelgoedwinkels meer. Voor winkels als Toys, Intertoy en Bart Smit moet je echt in het centrum wezen.

In de vijftiger jaren woon ik in Spangen. Uit de verhalen van mijn moeder weet ik, dat er in die tijd in Spangen twee speelgoedzaken zijn: de Poppendokter en ’t Hart. Die laatste zaak is wat groter, heeft meer speelgoed in voorraad en is ook wat moderner, overzichtelijker, netter. De Poppendokter is een rommeltje. Die zaak heet de Poppendokter omdat de eigenaar speelgoed repareert. Zijn specialiteit is poppen. Mijn moeder koopt liever niet bij die zaak. Ze krijgt sowieso al de kriebels van het hoge stemmetje van hem en behalve dat hangt er bij de Poppendokter een penetrante pislucht, alsof de dokter gewend is om, achter de toonbank zijn kleine boodschap te doen.

Mijn oudste zus heeft een pop, die gekleed is als non. Die pop is door een ongelukje beschadigd. Zij heeft een gat in haar wang. Diep treurig is mijn zus. Het is haar lievelingspop. Jammer, maar de mooiigheid is er nu vanaf.

Een zus van mama is echt een non. In een Brabants klooster. Die pop is precies zo gekleed als onze tante. Daarom is mijn zus zo gehecht aan die pop. Mama brengt de pop, stilletjes naar de poppendokter. Die kapotte wang laat ze daar ‘helen’.  Ze wil mijn zus verrassen  en  haar de ‘genezen’ pop   voor haar verjaardag geven. Als mijn zus vraagt waar haar zusterspop is, zegt mama, dat ze de pop haar heeft weggedaan, omdat ze zo’n lelijk wangetje heeft  en dat het toch nooit vanzelf meer mooi zal worden. Tegelijk met dat mama dat zegt, geeft ze een knipoogje naar mij. Dat vindt ik wel leuk (ik was echt een moederskindje).

Het loopt precies zoals mama het wil. Wat is mijn zus blij! Ze moet er zelfs een beetje van huilen, want ze dacht echt dat ze haar lievelingspop nooit meer zou zien. (Had mama haar even gefopt!) Mijn zus vindt dat de poppendokter het wangetje mooi hersteld heeft. Ik vind het foeilelijk. Het wanggat is gestopt, zoals mama  een gat in een ouwe rooie wollen sok zou stoppen. Haar ene wang is nu knalrood en haar andere roze. Voor mij is de poppendokter een klungel. Maar goed, het is mijn pop niet.

Ik ga zo eens googlen op ‘poppendokter’. Zouden ze er nog wezen? Mijn barbie Ken heeft zijn beentje gebroken. Hij is helemaal zielig. Ik ben benieuwd of ik vandaag nog ergens met hem terecht kan.

woensdag 21 juni 2023

GEEN HOTEL.

Vanmorgen vraagt mijn vriendin zich af, hoe vaak ze me nog moet vragen om de koelkast eens te ontdooien en wat te doen aan die verstopte wastafel.

‘Geen idee,’ ik heb werkelijk geen idee wanneer ik daar tijd voor heb. Ik kan me trouwens ook niet  herinneren dat ze het mij ooit gevraagd heeft. Dat hoeft ook helemaal niet want  het zijn gewoon mijn taken. Ik ga ze dit jaar heus nog wel een keer doen.

Dan vindt ze het nodig om mij op luide, verontwaardigde toon, duidelijk te maken dat het hier (daarmee bedoelt ze ons huis)  geen ‘hotel’ is.

Alsof ik dat zelf niet weet. Ik zeem in dit huis de ramen en maak het houtwerk  gelijk schoon. Ik kook drie keer per week, doe alle dagen de vaatwas (zij droogt af), koop op zaterdagochtend de wat zwaardere boodschappen, ik koop voor zes weken tegelijk kattenbaksteentjes; maandelijks verschoon en ververs ik de kattenbak, wekelijks breng ik de volle vuilniszakken en onze papierbak naar het afvalverzamelpunt in de straat; één keer per maand leeg ik onze glasbak in die van de gemeente, een paar straten verderop. Verder doe ik de donkere, witte en gekleurde was … hang die op, haal die af en ruim die op. Dit laatste doe ik samen met mijn vriendin, dat zal zo’n beetje neer komen op fifty/fifty. Aan al dat soort  werkjes zou ik  absoluut niet beginnen als ik in een hotel zou zitten. Zo gek ben ik nou ook weer niet.

‘Overigens’, vraag ik haar nu op mijn beurt, ‘een paar maanden terug,  ben ik  twee à drie weken bezig geweest met  het schoonmaken en witten van het plafond. Het zou niet bij me opkomen daar aan te beginnen als ik het idee had in een hotel te wonen: dan laat je daar iemand voor komen’. Ik ben niet ingehuurd en toch lekker aan de gang gegaan als lenteschilder. Betalen hoefde  je me niet want net als jij wóón ik hier. Vreemd  vond ik wel, dat er geen schouderklopje af kon voor mijn schilderwerk.

‘Aha, een pluimpje! Dààr was het meneer dus om te doen. Het ging jou niet om de schilderklus. Het ging er jou om een pluimpje van mij te krijgen.’

‘Nou ja, ik bedoel, dat ik het nogal vreemd vond, dat jij niet wilde zien dat ons huis gewit werd. En …. of je daar nou iets goeds of iets kwaads over gezegd zou hebben, dat zou me nou echt geen reet kunnen schelen. Het leek haast wel of je bewust negeerde wat ik aan het doen was.’

Moe en dorstig van al dit slap gezeik, ga ik een glas Spa Rood in schenken.

‘Doe voor mij ook gelijk een Spaatje Rood?’ vraagt mijn vriendin.

‘Ja, daaaaag’, zeg ik, ’het is hier geen hotel!’