vrijdag 3 mei 2024

MOTIVATIE.

Arthur is van alles van me. Ik ken hem al heel lang. Zestig jaar zeker. Eerst, in 1964, als broer van een vriendje. Toen werd hij mijn vriend. Wat later wordt hij zelfs mijn zwager. Mijn toenmalige schoonzus en hij gaan samenwonen. Samenwonen naast het huis waar ik woon. We zijn dus buren. Voetballen gaan we samen bij Neptunus. Met onze vrouwen gaan we eind vorige eeuw ook een paar keer naar het IFFR (Filmfestival Rotterdam).  

 

Bij dat IFFR loop ik Arthur vele jaren later, in 2024 weer tegen het lijf. We zien dezelfde film. Na afloop wat drinken lijkt me wel gezellig. We hebben elkaar vast wel wat te vertellen. Over onze kinderen en echtscheidingen bijvoorbeeld. Maar de aftiteling draait nog of hij staat als een dief in de nacht op en verdwijnt weer  even snel uit mijn leven als hij er twee uur geleden in terug kwam.

 

Tot gisteren, toen zat hij heel toevallig op mijn stoel in de bios. Ik ging wel ergens anders zitten. Er waren goeie plaatsen genoeg. Ook nu hebben we weer geen contact. Ik loop voortijdig weg uit de zaal, omdat ik de film (Amy Whinehouse) niet te pruimen vind. Had geen zin om op Arthur te wachten.

 

Ik heb Arthur nooit echt gemogen. Hij had de onuitstaanbare gewoonte om zich over vrijwel iedereen in zijn omgeving denigrerend uit te laten. Over mij dus ook. Hij neusde ook nog eens in mijn papieren.

 

Ik weigerde om in militaire dienst te gaan. En als dienstweigeraar moet je Defensie duidelijk maken waarom je dat niet wilt.

 

Heel vreemd, want wanneer je juist dolgraag in militaire dienst wilt, graag met wapens, bommen en granaten aan de slag gaat, dàn hoef je Defensie  niets uit te leggen. Ik zou zeggen: dan ben je een verward persoon. Je wordt goed in de gaten gehouden. Maar nee, Defensie verwelkomt zo iemand allerhartelijkst: ‘We leren je hier wel verder hoe je mensen en hun woonomgeving vernietigt’.

 

Mijn motivatie om dienst te weigeren ligt op mijn bureau, thuis. Arthur en ik zijn op dat moment al buren. Hij woont naast me en heeft geen douche … ik wel, dus hij komt bij mij geregeld lekker douchen. Ook als ik er niet ben  en (zo blijkt dan) neemt meneer ook tegelijk mijn privé stukken even door. Zo ook mijn motivatie-dienstweigeren. Op de avond dat Arthur dat stuk gelezen had, kreeg ik van hem te horen, dat hij het maar een uitermate naïeve motivatie vond. Vond ik niet zo leuk om te horen, want de volgende dag moest ik al naar Defensie in Dan Haag om mijn motivatie toe te lichten.

 

(morgen verder)

donderdag 2 mei 2024

CIRCA.

Humans 2.0. 



Adembenemend vond ik het optreden van de Australische groep Circa met de voorstelling Humans 2.0. De groep was in 2019 ook al eens de onbetwiste hit van het festival Circusstad Rotterdam met de voorstelling Humans.


Woensdagavond 1 mei zag ik de voorstelling van deze groep in de Schouwburg. Het was de eerste avond van het festival, dat duurt van 1 tot en met 5 mei. Google op ‘Circusstad Rotterdam 2024’. Daar is het hele programma te zien kunnen en tickets gekocht worden.


Tien acrobaten, vijf vrouwen en vijf mannen vormen een van ’s werelds meest toonaangevende circusgezelschappen. Na een succesvolle wereldtournee is het gezelschap terug in Rotterdam met Humans 2.0. Dit nieuwe hoofdstuk is een strak gecomponeerde choreografie van lichamen, op wervelende klanken, in een krachtige belichting. Circa mixt groepsacrobatiek met solo’s en spannende duetten, op de grond en in de lucht. De tien acrobaten ‘bouwen’ reusachtige piramides, springen en worden gevangen terwijl fysieke grenzen tot het uiterste worden verlegd.
Deze groep is alleen nog te zien in de Galavoorstelling op vrijdag 3 mei in het Nieuwe Luxor.



Panorama Kino Theatre.
Donderdagmiddag 2 mei was ik bij het ‘Panorama Kino Theatre’. Meer een soort straattheater. De locatie is de hal van het Centraal Station.


Daarin staat een geheimzinnige ‘bioscoop’ waarin twintig mensen kunnen gaan zitten. Vervolgens draait die ‘bioscoop’ 360 graden om zijn as en biedt uitzicht op de reizigers in de hal van het Centraal Station, alsof die reizigers acteurs zijn in een film.


Wat echt lijkt, verandert. Wat is werkelijkheid en wat is fantasie? Wie van de reizigers reist daadwerkelijk en wie bespeelt opzettelijk het publiek. Voor zowel de mensen in de draaiende bioscoop, als reizigers op het station een verrassende en vaak hilarische ervaring.



*** Voor dit stukje is gebruik gemaakt van de info van ‘Circusstad’

woensdag 1 mei 2024

COMPENSEREN.

Vanmiddag op het gras gezeten. In de zon. Vlakbij de Kralingse Plas. Veel ganzen, … eens een keertje geen kuikens. Achter hoor ik een knul met een Turkse tongval roepen: ’denken jullie soms dat ik een homo ben?’ Hij heeft het tegen een stel maatjes van hem om hem heen, die ‘een balletje staan hoog te houden’. Die knul, een jaar of twintig, met flink overgewicht, trekt kordaat zijn shirt en zijn trainingsbroek uit. Dan draaft hij naar de Plas en gaat in een keer dòòr. Lachend roept hij naar zijn maatjes aan de kant: ’Hé, waar blijven jùllie nou, stelletje flikkers’. Een van zijn maten loopt in een HOV-shirt, als die voetbalclub nog bestaat tenminste. HOV speelde in het Kralingse Bos.

Bij HOV heb ik nog gespeeld. Op de bodem van de RVB: de Rotterdamse Voetbal Bond. Het laagste van het laagste. Dertig jaar was ik al en speelde in het twaalfde(!). Het kneusjeselftal van de club. Ik was de keeper. Daar was ik goed in. We hadden alleen de pech dat we tegen voetbalverenigingen moesten spelen die hun allerbeste veteranen in hun allerlaagste elftal lieten spelen. We verloren alle wedstrijden met meer dan zes doelpunten verschil. Aan het eind van de competitie had ik meer dan honderd ballen uit het net moeten vissen. Een erg vrolijke bezigheid was dat niet. Mijn goede gevoel als doelverdediger liep een behoorlijke deuk op.
Als veldspeler had ik niet zo veel in huis, zo goed kende ik mezelf wel. Teamgenoten van me hebben me wel eens willen opstellen als vervangende doelpaal. Kejje nagaan.
Dus … besloot ik maar een streep onder mijn voetbalcarrière te zetten. ik ben toen gaan hardlopen bij PAC. Dat is een atletiekvereniging, zit ook in het Kralingse Bos. Net achter de velden van HOV.
Neem maar van mij aan: elke geflopte voetballer wil ter compensatie van dat falen, iets anders neerzetten. Een marathon lopen bijvoorbeeld. De Rotterdamse marathon was voor mij de voor de hand liggende keuze. Alle andere marathons over de hele wereld zijn immers toch allemaal even lang. Heel fanatiek ging ik trainen onder Janwillem Broeksz. Goeie trainer daar niet van. Toch liep ik pas na drie jaar intensief trainen mijn eerste (en tevens laatste) marathon. Ik eindigde in de achterhoede, als 16.774e, in een tijd van: 4.59.05, ruim een half uur voor de tijdslimiet.
Ik had dit resultaat wel verwacht. De grote, zware, blanke deelnemer (zoals ik) bakt er doorgaans weinig van op de marathon.

dinsdag 30 april 2024

KRIEBELTJES

 Kriebeltjes.

Ach lieve, je bent
Zo mooi, opgewekt en fris,
zo vrolijk, zorgzaam en lief.
Je bent een toegewijde, elegante vrouw,
zo stevig in je schoenen, heel aardig,
attent, energiek, slim en krachtig.
Wil je beter leren kennen.
Je wat vaker kunnen zien.....
Soms, zou ik een heel klein beetje
dichter bij je willen zijn,
zodat ik je kan ruiken, proeven, aanraken,
strelen heel misschien en …..wie weet
Leuke dingen samen doen.
Leuke dingen??
Wat jij?
Ja, wat voel jij, jonge dame?
Je kijkt me zo lief aan.
Ik zie stralende blauwgroene ogen
en voel kriebeltjes in mijn buik.

maandag 29 april 2024

UIT DE KAST.

Peter (17) heeft het niet zo op zijn moeder. ‘Raar mens’. Als er voldoende drank en snoep in huis is kent gezelligheid geen tijd voor haar. Hem ziet zij gewoon niet staan.



Ja, als ze geld nodig heeft. Er boodschappen gedaan moeten worden. Op de kleine zusjes gepast moet worden. En nog een paar van die dingen, dan weet ze hem te vinden. Hij is er helemaal klaar mee om in dit huis als pispaal te fungeren.


Zijn vader was altijd al de lul toen die nog leefde. Nadien heeft zijn moeder Peter langzamerhand in de rol van zijn vader geprest. Zodat zijn moeder en zijn zusjes hun ‘luilekkerland-leventje’ konden voortzetten. Het bevalt Peter van geen kanten. Hij komt nauwelijks aan zijn eigen leventje toe. Een klein voorbeeld: Peter wil graag uit de kast komen nu zijn vader dood is. Een half jaar na vaders overlijden zit Peter er nog steeds in. Hij krijgt qua tijd en qua ruimte geen kans om de kast te verlaten.


Zijn vriend Aad rookt als een schoorsteen. Roken is taboe voor Peter zijn moeder. In haar huis wordt niet gerookt. Ook niet op haar balkon, want dan gaat de rook naar bovenbuurvrouw Ada, die ook haar beste vriendin is en COPD heeft. Aad kiest eieren voor zijn geld. Hij kijkt liever uit naar een vriendje met een ander moedertype. Door wie hij zich meer gezien voelt.


Peter wil op zijn eigen kamer, uit zijn eigen kast komen. Daar gaat zijn moeder met heel haar ‘obesitas-content’ voor liggen. Waarom? Omdat Peter helemaal geen homo kan wezen, volgens haar. ‘Want wie weet er nou beter of haar kind wel of niet homoseksueel is dan zijn bloedeigen moeder? Nou dan? D’r gaat hier in huis helemaal niks uit de kast komen en zeker jij niet, Peter’.


Ten einde raad klopt Peter aan bij de overburen. Met meneer Toe-Kan trapt hij wel eens een balletje op het grote grasveld achter zijn huis. Mevrouw Toe-Kan heet Peter vriendelijk welkom. Haar man is niet thuis. Hij is op de club aan het jokeren. Ze hoort geduldig mijn hele verhaal aan. Ik mag in haar huis uit één van de kasten komen, op het moment dat ik er zelf helemaal klaar voor ben. Alleen moet meneer Toe-Kan het nog wel goed vinden.


‘Die schat vindt het allemaal goed,’ weet Peter.

zondag 28 april 2024

WANDELEN MET JONAS.

Op DE groepsapp van ‘Wandelen met Jonas’ wordt te veel geleuterd. Gezeur, dat niks met wandelen te maken heeft. ‘Dat moet uit zijn’, vindt groepsleider Jonas. ‘Beste mensen, vanaf nu alleen nog maar appjes plaatsen over wandelen’.

Een paar weken later zet wandelaar Bor een schattig videootje in de groepsapp: een kiwi wordt geschild (in één lange ongebroken schil!) en vervolgens wordt die schil weer heel kunstig om die vrucht heen gewikkeld. Zo is die kiwi een dikke kikker geworden. Kunstig en heel grappig ook. Enkele wandelaars appen meteen: ‘o, wat enig!’ en ‘knap gedaan, zeg!’
Ik niet! Ik vind het helemaal niks voor onze app: ‘Wat heeft die ‘dikke kikker’ nou met wandelen te maken?’
Even is het even stil op de app. Dan volgt de werkelijk ongelooflijke reactie van Jonas: ‘Bor, wat een superleuk videootje! Prachtig, die Dikke Kikker! (En dan volgt er een serie emoji’s: smiley’s, duimpjes, hartjes, bloemen, taarten, kaarsen en nog meer van dat geplease).
Bor zet iets op de groepsapp wat Jonas’ niet meer wil zien en wat kwaakt Jonas vervolgens: ‘Prachtig Bor, prachtig hoor!’
Uit protest tegen het juichende appje van Jonas, zeg ik af voor de eerstvolgende maandagmiddagwandeling. Ik app hem: ’Je had Bor moeten corrigeren Jonas! In plaats van hem te complimenteren.’
Jonas antwoordt dat ik kinderachtig bezig ben en moeilijk doe, nee, sterker nog, moeilijk bèn.
Ik app Jonas dat hij Bor best een pluimpje had kunnen geven voor zijn ‘Dikke Kikker’, maar zeg hem dan gelijk ook: ‘Doe dat nooit meer Bor’. Als door een wesp gestoken reageerde Jonas: ‘Ik maak als groepsleider uit wat wel of niet in de app mag! Niet jij?! Einde discussie.’ Na deze laatste twee woorden flikkerde Jonas mij, heel sneaky, gedeeltelijk uit de groepsapp.
Ik stelde Jonas later nog voor om er samen nog eens rustig over te praten, maar daar reageerde hij niet op.
‘Tsja, Jonas, je wilt blijkbaar niet meer met mij praten … schrap me dan maar van je wandelclubje,’ app ik. Binnen tien minuten komt er een appje bij me binnen, hoor ik: ’Jonas heeft u verwijderd’.
Alle dikke kikkers nog aan toe!

zaterdag 27 april 2024

HET NIEUWE HUIS.

De oma van Donny kneep even in zijn wangen, toen ze de woonkamer van het nieuwe huis binnengingen. Hij moet wel bleek hebben gezien, normaal doet ze zoiets niet. Zijn wangen gloeiden nu een beetje.


Hij vindt het nieuwe huis nog steeds ‘zwaar kut’. Natuurlijk, het oude huis is te klein geworden voor het grote gezin. Dat oude huis is een driekamerwoning. Daar moest Donny bij zijn zusjes op de kamer slapen. Hoewel het vervelende klieren waren, die altijd maar ruzie maakten (meestal om niks), vond Donny dat geen probleem, daar in die hoogslaper.

Oma was in haar sas, want zij mocht van mijn pa en ma bij ons komen inwonen. Opa was kort geleden overleden. In elkaar gezakt. ‘t Was gelijk afgelopen. Zomaar in een drukke winkelstraat in West. ‘Het gebeurde vlak voor het postkantoor’, zei een passant, die nog bijna over opa’s lichamelijk overschot struikelde ook.

Het nieuwe huis is een vijfkamerwoning in Groot IJsselmonde. Zijn vader en moeder krijgen een eigen kamer; oma en Donny ook. Donny moet kunnen studeren. Hij krijgt een bureautje … maar geen bureaustoel. Dat kan bruintje niet trekken. Pa en ma vinden het zo wel welletjes.

Hij was zelf liever in het oude huis gebleven, omdat hij in die buurt al zijn vrienden had zitten èn het Sparta-Kasteel was vlak om de hoek. Nu was het een uur met de tram naar Spangen. Donny en zijn vader misten nooit een wedstrijd van Sparta. Sinds we hier wonen, gaan we nooit meer.

We wonen nu op een steenworp afstand van het Feyenoord stadion. Daar gaat Donny niet heen. Zijn vader wel. Voor zijn vader maakt het niks uit ‘Sparta’ of ‘Feyenoord’. Als het maar ‘foebele’ is.

Het is een gehorig huis, … al die stadiongeluiden … alsof tie zelf in de kuip zit ...gek wordt hij van dat ge’hand in hand’. Daar zijn geen oorstoppertjes tegen bestand.

Donny’s kamer is vlak naast die van oma. Als oma verdrietig is, brengt mijn moeder haar even naar haar eigen kamertje. Gaat ze een beetje zitten huilen. Om opa, zal wel, denkt hij … om wie of wat anders? Ze heeft hier verder alles wat haar hartje begeert. Gelukkig hoeft hij oma’s huilen niet aan te horen. Zijn oorstoppertjes kunnen dit milde gegrien wel aan. Af en toe gaat hij wel eens kijken bij haar. Hij knijpt haar dan zachtjes in haar wangetjes. Daar knapt ze nog best wat van op.