Ronduit lullig, dat voorval met het heuptasje. Vlak voor de deur voor het Rodari-bejaardentehuis, vond ik een heuptasje. Een goed gevuld heuptasje. Bankpasjes, sleutels, adressen en (kortings)pasjes van allerleis organisaties. Op het moment dat ik dat tasje vind had ik haast ... een afspraak met de fysio. Inmiddels weet ik dat dat tasje van flatbewoner Ton is. Ik bel bij hem aan. Geen gehoor, tot twee maal toe. Ton is thuis dat weet ik zeker. Hij doet gewoon niet open. ‘De groeten Ton,’ zeg ik in mezelf, ‘ik moet er nu echt vandoor’. Het heuptasje past niet in zijn geheel in Ton’s brievenbus dus haal ik er het een en ander uit en stop het hele zooitje in zijn brievenbus.
Vier uur later ben ik terug van de fysio. Loop in één ruk door Ton. Bel weer twee keer aan zonder resultaat. Dan tik ik twee keer hard (geïrriteerd) op de ruit naast zijn voordeur. Dan doet hij, zeker een minuut later, met een slaperige kop open.
‘Ha Ton, Ik heb hier beneden op straat je heuptasje gevonden. Het ligt nu in je brieven bus. Nog geen anderhalve minuut later zie ik hem zijn brievenbus schoon vegen. Ik wees hem toen nog even precies aan waar ik zijn tasje gevonden had: op het trottoir vlak achter een parkeerplaats.
‘Ja’, zieligt Ton, ‘het was daarstraks veel te druk om me heen. Buurvrouw Aicha vroeg me of ik deur wilde open doen met mijn sleutel met afstandsbediening. Buurman Peter zei dat mijn taxi er al stond … terwijl die juist wegreed. Ik was hier net door die taxi afgezet. De mensen moeten me met rust laten. Ik kan niet tegen die drukte om me heen. Dan raak ik in de war.’ Uiteindelijk bedankte die verwarde Ton me toch nog.
Ik moest onwillekeurig denken aan de dag dat mijn oudste zoon, tien jaar toen, een portemonnee vond met daarin tien briefjes van honderd euro. Hebben we gelijk aangegeven bij de politie. Via de politie kwam de eerlijke verliezer bij mij aan de deur. Ik liet mijn zoontje de portemonnee aan de dolblije man terug geven. Zonder enige aarzeling ritste de man zijn knip open en gaf mijn zoon, een briefje van honderd euro.
Ton was niet zo blij, zo te zien … en al helemaal niet zo gul.