vrijdag 27 mei 2022

FABELACHTIG

Vandaag ben ik in Amsterdam, sorry Rotterdammers, ik kom er niet graag maar ik kon het even niet laten.  Gelukkig heb ik nog een ‘vrij reizen’ van de NS dus het reizen kost me niks. Ik ga samen met mijn buurman Bert, die toevallig ook vrij reizen heeft.

De aanleiding om naar die stad te gaan is een propaganda-event van de Vriendenloterij, waar ik maandelijks aan mee doe voor 14 euro per maand  en waar ik tot op heden niet meer dan een aantal fopprijzen heb gewonnen zoals een sleutelhanger, een kaasschaaf, een theezeefje en een afwasborstel.  Het event is in het Olympisch Stadion. Ik mag als deelnemer aan de Vriendenloterij iemand  meenemen om te genieten van een paar volkszangers zoals André Hazes jr., Frans Duits en Douwe Kroeze en van een fop-voetbalwedstrijd tussen het tweede elftal van een Amsterdamse amateurclub en een elftal van ex-prof voetballers.  Ik neem Bert dus mee. We maken als toeschouwers  kans op het winnen van een cabriolet en allerlei ‘leuke prijsjes’  als voetballen, rackets, shuttles etc.  Dit alles onder de rare noemer: ‘De wedstrijd van je leven.’  Het geheel was uitgesproken kut! Behalve de gratis consumpties: een blikje fanta orange en een broodje gezond.  Alleen dààrvoor zou ik natuurlijk never nooit naar Amsterdam zijn gegaan.

Maar wel hierom:  een paar weken eerder lees ik in de krant dat in een soort van museum in die stad, genaamd: ’Fabrique des Lumières’  een prachtige, overweldigende  presentatie te ervaren zou zijn van het werk van de kunstenaars Friedensreich Hundertwasser  (1928 – 2000) en de eigenlijk nog veel virtuozere Oostenrijkse kunstenaar Gustav Klimt  (1862 – 1918). De presentatie alléén al, van werk van deze twee mannen is een ware belevenis. Maar zoals hun werk in de  ‘Fabrique …’ gepresenteerd wordt is haast overweldigend, fabelachtig te noemen. De ‘ervaring’ is te beleven in een grote oude fabriekshal van de voormalige 19e-eeuwse gasfabriek.  In de grote industriële ruimte met muren tot 17 meter hoog zijn werken te ervaren van klassieke, moderne en hedendaagse kunstenaars.  In die ruimte wordt  met geavanceerde technologie nu het werk van Klimt en Hundertwasser door talloze projectoren leven gebracht.    

Samen met tientallen andere bezoekers in de hal dompelen we ons onder  in de duizelingwekkende geprojecteerde kleurenrijdom en de prachtige begeleidende muziek. De beleving van de bezoekers is hier ook heel bijzonder. Wordt in een doorsnee-museum rondgelopen en naar de kunstwerken gekeken, hier in de ‘Fabrique …’, word je deel van die kunst  en geniet je er van zittend tegen wanden en op bankjes, leunend op tafeltjes en tegen muren en liggend op de vloer.

Na deze geweldige ervaring mogen we die stad godzijdank weer verlaten. De tram breng ons naar het Centraal station van die stad.  De treinreis naar Rotterdam duurt aanmerkelijk langer  omdat er in die stad nog een ‘calamiteit’  heeft plaatsgevonden op het spoor. De politie verboedt de machinist om door te rijden.  Dan weten we wel weer hoe laat het is.

Helaas zijn we daardoor pas een half uur later weer in 010.

donderdag 26 mei 2022

SPIEKMAN


Hendrik Spiekman (1874 – 1917) is mede-oprichter van de SDAP (de voorloper van de PVDA) en het eerste socialistische gemeenteraadslid van Rotterdam met specialisatie Volkshuisvesting. Hij ijvert in het gemeentebestuur voor meer en betere woningen voor de arbeiders in de stad. Slaapkamers moeten tenminste één raam hebben ... (een grote verbetering in die tijd!). Spiekman laat dat in de bouwvoorschriften vastleggen.

Hij staat aan de wieg van de voor die tijd moderne en betaalbare hurenwijk Spangen. Aan hem is de naam ontleend van een uitgekiend stuk recreatief groen in die wijk met talrijke mogelijkheden voor passief en actief recreëren.

Centraal in dat gebied bouwen vrijwilligers en bouwvakarbeiders omstreeks 1920 het markante kunstwerk Spiekman, een ontwerp van architect Berlage: een façade, van cement en kiezelsteen: één meter dik, vijftig meter lang en vier meter hoog. Een monument met Oostblokallure.

Tot 1965 weerklinken daar jaarlijks op 1 mei, de dag van de arbeid, socialistische strijdliederen als: ‘Ontwaakt! Verworpenen der aarde ...’ op muziek van een blaaskapel. Het rode vaandel wordt gehesen en de in de loop der jaren steeds minder talrijke ‘rooie’ volgers knikken instemmend bij het àànhoren van de toespraken van een socialistisch voorman en een vakbondsman.

 Spiekman is het groen-rode hart van Spangen op het P.C. Hooftplein. Recht tegenover het aristocratische Kasteel van de, destijds ‘rijke-pikken-voetbalclub’Sparta. Achter het monument is de roomse enclave: de Sint-Nicolaaskerk, de kleuterschool, de lagere school voor meisjes en het nonnenklooster.

De katholieke bewoners van Spangen kunnen niet anders dan via het park van die 'heidense' Spiekman naar school en ter kerke  gaan. Een doodzonde! Deze route is echter onvermijdelijk maar de zonde is, als ie netjes wordt opgebiecht tenminste, absoluut niet onvergeeflijk.

Spiekman is de ideale ‘hangplek’ voor moeder èn kind en voor de opgroeiende jeugd. Een perfecte accommodatie voor het aanleren van allerlei vaardigheden. Het biedt alles op het gebied van: klimmen, klauteren, schelden, roddelen, vechten, voetballen, honkballen, vrijen en het uithalen van allerlei kattenkwaad.

Met name voor wat zich rondom Spiekman ‘in de bossies’ afspeelt, geldt voor de ouders: ‘Wat niet weet, wat niet deert’.

Spiekman wordt in 1965 gesloopt: Spangen moet een centrale toegangsweg inclusief trambanen krijgen, vanaf de Mathenesserdijk, over het P.C. Hooftplein, in de richting van de Huygensstraat en het Sparta Stadion. Drie meter onder de trambanen, op die nieuwe entree, liggen nog steeds de resten van het oude monument.

Er is in het Rotterdamse destijds flink geprotesteerd tegen die sloop. Dit protest wordt gehonoreerd. Het linkse stadsbestuur van Rotterdam besluit een nieuw monument op te richten, dat uiteindelijk op 1 mei 2000 gerealiseerd werd op de Mathenesserdijk. Het is helaas slechts een Spiekman op Madurodamformaat geworden.

woensdag 25 mei 2022

LEKKER MAKKELIJK

Even de auto parkeren en dan de roltrap op naar de sportschool. Zo hoef je je niet in te spannen voordat je je gaat sporten.

We bewegen zo min mogelijk en gaan naar een school om te sporten. Zou het niet slimmer zijn om zoveel mogelijk beweging in ons dagelijks in te passen.  Loop en fiets (geen e-bike!) zolang mogelijk en neem de trap in plaats van de lift (tegenwoordig zijn er ook slimme architecten die niet langer de lift, maar de trap belangrijk maken in een gebouw.)

Zo bezien zijn flitsbezorgers gek en afschuwelijk decadent. Trek in ijs, maar niks in de vriezer: bel de flitsbezorger! Geen bier, geen melk meer  in de koelkast? Laat de e-bike koerier maar komen. Je betaalt er net zo veel voor als in de supermarkt: plus €1,80 bezorgkosten. Dan staat alles al binnen tien minuten na je bestelling voor je deur. Wat mensen zoal bestellen is vrij voorspelbaar: ’s ochtends  yoghurt, granola en fruit, ’s avonds rijst, groenten en pizza, en laat op de avond vooral chips, bier, wijn en roomijs. Veel roomijs.’ Lekker makkelijk, toch?

Gemiddeld bestelt een klant voor tien euro. Die gemiddelde klant is welvarend, single, jong, en vitaal en nooit slecht ter been en bejaard. Een luxe is het. Geen noodzaak dus. Bij minderjarigen, die nog geen alcohol mogen kopen zijn de koeriers trouwens ook populair. Er wordt niet zo streng op alcohol gelet.

De flitskoerier verdient prima.  ’t Is wel raar, dat die flitsbusiness nog helemaal niet winstgevend is. Er is op dit moment een concurrentieslag gaande tussen een aantal partijen met grote zakken geld van durfkapitalisten met als doel alle concurrentie uit te schakelen en als enige over te blijven. Hopelijk wordt er  dan wat aan verdiend .

De strijd wordt tot die tijd gevoerd met heel veel koeriers. En ook met heel veel dark stores in de stad, waar alle producten staan opgeslagen. Producten die binnen tien minuten thuisbezorgd moeten worden. Overal zie je die ongezellige geblindeerde ruimtes. Jammer toch van die plekken?! Je zou er ook echte winkels of woonruimte kunnen hebben. De dark stores zorgen bovendien vaak voor overlast. De koeriers rijden dag en nacht af en aan. In woonwijken wil de gemeente Amsterdam ze gaan verbieden.

Is het nou nodig om direct toe te geven aan elke impuls?  Zo moeilijk is het toch niet om gewoon boodschappen te doen en ook even vooruit te denken wat je ’s avonds nodig hebt? Koop niet bij de fietskoerier die een last is voor de stad. Wees geen verwende, slappe, decadente sukkel en koop niet bij die flitskoerier die de stad kapotmaakt.

 

dinsdag 24 mei 2022

OP VAKANTIE

 Nog geen zes weken geleden haalt mijn zoon Bart zijn rijbewijs. Toevallig precies op mijn verjaardag gaat hij op vakantie. Naar Zuid-Europa. Italië of Spanje, wat het precies zal worden weet hij nog niet … of liever gezegd weten zij nog niet, want hij gaat met twee vrienden … in mijn auto.

‘Waarom ga je niet gewoon naar de Ardennen of Zuid-Limburg’, suggereert zijn moeder, tamelijk kansloos.  Hun besluit staat immers vast: Zuid-Europa. Drie weken. Met de auto. Mijn auto. ‘Onze auto’, corrigeert zijn moeder.

‘Je krijgt gewoon de auto niet mee! Je bent een veel te onervaren rijder voor het drukke verkeer in Frankrijk en  zeker in Italië; daar rijden ze als idioten,’ dreigt zijn moeder, een beetje vals toch wel.

Ze ziet Bart al in min of meer gedeformeerde toestand vroegtijdig van zijn vakantie terugkeren. Ik vind het eigenlijk ook niet zo’n goed plan. Maar ongelukken doen zich nu eenmaal overal ter wereld voor; ook in Sittard en Delfzijl. Zowel met ervaren als onervaren chauffeurs als slachtoffer. Ik besluit niet dwars te gaan liggen en hem de kans te geven wat rijervaring op te doen. Bovendien staat onze auto anders toch alleen maar voor de deur. 

 Zijn moeder verzamelt allerlei informatie, van veilige routes naar het zuiden tot afwijkende verkeersregels en strengere politie in het buitenland.

’Dat merken we dan vanzelf wel,’ zegt Bart. Ze organiseert ook een beknopte cursus doe-het-zelf voor de beginnende automobilist (o.a. krikgebruik, oliepeil controleren en bijvullen ruitenwisservloeistof). Bart heeft er nauwelijks tot geen belangstelling voor. Vlak voor zijn vertrek,  legt ze hem nog het bericht op de voorpagina van de krant onder zijn neus: zwarte zaterdag in Frankrijk: 500 kilometer files. De weersvoorspelling is ook slecht: zware onweersbuien.  Bart, zucht eens diep en leest rustig verder in zijn Voetbal International.

‘Lekker hoor…  een tentje opzetten in de blubber, dat is toch helemaal niks voor jou jongen,’ maar nee … ook met deze sneeky ontmoedigingspoging, vangt ze bot.

 Automobilisten uit Noord –West Europa wordt aangeraden om pas zondagavond op pad te gaan. Maar de plannen van Bart en zijn vrienden worden niet meer gewijzigd. 

Sinds Bart weg is zit zijn moeder langdurig met opgetrokken knieën in de hoek van de bank, meer shagjes te roken dan normaal … blik op oneindig … de vingers van haar linkerhand trommelen onheilspellende ritmes op de leuning van de bank. Haar eetlust, toch al niet gering, is aanmerkelijk toegenomen. De snoep- en koekvoorraad wordt in no-time weg geschrokt. Ze bekijkt ook meer dan gewoonlijk de nieuws- en weer-berichten op haar mobiel. In Frankrijk is het weer al net zo beroerd als hier.

‘Voor dàt weer had hij niet zo ver weg hoeven te gaan,’zegt ze gelijkhebberig.

Met de files valt het in het zuiden wel mee: niet de verwachte 500 maar ‘slechts’ 250 kilometer. Zijn moeder wordt er echter niet vrolijk van.

Twee dagen is hij nu op pad en nòg geen belletje van hem. Ze heeft weliswaar zijn mobiele nummer maar dat mag alleen maar in geval van nood gebeld worden. Anders wordt het te duur. De kosten tot de grens zijn voor haar en vanaf de grens voor zoonlief.

‘Hij kan toch ook collect-call bellen, dat heb ik hem nog zo gezegd en dat kost hem niks. Hij weet toch dat ik …’ zegt zijn moeder, met tranen in haar ogen. 

‘Pieker toch niet zo meisje,’ zegt mijn schoonzus ‘s avonds, op mijn verjaardagsfeestje, ‘als Bart over drie weken weer thuis is, is hij een prima chauffeur, wat wil je nog meer?’

‘Jaaa … als!’ Zegt zijn moeder, terwijl de tranen over haar wangen biggelen.

maandag 23 mei 2022

UITGEZONGEN

 

Eens in de 14 dagen bezoek ik mijn vriend Hugo. We hebben elkaar zeven jaar geleden ontmoet op het koor van de wijk. Ik ben net in Prinsenland komen wonen. Ben dan pas gescheiden. Ken bijna niemand meer. Vrijwel al onze gezamenlijke vrienden en kennissen kiezen ervoor om met mijn ex contact te houden. Ik zal wel iets niet goed doen. Ik ben in ieder geval iedereen kwijt.  Behalve mijn oudste zoon. De jongste zoon wil dan óók niks meer met me te maken hebben. Dat trekt later gelukkig wel weer bij maar daar wil ik het nu even niet over hebben.

Ik ga naar dat wijkkoor, naar de fitness, eten in het Huis van de Wijk, naar een wandelclub,  naar een jokerclub, bij een 50-plussersklup, allemaal om mensen te ontmoeten.  Uiteindelijk leer ik maar een handjevol  mensen een beetje  kennen. Met drie mensen heb ik wat  meer contact. Vijf jaar ga ik (stom, stom, stom) om met een vrouw, die al die vijf jaren niks anders doet dan janken en klagen over migraine. Dat is godzijdank uit.  Verder leer ik Bert van de wandelclub  goed kennen en Hugo dan, van het koor.

Hugo, is nu 83, ruim twee jaar dementerend en zit in een verzorgingshuis. Het gaat slecht met hem. Binnenkort raak ik hem kwijt. Zaterdag ben ik nog bij hem op bezoek. Ik zie hem dan zitten slapen in zijn rolstoel achter een tafeltje naast het raam. ‘Hij slaapt al de hele dag’, zegt een zuster. De verpleging laat hem gewoon slapen. Tot etenstijd. Daarna maken ze hem wakker en brengen hem daarna naar bed. Vijf minuten blijf ik in de ‘huiskamer’ naar hem staan kijken. Dan zeg ik tegen de verpleegsters die hier ook zitten: ‘Doe hem straks, als ie wakker is maar de groeten van Johan’. ‘Oooh,’ zegt een verpleegster, ‘die naam is makkelijk te onthouden; onze teamleider heet ook zo!’ 

De vorige keer dat ik bij hem op bezoek ben, hebben we nog een beetje contact. Hij zegt iets over Feyenoord, dat ze gewonnen hebben. Ik zeg dat ze goed bezig zijn  en nog voordat ik uitgesproken ben, zijn zijn ogen dichtgevallen. Als hij na een paar minuten weer wakker wordt zegt hij dat hij moet piesen. Hij kan zichzelf niet meer uit zijn rolstoel hijsen en voor mij is hij te zwaar om te tillen. Hugo begint luid en duidelijk: zuster, zuster, zuster te roepen, waarschijnlijk omdat ik niet snel genoeg een verpleegster ga halen. ‘Zuster, zuster, zuster’. ‘Ik ga al.’  Er komt gelijk iemand met mij mee. Hugo blijkt niet alleen te moeten piesen. De zuster handelt het  allemaal keurig af. De stank is niet te harden maar ebt gelukkig snel weg. De zuster legt hem in bed. Hij is in een mum van tijd vertrokken. ‘Welterusten, meneer, van Raalte, slaap lekker’, zegt de zuster.  Ik loop met haar mee  zijn kamer uit. ‘Dag Huug, over veertien dagen zie ik je weer.’  

 Het duo Huug en Johan is zo langzamerhand wel uitgezongen.

zondag 22 mei 2022

TRAUMATISCH

 

Op de achtergrond klinkt André Hazes. Nou, van mij mag die man zijn mond houden. Ik word  niet gelukkig van zijn gezang. Waar ik dan wel gelukkig van word? Van: lezen … schrijven … fietsen ...zwemmen … fitness … voetballen … en passief: kijken naar voetbal, toneel, film, cabaret en … ja … natuurlijk … óók van  seks.Maar waarom vrij je dan niet wat meer? Het antwoord daarop is eigenlijk heel simpel: dat komt door een traumatische ervaring in mijn prille jeugd. Als kleine jongen speel ik soms met mijn buurmeisje Frieda. Helaas is zij al meer dan zestig jaar geleden overleden. Aan leukemie. Daarvòòr hebben we het best leuk gehad met elkaar, nietwaar Frieda? Die tijd kunnen ze jou  in de hemel nooit meer afnemen. 

We zijn aan het knikkeren. Frieda en ik … twee op? … goed dan … twee op.‘Zullen we kontjeketsen?’vraagt zij ineens, terwijl we nog aan het knikkeren zijn. Ze praat wat snel, nerveus. Zoals wanneer je iets vraagt wat eigenlijk niet mag.

‘Wat zeg je?’ … Ik versta haar niet goed. ‘Zullen we kontjeketsen?’herhaalt ze. Ik ben onthutst;  kijk haar verbaasd aan … ‘kontjeketsen?’ … herhaal ik … ‘o, nou goed dan,’ mompel ik en vraag dan: ‘Waro?’‘Daro, in die portiek.’ Zij wijst in de richting van de Spartastraat.

‘Goed.’ ‘’Jij eerst je broek laten zakken.’ ‘Mij best.’ zeg ik. Hiero? We knikken naar elkaar……kijken elkaar aan … gespannen lachend.We gaan in het hoekje van de portiek staan…..ik heb een broek met elastiek aan, die laat ik makkelijk zakken net als mijn onderbroek. Dan Frieda … ze heeft een jurk aan … wit met oranje … lila motieven. Ze hoeft alleen maar haar slipje naar beneden te doen.We hebben geen belangstelling voor onze voorkantjes…  onze billen willen billen voelen … we gaan door de knieën en drukken onze billen, giechelend tegen elkaar. Die van haar zijn zacht. Het is leuk, spannend, maar ik kan me niet herinneren dat het me opwindt. Dat gebéúrt toch ook nog helemaal niet bij jongens van zeven! 

En plotseling staat er ineens een bokser met zijn zwarte snoet te kwijlen op onze  billen. Na de lauwe kwijldouche van de boxer, buldert zijn baasje: ‘wat zijn jullie hier  in godsnaam aan het doen!?’.  De hond blaft hard en probeert te bijten in mijn kont.We weten niet hoe snel we onze kleren weer aan moeten trekken en weg moeten rennen uit de portiek. Ze krijgen ons gelukkig niet te pakken.

Wat Frieda en ik deden was wel lekker maar altijd heb ik weer de angst om tijdens een ontspannen vrijpartij een hijgende, kwijlende, bijtende boxer op mijn ‘dak’ te krijgen. Heel frustrerend.

zaterdag 21 mei 2022

METRO (3x)

 

EEN

Een eurootje geef ik hem. De bedelaar in de metro is er blij mee. ‘Prettige dag nog meneer,’ zegt hij, net zoals de caissière in de supermarkt. Hij stinkt blijkbaar. Zelf ruik ik niks. Ik merk het aan die Turk die een vies gezicht trekt en zijn neus dicht knijpt als de zwerver naast hem komt staan. De Turk geeft hem niks. De zwerver heeft een wazige blik in zijn ogen. Ze draaien ook wat. Hij heeft een mager gezicht. Lang, vet haar, dito baard. Zijn gezicht is donker. Het zou een zwakzinnige Marokkaan kunnen zijn.Hij blijft alsmaar in zichzelf mompelen in het gangpad van de metro. Het kartonnen koffiebekertje, voor de euro’s, heeft hij samengeknepen in zijn smoezelige vuist. Zijn kleren zijn smerig. Zal hij wel uit vuilcontainers gevist hebben. Alleen zijn schoenen zien er puik uit. Asics? Bij elkaar gebedeld? Voor een beetje bedelaar zijn een paar goeie schoenen van levensbelang. Hij lijkt me niet het type om iemand van zijn sportschoenen te beroven. Past niet bij hèm. Daar is hij te naïef; te aardig voor. 

TWEE

De arrogante dame heeft haar tasje op de tweezitter in de metro aan de raamkant neergezet. Zij zit aan het gangpad en leest de Telegraaf. Alsof ze wil zeggen: ik wil niet dat er iemand naast me komt zitten. Het wordt drukker in de metro. Alle zitplaatsen zijn bezet ook alle staanplaatsen zowat. Het tasje van de arrogante dame houdt  echter nog steeds die ene zitplaats bezet. Niemand die haar vraagt: mag ik er even langs mevrouw om daar te zitten. Allemaal bescheiden mensen of bang? 

DRIE

Met een wazig melancholieke blik staat de donkere jongeman te leunen in de metro. Hij oogt kwetsbaar. Zo te zien aan zijn kleren hoort hij niet bij een bepaalde ‘gang’. Het lijkt wel of hij de jas van zijn vader aan heeft, een Zeeman-sportbroek en Bristol-schoenen. Heel rustig staat hij daar, tot hij er uit moet. Na een dag van school of werk op weg naar huis. Een overvol huis, met een dronken vader, een gestresste moeder en een huis vol broertjes en zusjes; maar misschien ook niet. Thuisgekomen roept hij dat hij er is en gaat hij kijken of er een plekje te vinden is waar hij even kan ontspannen. Op de vliering van het huis, daar waar verder allemaal troep staat, gaat hij zitten met opgetrokken knieën. Doet zijn ogen dicht en sluit zich af van de geluiden van beneden. Weldra is hij ingedommeld.