maandag 2 augustus 2021

HOOGTEVREES

‘Het ligt er aan wat voor weer het is.’  Meestal gaan we ’s woensdags samen naar de bioscoop of een eindje wandelen maar nu had Rinus voorgesteld om te gaan midgetgolven en daarna naar de Euromast te gaan.  Hij kon niet weten dat het niet zo’n goed  idee was, want ik heb al jaren last van hoogtevrees. Hij vroeg me : ‘Heb je dat ook al in dat Euromast restaurant of ben je alleen bang in die hoge toren daar bovenop?’ ‘Neen, ik heb al hoogtevrees als ik uit het raam van dat restaurant kijk.’

‘t Is wel raar, want ik heb zes jaar in een flat gewoond op de zestiende verdieping, daar voelde ik me gewoon safe. Alleen soms, als het hard waaide en de plafondlamp ging slingeren, kreeg ik het een beetje benauwd; ik ging daar ook niet graag het balkon op met stormachtig weer. 

‘Niet om stoer te doen, hoor,’ zei Rinus, maar die angst ken ik niet. ‘Ik klim net zo makkelijk een ladder op om bijvoorbeeld op drie hoog de ramen te zemen …. of als ik in een bergachtig gebied op vakantie ben, heb ik er geen moeite mee om op een bergpad langs een diep ravijn te wandelen.’  Mij leek het niet alsof hij aan het opscheppen was.

Ik vertelde, dat ik niet van jongs af aan hoogtevrees heb gehad. Het wàs er ineens.  Bijna veertig was ik ….. ik was daar met mijn eerste ex en de kinderen in het Parc Guell in Barcelona en klom een plateau op, een meter of drie hoog, van waaruit ik over een deel van de stad uitkeek. Onze kinderen,  twee jongens, tieners nog, kwamen ook naar boven ….. mijn ex waagde zich er niet aan, ze zei dat ze het niet kon, vond zichzelf, geloof ik, niet lenig genoeg …...  de jongens hadden het al gauw gezien,  daar boven  en voor ik er erg in had stonden ze beneden naast hun moeder …… te wachten op mij.  Ik probeerde wel een stap te zetten naar beneden maar ik durfde niet …..ik dacht dat ik zou  vallen ….. ik keek wanhopig naar die drie beneden me  en zei dat ik het niet kon …. niet naar beneden kon komen ….. mijn zonen begonnen te lachen omdat ze dachten dat ik ze in de maling nam, mijn ex wist het toen nog niet zo zeker en ik stond daar maar.  Ik voelde me al gauw zo ellendig dat ik het zowat op een huilen zette van angst en mijn zonen smeekte om me alsjeblieft te komen halen. Ze hadden inmiddels wel door dat het me menens was. Voorzichtig kwamen ze naar boven om hun bange vader naar beneden te helpen. Eenmaal op de grond stond ik te trillen op mijn benen. Zó stom!

‘Dus dat was de eerste keer,’  zei Rinus …. en daarna, heb je er toen nog meer last van gehad?’

‘Nou, zo bang als toen in Barcelona, ben ik nooit meer geweest maar ik ben bijvoorbeeld altijd angstig als ik over een hoge brug moet lopen of fietsen, zeker als het dan ook nog hard waait.’     

‘Dan gaan we niet naar de Euromast, gaan we woensdag toch alleen midgetgolven?!‘ zei Rinus begripvol.

zondag 1 augustus 2021

RUIKEN

 Meestal ga ik ’s òchtends onder de douche, dan ben ik gelijk lekker wakker, klaar om de dag tegemoet te gaan. De slaap is dan meteen uit mijn lijf en vooral uit mijn hoofd verdwenen. Maar nu ik de laatste tijd zo slecht slaap (drie à vier uurtjes per nacht) dacht ik, ik  ga het toch eens anders proberen:  vanaf nu ga ik ’s avonds douchen, vlak voor ik naar bed ga…misschien helpt het.

Ik droog me af, doe gelijk mijn pyjama aan  en duik mijn bed in. Normaal gesproken lig ik nog meer dan een uur  te tobben maar nu na die lekkere douche ben ik binnen een kwartiertje vertrokken. Ik ben   tussen zes en  zeven uur wakker;  het was twaalf uur dat ik er in lag. Toch maar mooi een paar uurtjes slaap gewonnen.  Het  is wèl vaak zo dat ik erg vroeg wakker wordt omdat ik hoognodig moet piesen maar als dat eenmaal gebeurd is, slaap ik meestal nog wel. 

Ik moet niet vergeten om, voordat ik ’s avonds ga douchen, mijn tanden te ragen, borstelen en poetsen, mijn kwetsbare plekjes (hoofd en borst)  te zalven en niet vergeten mijn acht pillen in te nemen zodat ik de volgende dag weer enigszins behoorlijk kan functioneren.

Nog een beetje duf begin ik dan aan de dag, tja, …..geen douche deze ochtend.  Ik doe mijn pyjama uit, verwissel mijn onderbroek voor een schone, spuit deodorant en doe dan de kleren aan die ik gisteren ook al aan had, tenzij ze om wat voor reden dan ook vuil geworden zijn of stinken, dan zoek ik schone kleren uit.

’s Zomers draag ik meestal een lange broek (vandaar dat mijn benen nooit bruin worden), een t-shirt en als het ook maar een beetje fris is, een vestje of een sportjasje er overheen.  Ik heb wel twintig t-shirts waarvan ik er niet meer dan vier of vijf draag. Met de broeken is het net zo, van de vijftien die ik er heb, trek ik er hooguit drie wel eens aan.   Heel veel paar sokken heb ik ook; ik doe alleen die vijf paar leuke sokken aan met die grappige motieven in allerlei kleuren. …. ik houd ze altijd weer veel te lang aan ……. laatst zei mijn ex tegen me, dat mijn sokken wel een beetje gingen ruiken onder de dekens ….. er is nu alleen niemand meer om me daarvoor te waarschuwen …. zelf ruik ik het niet. Als ik dan mijn Spaanse sloffies heb aangetrokken ben ik helemaal aangekleed en is het tijd voor mijn ‘poepdrankje’, een poeder dat ik van de huisarts kreeg, dat ik moet oplossen in water (ik doe er een scheutje citroen bij), elke ochtend moet ik dat drinken, anders krijg ik vreselijk ‘de stop’. ’t Is echt een wondermiddel.

Dan maak in mijn senseo een lekker sterk bakkie koffie en ga de krant uit de brievenbus halen. Daar ben ik dan twee uurtjes zoet mee.

 

 

 

 

Wil je eerdere stukjes van mij lezen? Ga dan naar:

www.stukkiejee.blogspot.com

zaterdag 31 juli 2021

ADRIE

 

In de super schiet ze me opeens aan, mijn buurvrouw Adrie: ‘Ik ga dalijk naar Blijdorp!’

Wat leuk, kan je dat kleine olifantje zien; het zal wel druk zijn

O, ja? Ze lacht, haar mooie grote ogen stralen.  

Ze loopt een beetje moeilijk met die zware boodschappentas aan haar rechterarm. Haar linkerarm kan ze niet gebruiken; verminkt door een ongeluk met  een tram.  Ze was tien toen ze met een stel vriendinnetjes ‘trammetje ging piepen’: aan de zijkant van zo’n oude (rijdende) RET-tram op zo’n  opstapplank springen en dan voor de lol een eindje gratis meerijden …… haar vriendinnetjes deden het allemaal goed … Adrie zij sprong net mis en kwam met haar arm gedeeltelijk onder die tram ….

Je gaat met de Rotterdampas zeker?

Ja, dan kost het maar vijf euro, dus …..

Gaat je vriend ook mee?....

Ja, natuurlijk, maar hij heeft geen Rotterdampas;  hij moet 25 euro betalen, wel een beetje duur maar…

We zijn bijna bij onze flat, Adrie’s vriend is inmiddels tientallen meters achterop geraakt. Hij sjouwt zich een ongeluk aan die twee overvolle rode Dirk van der Broek tassen.

Hij heet Henk, mijn vriend, hij zit in Maasluis bij begeleid wonen …. het ene weekend komt hij bij mij en het andere weekend ga ik naar hem.  Nu is hij bij mij.

Okee, Adrie en Henk, veel plezier in Blijdorp; ik hoop dat het vandaag niet te veel plenst.

Ze vindt het duidelijk leuk dat Henk bij haar is. Hij is nog maar pas haar vriend en voor het eerst in de bijna zes jaar dat ik haar zie verft ze haar haren kastanje bruin, stift ze haar lippen en maakt ze haar ogen op. Sinds Henk in haar leven is, is ze actiever, levendiger, vrolijker  geworden … kleedt ze zich vlotter. Wat ook meespeelt is het feit dat ze een leuk, wat nerveus, hondje uit het asiel heeft opgevist, Lady noemde ze haar.

Ontroostbaar was ze toen ze haar vorige hondje, een wit poedeltje,  Blacky,  moest laten inslapen. Blacky was destijds haar ‘alles’. Ze was duidelijk depressief, liep traag, met gebogen hoofd over straat; ze leek wel een oud vrouwtje, terwijl ze nog niet eens veertig is. Maar nu straalt ze weer geluk uit met haar Lady en niet te vergeten met haar Henk.

Eind vorig jaar stond ze opeens voor mijn deur. Het huilen stond haar nader dan het lachen. Met haar donkere bromstem vertelde ze me dat ze haar fietssleuteltjes bij de supermarkt verloren was. Ze vroeg  me, verlegen, of ze mijn fiets mocht lenen om naar de pedicure te gaan. Ik vond dat ‘geen probleem’, ging mijn fiets  uit de berging halen en liep met haar naar de super want ik wilde daar vragen of Adrie’s fietssleutels al gevonden waren.  Dat was dus niet zo.

Waar staat je fiets eigenlijk?

Hier om de hoek.

Kijk nou toch, Adrie, je sleutels zitten gewoon  in je fiets!

Ze vond het maar stom, dat ze niet goed gezocht had; durfde me haast niet aan te kijken … ze bleef me maar bedanken voor mijn hulp. Fijn dat ze nu op haar eigen fiets naar de pedicure kon. Herhaaldelijk heeft Adrie me nog bedankt; daar stopte ze pas na een dag of tien mee.

vrijdag 30 juli 2021

KLUSSEN

 

Lenie woonde al zo’n jaar of vijf met hond Bruto, een Ierse setter, in een appartement in Kralingen. De woning was duidelijk toe aan een opknapbeurt. Er moest gewit worden, het houtwerk geverfd en de wanden schreeuwden om een nieuw behangetje.  Maar voor het zo ver was wilde Lenie eerst een muurtje uitbreken; om precies te zijn de muur tussen de woonkamer en de kleine slaapkamer. Hoewel ze handig was, technisch behoorlijk begaafd, zag ze zichzelf niet al die klussen klaren … ze wilde wel meehelpen.  Dus ging ze op zoek naar een klusjesman. Het viel niet mee om een geschikt en betaalbaar persoon te vinden.  Ze probeerde het telefonisch en na twee dagen aan een stuk bellen kreeg ze iemand aan de lijn die haar wel beviel.  Het was een zzp’er, afkomstig uit Australië, doch al enkele jaren woonachtig en werkzaam  in Nederland. Lenie maakte meteen een afspraak met hem voor een kennismakingsgesprek.

Het klikte vrijwel direct tussen die twee. Ook Bruto scheen hem wel te mogen. Hij liet zich in ieder geval door Mick’s grote handen stevig aanhalen. Lenie liet hem zien wat er zo allemaal gedaan moest worden in huis en samen kwamen ze al snel tot een akkoord over wat het zo bij benadering zou kunnen gaan kosten. Het viel Lenie mee.

De zzp’er, Mick Endal, zou zo snel mogelijk aan de slag gaan maar eerst moest hij nog een klus in Vlaardingen afmaken; daar had hij nog twee weken voor nodig. Dat vond Lenie geen probleem want ze zat nu toch al een jaar te wachten op de opknapbeurt  …. die twee weken konden er ook nog wel bij.

Een dag of tien later werd Lenie gebeld door Sandy Endal, de echtgenote van Mick, die het slechte nieuws bracht dat Mick voor de klus in Vlaardingen zeker nog tien dagen extra nodig zou hebben.  Mick kon zelf niet bellen omdat hij het veel te druk had. Dat was een tegenvaller voor Lenie maar het was voor haar geen reden om de deal met Mick te cancelen. Voor Lenie speelde zeker ook mee dat ze Mick wel een geschikte vent  vond …..

Na een week stond Mick plotseling toch al bij Lenie voor de deur. ’t Was in Vlaardingen sneller gegaan dan hij dacht. Hij kon gelijk beginnen als Lenie dat wilde. Nou, zij was al lang blij.  Ze gingen eerst samen een werkplan maken, wat zo was gebeurd. Mick liet er geen gras over groeien en reed voor de spullen die hij het eerst nodig had naar de dichtstbijzijnde Gamma.

Lenie hield wel van de slagvaardigheid waarmee Mick aan de klus begon….. maar er was meer…. Lenie hield niet alleen van Mick’s slagvaardigheid, zij was gelijk op  de eerste de beste dag al gecharmeerd van die man …… opgewonden ……… kriebeltjes in haar buik …… en toen hij later op de dag terugkwam van de Gamma, was Lenie inmiddels zo geil als boter,  wat Mick onmogelijk onberoerd kon laten.

Hij ging naast haar op de bank zitten en liet haar zien wat hij allemaal bij de Gamma had gekocht; onderwijl schoof Lenie op de bank langzaam naar hem toe en legde haar hand op zijn bovenbeen …… ze streelde hem en in een mum van tijd …… zoenden ze elkaar en ….. in no time waren ze uit de kleren …… gretig betastten ze elkaar ……. ze klonken rauw en gulzig, alsof ze lange tijd geen seks hadden gehad …….  al snel was Mick bij haar naar binnen gegleden …….. en het duurde niet lang of beiden kwamen luid en duidelijk klaar. Bruto liep een beetje jankerig door het huis; hier was hij niet zo aan gewend …..aan die herrie.  De minnaars bleven nog even innig op de bank liggen; ze lachtten wat, zoenden en streelden elkaar.

Het werk vorderde gestaag, drie maanden was Mick nu  bezig en de ‘romance’ tussen de twee werd er niet minder om maar voor Mick was ‘werk is werk’ en dat betekende: geen seks onder werktijd, hoewel Lenie hem nogal eens probeerde te verleiden.

Hij had ook een hond, Barlo, een Duitse staander. Mick stelde Lenie voor om elke zondag af te spreken, om samen de honden uit te laten in het Kralingse Bos …….. om daarna ……. een lekker potje te  vrijen bij haar thuis.

Goed idee vonden ze alletwee!  Het klikte niet alleen tussen Lenie en Mick; ook de honden konden het goed vinden met elkaar.  Op een mooie zondagochtend in september,  waren ze met de honden naar het bos geweest; ze hadden samen geluncht  en vrijwel direct na de lunch lagen ze al hartstochtelijk met elkaar te dollen, toen de telefoon ging. Lenie pakte haar mobiel: het was Sandy, de echtgenote van Mick. Ze deed een beetje paniekerig.  Sandy  moest Mick snel spreken …. er was iets met hun zoon …… iets met drugs …..  ze zegt dat Mick zijn mobieltje niet opneemt. Ze dacht dat hij misschien samen met Lenie de honden aan het uitlaten was. Lenie zei tegen haar dat Mick en Barlo wel langs geweest waren maar dat ze al zeker anderhalf uur weg waren ‘en ik,’ zei  Lenie ‘ik lag nu net even mijn middagdutje te doen ….  ik hoop dat je hem gauw te pakken krijgt, hoor, dag Sandy, doei.’ Ze legde haar mobieltje weg, dook weer bij Mick in bed en ging weer wellustig  met zijn toch nog steeds keiharde plasser aan de slag.

Ja, Lenie is ècht goed in liegen!

‘Een leugentje voor het bestwil’ noemde ze het zelf, want als ze de waarheid gezegd had, zou Sandy witheet zijn geweest en was het voor Mick en Lenie ‘einde verhaal’.  Lenie moest daar niet aan denken, ze hadden nog zo veel te doen samen.

donderdag 29 juli 2021

SAMENSPRAAK

 

Ik heb een goed gevoel over gehouden  aan de conversatie die ik had met Louis, een Portugese man (55), die een beetje beter Nederlands wil leren praten ….. en dat doet hij dan bij mij, in het buurthuis, dat tegenwoordig Huis van de Wijk heet. We praten elke donderdag een uurtje met elkaar en vandaag zijn er in  dat uurtje heel wat onderwerpen voorbij geschoten.  Van dementie, alzheimer, euthanasie tot de probleempjes, die hij heeft met de kat van zijn vriend, die hij te logeren heeft.  We praten over het algemeen rustig  door en ik laat ik hem gewoon al zijn fouten tegen de Nederlandse taal maken. Af en toe leg ik het gesprek  even stil  om hem wat bij te brengen van het Nederlands.

De moeilijkheid met Louis is dat hij redelijk goed is in Engels en denkt dat het Nederlands net zo georganiseerd is als die taal. Hij denkt bijvoorbeeld dat een boek in het Nederlands ‘een boek’ is (dat is ook zo) en dat dat twee boeken ‘twee boeks’ is. Hij plakt gewoon achter elk enkelvoudig zelfstandig naamwoord, in het meervoud  een ‘s’ zoals de Engelsen dat ook doen:  gardens, brooks and doors; Louis maakt daar dan in zijn Nederlands van: tuins, broeks and deurs……na vandaag weet hij dat wij dat dus niet doen, wij plakken er geen  ‘s’ achter maar ‘en’ zodat het wordt: tuinen, broeken, en deuren.

De volgorde van een zin is voor hem ook niet zo makkelijk met zijn Engelse bagage.  Altijd moet dat persoonlijke voornaamwoord voor die persoonsvorm gezet worden. Ik hoor hem dus vaak zoiets zeggen als: ‘Gisteren ik zijn heel goed.’  Terwijl wij allemaal weten wat het wel moet zijn: ‘Gisteren voelde ik me kiplekker’……  hoewel  hij zo’n woord als ‘kiplekker’ natuurlijk helemaal niet kent.  Wat Louis ook doet is uitsluitend hele werkwoorden gebruiken en dan nog uitsluitend in de tegenwoordige tijd: ‘ik hebben ’,’ jij dansen’, ‘hij spelen’,  heel moeilijk om daar  correct Nederlands van te maken. Soms neem ik dan even een time-out (in goed Nederlands …..) en zeg  dan één voor één de vervoeging van een werkwoord en laat Louis het dan nazeggen: ‘ ik …  heb, jij ….  hebt, hij …. heeft, wij …. hebben, jullie …. hebben, zij ….. hebben,’.   Dit soort dingen moet talloze malen herhaald worden. 

Een ander veel voorkomend foutje dat hij maakt is het gebruik van het werkwoord ‘doen’. Door dat werkwoord te gebruiken, in combinatie met andere Nederlandse werkwoorden, kan iemand die nog het een en ander moet leren in het Nederlands, zich redelijk goed verstaanbaar maken.  Zet ‘doe’ voor een heel werkwoord en de Nederlandse collega, vriend, dokter of apotheker begrijpt je moeiteloos: ‘Ik doe elke dag om 6 uur opstaan.’ ‘Ik doe naar werk fietsen.’ ‘Ik doe niet meer huiswerk maken.’ ‘Ik doe  eten maken bij hem.’

 Gelukkig heeft Louis naast de conversatie met mij ook  nog les op een echte school en hij doet een digitale cursus. Zodat hij uit verschillende invalshoeken de Nederlandse taal kan leren kennen. Hij is echt gemotiveerd en gaat zelfs ook nog naar een koffie-ochtend in het buurthuis waar, uitsluitend (oudere) Nederlandse vrouwen komen en Louis dan, als enige man.  

woensdag 28 juli 2021

ER OP UIT

 

Ik denk dat ik er in augustus een paar dagen tussenuit ga. Mijn laatste ex durfde nauwelijks de grens van Alexanderpolder te overschrijden, dus moest ik daar noodgedwongen ook  vijf jaar lang blijven zitten.  Ze had ook altijd heimwee of was bang dat ze dat zou krijgen …… dus als we eens een klein stukje van huis waren moesten we als de wiedeweerga weer naar  terug. Maar ik moet eerlijk zijn: ik heb in die periode ook weinig tegengas geven: ik heb haar de kans gegeven om ons beiden vast te pinnen in Rotterdam. Dus, nu ik van haar af ben, heb ik eindelijk de ruimte om te kijken, waar wat leuks voor mij te beleven valt.

Ik ga niet meteen drie weken weg, neen, ik begin met drie dagen er op uit, alleen of met een groepje naar een leuk stukje Nederland.  Een hotelletje in een mooie stad of een  bosrijke omgeving, makkelijk met de trein bereikbaar, dat lijkt me wel wat. Er zijn aanbiedingen zat, op het eerste gezicht redelijk geprijsd, maar wat me tegenvalt, is dat je als alleen gaande gast in een hotel, toch mooi voor twee betaalt.

Den Bosch, Deventer en Groningen zijn steden, die ik aantrekkelijk vind om eens te bezoeken. In Den Bosch ben ik al een paar keer geweest ten tijde van het jaarlijkse Boulevard theaterfestival; dan is de stad in hogere sferen van creativiteit, dronken van vrolijkheid en uitgelaten van vrijheid. Het lijkt wel alsof alles daar dan kan. Van 5 t/m 22 augustus is het festival dit jaar weer en ik weet wel zeker, dat ik daar dan één of misschien wel meer dagen naar toe ga. Het zal trouwens niet meevallen om nog onderdak te vinden, in het dan zo drukke Den Bosch.

In Deventer ben ik  ook al eens een keer geweest.  Dat was in 1964; ik was toen veertien jaar  en het ging toen niet zo goed met mij. Ik zat in de tweede klas van de hbs; allemaal slechte cijfers had ik op mijn rapport….. behalve voor lichamelijke oefening, daar had ik een negen voor.  Mijn moeder maakte zich zorgen over mij en nam me mee om te praten met de maatschappelijk werkster, die vaststelde dat het voor mij, thuis te druk was  om rustig te kunnen studeren met vijf jongere broertjes en zusjes. Verder, vond ze,  maakte ik me nogal veel zorgen over ‘het geld’: de huishuur kon regelmatig niet betaald worden  en bij de kruidenier moest  vaak gepoft worden.  Af en toe was er zelfs niet voldoende te eten voor ons allemaal.

Ik wilde eigenlijk liever gaan werken om geld te verdienen voor mijn moeder en mijn broertjes en zusjes dan door te leren. Daar stak de maatschappelijk werkster gelijk een stokje voor. Ze vond me een beetje ‘in de war’ en zei dat ze voor mij een vakantie zou regelen bij een boerenfamilie, die ze kende, zodat ik wat kon aansterken en  tot rust kon komen.  

Korte tijd later was ik, als gedepriveerd jongetje,  met de trein op weg naar van Rotterdam naar Deventer en  dichtbij Deventer lag het dorpje Nieuw Heeten ….. en daar zou ik, gedurende drie weken,  bij de gastvrije, vrijgevige, vriendelijke  boerenfamilie Grollemans aansterken en tot rust komen.

Ja, in de buurt van Deventer en Nieuw Heeten zou ik  binnenkort  wel  willen wandelen ….. of  ik ga  gewoon naar Groningen, want daar ben ik nog nooit geweest.

dinsdag 27 juli 2021

HUISDIER

Je moet een huisdier nemen, krijg ik met regelmaat te horen, als ik zeg dat ik me niet altijd zo happy voel met mijn status van alleenstaande.  Vandaag kreeg ik dat weer te horen; ditmaal kwam het van Fred, een oude vriend van school, die ik lange tijd uit het oog was verloren. Hij bekommerde zich kennelijk  enigszins om mij.

‘Wat voor beest zou jij mij dan  aanraden, Fred?  Ik woon in een flat op vijf hoog in een twee-kamerwoning …. Ik trek er, ijs en weder dienende, dagelijks op uit …..wandelen, fietsen, naar het theater, de bios en ik wil er een paar keer per jaar wel enkele dagen op uit om, in een leuke omgeving,  ergens in Nederland met een stel mensen te gaan fietsen.’

‘Ja,’ zegt Fred,  met een glimlach, ‘het eerste dat er dan bij mij naar boven komt is: neem een hond, zeker met  dat wandelen van je, heb je aan zo’n beest goed gezelschap. Maar kijk ik naar je andere activiteiten, dan wordt een hond moeilijk. Moet je persé gaan fietsen op die kleine vakanties van je? Kan je daar ook niet gaan wandelen? Een hond doet niets liever!’

‘Neen’, zeg ik beslist, ’dat zijn meestal fietsvakanties  met groepen, Fred,  en een hond zou toch horendol worden van al die fietsers, waar tussen hij mij dan ook nog eens ergens moet zien te vinden …….. hij loopt continu de fietsers in de weg. Dat wordt een kwelling voor dat  beest en de fietsers.’

‘Wat ik bovendien nogal lastig vind,’ zeg  ik (met een beetje zuur kijkend gezicht): ‘dat ik dat beest drie of vier keer per dag uit zal moeten laten en als ik naar een verjaardag moet of naar de bios wil (en dat wil ik nogal eens) zal ik een oppas moeten regelen. Kortom een hond is te veel een handenbinder.  Eigenlijk moet je bij alles wat je wilt gaan doen, stilstaan bij wat dat voor gevolgen heeft voor mij, de hond en …… de buren. ‘

‘Vroeger,’ vervolgde  ik, ‘ toen mijn ex en ik nog jong waren en de kinderen klein,  hadden we een heel leuke hond, een bastaard Gordon Setter , Sita heette hij, een vrolijk beest waar het hele gezin van genoot.  Van de herinnering aan hem fleur ik gelijk wat op.  Zelfs de drie poezen, die we toen hadden, vonden hem wel tof, omdat hij hen rustig een deel van zijn eten liet oppeuzelen.  Toen moesten we óók vaak van alles regelen om bijvoorbeeld drie weken naar Frankrijk te kunnen en dat lukte eigenlijk altijd moeiteloos. Voor het overige  sleepten we Sita gewoon altijd overal mee naar toe en het uitlaten deden we, toen de kinderen wat groter werden, om de beurt, met zijn vieren …….. soms ‘vochten’ de jongens er om wie Sita mocht uitlaten. Veel plezier hebben we gehad aan die hond. Met zo’n gezin voelt een hond niet zo als een handenbindertje. Wanneer ik me echter zoals nu, op mijn oude dag, als hondenbezitter voorstel, dan zie ik huizenhoog op tegen al dat gesjouw en  geregel.’

‘Dan kan je misschien beter  een poes nemen,’ zegt Fred,  ‘dat is een solitair beest, die kan je makkelijk alléén thuis laten èn hoef je nooit uit te laten ……. die heeft immers zijn kattenbak.’

‘Oh neen, Fred,’ flap ik er gelijk uit, ‘ik wil die kattenbankstank niet in mijn huis hebben  en als ik alleen al denk aan die kattenharen overal in huis, krijg ik nu al de kriebels. ‘

‘Misschien is een goudvis dan wat voor jou,’ zegt Fred gekscherend, ‘daar heb  je een rustige, propere, niet zo bewerkelijke   huisgenoot aan.’

‘Wie weet,’ zeg ik serieus, ‘ik ga me er eens op oriënteren,  Fred.’