Angstig was ik geworden. Toen ik, na mijn operatie, ineens
ging slaapwandelen, durfde ik niet meer te slapen ... tenzij er iemand in mijn
buurt was om me wakker te maken of terug naar bed te leiden. Gelukkig hebben
een paar familieleden er voor gezorgd dat ik niet ging dwalen. Ze konden helaas
niet voorkomen, dat ik zo af en toe een grote plas deed op het grasgroene zeil,
terwijl ik naast mijn bed stond te slapen.
Mijn familie kon
natuurlijk niet doorgaan met zo voor mij te zorgen, ze hadden ook nog wel wat
anders te doen: werken, voor hun kinderen zorgen … Er moest een professionele
oplossing komen. Mijn psychiater trad daarbij doortastend op. Ik kon per direct
terecht in het Rotterdamse Crisiscentrum. Dat betekende: snel mijn koffer
pakken en me door mijn broer, die die nacht op mij gepast had naar het Crisiscentrum op de ’s Gravendijkwal laten
brengen. Ik kreeg een kleine, schone kamer op de derde verdieping. Mijn broer
hielp me met uitkleden en mijn pyjama aandoen.
Mijn kamer werd in de
gaten gehouden door iemand, die op de begane grond achter een monitor zat. Ik
was er niet gerust op … ik zag me al van de derde verdieping van de trap af
donderen. Voor de zekerheid deed ik mijn kamerdeur op slot en legde de sleutel
in de wasbak.
Wèèr slaapwandelde ik.
Waarschijnlijk kon ik mijn kamer niet uitkomen. Ik werd in dat kamertje, staand,
wakker van mijn eigen gezeik. Het was half vijf; Ik kon niet meer slapen.
Ik schaamde me ervoor, dat
ik tegen een leidster moest zeggen, dat ik in mijn kamer geplast had. Maar zij
vond dat geen probleem: ‘Komt hier zo vaak voor.’
Ze vond het wel een
probleem, dat ze mijn operatiewond moest verzorgen en dat ze me moest douchen
en aankleden.
‘Daar zijn we hier niet
voor. Je kan hier niet blijven als je al
die zorg nodig hebt.’ Ze ging gelijk bellen met mijn psych en die ging weer direct
bellen met organisaties, die mij wel de zorg konden geven, die ik nodig had.
Het werd uiteindelijk de Bavo (voor alle ouderen met een psychiatrische
stoornis).
Het was nog vroeg in de
ochtend en ik kon bij de Bavo terecht. Direct. Een behulpzame Crisiscentrum-medewerker
kieperde al mijn ‘bezittingen’ in mijn koffer. Ze wist waarschijnlijk wel dat
ik die koffer niet zelf kon dragen dus bood ze mij aan dat voor mij te doen en me
naar de Bavo te brengen ... lopend ….het was tien minuten lopen naar de Bavo.
Ik kreeg daar een mooie
grote kamer. Diezelfde vrijdagmiddag nog komt een delegatie van de medische
staf van de Bavo mijn kamer in. Mijn hele medische geschiedenis met bijbehorend
medicijngebruik willen weten: van mijn bi-polariteit, de arm-schouder operatie
tot het slaapwandelen.
Ik was nog geen seconde
klaar met mijn verhaal of de psychiater van de Bavo zei: ‘Morfine, daar komt
het door, dat slaapwandelen.’ Tijdens en na mijn operatie was inderdaad rijkelijk
morfine in mijn lijf gespoten. Niet voor niets want ik stierf van de pijn en
dat spul hielp daar uitstekend tegen.