Op deze zondagmorgen ga ik met
Daphne, een gezamenlijke vriendin van mij en mijn vrouw ( maar toch vooral van
mijn vrouw) naar de Mathäus-Passion in de Laurenskerk. Om half elf gaat het
beginnen. Het is teringweer en we moeten een kwartier lopen. Het stortregent en
de paraplu die ik bij me heb, heeft het binnen vijf minuten begeven. Zeiknat
komen we in de kerk aan. De kerk is stampvol. De passion is op zich gratis maar
we hadden wel een stoeltje moeten reserveren of kopen. Nu moeten we plaatsnemen
op de ongenummerde stoeltjes, helemaal links achteraan vlak achter een pilaar
met een diameter van een meter. We zitten tussen veel grijze, kale gereformeerde
koppen, gestoken in een zwart kostuum met daaronder een wit overhemd met zwarte
stropdas. De dames, met hun uniforme grijsblauw permanentje, vertonen zich zowaar
iets kleurrijker.
Het orkest klinkt goed.
Violen, bassen, cello’s, dwarsfluiten en het magnifieke kerkorgel van de Laurenskerk. Er wordt nogal
hard gespeeld, te hard, als je het mij vraagt.
Ze stopten met spelen toen de predikant uit de bijbel ging lezen:
‘Jezus zond twee discipelen uit en zei tegen hen: Ga
naar dat dorp ginds en je zal een vastgebonden ezelin vinden, met een veulen.
Maak haar los en breng haar bij Mij. En als iemand daar wat van zegt, zeg dan,
de Heer heeft ze nodig. Hij zal ze snel weer terugsturen.’
Het orkest zet hard en
meedogenloos ‘Geduld, Geduld’ in. De
bas en bariton hebben de grootst mogelijke moeite om er met hun toch al beperkte
capaciteit bovenuit te komen. O ja, want dat ben ik nog vergeten te vermelden,
de toegangsprijs is gratis, omdat de Passion uitgevoerd wordt door goedwillende
amateurs. Aan het slot van ‘Geduld, Geduld’ neemt het hele koor als het ware
wraak op het oorverdovende orkest door zò hard te gaan zingen dat, behalve het
orgel, vrijwel geen muziekinstrument er bovenuit kan komen. De dirigent geeft als
een wezenloze décrescendo aan naar zijn koor. Maar dat trekt zich er (terecht) niks van aan en gaat zo crescendo
als het maar kan, want die koorzangers willen zich ook wel eens laten horen.
Dan gaat de predikant
verder:
‘Uw Koning komt naar u toe, zachtmoedig en rijdend op
een ezel en een veulen. De discipelen brachten de ezelin en het veulen naar de
Heer, ze legden hun klederen op de ezelin en het veulen en Hij ging daarop
zitten. De mensen langs de weg spreidden hun klederen op de weg, braken takken
van bomen en wierpen die op de weg.’
Ik moet eerlijk zeggen,
dat ik beslist niet zo goed kan zingen als die solisten van het koor. Bij lange
na niet zelfs. Maar ….. nu het orkest zich eindelijk een beetje gedraagt en
niet meer zo onbeschoft hard speelt lukt het de bas, bariton en sopranen eerlijk
gezegd nog steeds niet om een voor mij hoorbaar stukje tekst te zingen. De
eerste en de laatste drie, vier woorden van een zin worden krachtig, duidelijk
en meestal ook heel zuiver gezongen maar naar de tekst die daar tussen zit moet
ik meestal maar raden. Jammer.
De predikant beëindigt
zijn bijbelverhaal.
De mensen langs de weg en zij, die voorop liepen en
hem volgden riepen: Hosanna voor Hem, die komt in de naam des Heeren. En toen
Hij Jeruzalem binnenging, kwam de hele stad in rep en roer. ‘Wie is dit?’
zeiden zij. ’Dit is de profeet Jezus van Nazareth in Galilea,’ zeiden zij.
De Matthäus-Passion duurt
alles bij elkaar zo’n vier uur. We
zitten nu op de helft. Er is nu een uurtje pauze ingepland. Daphne en ik kijken
elkaar aan:’Wat zullen we doen? Kappen we of blijven we hier tot half vier zitten?
We besluiten om een broodje te kopen, ergens wat te drinken en naar huis te
gaan.
Het regent zo mogelijk nog
heftiger dan vanmorgen. Bij mij thuis drinken we om warm te worden nog een kop
koffie en ondertussen luisteren we naar een professionele versie van de
Matthäus-Passion van het Collegium Vocale Gent. Die vond ik op Spotify. Dit is wel even wat anders dan wat d’oprechte
amateur er vanmiddag van bakte. Maar ik mag natuurlijk geen appelen met peren
vergelijken.