vrijdag 22 april 2022

EEN BEETJE LEUKER

Één hoeraatje voor Rinus en Tini! Van de honderdvijftig mensen die in onze flat wonen zijn er maar twee die er echt wat aan doen om het hier een beetje leuker te maken: Rinus en Tini.  De eerste twee jaar dat ik hier woon gebeurt er helemaal niks. Dan komen, vanuit het niets, Rinus en Tini ineens actie. Zonder  ook maar iets aan mij te vragen beginnen ze tegels te lichten voor twee geveltuintjes langs de flat. Twee strookjes van elk 10 meter bij 40 centimeter. Allerlei bloemen, planten, struiken en zelfs boompjes worden geplant. Zelfs een Elstar appelboom. Elstar! Mijn lievelingsappel nog wel. Het is natuurlijk niet zo dat die twee al dat groen en aarde  uit eigen zak betalen. Neen, daar voor kunnen ze een beroep doen op de gemeentelijke  Opzoomer subsidie.

Zo’n  geveltuintje maken is één maar het moet ook onderhouden worden. Snoeien. Water geven. Vooral in de zomer is dat nogal intensief. Ze hebben geen aansluiting voor een tuinslang dus moeten ze met gieters werken.  In die droge, hete zomer van twee jaar terug kunnen ze het niet meer aan; het water geven. Dan bied ik maar aan om ze daar een tijdje mee te helpen. Daar zijn ze heel blij mee.

Ze zijn ook wel eens niet zo blij. Vooral met buren die zo onbeschoft zijn om hun hond in de geveltuintjes te laten schijten of pissen.  Ze hebben nooit kunnen achterhalen welke hondenbezitters dat zijn. Dat is maar goed ook,  want met Rinus kan je beter geen ruzie krijgen (5e dan karate). Met Tini trouwens ook niet want die heeft een vlijmscherpe tong (5e dan tongen). Er zijn ook regelmatig beschonken voorbijgangers, die uit balorigheid plantjes lopen te vertrappen.

Rinus en Tini willen het niet alleen langs de gevel leuker maken maar ook binnen. De hal van de flat wordt door het duo opgepimpt met grote planten: een  gatenplant, een vingerplant, een ficus en vele kleine hangplantjes. Ze zetten er wat redelijk uitziende afdankertjes neer:  wat stoelen en een salontafel. Ook een boekenkastje waar bewoners de boeken en tijdschriften, die ze kwijt willen, in kunnen zetten. Misschien dat andere bewoners er nog belangstelling voor hebben.  

Maar dan grijpt de huisbaas in. Die planten en dat boekenkastje mag  dan nog wel maar die meubeltjes en die salontafel moeten er uit. ‘Dan kan de hal niet meer goed schoongemaakt worden,’ is het argument van de huisbaas. Rinus vindt het maar muggenziften. Tini ook trouwens.  Ikzelf  kan het wel met de huisbaas eens zijn. Het wordt toch een beetje een bijeengeraapt zooitje zo.

Dat is nog niet alles wat Rinus en Tini doen. Ze maken ook de groenstrook schoon tussen de basisschool, die nu gesloopt wordt, en onze flat. Week in week grijpen ze al het zwerfvuil uit de struiken daar. Er komt me toch een hoeveelheid vuil uit. Niet te geloven. Elke week een grote vuilnisbakzak.

Zij doen dat allemaal belangeloos voor ons. Nog een hoeraatje voor Rinus en Tini.

donderdag 21 april 2022

BRISTOL

 

Het is misschien wel de absolute loosers keuze:  Bristol: voor al mijn sokken, onderbroeken, t-shirtjes, lange en korte broeken, pyama’s , jassen, mutsen, petjes, handschoenen, sokken , schoenen, en sportkleding. Kortom voor al mijn kleding … ga ik naar Bristol. Dat is niet alleen van de laatste tijd, … oh nee: al zeker veertig jaar en waarom? Omdat het er ten eerste lekker rustig is  … ten tweede niet zo duur … en ten derde de kwaliteit goed is. Ik krijg overigens niet betaald voor dit verhaal door Bristol.

Op maandagmiddag kan je een kanon afschieten in mijn Bristol filiaal. De kans een klant te raken is nihil. Ik ben meestal de enige. Heerlijk, alleen in een winkel te winkelen. Afgelopen maandag zocht ik een spijkerbroek en een paar laarzen ….dan loop ik op zo’n stoere cowboy-achtige manier langs de passpiegel. Ik loop en kijk dan als …ehhhh….nou, als Clint Eastwood zeg maar … dan trek ik opeens, onverwachts twee revolvers tegelijk uit mijn fictieve holsters. Ik heb natuurlijk niet echt pistolen … maar die vette-pad achter de kassa schrikt van me. Denkt vast dat ik mesjogge ben… wat me trouwens  helemaal niks kan schelen. Bij het passen van andere kleren, nette kleren: broek met vouw, colbertje, kostuum, glimmende zwarte schoenen, verschijnt spontaan mijn Rowan Atkinson-mondje……als ik dan even naar mijn spiegelbeeld kijk…….hoor ik mensen achter me  spottend lachen. Dat kan helemaal niet, want er is verder helemaal niemand in de zaak, behalve die kassière en ik.

Mijn zonen dragen alleen merkkleding. Ik koop het beslist níét voor ze. Vanaf hun veertiende, het moment dat ze zelf een centje bij gaan verdienen, dragen ze Nikes enzo. Inderdaad: Nikes enzo , want ik weet echt niet wat er allemaal op dat gebied te koop is. Ik vermoed dat de dictatuur van de schoolklas merkkleding oplegt. Wie geen merk draagt ligt er uit. Voor mij als kostwinner kost een Nike- twee keer zo veel als een Bristolschoen. De regel bij ons thuis was destijds: als de Bristolschoen tien euro kost en de Nike schoen twintig dan betaal je zelf tien van je eigen zakgeld als je die Nike wil. Nog steeds halen ze hun neus op voor zoals ze dat noemen: Bristol-‘nep-kleding’. Ze lopen ‘gezellig’ drie meter achter hun 'Bristolpappa' en hopen dat niemand een familierelatie vermoedt.

Bristol werkt graag met kneusjes. Daar wordt het personeel op gescreend, lijkt wel. In de bijna dertig jaar dat ik daar kom, zie ik eigenlijk zelden een doorsnee werknemer … doorsnee?.....ja, doorsnee, gewone mensen zoals bij andere bedrijven. Het lijkt wel of bij Bristol kneusjes een streepje voor hebben. Ze nemen makkelijk mensen aan met overgewicht, met een spraakgebrek en dames met een snor. Die komen elders moeilijk aan de bak. Goedkope arbeidskrachten. Zó is Bristol ook wel weer.

woensdag 20 april 2022

LAURIE

Mijn collega Maarten vraagt me: 'Ken jij Laurie Toop nog, Ton?’  'Nou, en of ik die ken.'  'Oké Ton! Dat is mijn vrouw.'

  ‘Ja, Maarten en Laurie, goh, leuk zeg. Ik eh, ik heb al drie jaar niks meer van Laurie gezien of gehoord. Wat is er in godsnaam met haar gebeurd? Ze bleef opeens zo maar weg van school.’

 ‘Zwanger ... abortus ... heel vervelende complicaties ... psychisch ook.’ Haar zwangerschap overvalt ons. Hoewel Laurie voor zover ik weet heel serieus is met anticonceptie, gaan mijn gedachten onwillekeurig toch uit naar een Utrechts vriendje van haar als mogelijke verwekker.’

‘Nou ja, Maarten, kom op zeg, ik ben nog niet zò technisch, dat ik in staat ben een vrouw op afstand te bevruchten.'

‘Laat ook maar, Ton, … over veertien dagen kunnen jullie je kennismaking hernieuwen op de docentenavond. Laurie zal er ook zijn ... die van jou ook?’

'Ja, die van mij houdt wel van een feestje. Als er maar een beetje geswingd wordt. 'Die van mij heet trouwens Carola.'

Op de docentenavond loopt Laurie alles en iedereen te pleasen, behalve mij. Als ik even gezellig met haar oude koeien uit de sloot denk te gaan halen, zegt ze nors ‘fuck off’ en loopt naar de toilet, Maarten, Carola en mij verbaasd achterlatend. Die twee kijken me aan met een blik van: ‘Wat heb jij haar aangedaan, jongen?’.

De volgende keer dat ik haar zie is twintig jaar later, bij het afscheidsfeestje van Riet, de direkteur van de organisatie waar ik dan werk. Laurie blijkt een vriendin van Riet te zijn. Vergeten ben ik de eerdere afgang op die docentenavond. Ik hoop zij ook. Met een pilsje voor mezelf in de ene hand en een rood wijntje in de andere, voor hààr, plof ik naast haar neer: ’ha, Laurie.’ Ze kijkt me aan. Staat, als door een wesp gestoken op  en loopt naar Riet. Ze praten. Laurie gebaart druk. Riet kijkt naar mij. Lijkt te proberen haar tot bedaren te brengen. Dat lukt niet zo. Laurie schudt driftig ‘neen’ en vertrekt. Ik wou dat ik wist waarom.

 ‘Je confronteert haar met iets uit haar verleden, zegt Riet en meer wil ze er tegen mij ook niet over kwijt.’ De laatste jaren doe ik maar net of ik haar niet zie…….. dat doet nog het minste pijn. Vandaag ben ik met mijn vriend Paul in het stadspark. Daar zie ik Laurie weer, bij de ‘zomerzondag in het park’, er is een klassiek concertje en een optreden van een vuurspuger. Ze is nu ook tegen de zestig. Met een man is ze hier, begin vijftig schat ik hem, een kopje kleiner dan Laurie. Hij heeft een glimmend, kaalgeschoren hoofd. Ze hebben een meisje bij zich van een jaar of tien. Het kind moet van hem zijn. Haar heb ik nog nooit met een kind gezien. Laurie ziet er nog goed uit. Zo op een afstandje althans ... gekleed in het zwart. Ik zeg er nog even niks over tegen Paul. Dan zegt hij: ‘die vrouw daar Ton ... nee, niet gelijk kijken, joh, …  ze kijkt volgens mij steeds onze kan top. Ik ken haar niet. Jij? Ken jij haar, Ton? ‘Ja Paul, dat is Laurie…..ik ken haar nog van een schooltje in Utrecht, we zaten in dezelfde klas. Korte tijd hebben we toen veel lol gehad. Zij wil er alleen niks meer van weten … vraag me niet waarom. ’

dinsdag 19 april 2022

LIFT IN MINIROK

In een portiek op de Oude Gracht in Utrecht trekt Laurie haar spijkerbroek uit. Snel trekt ze het rode minirokje aan, dat in haar tas zit. Haar benen zijn mooi…. mooi bruin ook. Ik sta vòòr Laurie, zo onttrek ik haar aan het zicht van de voorbijgangers. Het is hier gelukkig niet zo druk. Haar lijf is ècht mooi. Atletisch. Slank, borsten cup C, ronde, niet al te grote billen. Haar benen, als gegoten bij dat lijfje van een meter zeventig. Ze kijkt me aan, met een wat ondeugende blik in haar ogen. Ik voel de tinteling, ze lacht haar tanden bloot … hmmmm wel een beetje veel tandvlees … nou, niet zo kritisch Ton …  het s gewoon een leuke meid! Haar grote zwarte pupillen vragen of ik kom. Ik kom maar tegelijkertijd aarzel ik ook. Laurie praat vandaag veel over haar vriend Maarten in Schiedam. Ze vertelt over hun waterpoloclub. En dat ze hem soms helpt met nakijken van rekensommen van zijn leerlingen. Maarten geeft les aan groep zes van de basisschool. Nee eh…..of eh eigenlijk ja, ik voel me aangetrokken tot Laurie. En nee ik ga niet tussen die twee in zitten. Zou ik ook niet leuk vinden, als ik Maarten was. Ik zou dan óf heel erg boos óf heel erg verdrietig zijn. Daar ga ik niet aan beginnen.  Dat schiet zo door me heen als ik in die portiek met een opkomende erectie voor Laurie sta. Ik dwing mijn boreling weer te gaan liggen.

Met Laura in dat geile minirokje hebben we binnen de kortst mogelijke tijd een lift richting Rotterdam. Ben ik van overtuigd. Met een viltstift schrijf ik op de binnenkant van een Chiquita-doos ‘Rotterdam’. Aan Laurie zal het niet liggen. Ze neemt een houding aan die borsten, billen en benen accentueert. Het bordje met ‘Rotterdam’ houdt ze iets boven haar hoofd. Ik word vrijwel volledig door haar aan het zicht onttrokken. Zo gooit Laurie alles uit de kast om voorbijrijdende automobilisten te verleiden haar mee te nemen. Ook al moeten de chauffeurs helemaal niet naar ‘Rotterdam’. Ter wille van het rode minirokje rijden ze graag een eindje om. Binnen vijf minuten zitten we in een paarse Ford Mustang richting de Maasstad. Laurie kruipt vliegensvlug op de achterbank en de bestuurder van de auto moet zich tevreden stellen met mij naast zich. Hij neemt zijn verlies sportief en we vullen de tijd tot Rotterdam met het uitwisselen van wetenswaardigheden over onze gezamenlijke liefhebberij: de grote libelle.

Dat jaar liften Laurie en ik geregeld op en neer tussen Utrecht en Rotterdam. We zitten bij elkaar in de klas … fysiotherapie … we oefenen op elkaar … met veel lol … tot ze zo maar ineens niet meer op school verschijnt.

Drie jaar later, ik werk inmiddels op een schooltje in Vlaardingen, als sportleraar, komt in de pauze een collega naar me toe. Hij vraagt of ik Laurie Toop ken.

‘En óf ik die ken,’zeg ik.

‘Laura is mijn vrouw’, zegt Maarten.

maandag 18 april 2022

BRIEF AAN GERDA

 

Brief aan Gerda,                                                         Rotterdam, 18 april 2022

Lieve Gerda,

Ik hoop dat alles goed met je is. Vanochtend krijg ik zo maar ineens een gek idee: Werken als ‘levend standbeeld’, dat lijkt me nou echt iets voor jou. Dan ga ik met je meedoen. We kunnen dan bijvoorbeeld Dik en Dun doen. Ik zie ons al staan op de Coolsingel. Doe jij Dik met een kussen voor je buik. Wat vind jij er van, Ger? Lijkt mij leuk!

Heerlijk Gerda, ik heb snipperdagen opgenomen. Ik knap er zienderoog van op. Als ik in de spiegel kijk, dan denk ik: ‘wat is er toch met die man daar aan de hand, hij lijkt opeens zo krachtig, doortastend, opgewekt en levendig. Sterker nog: hij lijkt het niet alleen, hij ìs het nog ook. En, wat een luxe! De komende negen dagen is die man vrij.'

‘Je moet niet zo zeuren, man’, zegt Dien, mijn vrouw, vaak tegen me, ‘je hebt het helemaal zo slecht nog niet. Want, wat is dat nou helemaal: drie dagen in de week werken. Dus geen gezijk, iedereen rijk, hupsakee aan de slag!’ Eigenlijk heeft ze wel gelijk.

Hupsakee: dat woord hupsakee, Ger,  doet me altijd denken aan dat verhaal over de lapjeskat Sakee, deelnemer aan de drukke-snelweg-oversteek-wedstrijd voor katten (gesponsord door Kitekat). Sakee durft alsmaar niet over te steken, logisch. Drie katten zijn haar voorgegaan en platgereden. Het publiek langs de snelweg is dol enthousiast en moedigt Sakee aan: 'Hup Sakee,’ Hup Sakee’, klinkt het uit vele  opgewonden kelen. Het beestje is doodsbang. Uiteindelijk waagt ze het er toch op. Ze sluipt tot de vluchtstrook, dan versnelt ze haar pas, zoals alleen katten dat kunnen maar de kolossale truck van de Aldi kan ze onmogelijk ontwijken. Ook met Sakee is het helaas niet goed afgelopen. Het uitzinnige publiek gaat helemaal los; het staat te springen op de banken.

Was de bruiloft van Yvonne en Gerard trouwens nog okselfris te doorstaan, Gerda? En … zeg eens eerlijk ... denk je dat dat huwelijk stand gaat houden? Ach, ik hoop natuurlijk van wel voor Yvonne, zij heeft al zò veel ellende achter de rug met haar ex  maar ik, vrees eerlijk gezegd, dat dit huwelijk snel klapt. Eén keer heb ik die Gerard gezien en neen, het voelt niet goed......een akelig voorgevoel bekroop me toen ik die man zag. Ik heb zo’n vies vermoeden dat Yvonne onaangenaam verrast gaat worden. Op wat voor gebied precies weet ik niet, Ger maar als ik op mijn gevoel afga, zeg ik: iets fouts met de meisjes. In het bos, bij de kinderboerderij of op hun volkstuin, dat kan net zo goed. Ja, sorry Gerda, ik kan het nergens op baseren hoor, het is zo maar een gevoel, dat ik heb. Waarschuw Yvonne maar als je haar weer eens ziet. Echt, ik hou mijn hart vast voor die twee kleine meiden. Ze zijn in de gevaarlijke leeftijd voor zo'n man als Gerard. Mijn gevoel laat me zelden in de steek, dat weet je, hè Ger?‘

Je bent toch met Astrid naar die trouwerij gegaan? Zij heeft zeker gereden? Ze rijdt goed, hè? Kon jij tenminste nog wat drinken! Zou ik ook gedaan hebben, hoor. Ik weet dat jij er helemaal niet zo van houdt maar voor mij geldt: géén lol zonder alcohol.’

Nou Gerda, ik stop ermee. Ik heb geen nieuwtjes meer voor je.'

Ik wens je fijne dagen verder en tot schrijfs maar weer.

Lieve Groetjes,

Louis

zondag 17 april 2022

NUTTELOOS OF NIET?

Stukjes als deze:  voor sommigen hebben ze nut, anders zouden ze niet worden gelezen.  Ik vind het zinvol om ze te schrijven. Het ene stukje lukt beter dan het andere.  Het is voor mij een uitdaging; het vraagt om inspiratie, het geeft spanning en ontspanning.  Sommige lezers van deze stukjes vinden het maar niks anderen kunnen het wel waarderen.  Lezers worden er boos over, lachen er om, irriteren zich er aan, vinden ze leuk of kunnen ze missen als kiespijn.

Net als een unieke vingerafdruk, heeft elk mens ook een unieke tongafdruk.

Eigenlijk is niets nutteloos. Alles heeft wel een bepaalde zin, waarde.  Geeuwen lijkt nutteloos maar het is het signaal dat aangeeft dat je slaap of honger hebt  of dat je je verveelt. Een boertje laten, met of zonder geluid?  Een ex- vriendin vroeg mij  eens of mijn moeder mij nooit had geleerd om mijn boertjes geluidloos te laten. ‘Neen dat heeft toch geen nut, met dat soort zaken hield mijn moeder zich niet bezig,’ zeg ik, ‘de lucht moet er sowieso uit,  maakt niet uit hoe’.

Vrouwelijke kangoeroes hebben maar liefst drie vagina’s.

Pesten is nutteloos. Echt negatief pesten. Tja, positief pesten bestaat niet, dat noemen we plagen. Plagen  kan wel nut hebben.  Plagen is iets waar je tégen moet leren kunnen. Het heeft iets onschuldigs. Je wordt er een beetje door gehard in het leven.  Iemand kan op school, op zijn werk of op een club, het mikpunt  worden om zijn gedrag of uiterlijk. Van pesten is het de bedoeling dat het iemand sloopt en dat de pesters, er sadistisch genoegen aan beleven. Voor de pesters heeft pesten nut.  Zij slagen er in hun negatieve doel te verwezenlijken.  Ze voelen zich gesterkt als ze hun slachtoffer raken. Voor de gepesten is het volslagen zinloos; ze kunnen het gepest missen als kiespijn.

Het Nederlandse dorp Giethoorn heeft geen wegen: alle huizen zijn verbonden via kanaaltjes en loopbruggen.

Wat Poetin doet is volslagen nutteloos, zinloos en waardeloos  voor zijn duizenden slachtoffers.  Hij geeft opdracht  de levens te beëindigen  van vele mannen, vrouwen en kinderen. Hij laat gebouwen vernietigen zoals, schouwburgen, kinderziekenhuizen, scholen, woongebouwen. Ook  worden bruggen en wegen op zijn commando vermorzeld. Totaal nutteloos  voor alle Russen en Oekraïners. Voor niemand heeft het zin; alleen voor Poetin.

In 1567 overleed de man met de langste baard ter wereld nadat hij over zijn baard struikelde toen hij wegrende voor een brand.

Zeer zinvol is het nepnieuws dat de oorlogsmisdadiger Poetin, tevens dictator in Rusland,  verspreidt onder zijn eigen bevolking. Dat nieuws heeft effect omdat verder alle andere nieuwsbronnen in Rusland zijn afgesloten. De burgers in Rusland wordt wijs gemaakt, dat er terecht een militaire operatie wordt uitgevoerd tegen Oekraïne, een land met een nazi regiem, dat genocide pleegt op Russen die daar wonen. Nepnieuws: zeer nuttig voor Poetin.

Een ‘French kiss’ - een tongzoen dus - wordt in het Frans juist een ‘Engelse kus’ genoemd.

 

ZIJ HOUDT VAN MIJ

 M’n collega Rietje meldt zich ziek: ‘Ik heb zo’n last van migraine, ’Sander,’ zègt ze. Ik geloof er niks van. Jammer dat ze er niet is, want het is leuker op het werk als ze er wèl is. We hebben het echt gezellig samen. Zo tussen het werken door een beetje praten over koetjes en kalfjes, meestal over haar kinderen. Rietje (47) neemt haar dochters veel te veel uit handen. Haar oudste, Lea(16), speelt cello en wil naar het conservatorium in Den Haag. Dat is nog niet zo eenvoudig te regelen. Ze is eigenlijk te jong. ... maar ma krijgt het toch voor elkaar dat Lea dispensatie krijgt. De eerste de beste schooldag gaat niet zo naar Lea’s zin. Te veel allochtonen daar in de buurt, vindt ze. Daar is ze bang voor. Er wordt een beetje gestoeid in de bus van station Holland Spoor naar school.  Dan besluit ze gelijk maar om niet meer naar die  school te gaan. Ze is daar amper binnen geweest. Nu zit ze gewoon weer in haar eigen kleine dorpje; is ze weer terug op haar kleine benepen vmbo. Rietje vindt datniet zo leuk allemaal maar ze regelt het wel weer voor Lea.

Eigenlijk heeft Rietje geen tijd om te werken. Regelen, regelen, allerlei dingen regelen voor de kinderen, Lea vooral, over die andere dochter hoor ik haar eigenlijk nooit

Rietje heeft in feite geen lijf om te werken. Zó kwetsbaar. Als ze een kom erwtensoep optilt met links en een hap neemt met rechts, kan ze de eerste week haar schouders niet of nauwelijks meer bewegen.

Dan is er nog het probleem met Rietje’s moeder. Die heeft sinds kort een vriend. Daar heeft ze veel verdriet van. Want haar vader is pas acht jaar dood en nu al een nieuwe vriend nemen, dat is toch wel aan de vroege kant, vindt Rietje. Rietje zelf is er erg verdrietig onder maar haar oudere broertje is des duivels, die zou het liefst die nieuwe vriend van zijn moeder het ziekenhuis in slaan. Het allerergst is nog wel dat moeder en die nieuwe vriend binnenkort gaan  samenwonen. Ik, als buitenstaander, zeg dan: ‘Leuk toch, als die twee ouwetjes van elkaar houden en dicht bij elkaar willen zijn.’

Mijn vermoeden is dat Rietje er vandaag niet is vanwege collega Trees. Zo! Wat is zij pissig op Rietje! Ze haalt alleen koffie voor mij. Niet voor haar dus. Een doodzonde! ‘Haalt ze nou alleen koffie voor jou, Sander? zegt Trees, met een venijnige blik in haar ogen. ‘Ik heb zeker een streepje voor’, zeg ik wat verlegen. Met een veelbetekenende blik zegt Trees dan tegen me: ‘Nee, Sander ze houdt van je!’

Zou Trees nou echt geloven dat Rietje van me houdt. Het is altijd leuk om te horen, dat er van je gehouden wordt maar ik kan er niet zo veel mee. Voor mij is Rietje is een fijne collega. Niet meer en niet minder.

Trees kan natuurlijk niet weten dat ik seksueel gezien vooral val op grote breedgeschouderde mannen èn lieve kleine diertjes.