Zelden geeft
het Rotterdamse Schouwburgplein zo’n levendige aanblik als op de eerste zondag
van februari. Het is dan namelijk
Volkskrantdag op het Internationaal FilmFestival Rotterdam (IFFR) en daar komen
duizenden mensen op af. Bioscoop Pathé op het Schouwburgplein is zo’n beetje het
epicentrum te midden van De Doelen, die 2 zalen beschikbaar stelt aan het IFFR
en de Rotterdamse Schouwburg, die zijn gebouw voor een week aan het festival
uitleent. Zie je normaal geen hond op het Schouwburgplein nu toont het plein
geamuseerd met elkaar babbelende groepjes mensen, onderwijl genietend van lekkere
hapjes, die of van thuis zijn meegenomen of in een bioscoop of bij een naburig
restaurantje zijn gekocht. Op deze eerste
zondag van februari werkt ook het weer lekker mee. De vele bankjes
kunnen ’s middags worden benut omdat er een fijn feestelijk zonnetje op schijnt. Het is dan
wel een winterse zondagmiddag, die zon geeft aan deze middag een vrolijk ietwat
zomers cachet.
Er zijn weer
vele films te zien dit festival, wel honderden, en veel van die
filmvoorstellingen zijn uitverkocht, tienduizenden bezoekers trekt het en dan is
het ook eenvoudig voor te stellen dat er
na die vele films, ook vele pauzes zullen zijn. En in die pauzes zijn zeker ook
enkele honderden Volkskrantdagbezoekers op het schouwburgplein te vinden. Het
is opvallend dat er veel grijze koppies onder het publiek zijn (zo ook ik
zelf). Twintig minners zijn hier nauwelijks te bespeuren. Dat komt
waarschijnlijk omdat de films niet direct op die doelgroep gericht zijn.
Kinderfilms heb ik nauwelijks mogen bespeuren en ook het onder de jeugd
populaire genre: ‘romantische komedie’, zal je nog zelden tegenkomen. Als je
naar het IFFR gaar moet je eigenlijk een beetje nieuwsgierig zijn naar andere culturen en wat de cineasten uit die
culturen te vertellen hebben. Ik ben dit jaar niet zo in het festival gedoken
maar ik heb wel films uit Australië, Frankrijk, Engeland, India, Kazachstan
gezien. Behalve de Franse film waren het stuk voor stuk slechte films, afgaande
op het vele gehoest en geroezemoes in de zalen. De Franse film ging over een
echtscheiding van een stel met twee kinderen, een jongen van 11 en een meisje
van 18. De vader van het echtpaar was een erg enge man; hij was groot, dik, had
een zware stem en hij probeerde het jongetje te dwingen allerlei dingen te
vertellen over zijn moeder. Hij had het al zo ver gekregen dat hij zijn zoontje
het ene weekend mocht hebben en het andere weekend weer niet. De moeder, het
jongetje en de dochter waren naar een voor de vader geheime woning verhuisd.
Die vader wilde persé van het jongetje weten, waar ze nu woonden. De vader zat
met zijn kolossale lichaam achter het stuur van zijn bestelauto en het jongetje
zat naast hem. Eerst bulderde hij een aantal malen: ’WAAR WONEN JULLIE
NOU??.......NOU ZEG OP WAAR WONEN JULLIE NOU?’ misschien wel 5 keer. Toen trok
die klootzaak-vader de schooltas van de jongen zijn lijf en bulderde: ’WAAR IS DE HUISSLEUTEL?’ Misschien wel 6 keer, hij zocht, schreeuwde
en uiteindelijk vond hij de sleutel. Toen dwong de slechte vader het jongetje
het adres te zeggen van zijn nieuwe huis en dat deed die kleine jongen uiteindelijk,
huilend. Het was een heel beklemmende scene.
Het was een
mooie en beklemmende film, helaas ben ik
de titel vergeten. Zoiets gebeurt me de laatste tijd wel meer……..dat is vast de
leeftijd.