Het is een
sombere herfstdag. Vrij weinig wind en toch vallen er hele regimenten bladeren
van de bomen. Ik zie van alles om mij heen ….. ben aan het wandelen in de buurt
van mijn woning in die walgelijke Alexanderpolder. Maar ja, je moet nu eenmaal
ergens wonen. Wandelen zou goed voor mij zijn. Goed voor mijn slaap, zeggen ze,
want ik slaap slecht. Gemiddeld zo’n 4 á 5 uur per nacht en dat is veel
te weinig …. dat voel ik zo wel.
Dus ga ik een uurtje lopen.
Loop ik
langs een sloot zie een tamelijk grote zwarte vogel langs de kant zitten, hij
heeft een behoorlijk grote bek en hij
houdt zijn vleugels wijd gespreid om ze te laten drogen; ik weet gelijk welke
vogel het is maar ik kan niet op de naam komen. Dat heb ik toch zo vaak tegenwoordig,
terwijl ik pas 67 ben …… en dan nu al dement! Als ik vijf minuten door heb
gelopen weet ik ineens weer dat het een
aalscholver was, die vogel. Voor de zekerheid herhaal ik ‘aalscholver’ twintig
keer, zodat ik straks thuis probleemloos kan vertellen welke vogel ik heb
gezien.
Aan de
overkant van de sloot loopt een schoolklas (van de basisschool, 4e
of 5e klas). Ik dacht eerst dat ze uit het zwembad kwamen dat hier
vlakbij ligt maar dat bleek niet zo te zijn. Het was geen nette schoolrij. Er
liep een viertal kinderen een eind achterop en een stel jongens liep naast de rij. De meester zelf
liep voorop te praten met een paar van zijn leerlingen. Het regende nu eventjes
een beetje. Af en toe keek de meester,
al lopend, om en gebaarde tegen de
‘naast de rij lopers’ dat ze aan moesten sluiten maar die trokken zich daar
niets van aan. De vier achterblijvers hadden het erg druk met elkaar: ze liepen
elkaar maar te duwen en om elkaar heen te cirkelen. Het leek eerder of ze ruzie
hadden dan lol. Het uitstapje van de klas bleek te gaan naar de begraafplaats
Oud Kralingen. Leuk! De meester was zijn klas nog wat laatste instructies aan
het geven toen een wagen met een doodskist erin rakelings langs hem heen de
begraafplaats op reed. Dit laatste tot
groot plezier van de kinderen. De meester commandeerde zijn klasje toen
vliegensvlug naar een veiliger plek.
Even
verderop, op het fietspad …. Nou ja fietspad …Op de fietspaden in
Alexanderpolder wordt volop door elkaar heen gewandeld en gefietst …. Om gek
van te worden! Maar nu zie ik een jongeman met een grote bos krulhaar ‘met
zonder handen fietsen’. Op zich is dat niets bijzonders maar voor mij
persoonlijk is dat een enorme schok. Hij fietste echt snel en …. Ik hoorde het
niet echt, daarvoor fietste hij te ver weg, maar ik dacht dat ie nog zat te
fluiten ook. Het is nu denk ik al vijftig jaar geleden dat ik ‘met zonder
handen’ gefietst heb…… en dat deed ik ook fluitend en met hoge snelheid maar ik
moet er niet aan denken om dat heden ten dage nog te doen.
Ook wandelend
op een fietspad, schrik ik me vanmiddag een ongeluk (met heel veel kippenvel)
…… een fietser komt me onhoorbaar achterop gefietst en zegt, veel te luid en duidelijk, vlakbij mijn oor: ’Een hele goede middag meneer.’ Ik had hem
wel van zijn fiets willen slaan maar hij was al te snel te ver weg. Slaap ik straks weer niet van de boze opwinding.