Via internet heb ik het
kado voor mijn jarige kleinzoon gekocht. Hij is één jaar geworden. Ik zat
achter mijn pc, tikte op Google ‘Wheelybug Tiger’ in, want dat leek zijn ouders
een goed kado. (lees maar op internet wat een wheelybug tiger is) Ik kreeg een
stuk of tien verkoopadressen. Nu alleen nog de zaak kiezen met de laagste prijs
en verzendkosten. Hup, in het winkelwagentje. NAW gegevens intikken. Betalen
via Ideal en je bank en tenslotte de levering van het kado afwachten. Gaat
meestal snel. De volgende dag al. Meestal wordt nog precies het uur van de
levering aangegeven. Het kado voor mijn
kleinzoon werd keurig op tijd afgeleverd. Makkelijk, zo een kadootje kopen maar
je moet er wel een pc voor hebben natuurlijk. Anders ben je aangewezen op een
reisje naar het stadscentrum want in 9 van de 10 stadsbuurten zijn er geen speelgoedwinkels
meer. In de stadscentra zijn winkels als Toys, Intertoy en Bart Smit. Af en toe
zitten dat soort zaken ook in de winkelstraat van een woonbuurt.
Ik moest even denken aan
de tijd dat ik een kleine jongen was. In de vijftiger jaren van de vorige eeuw.
In Spangen woonde ik toen. Ik weet me niet alles te herinneren van die tijd
maar uit de verhalen van mijn moeder weet ik, dat er in die tijd in Spangen twee
speelgoedzaken waren: de Poppendokter en ’t Hart.
De Poppendokter zat in de
Betje Wolffstraat en ’t Hart op de Schiedamseweg. Die laatste zaak was wat
groter, had meer speelgoed in voorraad en was ook wat moderner,
overzichtelijker, netter. De Poppendokter was een beetje een rommelzaakje. Die
zaak heette de Poppendokter omdat de eigenaar speelgoed repareerde. Zijn
specialiteit was poppen opknappen. Mijn moeder hield niet van die winkel, dus
als het enigszins kon ging ze naar ’t Hart. De Poppendokter was een man, met een
voor een man iets te hoog stemmetje en bovendien hing er een scherpe pislucht
in die winkel alsof de dokter gewoon was om achter de toonbank te zeiken.
Nog goed weet ik me te
herinneren dat een van mijn zussen een pop had, die aangekleed was als non, als
een rooms katholieke kloosterling dus. Die pop was eens beschadigd geraakt aan het
gezicht; er was een gat in d'r wang geslagen. Diep treurig was mijn zus, wat
ze hield intens van die pop, het was, met recht, haar lievelingspop.
Een zus van onze moeder,
een tante van ons dus, tante Ludy, was non. In een Brabants klooster. Die pop
was precies zo gekleed als onze tante. Daarom was mijn zus waarschijnlijk zo
gehecht aan die pop. Mijn moeder bracht hem, stiekem, naar de poppendokter. Nu
moest ze wel naar die Poppendokter, ’t
Hart repareerde geen poppen, ze keken wel link uit. Stiekem bracht ze de
pop weg, want ze wilde mijn zus verrassen. Ze wilde de kapotte wang laten maken
en dan de pop weer kado doen aan mijn
zus op haar verjaardag op 26 mei.
Toen mijn zusje vroeg waar
haar zusterspop was, zei mijn moeder, dat ze haar had weggegooid omdat ze zo’n
lelijke wang had en dat het toch nooit vanzelf over zou gaan. Tegelijk met dat
ze dat zei, gaf mijn moeder een knipoogje naar mij. Dat vond ik wel leuk.
Het is allemaal precies zo
gegaan als mijn moeder het had bedacht. Wat was mijn zusje blij. Ze moest er zelfs
een beetje van huilen, want ze dacht echt dat ze haar lievelingspop nooit meer
zou zien. (Had mijn moeder haar even tuk gehad!) Mijn moeder en ook mijn zusje vonden
dat de poppendokter het wangetje mooi gemaakt had. Ik vond het foeilelijk. Het
wanggat was gestopt zoals mijn moeder een gat in een rode wollen sok zou
stoppen. Haar ene wang was nu knalrood en haar andere rose. Voor mij was de
poppendokter een klungelaar. Maar goed, het was mijn pop niet.
Ik vraag me trouwens af of
ik nu nog ergens terecht zou kunnen voor de reparatie van een pop met een
kapotte wang. Zoeken op internet maar,
hè?