Hij
slenterde al een paar uur door de straten van de oude Rotterdamse volkswijk.
Het was een wirwar van bouwstijlen maar dat kon je verwachten in een volksbuurt
waar de nieuwbouw en renovatie overheen gegaan waren. Af en toe kwam hij eens
een bekende tegen, logisch, want hij had er meer dan veertig jaar gewoon. Het
waren echter allemaal oppervlakkige kennissen. Echte dikke vrienden had hij
niet opgedaan in al die jaren. Hoe dat kwam? Daar stond hij voorlopig maar niet
bij stil. Hij passeerde nu zijn favoriete patatzaak, daar waar hij minstens
eens per jaar een patatje met pindasaus nam. Het was dit jaar voor het eerst
dat hij hier was dus ging hij zichzelf maar eens lekker verwennen.
‘Hallo Hein’,
mag ik een patatje pindasaus van je en doe er ok maar een milkshake bij, da’s
wel zo lekker.’
‘Patatje
pindasaus en een milkshake…….welke smaak Bram?’
’Doe maar
aardbeien Hein, dat vind ik toch altijd wel het lekkerst!’
Okee, gaat
ik effe voor je klaarmaken, Bram.’
‘O, eh, Hein
het maakt mij niet zo veel uit maat ik heet geen Bram, hoor.’
‘Oh, krijgt
nou wat, ik zou er toch bij zweren dat je Bram was, Bram Verlaat.’
‘Neen, ik
zou ook helemaal geen Bram Verlaat kennen, komt ie dan uit deze buurt, ik ken
ook helemaal geen familie Verlaat. Is hij dan misschien ook van mijn leeftijd.’
‘Nou voor zo
ver ik weet mot ie wel zo ongeveer van jouw leeftijd wezen……maar wie ben jij
dan eigenlijk, als ik vragen magt ……. Je kop kom me zo bekend voor.’
‘Ik ben
Tinus de Beer van het Zwaanshals daar tegenover het politieburootje ….. hoeveel
ik hier niet als kind voor een patatje ben komen binnen huppelen, dat loopt in
de honderden keren……. Jij bent trouwens geen spat veranderd Hein, twee druppels
water met veertig jaar terug.’
‘Ik wilt
niet lullig doen Tinus maar ik bent Hein ook helemaal niet, Hein is mijn twee
jaar oudere broer die alweer een paar
jaar geleden, met zijn gezin, gemigreerd is naar Biafra om daar een
sauna annex yogaschool op te zetten …… het is niet te geloven maar die sauna
loopt als een trein.’
‘Wie ben jij
dan als je Hein niet bent?’
‘Ik bent de
jongere broer van Hein: Rob. Ik hebt de
zaak een klein jaartje geleden overgenomen van mijn vader, die het allemaal
te veel werd zeker toen hij ook nog zijn handen vol kreeg aan mijn moeder, die
een klein beetje de weg kwijt raakte.’
‘Hier heb je
je patatje pindasaus, Tinus, eet se.’’
‘Vanmorgen
hoorde ik van een oude buurman dat je vader hier in de zaak op tragische wijze
om het leven is gekomen, toen ie toevallig even in de zaak was……..aangevallen
met zoiets al satéprikkers……. Ik kon het haast niet geloven.’
Zo en hier
is je milkshake met aardbeismaak, Tinus, geniet er van.
‘Ja, Tinus
het is haast niet te geloven hoe die man was toegetakeld en dat voor die paar rotcenten
die in onze zaak leggen en het allerergst is nog, dat niet alleen mijn vader om het leven kwamt maar ook mijn moeder, met
wie het de laatste tijd toch al zo slecht ging. Zij is zich letterlijk dood
geschrokken. We hebben ze allebei op dezelfde dag moeten begraven. Hein was er
speciaal voor uit Biafra overgekomen. Ja, dat was wel mooi, ja.
Tot ziens, Rob,
het ga je goed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten