dinsdag 2 mei 2017

BLAUWE DOLFIJNEN

Sinds een jaar ongeveer kom ik over de vloer bij Joop. Ik ken hem van het koor waar ik een blauwe maandag op zat. Joop was in de tijd dat ik  op het koor kwam de enige andere man; de andere leden, zo’n dertig in getal, waren dus vrouwen. Hij heeft me destijds op een vriendelijke manier ingewerkt. Hij hielp me bijvoorbeeld in de rommelige liedjesmap, die ik gekregen had, de juiste liedjes te vinden.
Joop is nu bijna tachtig jaar en al tien jaar  weduwnaar. Eens in de veertien dagen drinken we een kopje koffie bij elkaar , soms drinken we er ook wel eens een borreltje bij.  De ene keer zitten we bij hem en veertien dagen later zitten we bij mij. Deze keer zitten we bij Joop.
Joop heeft een tamelijk kleine driekamerwoning met een prachtig uitzicht op een grote vijver, een imposant standbeeld van een grote blauwe dolfijn en heel in de verte, zijn, behalve foeilelijke flats, ook de bomen van het Kralingse Bos te zien met daarbovenuit gepiept, het topje van de Erasmusbrug.
Joop is, misschien wel door dat standbeeld in de vijver, een groot liefhebber van dolfijnen, blauwe dolfijnen, want overal in zijn woning, althans op die plekken waar ik heb mogen komen, duiken deze sierlijke waterdieren op …. niet in levende lijve natuurlijk maar in de vorm van onder andere een spaarpot, een klok, een vaasje, een pollepel, een asbak, een handdoek, een theedoek, pannenlappen, ovenwanten, drie schilderijen en een half opgebrande kaars.
Joop is 21 mei jarig. Hij heeft er een  leuke gewoonte van gemaakt om op zijn verjaardag het koor een cadeautje te geven: hij zingt dan zelf voor het koor een leuk lied en wie mee wil zingen, zingt lekker mee. Vorig jaar, toen Joop 79 jaar werd dus, heb ik dat mogen meemaken. Hij zong toen: ’Brandend Zand’ van Anneke Grönloh en dat was een doorslaand succes. Iedereen kon meezingen, omdat ik toen de tekst speciaal voor alle koorleden had uitgeprint. Joop moest dat hele fijne liedje wel drie keer zingen………..zo’n succes was het. Toen hij uitgezongen was deelde hij zijn gebruikelijk versnapering uit; iedereen zat er al stilletjes op te wachten: jodenkoeken.
Over dat ‘Brandend Zand’ is later tussen Joop en de leiding van het koor, helaas enige consternatie ontstaan. Want, hoewel iedereen de tekst had en de melodie kende wilde de leiding (lees: de dirigente) niet dat het lied op de koorrepetities of de uitvoeringen gezongen werd. En dat stuitte Joop tegen het zere been. Hij had zich natuurlijk niet voor niets zo lopen uitsloven en nu zat die tekst daar maar ‘loos’ in de liedjesmap. Joop maakt van zijn hart geen moordkuil en spreekt de dirigente daar op aan: ’ik bent zekers in mijn kuif gewiekt dame de dirigente, dat nooit meer aan Brandend Zand gehoord wordt.’ (Het Nederlands van Joop is niet zo sterk maar dat maakt niet uit, want iedereen begrijpt hem toch wel.) ‘Het is een goed lied en ik hebt het graag en met bassie gezongen.’ Toen antwoordde de dirigente dat het een ouderwets lied was, dat Brandend zand en dat het negatief en depressief was.
‘Nou’ zei Joop daarop ‘Waarom zingen we dan wel: ‘Vuile huichelaar’ Of dat dan zo potief is ….ouwets is het zeker.’
De dirigente hield voet bij stuk. ‘Brandend Zand’ zou nooit meer door het koor gezongen worden; hetgeen Joop zeer verdroot.
Het is weer bijna 21 mei en Joop bereidt ondanks alle ‘Brandend Zand-sores’ een nieuwe verjaardagsong voor. Het wordt dit jaar de positieve titel: ‘O was ik maar bij  moeder thuis gebleven.’ Van de populaire maar inmiddels overleden zanger Johnnie Hoes. Vanmorgen heeft Joop me het hele lied laten horen. Hij kent het al helemaal uit zijn hoofd.

Hoewel ik al een paarmaanden van dat koor af ben ga ik Joop net als vorig jaar wel helpen met zijn cadeautje aan het koor: ik ga de tekst van ‘O was ik maar ….’van YouTube halen en maak weer kopietjes voor de andere leden van het koor, zodat ze mee kunnen zingen met Joop.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten