Traumatische tijden
1. Mijn vrouw deelt me in
juni 2015 mede dat het na 45 huwelijksjaren ‘klaar’ is … ze houdt niet meer van
mij en wil van me scheiden. Wat kan ik daar tegen beginnen? Niks. Op 11
augustus 2015 werd de scheiding definitief.
2.Na, met een korte
onderbreking 45 jaar in het (warme) Oude Noorden te hebben gewoond, moet ik ten
gevolge van de scheiding verhuizen. Bij gebrek aan een beter aanbod, kan ik
niet anders dan per 1 september 2015, een woning in (het kille) Prins Alexanderpolder aanvaarden.
3.Op 15 oktober 2015 kom
ik op een zebrapad ongelukkig ten val (op een stoeprandje) en verbrijzel
daarbij mijn rechterschouder en –bovenarm bovendien wordt een zenuwbundel, die mijn rechterarm en -hand moet activeren, flink beschadigd. Het
gaat gelukkig een stuk beter, daar
heb ik eerder al over geschreven. Maar het algehele herstel zal lange tijd
vergen: tot eind 2017.
4. Tegen het eind van mijn
bezoek, van afgelopen vrijdag 18 maart aan Diergaarde Blijdorp, samen met mijn
kleinzoon C. en mijn zoon S. deelde ik S. mede dat ik wel weer, samen met mijn ex-vrouw, kon komen oppassen op
kleinzoon C.
Dat vond S. geen goed idee. Hij noemde dat: een
gepasseerd station. Verder vond hij dat er inmiddels te veel dingen gebeurd
waren. Dat klopt: er zijn dingen gebeurd.
Ik heb me in het verleden ten onrechte wantrouwig gedragen tegenover hem en
zijn vrouw. Dat zette kwaad bloed maar dat is inmiddels bijgelegd.
S. moest in dit kader ook
nog kwijt dat hij er niet aan moest denken dat ik een héle dàg in de nabijheid
van zijn zoon C. zou zijn.
‘Hoe dat zo?’ Vroeg ik mij af. ‘Waar ben je dan bang voor?’
We liepen in de richting
van de uitgang van de dierentuin. Ik moest vreselijk plassen. Hoewel ik door de
reactie van S. zwaar uit het lood was geslagen, probeerde ik toch nog nieuwe
argumenten aan te voeren namelijk dat C.’s oma, mijn ex dus, er heel blij mee zou zijn als ik weer mee kwam
oppassen … ze vond het nogal zwaar om het alleen te doen en volgens haar is C. gek is op mij … want altijd als zij oppast vraagt C. naar
mij.
S. keek daar heel even raar
van op maar hij gaf geen krimp. Ik legde mijn hand even lichtjes op zijn leren
jasje en zei:
’Nou dag S.’ waarin voor
mij de betekenis lag van:
‘Als je denkt dat dit is
wat je moet doen, dan moet je dat maar doen.’
Ik kon wel janken.
Ik liep bij hem weg de Rivièrahal
in … naar de wc.. Waarop S. mij nariep:
’Dàt gedrag van jou is nou
precies de reden waarom ik je niet als oppas wil …. of zoiets … want de afstand
was inmiddels te groot om alles scherp te kunnen horen .. hoe dan ook … begrijpen deed ik het niet..
Een hele dag mag ik van
zoon S. dus niet in de buurt zijn van mijn kleinzoon C. Hoeveel tijd dan wel? Een halve dag? Een uur? Vijf
minuten … of is het zo: blijf liever
maar helemaal bij hem uit de buurt.
Ik ben er he-le-maal kapot
van.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten