maandag 21 maart 2016

TRAUMATISCH

Traumatische tijden

1. Mijn vrouw deelt me in juni 2015 mede dat het na 45 huwelijksjaren ‘klaar’ is … ze houdt niet meer van mij en wil van me scheiden. Wat kan ik daar tegen beginnen? Niks. Op 11 augustus 2015 werd de scheiding definitief.

2.Na, met een korte onderbreking 45 jaar in het (warme) Oude Noorden te hebben gewoond, moet ik ten gevolge van de scheiding verhuizen. Bij gebrek aan een beter aanbod, kan ik niet anders dan per 1 september 2015, een woning  in (het kille) Prins Alexanderpolder aanvaarden.

3.Op 15 oktober 2015 kom ik op een zebrapad ongelukkig ten val (op een stoeprandje) en verbrijzel daarbij mijn rechterschouder en –bovenarm bovendien wordt  een zenuwbundel, die mijn rechterarm en  -hand moet activeren, flink beschadigd. Het gaat gelukkig  een stuk beter, daar heb ik eerder al over geschreven. Maar het algehele herstel zal lange tijd vergen: tot eind 2017.

4. Tegen het eind van mijn bezoek, van afgelopen vrijdag 18 maart aan Diergaarde Blijdorp, samen met mijn kleinzoon C. en mijn zoon S. deelde ik S. mede dat ik wel weer,  samen met mijn ex-vrouw, kon komen oppassen op kleinzoon C.
 Dat vond S. geen goed idee. Hij noemde dat: een gepasseerd station. Verder vond hij dat er inmiddels te veel dingen gebeurd waren. Dat  klopt: er zijn dingen gebeurd. Ik heb me in het verleden ten onrechte wantrouwig gedragen tegenover hem en zijn vrouw. Dat zette kwaad bloed maar dat is inmiddels bijgelegd.
S. moest in dit kader ook nog kwijt dat hij er niet aan moest denken dat ik een héle dàg in de nabijheid van zijn zoon C. zou zijn.
‘Hoe dat zo?’  Vroeg ik mij af. ‘Waar ben je dan bang voor?’

We liepen in de richting van de uitgang van de dierentuin. Ik moest vreselijk plassen. Hoewel ik door de reactie van S. zwaar uit het lood was geslagen, probeerde ik toch nog nieuwe argumenten aan te voeren namelijk dat C.’s oma, mijn ex dus,  er heel blij mee zou zijn als ik weer mee kwam oppassen … ze vond het nogal zwaar om het alleen te doen en volgens haar is  C. gek is op mij  … want altijd als zij oppast vraagt C. naar mij.
S. keek daar heel even raar van op maar hij gaf geen krimp. Ik legde mijn hand even lichtjes op zijn leren jasje en zei:
’Nou dag S.’ waarin voor mij de betekenis lag van:
‘Als je denkt dat dit is wat je moet doen, dan moet je dat maar doen.’
Ik kon wel janken.
Ik liep bij hem weg de Rivièrahal in … naar de wc..  Waarop S. mij nariep:
’Dàt gedrag van jou is nou precies de reden waarom ik je niet als oppas wil …. of zoiets … want de afstand was inmiddels te groot om alles scherp te kunnen horen .. hoe dan ook …  begrijpen deed ik het niet..

Een hele dag mag ik van zoon S. dus niet in de buurt zijn van mijn kleinzoon C.  Hoeveel tijd dan wel? Een halve dag? Een uur? Vijf minuten … of is het zo:  blijf liever maar helemaal bij hem uit de buurt.

Ik ben er he-le-maal kapot van.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten