maandag 14 maart 2016

STRAND


Mijn vriendin Mien en ik lopen van het Station Hoek van Holland Haven naar het strand en op het strand in de richting van richting Scheveningen … eigenlijk kan je natuurlijk alleen maar richting Scheveningen lopen vanuit Hoek van Holland. Het lekkere wandelweer heeft veel mensen naar het strand gelokt. We hebben, bij een onbewolkte hemel, een frisse wind tegen. Mijn wangen worden goed koud … mijn neus gaat er van lopen.  De zee is rustig. In het ondiepe water spetteren honden, in alle soorten en maten.

Mien vertelt een grappige anekdote over hoe ze kennis maakte met een man, Anton, waarmee ze  heel goed bevriend is geraakt.  Ze raakten aan de praat bij een Albert Heijn-super. Mien maakte een opmerking over de soort wijn die Anton had gekocht … het was een Saint-Emilion … en dat ze die wijn ook zo lekker vond en dat ze die voor het eerst dronk tijdens een vakantie in de buurt van Bordeaux. Toen bleek Anton, vele jaren later, op de zelfde camping gestaan te hebben als Mien en haar toenmalige partner. Nou ja, het klikte gelijk daar in die super en van het een kwam het ander, vakantiefoto’s kijken, wijntje drinken, naar de bios, een wandelingetje maken enzovoorts, enzovoorts … ze zien elkaar nu nog steeds.

Boven de Noordzee cirkelt een helikopter … er wordt iemand vanuit zee richting heli gehesen … een oefening waarschijnlijk.

Miens anekdote leek qua wijze van kennismaken wel wat op die van mij en Ina: ik fietste al een minuut of vijf zo’n tien meter achter Ina (ik kende haar helemaal niet). Ze zag er leuk uit van achteren. Opeens moest Ina remmen voor een automobilist, die als een gek kwam aanrijden. En toen stond ik ineens naast haar … we keken elkaar hoofdschuddend aan … en mopperden wat over het roekeloze rijgedrag van die automobilist. We fietsen verder samen op. Ina kwam uit Argentinië vertelde ze en ik zei haar dat ik een Argentijnse vriendin had en dat vond ze leuk om te horen. We praatten wat over Zuid Amerika. Toevallig moesten we ook allebei naar Bas van der Heijden (die bestond toen nog) maar daar scheidden zich onze wegen. We wisselden telefoonnummers uit. Ina belde me een paar dagen later, we hebben gewandeld, gefietst, koffie gedronken. Twee à drie maanden hadden we het leuk met elkaar. Door mijn wantrouwen is dat kapot gegaan.  Ze zou op een zondag bij me komen eten. Kort daarvoor belde ze me, dat ze kiespijn had en naar de tandarts moest. Ze liet verder de hele dag niets van zich horen en ik zat met een kant en klaar diner-voor- twee. Mijn telefoontjes werden niet beantwoord. Ik voelde me door haar belazerd en daar schreef ik ook over. Vervolgens stuurde ze mij een kopie van de tandartsrekening van die betreffende zondag. Einde vriendschap. Stom, stom, stom … want we hadden het best leuk.

Aan het einde van onze wandeling, na zo’n kleine drie uur,  zijn we wel toe aan wat warms. Mien bestelt resoluut een Irish coffee en ik houd het bij een groot glas warme melk.

Pas als we goed en wel in de trein terug naar Rotterdam zitten realiseren we ons dat we op de heenweg in Hoek van Holland niet uitgecheckt hebben. Ons inchecken voor de terugreis naar Rotterdam was dus in feite een uitgesteld uitchecken. Met andere woorden:  Mien en ik, zitten zonder geldig vervoersbewijs in de trein. We hebben geluk met de conducteur op deze trein. Hij begrijpt hij de hele situatie niet zo, des te meer niet omdat Mien in Rotterdam al twee keer was ingecheckt en één keer uitgecheckt, omdat ze naar de wc wilde om een legging onder haar broek aan te trekken, tegen de koude wind straks op het strand.  Maar dat hoeft de conducteur natuurlijk allemaal niet te weten. Dat wil hij ook niet weten. Hij is er eerlijk over: hij snapt het gewoon niet en zegt dat een ding hem duidelijk is: wij hebben  geen geldig vervoersbewijs en hij kan ons dus met vijfendertig euro per persoon beboeten maar:  ‘Ik geloof het allemaal wel, dus laat maar zitten.’
Daar zijn Mien en ik de man zeer dankbaar voor. We moeten nu alleen nog  met onze al uitgecheckte card de stationshal zien uit te komen. Het kost enige moeite om de controleur in de stationshal de situatie uit te leggen. Mien legt het uit en als ik een kleine verduidelijking wil toevoegen aan haar verhaal slaat ze me bijna in mijn gezicht, waarmee Mien waarschijnlijk wil zeggen, dat ik mijn kop moet houden. Haar verhaal is uiteindelijk duidelijk en de poortjes worden voor ons geopend.

Met een hug nemen we afscheid van elkaar. Mien loopt naar huis, ze woont dichtbij het station … ik neem de metro richting Alexanderpolder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten