dinsdag 22 maart 2016

MARS

Zojuist fysiotherapie gehad in het Sint-Franciscus-ziekenhuis. Ik stap in de metro terug naar huis, naar Alexanderpolder. In mijn rugzak, die nu op mijn schoot staat, zit het boek, dat ik meegenomen heb, om onderweg te lezen, als ik daar zin in heb. Het is Caesarion van Tommy Wieringa. Ik heb nog geen zin om te lezen. Er raast van alles door mijn hoofd.

Irritatie over het feit, dat  ik heel vaak in het openbaar vervoer moet vragen ‘mag ik daar zitten, wilt u uw tas daar weghalen … alstublieft’ … en dan wordt er ook nog van me verwacht, dat ik netjes ‘dank u wel’ zeg.
Waarom zet u uw tas niet gewoon gelijk op uw schoot?

Ingehouden boosheid en verdriet over het feit dat mijn zoon me er van weerhoudt opa te zijn voor mijn kleinzoon waardoor hij zijn zoontje zijn opa onthoudt.

Waanzinnige woede over het bloedbad dat imbecielen namens de Islamitische Staat hebben aangericht in Brussel. Het komt steeds dichterbij. Tientallen doden en gewonden op het vliegveld.  Zoveel onschuldige, goeie lieve mensen van het leven beroofd of voor het leven verminkt, door een stel wrede, gehersenspoelde soldaten van de Islamitische Staat.
Brussel is aangevallen,’ aldus de criminelen van de Islamitische Staat, ‘omdat België een niet aflatende strijd voert tegen de islam en tegen moslims.’ Volgens de terreurorganisatie Islamitische Staat heeft ‘een geheime cel van soldaten daarom angst en ontzetting gezaaid.’ Lafbekken!
Een vervelend bijverschijnsel van deze Islamitische Staatsterreur is dat de moslimhaat in Nederland daardoor toeneemt en dat terwijl 90% of misschien wel een hoger percentage moslims zich kapot schaamt voor wat de Islamitische Staat  allemaal aanricht.
Wat zou het toch mooi zijn als er bijvoorbeeld ergens in de maand mei in Amsterdam een ‘mars tegen de Islamitische Staat’ georganiseerd zou worden en dat al die honderdduizenden Nederlandse moslims  daarin zouden meelopen.

Ik word niet goed van die narigheid in mijn hoofd …  zoek afleiding ... ga wat lezen in Caesarion: in het hoofdstuk dat ik lees krijgt Ludwig, de hoofdpersoon van Caesarion, een filmpje te zien. Het is een pornofilm waarin zijn inmiddels oude moeder, de jeugdige steractrice is. Ludwig gaat compleet over zijn nek als hij ziet dat zijn moeder haar tegenspeler pijpt en in haar mond laat klaarkomen.

Opeens ontwaar ik door het raam van de metro, een flat die ik normaal nóóit zie …. blijk ik in de verkeerde metro te zijn gestapt! Die naar de Terp in Capelle aan den IJssel. Ik stop mijn boek terug in mijn rugzak. Op het eerstvolgende metrostation moet ik uitstappen en terug naar Capelsebrug  en dan de goeie metro pakken. Al met al ben ik met mijn onoplettendheid toch zeker tien minuten kwijtgeraakt.

Wanneer ik eenmaal in de goeie metro zit, wordt mijn aandacht getrokken door een achteruit rijdende scootmobiel, die door de bestuurder keurig netjes wordt geparkeerd in de daarvoor speciaal gecreëerde scootmobielparkeerplek.
De bestuurder is veelvoudig gehandicapt. Hij mist zijn beide onderbenen. Daarvoor in de plaats heeft hij glimmende, metalen protheses, waaraan weer  voetprotheses zijn bevestigd. Over die voetprotheses heeft de man een paar knaloranje Adidas loopschoenen, met drie gifgroene strepen, aangetrokken. Zijn rechterarm houdt op bij zijn ellenboog en zijn ogenschijnlijk gezonde linkerarm gaat over in een hand met vijf vingerstompjes. Hij heeft een hazenlip en van zijn voorhoofd, net boven zijn neus,  tot halverwege zijn schedel loopt een litteken. Dus daar is hij geopereerd. Toch zit hij gewoon met iemand te communiceren via zijn smartphone, die hij bedient met het duimstompje van zijn linkerhand.
Als ik hem zo zie, valt het met mij allemaal nog wel mee.

Ik stap uit de metro; het is nu nog maar 4 minuten lopen naar huis

Geen opmerkingen:

Een reactie posten