Nu Rob er niet meer was
vond ik er niet veel meer aan in Nieuw Heeten. Ik zou graag nog een keertje
lekker vrijen met Tonia, voordat ik naar Rotterdam vertrok. Het was een mooie
dag en ik dacht: ‘kom, ik vraag of Tonia
een eindje met me wil wandelen en op een rustig plekje in de bosjes langs de
autoweg naar Raalte verleid ik haar.’ Alles klopte die dag behalve ‘het
verleiden’. Zij wou niet met mij. Alleen zo’n zelfde neuszoentje als van
gisteren wou ze geven, meer niet.
We stonden uit het zicht van
voorbijgangers, tussen struikgewas en in
de schaduw van een paar kastanjes.
Tonia zei: ‘Ik vind je wel
leuk, lief en aardig, maar ik ben niet verliefd op je, sorry Jee.’
Deze simpele mededeling
van haar kwam bij me aan als een mokerslag. Ik dacht na gisteravond dat ze mij aardiger
vond dan Rob.
‘Dan ben je zeker verliefd
op Rob, hè?’
‘Gatverdamme, nee, ik houd
niet van zo’n machotype. Gisterenmiddag op de hooizolder stond hij mij als het
ware met zijn ogen uit te kleden en dan kom jij d’r aan en dan drukt hij me nog
eens bijna plat tegen die blote bast van hem. Voor mij hoefde dat niet. Maar Rob
doet gewoon wat hij wil; met mij houdt hij geen rekening!
‘Maar eh, op wie ben je dàn
verliefd … àls je tenminste verliefd bent op iemand.
‘Tsja Jee, dat is een
beetje moeilijk. Ik wil het je wel vertellen maar je moet me beloven, dat je
het niet doorvertelt … ik heb het ook nog tegen niemand verteld. Alleen degene
op wie ik verliefd ben weet het.’
‘Nou nee Tonia, ik denk
dat het beter is, dat ik niet weet, op wie je verliefd bent. Waarom zou ik dat
eigenlijk moeten weten. Wat schiet ik er mee op. Ik ga straks weer naar
Rotterdam en jij gaat tralalalala naar je lieve vriendje en ik zit diep treurig
te zijn in de trein. Misschien ga ik die gast nog wel in elkaar slaan voordat
ik wegga, als ik weet wie het is. Nee, Tonia, vertel mij maar niks.’
Ze is tegen een kastanje
aan gaan zitten.
‘Het is een onmogelijke
liefde eigenlijk, Jee.’ zei ze bedrukt. ‘Ik ben verliefd op de nieuwe, jonge
meneer pastoor hier. Henk Schaap heet
hij. Hij heeft zo’n lief gezicht, mooie blonde krullen en een fijne krachtige
stem. Drie maanden geleden is hij hier in de parochie gekomen en al die tijd
ben ik verliefd. Als ik naar de mis ga zit ik op de voorste bank onrustig heen
en weer te wiebelen om zijn aandacht te trekken … maar hij ziet me niet zitten.
Vorige week besloot ik om
te gaan biechten bij hem. Toen heb ik mijn liefde voor hem opgebiecht. Zijn
reactie was verrassend, hij zei dat hij ook op mij verliefd was maar dat hij
God al had beloofd om hèm altijd trouw
te blijven.
Hij zei: ’Tussen mij en
God zullen wel geen gekke dingen gebeuren dus, Tonia, word maar gerust verliefd op een ander, hoor.’
‘Nee! Ik ben verliefd op jou,
Henk,’ zei ik ‘ik wil met jou. Ik ga God bidden en smeken om jou!’
‘Alleen jij, Jee, Henk, ik
en God weten hier nu van.’
‘En als God en Henk elkaar
nou toch trouw blijven, Tonia?’
‘Tsja, dan zit er voor mij
niet veel anders op dan op een dag naar jou in Rotterdam toe te komen. Ga je daarop
wachten, Jee?’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten